Regeling Festivals creatieve industrie 2025–2028

[Regeling vervalt per 01-01-2029.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 01-09-2025 t/m heden.

Regeling Festivals creatieve industrie 2025–2028

Het bestuur van de stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begrippen

De in deze regeling gebruikte begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. Binnen deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1. aanvrager: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die op grond van deze regeling een subsidieaanvraag doet bij het Stimuleringsfonds;

  • 2. adviescommissie: een onafhankelijke, door het bestuur aangestelde commissie van externe deskundigen;

  • 3. beschikking: de brief waarmee het bestuur formeel besluit over het al dan niet toekennen van de subsidie;

  • 4. beschikkingsdatum: de datum zoals vermeld op de beschikking;

  • 5. bestuur: de bestuurder van het Stimuleringsfonds, bedoeld in artikel 5 van de statuten;

  • 6. cofinanciering: aanvullende financiering voor het project in de vorm van een andere subsidie, sponsoring, investering, eigen inkomsten uit bijvoorbeeld kaartverkoop of bijdrage van een externe partij, naast de gevraagde subsidie van het Stimuleringsfonds. Eigen bijdragen in de vorm van investeringen of doorberekende kortingen worden niet gerekend tot cofinanciering;

  • 7. creatieve industrie: het werkterrein van de vakgebieden vormgeving, architectuur en digitale cultuur inclusief mogelijke cross-overs tussen deze vakgebieden;

  • 8. culturele instelling of -organisatie: een non-profit- privaatrechtelijke rechtspersoon met een ondersteunende, producerende of initiërende functie binnen de creatieve industrie;

  • 9. festival: een programma van onderling samenhangende voor publiek toegankelijke activiteiten die gedurende een in tijd beperkte periode onder een gemeenschappelijke noemer worden georganiseerd. Zowel een eenmalige manifestatie als terugkerende festivals vallen onder deze definitie. Reguliere tentoonstellingen vallen niet onder de definitie van een festival;

  • 10. het Koninkrijk: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit de landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • 11. producent: een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorgdraagt voor de ontwikkeling, coördinatie en productie van (media)producties zoals (animatie)films of andersoortige AV-producten en vanuit die rol namens een maker als aanvrager optreedt;

  • 12. Stimuleringsfonds: de stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie;

  • 13. subsidiebehoefte: het bedrag dat op grond van deze regeling wordt aangevraagd bij het Stimuleringsfonds. Dit bedrag wordt gevormd door de totale projectkosten min de cofinanciering en eventuele eigen bijdragen;

  • 14. subsidieplafond: het maximaal voor subsidies beschikbare bedrag binnen een subsidietijdvak;

  • 15. vakgebied architectuur: tot het vakgebied architectuur wordt gerekend: architectuur, interieur, tuin- en landschap, stedenbouw en ruimtelijke ordening, inclusief aanverwante activiteiten gericht op analyse, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen;

  • 16. vakgebied digitale cultuur: tot het vakgebied digitale cultuur wordt gerekend: ontwerp in relatie tot nieuwe media en -technologieën, games, AV-performances, worldbuilding, creative coding, sensory storytelling, art-science, posthumanisme, internetcultuur, inclusief aanverwante activiteiten gericht op onderzoek, experiment en reflectie op deze terreinen;

  • 17. vakgebied vormgeving: het werkterrein dat wordt gevormd door de (sub)disciplines animatie, bio design, food design, glasvormgeving, grafische vormgeving, illustratie, interieurontwerp, keramiekvormgeving, lichtontwerp, modevormgeving, product-, meubel- en industriële vormgeving, scenografie, sieraadontwerp, strip en graphic novel, tentoonstellingsontwerp, textielontwerp, typografie, inclusief aanverwante activiteiten gericht op experiment, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen.

Artikel 2. Taakopvatting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

  • 1 De taak van het Stimuleringsfonds is om vanuit het culturele perspectief de rijke ontwerptraditie die Nederland heeft te continueren en te vernieuwen door het proces van experimenteren, onderzoeken en maken te stimuleren en goed opdrachtgeverschap te bevorderen.

  • 2 Het bestuur verstrekt in overeenstemming met zijn statuten en volgens bepalingen vastgesteld in de wet en subsidieregelingen subsidies aan natuurlijke personen en rechtspersonen die bijdragen aan het bevorderen van hoogwaardige kwaliteit, ontwikkeling en professionalisering van de hedendaagse creatieve industrie binnen het Koninkrijk.

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen

Artikel 3. Reikwijdte en doelstelling

  • 1 Deze regeling is van toepassing op aanvragen van culturele instellingen of organisaties gericht op het organiseren van festivals binnen de context van de Nederlandse creatieve industrie, met een belangrijke publieksfunctie.

  • 2 De festivals dragen bij aan het vergroten van het publieksbereik, interesse voor en ontwikkeling van de vakgebieden vormgeving, architectuur en/of digitale cultuur.

  • 3 Met de regeling geeft het Stimuleringsfonds invulling aan de volgende beleidsdoelstelling:

    • Bevorderen van een gezonde en vernieuwende ontwerpinfrastructuur.

Artikel 4. Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie wordt altijd verleend onder de voorwaarde dat door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voldoende gelden aan het Stimuleringsfonds ter beschikking worden gesteld.

Artikel 5. Subsidietijdvak en subsidieplafond

  • 1 Het bestuur maakt via www.stimuleringsfonds.nl en via de Staatscourant bekend binnen welk(e) subsidietijdvak(ken) op grond van deze regeling een subsidieaanvraag kan worden ingediend.

  • 2 Het bestuur kan per subsidietijdvak een subsidieplafond vaststellen.

  • 3 Het subsidieplafond per subsidietijdvak wordt vooraf bekendgemaakt op www.stimuleringsfonds.nl en in de Staatscourant.

Artikel 6. Landsdelen

  • 1 Om regionale spreiding van het festivalaanbod binnen het Koninkrijk te stimuleringen wordt binnen deze regeling onderscheid gemaakt tussen vijf landsdelen en het Caribisch deel van het Koninkrijk:

    • a. Noord: Friesland, Groningen, Drenthe;

    • b. Oost: Gelderland, Overijssel;

    • c. Midden: Utrecht, Flevoland;

    • d. Zuid: Zeeland, Noord-Brabant, Limburg;

    • e. West: Noord-Holland, Zuid-Holland; en

    • f. het Caribisch deel van het Koninkrijk: de zelfstandige landen Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 2 De landsdelen en de regio Caribisch gebied zijn leidend bij de prioritering van positief beoordeelde voorstellen, bedoeld in artikel 14.

  • 3 De aanvrager geeft in de aanvraag aan binnen welk landsdeel of regio subsidie wordt aangevraagd. Dit is het landsdeel of de regio waarbinnen de hoofdactiviteit van het festival plaatsvindt.

Artikel 7. Ingangseisen met betrekking tot de aanvrager

  • 1 De aanvrager is een culturele instelling of -organisatie die zich aantoonbaar positioneert binnen de creatieve industrie.

  • 2 De aanvrager staat ingeschreven in het Handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of bij een van de Handelsregisters die vallen binnen het Koninkrijk.

  • 3 Niet in aanmerking voor subsidie op grond van deze regeling komen:

    • a. aanvragers die worden gefinancierd via de regeling Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2025–2028 van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, met uitzondering van de regionale musea en erfgoedmusea binnen de creatieve industrie;

    • b. aanvragers die een andere structurele subsidierelatie hebben met de rijksoverheid;

    • c. aanvragers die gedurende de periode waar de subsidie betrekking op heeft subsidie ontvangen op grond van de Regeling Vierjarige instellingssubsidie creatieve industrie 2025–2028;

    • d. aanvragers die gedurende de periode waar de aanvraag betrekking op heeft subsidie ontvangen op grond van de Regeling Activiteitenprogramma’s creatieve industrie;

    • e. onderwijsinstellingen en postacademische instellingen en organisaties die direct gelieerd zijn aan deze instellingen, evenals projecten van (gast)onderzoekers en (gast)docenten die vanuit deze instellingen worden uitgevoerd; en

    • f. aanvragen gericht op de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s en aanverwante activiteiten van onderwijsinstellingen.

Artikel 8. Ingangseisen

  • 1 De subsidiebehoefte bedraagt minimaal € 35.000 en maximaal € 85.000.

  • 2 Het festival draagt bij aan de versterking van de vakgebieden vormgeving, architectuur en/of digitale cultuur binnen het Koninkrijk.

  • 3 Het festival vindt plaats binnen het Koninkrijk.

  • 4 Met uitzondering van festivals die plaatsvinden in het Caribisch deel van het Koninkrijk geldt dat er sprake is van een publieksstrategie gericht op het bereik van minimaal 1.000 fysieke bezoekers per editie.

  • 5 De festivaleditie waarop de aanvraag betrekking heeft vindt plaats binnen 13 maanden na de beschikkingsdatum.

  • 6 De festivaleditie waarop de aanvraag betrekking heeft is niet eerder gesubsidieerd op grond van een andere subsidieregeling van het Stimuleringsfonds.

  • 7 Er is op het moment van indienen geen andere aanvraag voor de betreffende festivaleditie in behandeling binnen een andere subsidieregeling van het Stimuleringsfonds.

  • 8 Er wordt geen subsidie verleend aan of voor:

    • a. activiteiten die al hebben plaatsgevonden of starten voor de beschikkingsdatum;

    • b. festivaledities waarvoor opnieuw subsidie wordt aangevraagd na een (gedeeltelijke) afwijzing, zonder dat de aanvrager nieuwe feiten of gewijzigde omstandigheden benoemt;

    • c. arbeidskosten voor medewerkers van rijks-, provinciale en gemeentelijke instellingen;

    • d. het verwerven van eigendommen, materialen of apparatuur die ook na afloop van het festival een waarde vertegenwoordigen;

    • e. activiteiten en kosten die direct samenhangen met het oprichten van een bedrijf of organisatie; en

    • f. aanvragen waarbij geen sprake is van een redelijke mate van cofinanciering gegeven de opzet, waarbij een ondergrens wordt gehanteerd van 20% van de totale projectkosten.

Artikel 9. Algemene voorwaarden

  • 1 Van de werkwijze van de aanvrager kan redelijkerwijs worden verwacht dat de door de aanvrager gestelde doelen zullen worden bereikt.

  • 2 De aanvrager is niet tekortgeschoten in het nakomen van zijn subsidieverplichtingen in het kader van een project waarvoor het Stimuleringsfonds eerder een subsidie heeft verstrekt.

  • 3 Aanvragen die niet op tijd zijn ingediend of niet volledig zijn, kan het bestuur buiten behandeling laten.

  • 4 In het kader van Europese wet- en regelgeving ten aanzien van staatssteun geldt tevens dat voor aanvragers die kunnen worden beschouwd als onderneming subsidie op grond van deze regeling wordt geweigerd als:

Hoofdstuk 3. Subsidieaanvraag

Artikel 10. Indienen van de aanvraag

  • 1 De aanvraag voor subsidie wordt ingediend via deaanvraagomgevingvan het Stimuleringsfonds.

  • 2 Aanvragen worden in de Nederlandse of Engelse taal ingediend.

Artikel 11. Inhoud van de aanvraag

  • 1 Een aanvraag bestaat uit:

    • a. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b. een projectplan dat voldoende inzicht biedt in het doel, de programmering en de planning van de festivaleditie;

    • c. een sluitende begroting, inclusief dekkingsplan en toelichting op de toepassing van de Fair Practice Code, volgens het format van deze regeling. Het format is gepubliceerd op de subsidiepagina van deze regeling, op de website van het Stimuleringsfonds;

    • d. een communicatieplan, inclusief een uitgewerkte publieksstrategie en verwachte prestatiegegevens;

    • e. intentieverklaringen van, of samenwerkingsovereenkomsten met de belangrijkste projectpartners of makers;

    • f. indien van toepassing, een verklaring over de afspraken met betrekking tot intellectueel eigendom, specifiek als het gaat om het creëren van nieuw werk; en

    • g. in het geval van een terugkerend festival, het meest recente inhoudelijk en financieel jaarverslag met betrekking tot de voorgaande editie.

  • 2 De aanvraag bevat daarnaast de verplichte volgende bijlagen:

    • a. een digitaal gewaarmerkt uittreksel van maximaal één jaar oud uit het Handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of van een van de Handelsregisters die vallen binnen het Koninkrijk der Nederlanden; en

    • b. een representatieve afbeelding van het festival, bestemd voor communicatie-uitingen door het Stimuleringsfonds en waarvan de benodigde rechten van de afbeelding bij de aanvrager liggen.

  • 3 Het bestuur kan voor de indiening van aanvragen handleidingen, modellen en protocollen vaststellen, welke op de website van het Stimuleringsfonds voorafgaand aan de subsidietijdvakken worden gepubliceerd.

  • 4 De documenten, bedoeld in het tweede lid, worden niet aan de adviescommissie ter beschikking gesteld.

Hoofdstuk 4. Subsidieverlening

Artikel 12. Advisering

  • 1 Het Stimuleringsfonds toetst of de aanvraag compleet is, voldoet aan de voorwaarden en aansluit bij de taakopvatting van het Stimuleringsfonds zoals verwoord in artikel 2 en past binnen de reikwijdte van deze regeling, bedoeld in artikel 3. Is dat het geval, dan legt het bestuur de aanvraag ter advisering voor aan een door het bestuur ingestelde onafhankelijke adviescommissie.

  • 2 Het Stimuleringsfonds voert op basis van de aanvraag een analyse uit op de naleving van de Fair Practice Code door de aanvrager. Het Stimuleringsfonds stelt deze analyse ter beschikking aan de adviescommissie.

  • 3 Bij de formulering van het advies baseert de adviescommissie zich uitsluitend op de door de aanvrager verstrekte gegevens en de analyse van het Stimuleringsfonds op de Fair Practice Code.

  • 4 Een positief advies kan vergezeld gaan van een beargumenteerde aanbeveling over de hoogte van de te verlenen subsidie en van onderbouwde aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering dan wel het niet ondersteunen van specifiek genoemde activiteiten.

  • 5 De adviescommissie hanteert de Werkwijze Adviescommissies. Hierbij geldt de versie zoals gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds op het moment van indienen.

Artikel 13. Beoordelingscriteria

De adviescommissie hanteert bij de beoordeling van een aanvraag de volgende criteria, die in gelijke mate worden gewogen:

  • a. De bijdrage van het festival aan het versterken van de publieke belangstelling voor de creatieve industrie in het betreffende landsdeel of regio:

    Het vergroten van het publieksbereik en interesse voor de vakgebieden vormgeving, architectuur en/of digitale cultuur is een belangrijk doel van deze regeling. De adviescommissie kijkt naar het doel, de opzet van het festival, de programmering en de vertaling daarvan naar een publieksstrategie, het bereik en de verwachte impact op het publiek. De adviescommissie weegt mee in hoeverre het festival is ingebed in de lokale context. Ook betrekt de adviescommissie bij het toepassen van dit criterium het onderdeel ‘publiek’ van de Code Diversiteit en Inclusie.

  • b. De betekenis van het festival voor de creatieve industrie:

    De adviescommissie beoordeelt de mate waarin het festival een bijdrage levert aan de ontwikkeling van de vakgebieden vormgeving, architectuur en/of digitale cultuur. Hierbij betrekt de adviescommissie in het geval van een terugkerend festival in de eerste plaats de aanzet voor het programma, het meest recente inhoudelijke jaarverslag en de reflectie van de aanvrager op de laatste editie. In het geval van een eerste editie of eenmalige manifestatie betrekt de adviescommissie de relevantie van de thematiek van het programma, in hoeverre de programmering onderscheidend is binnen het bestaande aanbod, de deelnemende makers en de opzet van het programma.

  • c. De mate waarin de aanvraag doeltreffend is opgezet en draagvlak wordt gecreëerd voor het festival:

    Uit de aanvraag moet blijken door wie en hoe het festival wordt georganiseerd. De adviescommissie kijkt bij de beoordeling naar de mate van consistentie in doel en opzet. Er wordt beoordeeld of het plan van aanpak helder is en of de beoogde doelen kunnen worden behaald. De adviescommissie beoordeelt hierbij of de benodigde expertise om dit te bereiken aanwezig is en met welke partners wordt samengewerkt. In het geval van een jaarlijks terugkerend festival wordt hierbij tevens het meest recente financiële jaarverslag betrokken.

  • d. De bedrijfsmatige gezondheid van de organisatie.

    De adviescommissie beoordeelt de haalbaarheid van de begroting, inclusief het dekkingsplan en de mate waarin sprake is van een duurzame en solide organisatie. De adviescommissie hanteert hierbij de uitgangspunten van de Fair Practice Code en betrekt in de beoordeling van de aanvraag op dit criterium de analyse op de toepassing van Fair Practice door het Stimuleringsfonds.

Artikel 14. Prioritering

  • 1 Het bestuur beslist gelijktijdig op de ingediende aanvragen.

  • 2 Voor de cijfermatige beoordeling op de criteria hanteert de adviescommissie de volgende vijfpuntschaal: 1 ‘ ruim onvoldoende’; 2 ‘onvoldoende’; 3 ‘voldoende’; 4 ‘goed’; 5 ‘zeer goed’.

  • 3 Een aanvraag is positief beoordeeld als de gemiddelde eindscore op de criteria een 3 of hoger is. Alleen positief beoordeelde aanvragen komen in aanmerking voor subsidie.

  • 4 De aanvragen worden gerangschikt binnen het door de aanvrager aangegeven landsdeel of regio, bedoeld in artikel 6, op basis van de uitkomst van de cijfermatige scores.

  • 5 Als eerste komen voor subsidie in aanmerking de twee hoogst gewaardeerde, positief beoordeelde aanvragen binnen elk landsdeel of regio.

  • 6 Als aanvragen bij de toepassing van het tweede lid binnen een landsdeel of regio op basis van de gemiddelde eindscore gelijk eindigen op de ranglijst, komt als eerste voor subsidie in aanmerking de aanvraag die het hoogst wordt gewaardeerd op criterium 1, vervolgens de aanvraag die het hoogste scoort op criterium 2 enzovoort.

  • 7 Het budget dat nog rest na het toepassen van het tweede tot en met vierde lid, wordt gebruikt voor de overige positief beoordeelde aanvragen die binnen het subsidietijdvak zijn ingediend. Deze aanvragen worden gerangschikt op basis van de uitkomst van de beoordeling op de criteria, bedoeld in artikel 13. Het tweede tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de verdeling over de landsdelen en de regio wordt losgelaten. Aan de hoogst geplaatsten wordt de door de adviescommissie geadviseerde bijdrage verleend zolang het totaal daarvan het subsidieplafond niet overschrijdt. Aan de aanvrager bij wie toekenning zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond wordt het bedrag toegekend dat resteert tot aan het subsidieplafond mits dit ten minste 50% van het aangevraagde bedrag is.

  • 8 Budget dat na toepassing van dit artikel niet is benut, wordt toegevoegd aan het volgende subsidietijdvak.

Artikel 15. Verlening van een subsidie

  • 1 Het bestuur informeert de aanvrager binnen elf weken na de uiterste indiendatum schriftelijk over zijn besluit.

  • 2 Het bestuur kan aan dit besluit specifieke verplichtingen verbinden onder verwijzing naar op grond van deze regeling geldende bepalingen.

  • 3 Het besluit tot verlening van een subsidie bevat een weergave van het advies van de adviescommissie en de overwegingen van het bestuur, de voorwaarden waaronder de subsidie beschikbaar wordt gesteld, de duur van de subsidieperiode, de verplichtingen die gelden voor de ontvanger, de maximale hoogte van de subsidie en informatie over betaling en voorschotverlening.

  • 4 Aan het verlenen van een subsidie kunnen door de ontvanger geen rechten worden ontleend met betrekking tot een volgende aanvraag.

Artikel 16. Voorschotten

  • 1 Het Stimuleringsfonds betaalt in het geval van een toekenning bij wijze van voorschot 80% uit van het toegekende bedrag. Het resterende deel wordt uitbetaald na het besluit tot vaststelling van de subsidie, aan het einde van de subsidieperiode, tenzij de subsidie bij het besluit tot vaststelling lager wordt vastgesteld.

  • 2 In voorkomende gevallen kan een ander ritme in de bevoorschotting of fasering van de betaling worden aangehouden.

Hoofdstuk 5. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 17. Administratie

  • 1 De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte projectadministratie dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen evenals de baten en lasten kunnen worden nagegaan.

  • 2 De subsidieontvanger geeft desgevraagd aan het Stimuleringsfonds inzicht in de projectadministratie.

  • 3 De subsidieontvanger bewaart de projectadministratie en de bijbehorende documenten gedurende zeven jaren na het vaststellen van de subsidie.

Artikel 18. Vermelding Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

In alle publieke uitingen over de gesubsidieerde activiteiten vermeldt de subsidieontvanger het Stimuleringsfonds als subsidieverstrekker. Het logo van het Stimuleringsfonds wordt opgenomen in publicaties en verslagen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten en op uitnodigingen, aankondigingen, websites en audiovisuele producties die hierop betrekking hebben. Als een subsidieontvanger logo’s opneemt van andere partijen, dan wordt in verhouding tot de bijdrage het logo van het Stimuleringsfonds in een vergelijkbare grootte en opmaak weergegeven.

Artikel 19. Melding bij het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

Als een van de onderstaande situaties zich voordoet, brengt de subsidieontvanger het bestuur daarvan direct op de hoogte:

  • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zullen niet of niet geheel plaatsvinden;

  • b. er zal niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen worden voldaan;

  • c. er zijn aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen ten opzichte van de aanvraag op basis waarvan subsidie is verleend; of

  • d. er is sprake van ontwikkelingen die de uitvoering van de activiteiten kunnen belemmeren, zoals meldingen van ongewenst gedrag of de betrokkenheid bij een rechtszaak.

Hoofdstuk 6. Subsidievaststelling

Artikel 20. Vaststelling

  • 1 Uiterlijk zestien weken na afloop van de subsidieperiode wordt een aanvraag tot vaststelling ingediend door de subsidieontvanger via de aanvraagomgeving van het Stimuleringsfonds. Hiervoor wordt het verantwoordingsformulier gebruikt.

  • 2 Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en er is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, dan stelt het bestuur de subsidie binnen tien weken na het indienen van de verantwoording overeenkomstig de verlening vast.

  • 3 Als blijkt dat activiteiten niet of slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd, dan kan de subsidie lager worden vastgesteld.

  • 4 Het bestuur kan de ontvanger nadere aanwijzingen geven over de controle op de naleving van de voorwaarden die zijn verbonden aan de verlening van de subsidie.

Artikel 21. Verantwoording bij subsidies van € 25.000 of meer

  • 1 De subsidieontvanger toont aan de hand van het verantwoordingsformulier aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2 De subsidieontvanger toont aan de hand van een financieel verslag aan:

    • a. wat de gerealiseerde subsidiabele kosten zijn, met daarbij een specificering van de posten;

    • b. wat de gerealiseerde opbrengsten zijn, inclusief cofinanciering; en

    • c. indien van toepassing, wat het totale bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage is.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 22. Bescherming persoonsgegevens

  • 1 Het Stimuleringsfonds verstrekt geen vertrouwelijke informatie omtrent onder meer bedrijfs- en fabricagegegevens aan derden.

Artikel 23. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van de belanghebbende van bepalingen in deze regeling afwijken, als toepassing daarvan leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 24. Inwerkingtreding en expiratie

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2025.

  • 3 Waar in andere subsidieregelingen van het Stimuleringsfonds wordt verwezen naar de Regeling Festivals en publiekspresentaties wordt de Regeling Festivals creatieve industrie 2025–2028 bedoeld.

  • 5 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2029 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de afwikkeling van de op basis van deze regeling verleende subsidies.

Artikel 25. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Festivals creatieve industrie 2025–2028.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie,

S. Groeneveld

directeur-bestuurder