Toepassing van de innovatiebox vereist dat een immaterieel activum is voortgevloeid
uit speur- en ontwikkelingswerk waarvoor aan de belastingplichtige een S&O-verklaring
is afgegeven (S&O-activum). Voor grotere belastingplichtigen worden als kwalificerende
immateriële activa aangemerkt S&O-activa ter zake waarvan de belastingplichtige tevens
beschikt over een van de toegangstickets genoemd in artikel 12ba, eerste lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 7°, Wet Vpb.
Vraag
Een grotere belastingplichtige die voor een S&O-activum geen toegangsticket in de
zin van artikel 12ba, eerste lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 7°, Wet Vpb bezit, kan slechts in aanmerking komen voor de toepassing van de innovatiebox als
het S&O-activum samenhangt met een ander S&O-activum ter zake waarvan die belastingplichtige
wel over een dergelijk toegangsticket beschikt (artikel 12ba, eerste lid, onderdeel
b, onder 8°, Wet Vpb). In welke gevallen hangt een S&O-activum zonder toegangsticket
samen met een S&O-activum met toegangsticket?
Antwoord
Absolute beoordelingscriteria zijn niet te geven. De beoordeling of sprake is van
samenhang is namelijk sterk afhankelijk van de feiten en omstandigheden van een individueel
geval en is dus een materiële toets. Naast de formele eisen (alle immateriële activa
moeten in ieder geval zijn voortgevloeid uit S&O-werk waarvoor een S&O-verklaring
is afgegeven) bepaalt dus de concrete situatie van het geval of er voldoende samenhang
bestaat tussen het S&O-activum met het toegangsticket en het S&O-activum waarvoor
dat niet geldt. Het is aan belastingplichtige om aannemelijk te maken dat genoemde
samenhang in voldoende mate aanwezig is. Normaal gesproken wordt dit bewijs geleverd
op het moment van het gereedkomen van het immaterieel activum, en zal dan gedurende
de levensduur van het immaterieel activum dat over een toegangsticket als bedoeld
in artikel 12ba, eerste lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 7°, Wet Vpb beschikt, van toepassing zijn.
Vormen van samenhang
Globaal genomen zijn er drie vormen van samenhang in de zin van artikel 12ba, eerste lid, onderdeel b, onder 8°, Wet Vpb te onderscheiden te weten samenhang op product-, op procestechnologisch- of op R&D-niveau.
Productniveau
Samenhang op productniveau houdt in dat een product zowel S&O-activa bevat met een
toegangsticket als S&O-activa zonder toegangsticket. Indien het S&O-activum met toegangsticket
van wezenlijk belang is voor het product, kunnen andere S&O-activa zonder een dergelijk
ticket die ook in het product worden gebruikt hiermee samenhangen.
Voorbeeld 1
Een grotere belastingplichtige is gespecialiseerd in de machinebouw. In de machines
worden verschillende technologieën toegepast (S&O-activa). Voor al deze technologieën
is wel een S&O-verklaring maar geen toegangsticket verkregen, met uitzondering van
de besturingssoftware. Deze met S&O ontwikkelde software wordt aangemerkt als programmatuur
als bedoeld in art 12ba, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, Wet Vpb. Een derde van de R&D-afdeling bestaat uit ict’ers; driekwart van de ict’ers is in
dienstbetrekking bij belastingplichtige, de rest van het ict-personeel is op basis
van een inleenovereenkomst ingehuurd bij een niet-gelieerd uitzendbureau. Een substantieel
aantal van de totale S&O-uren wordt besteed aan de ontwikkeling van de programmatuur.
Genoemde software wordt in alle machines geïnstalleerd en speelt een cruciale rol
bij het efficiënt kunnen gebruiken van de machines. De programmatuur kan daarmee worden
beschouwd als een wezenlijk onderdeel van de machines en daardoor is het aannemelijk
dat sprake zal zijn van samenhang met andere in de machine toegepaste S&O-activa.
De programmatuur plus genoemde andere immateriële activa worden hierdoor aangemerkt
als kwalificerende immateriële activa. Op de voordelen die hiermee worden behaald,
is de innovatiebox daarom van toepassing.
Voorbeeld 2
Een grotere belastingplichtige bouwt landbouwmachines. Deze machines worden modulair
gebouwd en bevatten in alle gevallen een veelheid van immateriële activa waarvoor
een S&O-verklaring is verkregen. De modules zijn als combinatie verkrijgbaar, maar
worden ook los verkocht. Eén van die modules bevat weliswaar tal van S&O-activa, maar
alleen een patent op een bijkomstig onderdeel. Het gepatenteerde immateriële activum
is niet van wezenlijke betekenis voor de module. De overige S&O-activa die zijn verwerkt
in de module, hangen alsdan onvoldoende samen met dit patent, zodat geen sprake is
van “samenhang” als bedoeld in artikel 12ba, eerste lid, onderdeel b, onder 8°, Wet Vpb. De innovatiebox is daarom niet toepasbaar op de voordelen uit de immateriële activa
waarvoor geen toegangsticket is verkregen.
Procestechnologisch niveau
Deze vorm van samenhang kan aanwezig zijn als voor de totstandkoming van een bepaald
product gebruik wordt gemaakt van een specifieke geoctrooieerde S&O-procestechnologie
en daarnaast bestanddelen nodig zijn waarvoor een S&O-verklaring maar geen toegangsticket
is uitgereikt. Indien het S&O-activum met toegangsticket van wezenlijk belang is voor
het proces, kunnen andere S&O-activa zonder een dergelijk ticket die ook in het product
worden gebruikt hiermee samenhangen.
Voorbeeld 3
Een grotere belastingplichtige gebruikt in een speciaal chemisch product verschillende
bestanddelen waarvoor wel een S&O-verklaring maar geen toegangsticket is verkregen.
Het chemische product kan verder alleen worden vervaardigd door middel van gepatenteerde
en met S&O-ontwikkelde procestechnologie. Als deze procestechnologie van wezenlijk
belang is voor het productieproces kan sprake zijn van samenhang tussen de procestechnologie
en de overige S&O-activa. Hierdoor is zowel voor wat betreft voordelen uit het gepatenteerde
als die uit de niet gepatenteerde immateriële activa de innovatiebox van toepassing.
Voorbeeld 4
Een grotere belastingplichtige ontwikkelt voor eigen rekening en risico producttechnologie.
Daarnaast ontwikkelt de belastingplichtige als contract researcher producttechnologie
voor een derde. Die derde wordt juridisch en economisch eigenaar van de door belastingplichtige
voortgebrachte immateriële activa en vestigt daarop patenten. Verder heeft de belastingplichtige
zelf voortgebrachte procestechnologie die wordt ingezet om zowel de eigen producten
als de producten die hij ontwikkelt voor een derde te kunnen maken. Voor al hetgeen
belastingplichtige ontwikkelt, wordt een S&O-verklaring aangevraagd en verkregen.
Belastingplichtige beschikt over patenten voor de eigen product- en procestechnologie.
Weliswaar is sprake van samenhang tussen de eigen proces- en producttechnologie, maar
niet tussen de proces- en de producttechnologie van derden. Immateriële activa die
voor rekening en risico van een derde zijn ontwikkeld, komen bij belastingplichtige
niet in aanmerking voor de innovatiebox en kunnen ook niet via samenhang kwalificeren.
R&D-niveau
Met samenhang op R&D-niveau wordt in dit verband bedoeld dat dezelfde onderzoekers
vanuit dezelfde onderzoeksdiscipline werken of hebben gewerkt aan een S&O-activum
met tweede toegangsticket en een S&O-activum zonder tweede toegangsticket. Het enkele
feit dat er één onderzoeksafdeling is, is dan evenwel niet genoeg. Om samenhang vast
te kunnen stellen is het nodig om een goed inzicht te hebben in de R&D-organisatie.
Het moet bijvoorbeeld duidelijk zijn dat op persoonsniveau door dezelfde mensen aan
de ontwikkeling van dezelfde S&O-activa is gewerkt, waarbij voor een deel van die
activa een tweede toegangsticket is verkregen, terwijl dat voor andere S&O-activa
niet is gebeurd (bijvoorbeeld uit hoofde van beschermen van bedrijfsgeheimen). Ook
moet duidelijk zijn dat het gepatenteerde S&O-activum van wezenlijk belang is voor
de voordelen uit hoofde van alle S&O-activa die tezamen bezien dienen te worden, bijvoorbeeld
doordat ze zijn toegepast in dezelfde producten of productcategorieën.
Voorbeeld 5
Een grote medicijnproducent heeft een onderzoeksafdeling waar vaccins voor een bepaalde
ziekte worden ontwikkeld. De afdeling bestaat uit drie onderzoeksgroepen. Alle door
de medewerkers van de onderzoeksafdeling ontwikkelde immateriële activa vloeien voort
uit S&O-projecten waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven. De helft van deze activa
is geoctrooieerd. Als uitkomst van een materiële toets op persoonsniveau is gebleken
dat een groot deel van de R&D-medewerkers voor meerdere onderzoeksgroepen werkt en
tevens betrokken is bij het voortbrengen van S&O-activa met een ticket. Er is daarom
sprake van een grote personele verwevenheid tussen de werkzaamheden van de verschillende
R&D-medewerkers en daarmee van samenhang tussen de S&O-activa met en de S&O-activa
zonder ticket. Onder deze omstandigheden kwalificeren de voordelen behaald met alle
door de onderzoeksafdeling ontwikkelde immateriële activa (zowel die met als zonder
ticket) voor de toepassing van de innovatiebox.
Voorbeeld 6
Een grotere belastingplichtige ontwikkelt paprika’s. Deze belastingplichtige heeft
onderzoekers die de hiervoor benodigde R&D doen. Deze onderzoekers werken vanuit hun
eigen expertise nauw samen in een S&O-project. Er is sprake van samenhang als paprika
ras A en paprika ras B uit hetzelfde S&O-project komen waarbij ras A wel en ras B
niet door een eigen kwekersrecht is gedekt. Voor zowel paprika’s ras A als B kan de
innovatiebox worden toegepast. Indien de rassen A en B niet stammen uit hetzelfde
S&O-onderzoeksproject ontbreekt die samenhang en kwalificeren de voordelen uit ras
B niet voor toepassing van de innovatiebox.
Voorbeeld 7
Een grotere belastingplichtige is actief in de voedingsindustrie. Deze belastingplichtige
heeft een beperkt aantal onderzoekers die aan R&D en kwaliteitscontrole doen en die
allen samenwerken aan alle S&O-projecten. Eén van die projecten leidt tot een product
dat uiteindelijk niet in de handel wordt gebracht, maar waarvoor wel een patent wordt
verleend. Er is overigens geen sprake van patenten of andere (tweede) tickets. In
dit geval is geen sprake van samenhang, omdat het gepatenteerde S&O-activum niet van
wezenlijk belang is voor de voordelen uit hoofde van de S&O-activa, die daarmee zouden
moeten samenhangen om te kunnen kwalificeren voor de toepassing van de innovatiebox.