Het BFT beschikt over breed palet aan toezicht- en handhavingsinstrumenten. Op het
moment dat er sprake is van een normschending cq. overtreding kan het BFT handhavingsinstrumenten
inzetten. Dit zijn instrumenten waarmee de onder toezicht gestelde kan worden bewogen
of gedwongen de regels na te leven. Deze handhavingsinstrumenten kunnen informeel
of formeel van aard zijn.
De informele handhavingsinstrumenten waarover het BFT beschikt zijn bijvoorbeeld een
handhavingsgesprek, een handhavingsbrief of een schriftelijke waarschuwing.
De formele handhavingsinstrumenten waarover het BFT beschikt vallen uiteen in twee
categorieën, te weten de bestuursrechtelijke en tuchtrechtelijke handhavingsinstrumenten.
De bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten zijn het opleggen van een bestuurlijke
boete, het geven van een aanwijzing, het ontzeggen van de bevoegdheid om beleidsbepalende
functies uit te oefenen of het opleggen van een last onder dwangsom.
De tuchtrechtelijke handhavingsinstrumenten zijn het indienen van een verzoek om een
voorlopige voorziening, een verzoek tot schorsing van een notaris of gerechtsdeurwaarder
en het indienen van een tuchtklacht tegen een notaris, een gerechtsdeurwaarder of
een accountant.
De opsomming van vorenstaande handhavingsinstrumenten is niet uitputtend bedoeld.
Aangifte bij het Openbaar Ministerie
Naast of in plaats van de inzet van bovengenoemde handhavingsinstrumenten kan het
BFT bij het vermoeden van een strafbaar feit aangifte doen bij het Openbaar Ministerie.