NWO Domeinreglement 2025

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 01-08-2025 t/m heden.

NWO Domeinreglement 2025

1. Inleiding

1.1. Begripsbepalingen

In dit domeinreglement wordt verstaan onder:

1.2. Juridische grondslag

  • 1. Dit reglement is een domeinreglement zoals bedoeld in artikel 6.5 van het Bestuursreglement.

  • 2. Indien en voor zover een bepaling uit dit reglement in strijd is met de wet, het Bestuursreglement en/of de Bevoegdhedenregeling blijft de betreffende bepaling buiten werking.

  • 3. Dit domeinreglement is op 27 juni 2025 vastgesteld door het domeinbestuur Toegepaste en Technische Wetenschappen, op 27 juni 2025 door het domeinbestuur Sociale en Gedragswetenschappen en op 26 juni 2025 door het domeinbestuur Exacte en Natuurwetenschappen.

  • 4. Dit domeinreglement is van overeenkomstige toepassing op regieorganen. In dat geval kan voor ‘domeinbestuur’ worden gelezen het bestuur van het regieorgaan en voor directeur kan worden gelezen de directeur van het regieorgaan.

2. Het wetenschappelijk werkterrein

2.1. Grenzen wetenschappelijk werkterrein

  • 1. Het wetenschappelijk werkterrein van het domein Toegepaste en Technische Wetenschappen omvat (alle disciplines van) de technische wetenschappen en de op toepassing gerichte beoefening van de wiskunde, natuurwetenschappen, medische en levenswetenschappen.

  • 2. Het wetenschappelijk werkterrein van het domein Exacte en Natuurwetenschappen omvat alle disciplines die vallen binnen de Nederlandse Exacte en Natuurwetenschappen (ofwel alle wetenschappen die vallen onder de internationale term Science).

  • 3. Het wetenschappelijk werkterrein van het domein Sociale en Geesteswetenschappen omvat twee brede groepen van disciplines. Binnen de sociale wetenschappen bestuderen die disciplines het individu en zijn of haar gedrag (microniveau), organisaties en instituties (mesoniveau) en samenlevingen (macroniveau). Ook de geesteswetenschappen worden gevormd door een breed scala aan wetenschappelijke disciplines. Deze richten zich op taal en communicatie, cultuur in de brede zin van het woord (zoals kunst, muziek, letterkunde, media), de geschiedenis en prehistorie, zin- en betekenisgeving, en ten slotte de reflectie op menselijke ideeën en gedragingen.

  • 4. De raad van bestuur kan domeinoverstijgende onderzoeksprogramma’s toewijzen aan een van de domeinen.

2.2. Missies van de domeinen

  • 1. Het domein Toegepaste en Technische Wetenschappen heeft de volgende missie:

    “Het NWO-domein TTW bevordert toegepast en technisch-wetenschappelijk onderzoek in nauwe samenwerking met publieke en private kennisgebruikers om bij te dragen aan een duurzame en inclusieve samenleving.”

  • 2. Het domein Exacte en Natuurwetenschappen heeft de volgende missie:

    “Het domein bevordert de ontwikkeling en toepassing van kwalitatief hoogstaand wetenschappelijk onderzoek waarmee het bijdraagt aan ontwikkeling van hoogwaardige kennis, kwaliteit van leven, veiligheid en welvaart.”

  • 3. Het domein Sociale en Gedragswetenschappen heeft de volgende missie:

    “Het domein Sociale en Geesteswetenschappen stimuleert excellent en vernieuwend onderzoek en de toepassing daarvan voor een gezonde, gelukkige en veerkrachtige samenleving. Onderzoek in de Sociale en Geesteswetenschappen geeft inzicht in mens en maatschappij, en biedt context voor en reflectie op maatschappelijke en culturele vraagstukken.”

3. Domeinbestuur

3.1. Bevoegdheden domeinbestuur

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 6.3, vierde lid, van het Bestuursreglement stelt het domeinbestuur de inhoud van de Calls for proposals vast zoals bedoeld in artikel 2.1.2 van de NWO Subsidieregeling 2024.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 6.3, vierde lid, van het Bestuursreglement en artikel 4.1, tweede lid, sub e, onder i, van dit domeinreglement, neemt het domeinbestuur de besluiten inzake de toewijzing, de afwijzing, de wijziging en vaststelling van subsidies.

  • 3. De directeur ondertekent de in het tweede lid genoemde besluiten namens het domeinbestuur. De directeur kan hiervoor ondermandaat verlenen. Daarbij draagt de directeur er zorg voor dat het ondermandaat is opgenomen in het register zoals bedoeld in artikel 6.4 van de Bevoegdhedenregeling.

  • 4. Bij de ondertekening neemt de directeur, dan wel de ondergemandateerde, het bepaalde in artikel 6.5 van de Bevoegdhedenregeling in acht, waarin staat bepaald dat de ondertekenaar van een besluit onder diens handtekening diens naam en functie vermeldt en aangeeft namens wie of welk orgaan het besluit is genomen.

3.2. Samenstelling domeinbestuur, benoeming en portefeuilleverdeling

  • 1. De samenstelling van het domeinbestuur voldoet aan het bepaalde in de wet en het Bestuursreglement.

  • 2. Het domeinbestuur is gezamenlijk verantwoordelijk voor het bestuur van het domein, ongeacht de mogelijkheid tot portefeuilleverdeling tussen de leden.

  • 3. Het domeinbestuur bestaat uit een voorzitter en maximaal acht leden.

  • 4. Een domeinbestuur is zodanig samengesteld, dat het domeinbestuur een goede afspiegeling vormt van het werkterrein en in staat is adequaat bij te dragen aan de realisatie van de strategische en beleidsmatige doelstellingen van NWO en het betreffende domein. Er wordt gestreefd naar een evenwichtige man-vrouw verdeling overeenkomstig het door NWO ter zake gevoerde beleid.

  • 5. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode van drie jaar en kunnen eenmaal worden herbenoemd.

  • 6. Het domeinbestuur kiest uit zijn midden een vice-voorzitter.

3.3. Besluitvorming en vergaderwijze

  • 1. Het domeinbestuur vergadert zo dikwijls als hij dit wenselijk acht, doch tenminste zesmaal per jaar. De agenda wordt door de voorzitter vastgesteld en bij de uitnodiging verstuurd.

  • 2. Het domeinbestuur wordt ondersteund door een secretaris. Deze secretaris is geen lid van het domeinbestuur. De directeur van het domein vervult de rol van secretaris.

  • 3. De secretaris draagt zorg voor de voorbereiding van de vergaderingen van het domeinbestuur, waaronder begrepen het schriftelijk of per e-mail verzenden van een uitnodiging, een conceptagenda, en de bijbehorende vergaderstukken. Tevens draagt de secretaris zorg voor de uitvoering van de genomen besluiten alsmede voor de verslaglegging.

  • 4. De secretaris woont de vergaderingen van het domeinbestuur bij en heeft daarin een adviserende stem. De secretaris kan zich bij de afhandeling van specifieke agendapunten laten bijstaan door een of meerdere van diens medewerkers.

  • 5. Het domeinbestuur kan niet-leden uitnodigen om (een deel van) de vergadering bij te wonen om advies of toelichting te geven over een specifiek agendapunt.

  • 6. In zijn besluitvorming streeft het domeinbestuur naar consensus. Indien over een besluit wordt gestemd, beslist het domeinbestuur bij gewone meerderheid. Ieder lid van het domeinbestuur heeft daarbij één stem.

  • 7. Rechtsgeldige besluiten kunnen uitsluitend worden genomen indien tenminste de helft van het aantal leden van het domeinbestuur in de vergadering aanwezig is.

  • 8. Indien het in het zevende lid genoemde quorum niet aanwezig is, kan

    • a. een tweede vergadering bijeen worden geroepen, waarin ongeacht het aantal aanwezige leden over de onderwerpen die voor voormelde eerste vergadering waren geagendeerd, met gewone meerderheid kan worden besloten.

    • b. ten aanzien van aangelegenheden waarvoor geen tweede vergadering bijeen wordt geroepen, een voorlopig besluit worden genomen. Dit voorlopige besluit wordt vervolgens schriftelijk of per e-mail aan de leden ter instemming voorgelegd. Indien de meerderheid als bedoeld in het zevende lid instemt met het voorlopige besluit, wordt het voorlopige besluit bekrachtigd.

  • 9. Indien de stemmen staken wordt de besluitvorming over het betreffende onderwerp verdaagd naar een volgende vergadering. Indien de stemmen ook in deze vergadering staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 10. Het domeinbestuur kan buiten vergadering besluiten door schriftelijk of per e-mail alle leden van het domeinbestuur te consulteren. Indien een lid hiertegen per ommegaande bezwaar maakt, wordt het besluit aangehouden tot de volgende vergadering, tenzij dit naar het oordeel van de voorzitter niet mogelijk is, gelet op de spoedeisendheid. Indien de stemmen staken kan de voorzitter beslissen.

3.4. Persoonlijke belangen en stemprocedure

  • 1. Een lid van het domeinbestuur maakt daarvan deel uit zonder last of ruggespraak.

  • 2. Een lid van het domeinbestuur handelt integer en transparant.

  • 3. Een lid van het domeinbestuur handelt overeenkomstig de Code omgang met persoonlijke belangen.

  • 4. Indien uit de Code omgang met persoonlijke belangen voortvloeit dat een of meer leden zijn uitgesloten van deelname aan de besluitvorming inzake subsidiebesluiten zoals bedoeld in artikel 6.3, vierde lid, van het Bestuursreglement, en dit leidt tot de situatie dat het in artikel 3.3, zevende lid, van dit domeinreglement bedoelde quorum niet kan worden bereikt, treedt de stemprocedure in werking. Deze procedure ziet niet op de hele vergadering, maar op de desbetreffende delen daarvan.

  • 5. De stemprocedure houdt in dat het bepaalde in artikel 3.3., zevende lid, van dit domeinreglement buiten werking wordt gesteld. Alleen de leden die geen enkel persoonlijk belang hebben bij het desbetreffende deel van de vergadering nemen deel aan de besluitvorming. Ook de (vice-)voorzitter neemt slechts deel aan de besluitvorming indien de (vice-)voorzitter geen enkel persoonlijk belang heeft bij het desbetreffende deel van de vergadering.

  • 6. Aan de stemprocedure moeten minimaal drie leden deelnemen die unaniem besluiten. Indien dit minimum niet wordt bereikt of indien er geen unanimiteit wordt bereikt, moet de besluitvorming op het desbetreffende onderdeel in de eerstvolgende vergadering van de raad van bestuur plaatsvinden.

4. Directeur van een domein

4.1. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden directeur

  • 1. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directeur van een domein zijn vastgelegd in artikel 6.4 van het Bestuursreglement en artikel 3.4 van de Bevoegdhedenregeling. De bevoegdheden van de directeur Thematische Programma’s zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van de Bevoegdhedenregeling.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid heeft de directeur van een domein de volgende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden:

    • a. De directeur is de secretaris van het domeinbestuur.

    • b. De directeur is verantwoordelijk voor het functioneren van het domein en de medewerkers van het domeinbureau.

    • c. De directeur is namens het domeinbestuur belast met het doelmatig beheer van de financiën van het domein. De directeur controleert de besteding van de beschikbare middelen en neemt zonodig maatregelen.

    • d. De directeur voorziet in het onderhouden van de interne en externe contacten die voor het functioneren van het domein bevorderlijk zijn.

    • e. De directeur is bevoegd namens het domeinbestuur:

      • i. te besluiten over verzoeken tot wijziging en vaststelling van subsidies, voor zover dit past binnen het kader van de toegewezen subsidie en deze geen belangrijke veranderingen brengen in het doel waarvoor de gelden beschikbaar zijn gesteld;

      • ii. te besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag, zoals bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

      • iii. te besluiten op verzoeken van organisaties om op te mogen treden als aanvrager binnen Calls for proposals waarin toepassing wordt gegeven aan artikel 1.1, vierde of vijfde lid, van de NWO Subsidieregeling 2024;

      • iv. civielrechtelijke rechtshandelingen te verrichten in het kader van het kennishandeltraject, mits het daarmee gemoeide financiële belang niet meer bedraagt dan € 250.000,–. Indien het financiële belang groter is dan € 250.000,– vraagt de directeur voorafgaande goedkeuring aan het domeinbestuur. Indien het financiële belang op het moment dat de civielrechtelijke rechtshandeling wordt verricht nog onbepaalbaar is, is voorafgaande goedkeuring van het domeinbestuur uitsluitend vereist indien redelijkerwijs verwacht mag worden dat het potentiële financiële belang groter is dan € 250.000,–; zulks ter beoordeling aan de directeur.

    • f. De directeur kan ondermandaat verlenen van de in dit artikel, sub e, onder i t/m iii vermelde bevoegdheden. Daarbij draagt de directeur er zorg voor dat het ondermandaat is opgenomen in het register zoals bedoeld in artikel 6.4 van de Bevoegdhedenregeling.

5. Advisering aan het domeinbestuur inzake strategie en beleid

5.1. Adviesraad: Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden

  • 1. Het domeinbestuur kan een of meer adviesraden instellen, die het domeinbestuur adviseert over voor het domein relevante ontwikkelingen in samenleving en wetenschap.

  • 2. Het besluit tot instelling van een adviesraad regelt de samenstelling, taak, werkwijze en duur van de raad, zoals bepaald in artikel 8.1 van het bestuursreglement.

  • 3. Een lid van een adviesraad handelt overeenkomstig de Code Advisering, Strategie en Beleid.

6. Advisering aan het domeinbestuur inzake het (primaire) subsidieproces

6.1. Commissies belast met de beoordeling van subsidieaanvragen

  • 1. Het domeinbestuur kan in beginsel voor elke subsidievorm ten behoeve van de beoordeling van subsidieaanvragen een van de hierna te noemen commissies instellen:

    • a. een beoordelingscommissie,

    • b. een jury, of

    • c. een prioriteringspanel.

  • 2. Het besluit tot instelling van een commissie als genoemd in het vorige lid regelt de samenstelling, taak, werkwijze en duur van de commissie, zoals bepaald in artikel 8.1 van het Bestuursreglement.

  • 3. Bij de samenstelling van een commissie voor subsidievormen die meerdere wetenschapsdisciplines betreffen, streeft het domeinbestuur naar een brede expertise en een evenwichtige man-vrouw verdeling.

  • 4. Een aanvraag wordt door een commissie mede beoordeeld aan de hand van de geldende NWO Subsidieregeling.

  • 5. De commissie zoals genoemd in het eerste lid handelt met inachtneming van de Code omgang met persoonlijke belangen.

  • 6. Een commissie als bedoeld in het eerste lid rapporteert schriftelijk aan het domeinbestuur. De rapportage omvat een deugdelijk gemotiveerde prioriteitstelling en is voorzien van mogelijke suggesties.

  • 7. De directeur voorziet in het secretariaat van een commissie.

  • 8. Alle correspondentie van een commissie wordt ondertekend door de secretaris van de commissie.

7. Advisering aan het domeinbestuur inzake onderzoeksprogramma’s

7.1. Voorbereidingscommissie (het opstellen van een programma)

  • 1. Het domeinbestuur kan, al dan niet samen met andere organen, een voorbereidingscommissie instellen, die een (onderzoeks)programma opstelt voor een bepaald onderwerp, waaronder onder meer begrepen een multidisciplinair onderzoeksterrein.

  • 2. Een voorbereidingscommissie fungeert onder verantwoordelijkheid van het instellende orgaan c.q. de gezamenlijk instellende organen.

  • 3. Het besluit tot instelling van een voorbereidingscommissie regelt de samenstelling, taak, werkwijze en duur van de commissie, zoals bepaald in artikel 8.1 van het Bestuursreglement.

  • 4. Een voorbereidingscommissie handelt met inachtneming van de Code Advisering, Strategie en Beleid.

  • 5. De directeur voorziet in het secretariaat van een voorbereidingscommissie.

  • 6. Alle correspondentie van een voorbereidingscommissie wordt ondertekend door de secretaris van de voorbereidingscommissie.

7.2. Programmacommissie (het uitvoeren van programma activiteiten)

  • 1. Een domeinbestuur kan, al dan niet gezamenlijk met andere organen, een programmacommissie instellen die wordt belast met de uitvoering van programma activiteiten. Een programmacommissie is verantwoordelijk voor de inhoudelijke begeleiding en wetenschappelijke coördinatie van een onderzoeksprogramma.

  • 2. Een programmacommissie fungeert onder verantwoordelijkheid van het instellende orgaan c.q. de gezamenlijk instellende organen.

  • 3. Het domeinbestuur dan wel de instellende organen kunnen aan een programmacommissie beslissingsbevoegdheid mandateren en met betrekking tot de uitoefening van deze bevoegdheid nadere richtlijnen uitvaardigen.

  • 4. Een besluit tot instelling van een programmacommissie regelt de samenstelling, de taak, de werkwijze, en de duur waarvoor de commissie is ingesteld, alsmede de omvang van de eventueel toegekende beslissingsbevoegdheid door het domeinbestuur. Een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 8.1 en 8.2 van het Bestuursreglement.

  • 5. Artikel 3.4 van dit domeinreglement is van overeenkomstige toepassing op de leden van een programmacommissie.

  • 6. De programmacommissie handelt – waar van toepassing – met inachtneming van de Code Advisering, Strategie en Beleid.

  • 7. Een programmacommissie kan ook optreden als beoordelingscommissie, zoals bedoeld in artikel 6.1 van dit domeinreglement, voor de aanvragen die in het kader van het programma worden ingediend, tenzij zij beslissingsbevoegdheid heeft. In dat geval worden de aanvragen beoordeeld door een door de programmacommissie in te stellen beoordelingscommissie zoals bedoeld in artikel 6.1 van dit domeinreglement. Een aanvraag wordt door deze commissie mede beoordeeld aan de hand van de geldende NWO Subsidieregeling.

  • 8. Een programmacommissie vergadert tenminste eenmaal per jaar.

  • 9. De directeur voorziet in het secretariaat van de programmacommissie.

  • 10. Alle correspondentie, waaronder niet begrepen besluiten, van een programmacommissie wordt ondertekend door de secretaris van de programmacommissie.

8. Stuurgroep

8.1. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden

  • 1. Een domeinbestuur kan alleen of gezamenlijk met andere organen, danwel – gelet op het bepaalde in artikel 2.1, tweede lid, van dit domeinreglement – na toewijzing door de raad van bestuur, een stuurgroep instellen die wordt belast met de opstelling en uitvoering van een specifiek subsidie-instrument danwel onderzoeksprogramma.

  • 2. Een stuurgroep fungeert onder verantwoordelijkheid van het instellende orgaan c.q. de gezamenlijk instellende organen.

  • 3. Een besluit tot instelling van een stuurgroep regelt de samenstelling, de taak, de werkwijze en de duur van de stuurgroep, alsmede de omvang van de eventueel toegekende beslissingsbevoegdheid. Een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 8.1 en 8.2 van het Bestuursreglement.

  • 4. Artikel 3.4 van dit domeinreglement is van overeenkomstige toepassing op de leden van een stuurgroep.

  • 5. Een stuurgroep heeft de algehele leiding over en draagt de verantwoordelijkheid voor een onderzoeksprogramma. Dit betreft zowel het ten uitvoer leggen, monitoren en evalueren van het goedgekeurde programmavoorstel, als het bewaken van de begroting, het stimuleren van (internationale) samenwerking en het zorgdragen voor kennisdisseminatie.

  • 6. Een stuurgroep legt verantwoording af aan elk het instellend orgaan c.q. de gezamenlijk instellende organen.

  • 7. Een stuurgroep kan een commissie instellen, als bedoeld in artikel 6.1 van dit domeinreglement, die de beoordeling en prioritering van ingediende aanvragen voor haar rekening neemt.

  • 8. Een aanvraag wordt door deze commissie mede beoordeeld aan de hand van de geldende NWO Subsidieregeling.

  • 9. Een stuurgroep vergadert tenminste tweemaal per jaar.

  • 10. De directeur voorziet in het secretariaat van de stuurgroep.

  • 11. Alle correspondentie, waaronder niet begrepen besluiten, van een stuurgroep wordt ondertekend door de secretaris van de programmacommissie.