Regeling stimuleren uitstroom vergunninghouders uit de asielopvang 2025

[Regeling vervalt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 21-08-2025 t/m heden.

Regeling van de Minister van Asiel en Migratie en de Minister voor Asiel en Migratie van 21 juli 2025, nr. 6273374, houdende regels om de uitstroom van vergunninghouders uit de asielopvang te stimuleren (Regeling stimuleren uitstroom vergunninghouders uit de asielopvang 2025)

De Minister van Asiel en Migratie en de Minister voor Asiel en Migratie,

Gelet op artikel 4 van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005);

Besluit:

Artikel 1

  • 2 De uitsluiting van de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid, vindt plaats vanaf het moment dat het tijdelijk onderdak of de onzelfstandige woonruimte voor de vreemdeling beschikbaar is, met dien verstande dat het tijdelijk onderdak of de onzelfstandige woonruimte beschikbaar moet zijn uiterlijk op 31 december 2025.

  • 3 In afwijking van het eerste lid wordt niet uitgesloten van de verstrekkingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, c en d, of artikel 9, eerste lid, van de Rva 2005 een vreemdeling als bedoeld in het eerste lid, aan wie een gemeente tijdelijk onderdak, niet zijnde woonruimte die bestemd of geschikt is voor permanente bewoning, onderscheidenlijk onzelfstandige woonruimte beschikbaar heeft gesteld en die:

    • a. kwetsbaar is;

    • b. op de Top-X lijst staat of van wie naar het oordeel van het COA uitplaatsing naar de huisvesting als bedoeld in deze regeling vanwege overlast gevend gedrag ongewenst is.

  • 4 Het COA sluit in 2025 maximaal 10.000 vreemdelingen als bedoeld in het eerste lid uit van de desbetreffende verstrekkingen.

Artikel 2

Woonruimte waarvan een gemeente aan het COA heeft meegedeeld dat zij bestemd of geschikt is voor permanente bewoning kan:

  • a. tijdelijk aan vreemdelingen als bedoeld in artikel 1 beschikbaar worden gesteld indien in de woonruimte een vreemdeling gehuisvest is aan wie een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 is verleend, totdat de nareizende gezinsleden van de laatstgenoemde vreemdeling zich bij hem hebben gevoegd;

  • b. beschikbaar worden gesteld als onzelfstandige woonruimte voor bewoning door meerdere vreemdelingen.

Artikel 3

  • 1 Het COA verstrekt aan de gemeente per vreemdeling, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, een eenmalige financiële toelage van € 30.000,– ten behoeve van de bekostiging van in ieder geval het tijdelijk onderdak dan wel de onzelfstandige woonruimte en de begeleiding van de vreemdeling.

  • 2 Indien de vreemdeling in het beschikbaar gestelde tijdelijk onderdak niet zelf zijn eigen maaltijden kan verzorgen, verstrekt het COA, in afwijking van het eerste lid, aan de gemeente per vreemdeling een eenmalige financiële toelage van € 38.000,– ten behoeve van de bekostiging van in ieder geval het tijdelijke onderdak, de begeleiding en de maaltijden van de vreemdeling.

  • 3 Indien de vreemdeling, bedoeld in artikel 1, eerste lid, een nagereisd familielid is van de vreemdeling aan wie reeds tijdelijk onderdak, als bedoeld in deze regeling, wordt geboden, ontvangt de gemeente voor dat familielid de financiële toelage, bedoeld in het eerste en tweede lid, naar rato van de maximale verblijfsduur van twaalf maanden van de eerstgenoemde vreemdeling.

  • 4 Indien uit de vreemdeling, bedoeld in artikel 1, eerste lid, aan wie reeds tijdelijk onderdak als bedoeld in deze regeling wordt geboden, een kind wordt geboren, ontvangt de gemeente voor dat kind de financiële toelage, bedoeld in het eerste en tweede lid, naar rato van de maximale verblijfsduur van twaalf maanden van de eerstgenoemde vreemdeling.

Artikel 4

  • 2 Indien het tijdelijk onderdak, niet zijnde woonruimte die bestemd of geschikt is voor permanente bewoning, ter beschikking is gesteld aan een gezin, verstrekt het COA aan het eerste gezinslid een wekelijkse financiële toelage van € 75,–, aan een tweede gezinslid een wekelijkse financiële toelage van € 25,– en aan een derde en vierde gezinslid een wekelijkse financiële toelage van € 12,50. De wekelijkse financiële toelage per gezin bedraagt in totaal niet meer dan € 125,–.

  • 3 In afwijking van het eerste lid wordt de financiële toelage ten behoeve van voedsel niet verstrekt aan de vreemdeling indien hij in het tijdelijk onderdak niet zelf zijn eigen maaltijden kan verzorgen.

  • 5 De verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid, eindigen voorts:

    • a. op de dag waarop de gemeente aan de vreemdeling woonruimte die bestemd of geschikt is voor permanente bewoning beschikbaar heeft gesteld;

    • b. de vreemdeling zelfstandig in woonruimte heeft voorzien;

    • c. indien de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken.

Artikel 5

  • 1 Op de vreemdeling, bedoeld in artikel 1, eerste lid, aan wie de gemeente tijdelijk onderdak, niet zijnde woonruimte die bestemd of geschikt is voor permanente bewoning, beschikbaar heeft gesteld, is de Rva 2005 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het recht op de verstrekkingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Rva 2005 eindigt in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 1 en 4.

Artikel 6

  • 1 Deze regeling vervalt zodra 10.000 vreemdelingen op grond van artikel 1, eerste lid, zijn uitgesloten van de in dat lid bedoelde verstrekkingen, maar uiterlijk met ingang van 1 januari 2026.

  • 2 Deze regeling blijft van toepassing op vreemdelingen voor wie voor het vervallen van deze regeling, bedoeld in het eerste lid, tijdelijk onderdak of onzelfstandige woonruimte als bedoeld in deze regeling is gerealiseerd.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling stimuleren uitstroom vergunninghouders uit de asielopvang 2025.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 juli 2025

De Minister van Asiel en Migratie,

D.M. van Weel

De Minister voor Asiel en Migratie,

M.C.G. Keijzer