Wet van 6 maart 2025, houdende wijziging van de Wet inburgering 2021 in verband met
het mogelijk maken van het opstellen van een nadere voorlopige uitkering aan gemeenten
voor de kosten van voorzieningen die bijdragen aan het voldoen aan de inburgeringsplicht
en het creëren van een grondslag voor de specifieke uitkering onderwijsroute
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een wettelijke grondslag
te creëren voor het opstellen van een nadere voorlopige uitkering aan gemeenten voor
de kosten van voorzieningen die bijdragen aan het voldoen aan de inburgeringsplicht
en in een wettelijke grondslag te voorzien voor het opstellen van een specifieke uitkering
voor de onderwijsroute en daartoe de Wet inburgering 2021 dient te worden gewijzigd;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: