Beleidsregel UWV Terugkomen van een vaststaande beslissing

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 01-10-2025 t/m heden.

Beleidsregel UWV Terugkomen van een vaststaande beslissing

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op het bepaalde in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de algemene bevoegdheid van bestuursorganen een eerder besluit te mogen wijzigen, alsmede de algemene beginselen van behoorlijk bestuur;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • b. nova: nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden als bedoeld in artikel 4:6 Algemene wet bestuursrecht;

  • c. duuraanspraak: een aanspraak die ten tijde van de herhaalde aanvraag nog doorloopt of had kunnen doorlopen als het vaststaande besluit geen afwijzing was geweest;

  • d. herhaalde aanvraag: een aanvraag na een eerdere geheel of gedeeltelijk afwijzende beschikking dan wel een verzoek van een belanghebbende om terug te komen van een rechtens onaantastbaar besluit dan wel een volgende aanvraag om iets waarover al eerder een besluit is genomen;

  • e. kennelijke fout: een materiële fout die zonder diepgaand onderzoek opvalt.

Artikel 2. Afbakening

  • 1 Dit besluit is van toepassing op situaties waarin door een belanghebbende wordt verzocht of door UWV wordt bezien een gunstiger beslissing dan het eerdere, vaststaande besluit te nemen.

  • 2 Dit besluit is van toepassing op een individuele aanvraag, tenzij door UWV voor die situatie categoraal herstelbeleid is vastgesteld.

Artikel 3. Nova

  • 1 Een belanghebbende die een herhaalde aanvraag indient moet nova aanvoeren.

  • 2 Als sprake is van nova, verricht UWV een inhoudelijk onderzoek of de nova tot een ander besluit leiden dan het besluit waarvan is verzocht terug te komen.

Artikel 4. Deugdelijke onderbouwing

  • 1 In de volgende situaties verricht UWV, ondanks dat er geen nova zijn aangevoerd, toch inhoudelijk onderzoek, mits de belanghebbende zijn aanvraag deugdelijk en toereikend onderbouwt:

    • a) het betreft een duuraanspraak, of

    • b) het eerdere besluit is niet ouder dan 5 jaar, of

    • c) het gaat om een openstaand invordertraject.

  • 2 Van een deugdelijke en toereikende onderbouwing is sprake als de belanghebbende feiten of omstandigheden vermeldt die aanleiding (kunnen) geven tot een ander, voor de aanvrager gunstiger, besluit dan het besluit waarvan herziening wordt gevraagd.

Artikel 5. Kennelijke fouten

  • 1 Bij een herhaalde aanvraag kijkt UWV of in het eerdere besluit een kennelijke fout aanwezig is.

  • 2 UWV doet dat voor die besluitonderdelen waarvan is verzocht terug te komen.

Artikel 6. Afwijzing

  • 1 Als de herhaalde aanvraag geen aanleiding geeft tot verder onderzoek en er geen kennelijke fout is opgemerkt, wijst UWV de herhaalde aanvraag af.

  • 2 Als na inhoudelijk onderzoek geen ander besluit hoeft te worden genomen, wijst UWV de herhaalde aanvraag af.

Artikel 7. Correctie

  • 1 Als wel een ander besluit moet worden genomen, corrigeert UWV met terugwerkende kracht gebleken onjuistheden in het vaststaande besluit.

  • 2 De terugwerkende kracht van de correctie is 5 jaar, teruggerekend vanaf de ontvangstdatum van de herhaalde aanvraag.

  • 3 Als het een eenmalig besluit betreft, volgt correctie als dat besluit niet ouder dan 5 jaar is bij ontvangst van de herhaalde aanvraag.

  • 4 Een onjuist gebleken boete of terugvordering welke nog vorderbaar is, wordt ook na 5 jaar met volledig terugwerkende kracht gecorrigeerd.

Artikel 8. Beperking correctie

In de volgende situaties kan de correctie worden beperkt:

  • 1. als er onvoldoende verifieerbare gegevens zijn over de volledige periode, of

  • 2. als correctie niet zal leiden tot een nabetaling aan de belanghebbende, of

  • 3. de belanghebbende niet wil dat met (volledige) terugwerkende kracht wordt gecorrigeerd.

Artikel 9. Ambtshalve ontdekking van fouten

  • 1 Het bepaalde in de artikelen 7, 8, 10 en 11 past UWV ook toe indien het -zonder dat een aanvraag is gedaan- uit eigen beweging constateert dat een vaststaand besluit een fout bevat.

  • 2 De terugwerkende kracht wordt dan berekend vanaf datum vaststelling door UWV van de fout.

Artikel 10. Evident onredelijk

  • 1 Indien de afwijzing van de herhaalde aanvraag evident onredelijk is kan UWV een ander besluit nemen.

  • 2 Indien de beperking van de terugwerkende kracht tot 5 jaar evident onredelijk is, kan UWV een langere termijn vaststellen, echter tot maximaal 10 jaar.

  • 3 Het is aan de aanvrager om aan te geven waarom sprake is van evidente onredelijkheid.

Artikel 11. Belangen van derden

  • 1 UWV betrekt bij een herhaalde aanvraag de gerechtvaardigde belangen van derde- belanghebbenden.

  • 2 Financiële belangen van een derde-belanghebbende weerhouden UWV er in beginsel niet van dat een fout in een besluit wordt herzien.

  • 3 Intrekking van het recht op een uitkering of verlaging van de hoogte ervan, die voortvloeien uit een door de werkgever ingediende herhaalde aanvraag, vinden niet eerder plaats dan zes weken na de dag waarop de beslissing is bekendgemaakt. In dat geval wordt de werkgever gecompenseerd voor de te veel betaalde premie of eigenrisicodragerslast, echter over maximaal 5 jaar.

Artikel 12. Overgangsrecht

  • 1 Dit besluit geldt voor primaire besluiten op grond van artikel 4:6 Awb die worden afgegeven na inwerkingtreding van dit besluit.

  • 2 Als in de 5 jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit is teruggekomen van een vaststaand besluit, dan wijzigt de daarbij toegepaste correctiedatum in geval van een volgende herhaalde aanvraag niet, tenzij er sindsdien nieuwe feiten en/of omstandigheden zijn opgetreden.

  • 3 Als het vaststaande besluit een bestuurlijke boete of een terugvordering betreft of tot gevolg had, geldt de uitzondering van het tweede lid niet.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel UWV Terugkomen van een vaststaande beslissing.

Dit Besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 24 juni 2025

M.R.P.M. Camps,

Voorzitter Raad van Bestuur