In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a)
Innovatie: het ontwikkelen van nieuwe journalistieke producten of diensten voor de eigen organisatie
of journalistieke sector en/of het aanboren van een nieuwe markt en/of voor het implementeren
van nieuwe werkprocessen binnen de organisatie.
-
b)
journalistieke informatiebron (journalistieke organisatie): een organisatie binnen de journalistieke bedrijfstak met als (hoofd)activiteit het
maken en leveren van een dienst of product waarbij:
-
i. het product of de dienst gericht is op het Nederlandse publiek; en
-
ii. minimaal 25% van het product of de dienst tot stand is gekomen op basis van journalistiek
handelen; en
-
iii. de publicatiefrequentie minimaal een keer per twee weken is en daarmee sprake is van
een informatiebron waartoe burgers zich met een vaste regelmaat kunnen wenden; en
-
iv. die staat ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel.
-
c)
journalistieke bedrijfstak: het geheel van private en publieke journalistieke informatiebronnen (journalistieke
organisaties) gevestigd in Nederland, waarvan de activiteiten zijn gericht op de Nederlandse
markt.
-
d)
journalistiek handelen: het vergaren, verwerken en verspreiden van informatie en nieuws, waarbij:
-
i. het gaat om onafhankelijk tot stand gekomen berichtgeving die bestemd is voor alle
geledingen binnen de samenleving en die bestaat uit originele, eigen content die niet
machine-gegenereerd is;
-
ii. gestreefd wordt naar zo accuraat en evenwichtig mogelijke berichtgeving; en
-
iii. verantwoording wordt afgelegd en transparant wordt gehandeld en waarbij de afzender
van de content duidelijk wordt gemaakt.
-
e)
(middel) grote journalistieke organisatie: een journalistieke organisatie (journalistieke informatiebron) met meer dan één journalistieke
titel die een journalistiek(e) dienst of product maken en leveren.
-
f)
onderzoek: een praktijkgericht onderzoek dat betrekking heeft op de journalistieke bedrijfstak.
-
g)
onderzoeksinstellingen: onderwijsinstellingen (zowel publiek als privaat), (commerciële) onderzoeksbureaus,
organisatieadviesbureaus, collectieven van zelfstandige onderzoekers of NGO’s met
een ANBI-status.
-
h)
Stimuleringsfonds: het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, bedoeld in artikel 8.2 van de Mediawet 2008.
-
i)
thematische oproep: een oproep waarbinnen subsidie kan worden aangevraagd om een onderzoek uit te voeren
aan de hand van een door het Stimuleringsfonds uitgekozen thema en probleemstelling.
2. Thema en probleemstelling
Het Stimuleringsfonds roept op tot het indienen van onderzoeksvoorstellen, gericht
op het verkennen van leiderschapssoorten die (middel)grote journalistieke organisaties
in staat stellen om (product)innovatie duurzaam te beleggen en borgen. Bij het formuleren
van de hoofdvraag van het onderzoek vragen wij om formele en informele soorten van
leiderschap te betrekken. Uit het onderzoeksvoorstel moet ook aandacht blijken voor
de verbinding tussen enerzijds productontwikkelaars en programmeurs die zich bezighouden
met innovatie en anderzijds journalisten op de werkvloer, verantwoordelijk voor de
dagelijkse nieuwsproductie.
Duurzaam innoveren is niet makkelijk of vanzelfsprekend. Een innovatieve organisatie
vraagt om zowel formeel als informeel leiderschap. Daarmee doelen we op het creëren
van kaders waarbinnen top-down visie en bottom-up initiatief elkaar versterken en
succesvolle innovatie kan gedijen. In het bijzonder vereisen (middel)grote journalistieke
organisaties twee soorten van leiderschap naast elkaar. Enerzijds leiders die antwoorden
geven, inhoud leveren en resultaten boeken. Anderzijds leiders die de juiste vragen
stellen en ruimte om te experimenteren niet alleen beloven, maar ook daadwerkelijk
creëren en beschermen. Het ontwikkelen van die tweebenigheid is een grote en relatief
nieuwe uitdaging, die niet op één manier opgelost kan worden.
Binnen de bestaande werkstructuren van journalistieke organisaties moet innovatie
zijn weg vinden van productontwikkelaars en programmeurs naar journalisten op de redactie.
Het opschalen van succesvolle experimenten stuit daarbij geregeld op de dagelijkse
praktijk van journalistieke productie. Tot het moment van opschalen is innovatie afhankelijk
van energie op de werkvloer en ligt het eigenaarschap en informele leiderschap bij
de vernieuwers zelf. Op de redactie waar de dagelijkse nieuwsproductie plaatsvindt,
geldt daarentegen een sterke afhankelijkheid van formele leiders. Zij zijn bepalend
voor wat er gebeurt met innovaties: blijft het bij geïsoleerde experimenten of worden
de innovaties opgeschaald naar de redacties? Er moet verkend worden hoe formeel én
informeel leiding kan worden gegeven binnen journalistieke organisaties om ervoor
te zorgen dat zij op een duurzame manier gaan innoveren.
3. Praktijkgericht onderzoek
Het Stimuleringsfonds zet zich in om de kwaliteit, diversiteit en onafhankelijkheid
van de journalistiek in Nederland te versterken. Daarom wil het Stimuleringsfonds
met onderzoeksinstellingen op zoek naar oplossingen voor gedeelde vraagstukken waar
journalistieke informatiebronnen in hun dagelijkse praktijk tegenaan lopen en die
niet concurrentiegevoelig zijn.
Met de thematische onderzoeksregeling maken we deze zoektocht mogelijk. We kiezen
voor praktijkgericht onderzoek waarbij de wetenschap en de journalistiek met elkaar
samenwerken, omdat we de meerwaarde inzien van het direct kunnen aanwenden van onderzoeksresultaten
binnen de journalistieke bedrijfstak. Het gezamenlijk reflecteren op tussentijdse
resultaten door onderzoekers en betrokkenen van journalistieke informatiebronnen maakt
nadrukkelijk deel van uit van het onderzoek.
4. Aanvragers en subsidie
Het Stimuleringsfonds zoekt onderzoeksinstellingen:
-
a) die affiniteit hebben met de onder probleemstelling (2) omschreven problematiek binnen de journalistieke bedrijfstak en/of over ervaring
beschikken met het toepassen van onderzoeksmethoden, nodig bij het adresseren van
de door Stimuleringsfonds gegeven probleemstelling;
-
b) die in staat zijn een onderzoeksteam samen te stellen, bestaande uit tenminste twee
personen met een aantoonbare onderzoeksachtergrond; en
-
c) die beschikken over contacten met journalistieke informatiebronnen, afkomstig uit
de sector, met wie gezamenlijk kan worden opgetrokken bij het reflecteren op tussentijdse
resultaten.
Voor het onderzoek stelt het Stimuleringsfonds maximaal 75.000 euro beschikbaar. Deze
subsidie kan worden ingezet voor de volgende kosten:
-
d) gewerkte uren van de bij het onderzoek betrokken personen, voor de onderstaande werkzaamheden:
-
e) overige onderzoekskosten, voor zover noodzakelijk voor het onderzoek, tot maximaal
10% van het aangevraagde subsidiebedrag:
De uitvoering van het onderzoek moet minimaal 6 maanden en maximaal 12 maanden duren.
Het onderzoek waaraan de subsidie wordt verstrekt, mag niet zijn aangevangen voordat
op de subsidieaanvraag is beslist en moet binnen 3 maanden na bekendmaking van het
besluit tot subsidieverlening worden aangevangen.
Geïnteresseerde aanvragers kunnen in de periode van 18 augustus 2025 tot en met 10 november
2025 een aanvraag indienen. Dit gebeurt digitaal via MijnSVDJ, het online portaal van het Stimuleringsfonds. De aanvraag bevat in ieder geval de
onderstaande onderdelen:
-
a) een onderzoeksopzet, bestaande uit de volgende onderdelen:
-
i. de onderzoeksvraag of onderzoeksvragen; en
-
ii. een beschrijving van de onderzoeksmethode; en
-
iii. een omschrijving van de op te leveren resultaten.
-
b) een plan van aanpak voor de uitvoering van het onderzoek;
-
c) KvK-nummer van de aanvrager;
-
d) cv’s van de bij het onderzoek betrokken personen;
-
e) een gespecificeerde en realistische begroting van de met de voorgenomen activiteiten
verband houdende kosten;
-
f) het rapport of verslag van een door de onderzoeksinstelling eerder uitgevoerd onderzoek,
dat ten hoogste 3 jaar oud is en aantoont dat deze bekend is met de in de onderzoeksopzet
omschreven problematiek binnen de journalistieke bedrijfstak en/of dat deze over ervaring
beschikt met het toepassen van de voorgestelde onderzoeksmethoden.
Nadat een aanvraag is ingediend, controleert het Stimuleringsfonds eerst of deze compleet
is. Ontbreken er gegevens, dan wordt er contact met de aanvrager opgenomen.
Aanvragen worden eerst beoordeeld aan de hand van een drempelcriterium, waarbij wordt
getoetst of alle voorgestelde onderdelen van het onderzoek zijn uitvoerbaar binnen
de maximale termijn. Is dit niet het geval, dan wordt de aanvraag afgewezen. Aanvragen
die wel aan het drempelcriterium voldoen, worden vervolgens per inhoudelijke criterium
gemotiveerd gescoord aan de hand van een vijfpuntenschaal: 1. onvoldoende 2. matig
3. voldoende 4. goed 5. zeer goed.
De inhoudelijke criteria zijn als volgt:
-
1. thema en probleemstelling van het onderzoek: het onderzoek adresseert het door het
Stimuleringsfonds uitgekozen thema en probleemstelling;
-
2. onderzoeksvraag en -methode(n): de centrale onderzoeksvraag is duidelijk geformuleerd,
de onderzoeksmethode(n) is (zijn) geschikt om het thema te onderzoeken en de uitvoering
van het onderzoek is haalbaar;
-
3. teamsamenstelling: het onderzoeksteam beschikt over de benodigde kennis, ervaring
en competenties, die nodig zijn bij de voorgestelde onderzoeksmethode(n);
-
4. onderzoeksresultaten: de resultaten zijn direct inzetbaar in de journalistieke praktijk.
De scores per criterium worden bij elkaar opgeteld en vormen zo de totaalscore van
de aanvraag. De rangschikking van de aanvragen wordt bepaald door het totaal aantal
punten dat is behaald. De aanvraag met de hoogste score in de rangschikking komt als
enige in aanmerking voor subsidie.
Deze regeling treedt in werking op 16 juli 2025. Als de Staatscourant waarin deze
regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 16 juli 2025, treedt deze regeling in
werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin
zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 16 juli 2025. Deze regeling vervalt
met ingang van 1 maart 2027, maar blijft van toepassing op de afwikkeling van op grond
van deze regeling ingediende aanvragen en verleende subsidies.