Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:
-
bovengrens: grens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wmg.
-
budgettair kader zorg (BKZ): het door het Ministerie van VWS jaarlijks vastgesteld macrokader dat de beschikbare
middelen per jaar omvat voor een bepaald type zorg.
-
macrobeheersinstrument (MBI): instrument waarmee op grond van de artikelen 35, zevende lid en artikel 50, tweede lid van de Wmg, ontstane overschrijdingen op het BKZ achteraf kunnen worden geredresseerd.
-
omzet: omzet als bedoeld in artikel 7 van deze beleidsregel.
-
prestaties zintuiglijk gehandicaptenzorg: prestaties als bedoeld in artikel 4 van de Beleidsregel zintuiglijk gehandicaptenzorg.
-
zintuiglijk gehandicaptenzorg: zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering.
-
zorgaanbieder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent
als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van de Wmg.
-
zorgverzekeraar: een verzekeraar als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw).
-
Zorgverzekeringsfonds: het fonds bedoeld in artikel 39 van de Zvw.
Artikel 2. Doel van de beleidsregel
Het doel van deze beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik
maakt van haar bevoegdheid om uitvoering te geven aan de in de aanwijzing van 14 juli
2014, met kenmerk 642422-123511-MC, neergelegde opdracht van de minister om op basis
van artikel 50, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wmg een instrument te ontwikkelen waarmee met ingang van 2015 het integraal macrobudget
voor zintuiglijk gehandicaptenzorg kan worden beheerst.
Deze beleidsregel is van toepassing op zintuiglijk gehandicaptenzorg als omschreven
bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Artikel 4. Vaststelling bovengrens
-
1 Voorafgaand aan een kalenderjaar stelt de NZa voor alle zorgaanbieders die onder de
reikwijdte van deze beleidsregel vallen, in een collectief tariefbesluit een (landelijke)
bovengrens vast voor de in dat jaar te realiseren omzet. De som van de door afzonderlijke
zorgaanbieders gezamenlijk te realiseren omzet mag deze bovengrens niet overschrijden.
-
2 Voorafgaand aan een kalenderjaar stelt de NZa ambtshalve in een beschikking als bedoeld
in artikel 50, tweede lid, onder c, Wmg een individuele bovengrens per zorgaanbieder vast.
Artikel 5. Onderschrijding van de bovengrens
Indien en nadat de minister aan de NZa heeft meegedeeld dat de in het vorige artikel
genoemde landelijke bovengrens niet is overschreden, stelt de NZa voor alle zorgaanbieders
in een collectief tariefbesluit de bovengrens per individuele zorgaanbieder vast op
het niveau van de door die zorgaanbieder gerealiseerde omzet over het desbetreffende
jaar.
Artikel 6. Overschrijding van de bovengrens
-
1 Indien en nadat de minister aan de NZa heeft meegedeeld dat en met welk bedrag de
in artikel 4 lid 1 genoemde bovengrens in jaar t is overschreden, stelt de NZa voor elke zorgaanbieder
afzonderlijk in een individuele beschikking vast welk deel van deze overschrijding
aan de zorgaanbieder wordt toegerekend.
-
2 De individuele grens van een zorgaanbieder is, indien de in artikel 4 lid 1 genoemde bovengrens is overschreden, gelijk aan het procentuele aandeel van de gerealiseerde
omzet van die zorgaanbieder in de totale omzet van dat jaar van alle zorgaanbieders
gezamenlijk, vermenigvuldigd met de bovengrens.
-
4 De NZa geeft de zorgaanbieder een beschikking als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Wmg strekkende tot afdracht van het bedrag van de overschrijding aan het Zorgverzekeringsfonds.
De aanwijzing vermeldt een betalingstermijn.
Artikel 7. Opbouw individuele omzet
De individuele omzet van een zorgaanbieder, die onder meer noodzakelijk is voor de
in artikel 6, derde lid, bedoelde toerekening bestaat uit de omzet van de prestaties zoals omschreven in
de Beleidsregel zintuiglijk gehandicaptenzorg, te weten:
-
– Zorg in verband met een visuele beperking;
V11 K/J Behandeling
V12 K/J Diagnostiek
V13 K/J Verdiepende diagnostiek
V14 K/J Uitgebreide behandeling
V21 Volwassenen Behandeling
V22 Volwassenen Diagnostiek
V23 Volwassenen Verdiepende diagnostiek
V24 Volwassenen Uitgebreide behandeling
V31 Verblijf Observatie met verblijf
V32 Verblijf Intensieve behandeling met verblijf
V33 Verblijf in verband met behandeling voor kinderen, jeugdigen en jongvolwassenen
t/m 25 jaar als medisch noodzakelijk onderdeel van de intensieve revalidatie
V41 IVB Intermitterende visuele behandeling
V51 VEC Visuele expert consultatie
V52 VEC Uitgebreide visuele expert consultatie
-
– Zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve
beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis;
AC10 Intake en zorgtoewijzing (voor prestaties AC21 t/n AC42)
AC21 0–<5 jaar D/SH Behandeling individueel excl. groep
AC22 0–<5 jaar D/SH Behandeling individueel incl. groep
AC31 0–<5 jaar TOS Behandeling individueel excl. groep
AC32 0–<5 jaar TOS Behandeling individueel incl. groep
AC33 0–<5 jaar TOS Behandeling individueel zonder groep
AC41 >5 jaar Diagnostiek en behandelcoördinatie
AC42 >5 jaar Behandeling
-
– Reistoeslag zorgverlener.
Bij de omzetbepaling wordt rekening gehouden met een eventuele bijstelling van de
omzet om aansluiting te vinden bij de verrekening tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder.
Artikel 8. Informatieverplichting
-
2 De NZa stelt aanlevering van de omzetgegevens door zorgaanbieders verplicht, indien
de minister per brief kenbaar heeft gemaakt dat het beschikbare kader voor zintuiglijk
gehandicaptenzorg, c.q. de landelijke bovengrens als bedoeld in artikel 4, is overschreden.
-
3 De NZa legt in de regeling, zoals bedoeld in artikel 8 lid 1, de verplichting aan
zorgverzekeraars vast om een opgave te doen van de zorgaanbieders die bij haar in
het betreffende jaar prestaties Zintuiglijk gehandicaptenzorg hebben gedeclareerd.
Artikel 10. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding,
terugwerkende kracht en citeertitel
Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel
De Beleidsregel macrobeheersinstrument zintuiglijk gehandicaptenzorg 2024 met kenmerk BR/REG-24125, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die
hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor
die beleidsregel gold.
Inwerkingtreding/Bekendmaking
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2025.
De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel macrobeheersinstrument zintuiglijk
gehandicaptenzorg 2025.