Model voor een bedrijfsborgstellingskredietovereenkomst met een kredietverstrekker
Overeenkomst tussen:
-
1. De Staat der Nederlanden, hierna te noemen: de Staat, vertegenwoordigd door de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
-
2. [...], hierna te noemen: de kredietverstrekker,
Partijen zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1. Definitiebepalingen
Artikel 2. Borgstelling
De Staat stelt zich borg ten behoeve van de kredietverstrekker voor de terugbetaling
van bedrijfsborgstellingskredieten die met inachtneming van het Kaderbesluit BZK subsidies en de Regeling Borgstelling MKB-kredieten Aruba, Curaçao en Sint Maarten en deze
overeenkomst door de kredietverstrekker worden verstrekt, met dien verstande dat deze
borgstelling wordt aangegaan onder de navolgende bedingen.
Artikel 3. Voorwaarden bedrijfsborgstellingsovereenkomst
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen j en l, worden mede in aanmerking
genomen de bedragen die een kredietverstrekker-gelieerde gelijktijdig met de gesloten
kredietovereenkomst aan de MKB-ondernemer worden verstrekt, indien de zekerheden van
de kredietverstrekker-gelieerde ter zake van die bedragen mede strekken tot zekerheid
van de kredietverstrekker.
Artikel 4. Criteria voor MKB-ondernemer bij verstrekken bedrijfsborgstellingskrediet
Ten tijde van het sluiten van een kredietovereenkomst uit hoofde waarvan een bedrijfsborgstellingskrediet
aan een MKB-ondernemer wordt verstrekt, moet aan de volgende criteria zijn voldaan:
-
1. de MKB-ondernemer:
-
a. beschikt over onvoldoende financiële middelen om zijn onderneming op economisch verantwoorde
wijze te drijven;
-
b. is in Aruba, Curaçao of Sint Maarten gevestigd en wendt het krediet aan voor activiteiten
op Aruba, Curaçao of Sint Maarten;
-
c. houdt geen onderneming in stand waarvan de laatste jaaromzet voor 50 procent of meer
is verkregen, of, indien de onderneming nog geen heel jaar is gedreven, waarvan de
omzet naar verwachting voor 50 procent of meer zal worden verkregen, uit:
-
1° de uitoefening van het bank-, verzekerings- of beleggingsbedrijf, of het financieren
van een of meer andere ondernemingen, of
-
2° het verwerven, vervreemden, beheren of exploiteren van onroerende zaken of het ontwikkelen
van onroerende zaakprojecten;
-
d. houdt geen onderneming in stand:
-
– waartegen een collectieve insolventieprocedure loopt of
-
– die voldoet aan de criteria om op verzoek van zijn schuldeisers, aan een collectieve
insolventieprocedure te worden onderworpen;
-
e. beschikt niet over een door een andere kredietverstrekker verstrekte kredietfaciliteit,
waarvoor de Staat op grond van deze regeling borg staat.
-
2. Er is een tekort aan zekerheden bij de MKB-ondernemer, waardoor de kredietverstrekker,
oordelend zoals een redelijk handelend en bekwaam kredietverstrekker in het kader
van een actief en winstgericht beleid zou hebben gedaan zonder borgstelling, het krediet
niet geheel voor eigen rekening en risico kan verstrekken;
-
3. De rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven van de onderneming zijn bevredigend.
Artikel 5. Toetsing en melding
-
2 Indien de voorgenomen verstrekking van het krediet naar het oordeel van de Staat voldoet
aan de in artikel 3, eerste lid, onderdeel d tot en met l, en tweede lid, bedoelde
voorwaarden, wordt de borgstelling voor dit krediet verleend op grond van deze overeenkomst.
De Staat bericht de kredietverstrekker hierover binnen drie weken na ontvangst van
de aanmelding, bedoeld in het eerste lid, onder vermelding van de omvang en looptijd
van de borgstelling.
-
3 De borgstelling wordt verleend onder de voorwaarde dat de kredietverstrekker een melding
doet overeenkomstig het vijfde lid, de provisie bedoeld in artikel 3, eerste lid,
onderdeel b, heeft betaald en de som van de in een kalenderjaar gemelde kredieten
of delen daarvan niet hoger zijn dan het door de minister op grond van artikel 4 van de Subsidieregeling Borgstelling MKB-kredieten Aruba, Curaçao en Sint
Maarten met betrekking tot dat kalenderjaar vastgestelde subsidieplafond.
-
6 Voor de toepassing van artikel 3, eerste lid, aanhef en onder c, is de volgorde van
ontvangst door de Staat van de meldingen, bedoeld in het vijfde lid, bepalend.
Artikel 6. Provisie
-
3 Indien overeenkomstig artikel 3, eerste lid, onderdeel b, een provisie is betaald
met betrekking tot een kredietovereenkomst en indien het desbetreffende krediet niet
is opgenomen vanwege omstandigheden die niet zijn toe te rekenen aan de kredietnemer
of aan de kredietverstrekker, wordt de provisie door de Staat terugbetaald aan de
kredietverstrekker mits de kredietverstrekker binnen een jaar na het sluiten van de
kredietovereenkomst daartoe een verzoek aan de Staat heeft gedaan.
Artikel 7. Maximale omvang van de borgstelling
-
1 Voor de berekening van de omvang van de borgstelling wordt een bedrijfsborgstellingskrediet
slechts in aanmerking genomen voor zover door de verstrekking van het bedrijfsborgstellingskrediet
het totaal van de bedrijfsborgstellingskredieten, berekend per MKB-ondernemer een
bedrag van € 1.500.000 niet overschrijdt.
-
6 In afwijking van het eerste lid overschrijdt het totaal van de bedrijfsborgstellingskredieten
per kalenderjaar een bedrag van € 250.000 niet, indien de kredietverstrekker heeft
aangegeven van de mogelijkheid, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel j, subonderdeel 2°,
gebruik te maken.
Artikel 8. Berekening van de omvang en duur van de borgstelling
-
1 Voor de berekening van de omvang van de borgstelling wordt het na toepassing van artikel 7
in aanmerking te nemen bedrijfsborgstellingskrediet na verloop van ieder kalenderkwartaal
verminderd met een zodanig vast bedrag, dat het bedrijfsborgstellingskrediet op de
laatste datum waarop het moet zijn afgelost, maar uiterlijk na verloop van 6 jaar,
nihil bedraagt.
-
4 Voor de toepassing van het eerste lid geldt dat, indien het bedrijfsborgstellingskrediet
is verstrekt voor de betaling van de kosten van de stichting of verbouwing van een
onroerende zaak, het eerste kalenderkwartaal waarin vermindering plaatsvindt uiterlijk
aanvangt op de eerste dag van het achtste kalenderkwartaal dat volgt op het kalenderkwartaal
waarin de kredietovereenkomst is gesloten.
-
9 Indien een bedrijfsborgstellingskrediet wordt aangewend voor herfinanciering van een
bedrijfsborgstellingskrediet, dat eerder is gebruikt voor de in het tweede lid, onder a
en b genoemde doelen, en tevens is voldaan aan het tweede lid, onder b en c, is de
nieuwe periode ten hoogste gelijk aan de periode waarvoor het bedrijfsborgstellingskrediet
nog zou hebben gelopen zonder herfinanciering, indien en voor zover deze restperiode
meer bedraagt dan zes jaar.
-
10 Voor de toepassing van het zesde lid wordt onder een onroerende zaak mede begrepen
bedrijfspanden, schepen en vliegtuigen, alsmede ieder goederenrechtelijk recht dat
omvat het uitsluitend gebruik van een onroerende zaak, met inbegrip van bovenbedoelde
schepen en vliegtuigen.
Artikel 9. Schorsing vermindering borgstelling
Artikel 10. Verzoek om betaling uit hoofde van de bedrijfsborgstellingsovereenkomst
-
1 De kredietverstrekker kan, zodra er sprake is van een wanbetaling onder een kredietovereenkomst
uit hoofde waarvan een bedrijfsborgstellingskrediet is verstrekt, een verzoek doen
aan de Staat tot betaling uit hoofde van deze borgstellingsovereenkomst. Dit verzoek
wordt ingediend in ieder geval binnen negen maanden na de datum waartegen het krediet
is opgeëist of, indien dit eerder is, na datum van faillissement.
Artikel 11. Berekening omvang borgstelling bij uitbetalen
Artikel 12. Betaling door de Staat
-
2 Voor zover de kredietverstrekker bij zijn verzoek om betaling aannemelijk maakt dat
er bijzondere omstandigheden waren die het, oordelend zoals een redelijk handelend
en bekwaam kredietverstrekker in het kader van een actief en winstgericht beleid zou
hebben gedaan zonder borgstelling, noodzakelijk maakten de andere financieringsfaciliteiten
sterker in omvang terug te brengen dan de bedrijfsborgstellingskredieten, blijft artikel 11,
eerste lid, aanhef en onder b, en tweede lid, buiten toepassing.
-
4 Betalingen door de Staat aan de kredietverstrekker en door de kredietverstrekker aan
de Staat geschieden door debitering respectievelijk creditering door de kredietverstrekker
van een rekening die de kredietverstrekker zal aanhouden ten name van het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met vermelding van ‘verliesdeclaraties’.
Artikel 13. Inspanningsverplichting tot uitwinning bedrijfsborgstellingskrediet
-
1 Gedurende vijf jaar nadat de kredietverstrekker uit hoofde van het bedrijfsborgstellingskrediet
door de Staat is betaald, is de kredietverstrekker gehouden die pogingen in het werk
te stellen om namens de Staat het door de Staat betaalde bedrag in te vorderen, die
de kredietverstrekker in het werk zou hebben gesteld indien het krediet voor eigen
rekening en risico door de kredietverstrekker zou zijn verstrekt. De Staat machtigt
met het oog hierop de kredietverstrekker tot invordering bij de kredietnemer van de
door deze aan de Staat verschuldigde bedragen.
Artikel 14. Verslag voortgang uitwinning bij verzoek om betaling borgstelling
-
1 Indien een verzoek om betaling als bedoeld in artikel 10 is ingediend op een moment,
waarop de uitwinning nog niet is voltooid en ook niet aannemelijk is geworden dat
geen opbrengsten meer zijn te verwachten die in mindering komen op het bedrijfsborgstellingskrediet,
brengt de kredietverstrekker de minister ten minste jaarlijks verslag uit over de
voortgang van de uitwinning.
Artikel 15. Terugbetalen
-
2 Voor zover de opbrengsten na de aanvang van de periode, bedoeld in artikel 13, eerste
lid, ontvangen zijn wordt de in het eerste lid bedoelde betalingsverplichting beperkt
tot 80 procent van de ontvangen opbrengsten, tenzij opbrengsten ontvangen zijn uit
hoofde van uitwinning van zekerheden.
-
3 De kredietverstrekker zal de rekening, bedoeld in artikel 12, vierde lid, per de datum
van verzending van het verzoek, bedoeld in artikel 10, en binnen twee maanden na die
datum, debiteren voor het bedrag waarvoor betaling wordt gevraagd, vermeerderd met
een rente over de periode die verstreken is sinds de dag waarop de vermindering, bedoeld
in artikel 8, op grond van artikel 9 is geschorst.
-
4 De kredietverstrekker zal de rekening op de datum van de reactie van de minister,
bedoeld in artikel 10, vierde lid, en binnen twee maanden na die datum crediteren
of debiteren voor respectievelijk het voor de Staat positieve of negatieve verschil
tussen het bedrag waarvoor de rekening ingevolge het derde lid is gedebiteerd en het
door de Staat blijkens de reactie, bedoeld in artikel 10, verschuldigde bedrag, vermeerderd
met een over dat verschil te berekenen rente over de periode die is verstreken sinds
de creditering of debitering, bedoeld in het derde lid, en de datum waarop de reactie
is ontvangen.
Artikel 16. Voorwaarden schuldregeling bedrijfsborgstellingskrediet
-
1 De kredietverstrekker treft geen schuldregeling die inhoudt of mede inhoudt een gehele
of gedeeltelijke kwijtschelding van verplichtingen voortvloeiende uit een kredietovereenkomst,
uit hoofde waarvan een bedrijfsborgstellingskrediet is verstrekt, zonder voorafgaande
toestemming van de minister. De minister kan aan zijn toestemming voorwaarden verbinden
ten aanzien van de inhoud van een dergelijke regeling.
Artikel 17. Vervallen verplichtingen van de Staat uit hoofde van deze overeenkomst
-
1 De verplichtingen van de Staat uit hoofde van deze overeenkomst met betrekking tot
een bedrijfsborgstellingskrediet vervallen door schuldvernieuwing, door schuldoverneming
en – voor het gedeelte waarin subrogatie plaatsvindt – door subrogatie van derden
in de rechten van de kredietverstrekker met betrekking tot het bedrijfsborgstellingskrediet,
al dan niet voorafgegaan door verpanding van het bedrijfsborgstellingskrediet.
-
3 Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder rechtspersoon mede begrepen twee
of meer rechtspersonen, indien die rechtspersonen gezamenlijk voldoen aan de in het
tweede lid genoemde voorwaarden en ieder van die rechtspersonen zich hoofdelijk aansprakelijk
stelt voor de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de kredietovereenkomst
uit hoofde waarvan het bedrijfsborgstellingskrediet is verstrekt.
Artikel 18. Procedure bij aanleveren onjuiste gegevens door kredietverstrekker
Reeds uitgekeerde bedragen zijn terstond en zonder enige ingebrekestelling opeisbaar
zodra de minister blijkt dat de kredietverstrekker zodanig onjuiste of onvolledige
informatie heeft verschaft dat hij op een verzoek om betaling een andere beslissing
zou hebben genomen, indien hem de juiste gegevens volledig waren verschaft, of dat
de kredietverstrekker de betalingsverplichting, bedoeld in artikel 15, eerste lid,
niet is nagekomen.
Artikel 19. Controle bedrijfsborgstellingskrediet
-
1 De kredietverstrekker, en indien toepassing is gegeven aan de artikelen 3, tweede
lid, en 11, derde lid, de kredietverstrekker-gelieerde, en de MKB-ondernemer voldoen
aan hetgeen door de minister aangewezen bij zijn ministerie werkzame personen wordt
verzocht, voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor een goede uitvoering
van het Kaderbesluit BZK-subsidies, de Regeling Borgstelling MKB-kredieten Aruba, Curaçao en Sint Maarten en deze overeenkomst,
en met het oog op de nakoming door de Staat van op de Staat rustende internationaalrechtelijke
verplichtingen, en voor zover het betrekking heeft op de uit het besluit of deze overeenkomst
voortvloeiende zelfstandige verplichtingen van de kredietverstrekker of de kredietverstrekker-gelieerde
op de MKB-ondernemer aan wie het bedrijfsborgstellingskrediet is verstrekt of op de
met deze MKB-ondernemer gesloten kredietovereenkomsten, omtrent:
-
a. het toegang verlenen tot door hen gebruikte plaatsen;
-
b. het verlenen van inzage in zakelijke gegevens en bescheiden;
-
c. het maken van kopieën van de onder b bedoelde gegevens en bescheiden;
-
d. het verlenen van medewerking aan het verstrekken van gegevens door anderen en
-
e. het verstrekken van inlichtingen.
-
2 Alleen in daartoe aanleiding gevende gevallen zal aan de kredietverstrekker, of indien
toepassing is gegeven aan de artikelen 3, tweede lid, en 11, derde lid, aan de kredietverstrekker-gelieerde,
of aan de MKB-ondernemer, gevraagd worden de in het eerste lid bedoelde inlichtingen
ook door zijn accountant te doen verstrekken.
-
3 Van de mogelijkheid, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder a, zal alleen gebruik
worden gemaakt indien een ernstig vermoeden bestaat dat de kredietverstrekker, de
kredietverstrekker-gelieerde of de MKB-ondernemer onjuiste of onvolledige informatie
heeft verstrekt.
Artikel 20. Beheer
-
2 De kredietverstrekker zal er voor zorg dragen dat het bedrijfsborgstellingskrediet
niet wordt gebruikt voor de nakoming van verplichtingen van de MKB-ondernemer aan
de kredietverstrekker die het bedrijfsborgstellingskrediet verstrekt, aan een kredietverstrekker-gelieerde
of aan een rechtspersoon waarmee de kredietverstrekker in een groep verbonden is.
-
3 De kredietverstrekker zal tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst uit hoofde
waarvan een bedrijfsborgstellingskrediet is verleend in de door zijn te sluiten overeenkomsten
met allen, niet zijnde de Staat, die zich borg willen stellen voor de nakoming door
de MKB-ondernemer van de verplichtingen voortvloeiende uit de kredietovereenkomst
uit hoofde waarvan het bedrijfsborgstellingskrediet is verleend, een beding ten behoeve
van de Staat opnemen, ertoe strekkende dat de omslagregeling van artikel 869, boek 7, Burgerlijk Wetboek niet geldt ten opzichte van de Staat en de kredietverstrekker zal geen bedingen opnemen,
ertoe leidende dat:
-
a. een borg er zich op zou kunnen beroepen dat de Staat eerst zou moeten worden aangesproken;
-
b. een borg zich zou kunnen onttrekken aan toepassing door de Staat van de omslagregeling
van artikel 869, boek 7, Burgerlijk Wetboek.
Artikel 21. Hardheidsclausule
Indien naar het oordeel van de minister de kans dat de toepasselijkheid van deze overeenkomst
op een bedrijfsborgstellingskrediet of een deel van een bedrijfsborgstellingskrediet
wordt ingeroepen in belangrijke mate wordt verkleind of indien naar het oordeel van
de minister aannemelijk is dat daardoor het bedrag waarvoor de toepasselijkheid van
deze overeenkomst wordt ingeroepen in belangrijke mate wordt verlaagd, kan de minister
voor de toepassing van deze overeenkomst met betrekking tot dat krediet instemmen
met een gemotiveerd verzoek van de kredietverstrekker om afwijking van deze overeenkomst.
Artikel 22. Communicatie
Waar in deze overeenkomst sprake is van een vorm van communicatie geschiedt deze langs
elektronische weg. De aanlevering door de kredietverstrekker kan in afwijking en bij
wijze van alternatief en ter keuze van de kredietverstrekker ook geschieden in schriftelijke
vorm en door aanlevering van een fysieke gegevensdrager.
Artikel 23. Overige bepalingen
-
5 In afwijking van het derde lid kan de kredietverstrekker deze overeenkomst met onmiddellijke
ingang opzeggen binnen een termijn van een maand na publicatie in het Staatsblad van
een wijziging van het Kaderbesluit BZK-subsidies, publicatie in de Staatscourant van een wijziging van de Regeling Borgstelling MKB-kredieten
Aruba, Curaçao en Sint Maarten of een schriftelijke mededeling van de minister, inhoudende
een wijziging van deze overeenkomst.
-
7 Wijziging, opzegging, ontbinding of beëindiging van deze overeenkomst heeft geen gevolg
ten aanzien van bedrijfsborgstellingskredieten, welke ten tijde van de inwerkingtreding
van de wijziging, opzegging, ontbinding of beëindiging overeenkomstig artikel 3 zijn
gemeld en ten aanzien van bedrijfsborgstellingskredieten die zijn of zullen worden
verstrekt uit hoofde van een kredietovereenkomst die is aangegaan voor de inwerkingtreding
van de wijziging, opzegging, ontbinding of beëindiging.
Artikel 24. Kredietverstrekker-gelieerde
Kredietverstrekker-gelieerde in de zin van artikel 1, tweede lid, onder b, van deze
overeenkomst is (zijn):