|
Bijzonderheden
De vordering tot gevangenisstraf zal waar mogelijk vergezeld dienen te gaan van een
vordering tot ontneming, verbeurdverklaring of een geldboete ter hoogte van het waardebeslag.
Strafverzwarend onder andere:
Verdachte misbruikt zijn werk of bedrijf om invoer mogelijk te maken. Denk aan een
havenmedewerker of eigenaar van een fruit of transportbedrijf dat betrokken is bij
de invoer.
Recidive. (Wanneer verdachte eerder al o.g.v. de Opiumwet tot een gevangenisstraf is veroordeeld en binnen vijf jaar weer voor de Opiumwet
in de fout gaat, gaat de maximumstraf met 1/3 omhoog. Zie art. 43a jo. 43b Sr.)
Bij meermalen recidive én georganiseerd verband/beroepscriminelen wordt -bij grote
hoeveelheden- de maximale gevangenisstraf gevorderd.
Strafverminderend onder andere:
Verdachte is in meer of mindere mate gedwongen de feiten te plegen (afhankelijkheidssituatie)
of heeft snel openheid van zaken gegeven.
Wanneer niet de in- of uitvoer, maar slechts het vervoer, de handel, productie of
het voorhanden hebben bewezen kan worden dient lager geëist te worden aangezien die
artikelen een (aanzienlijk) lagere maximumstraf kennen. Er kan tot op zekere hoogte
wel aansluiting gezocht worden bij deze richtlijn, mede doordat de schakel tot de
invoer of uitvoer niet ver weg kan zijn bij hoeveelheden vanaf 100 kilo.
Wettelijk:
Poging (minus 1/3)
Voorbereiding/bevordering handel, productie of in/uitvoer (max 6 jaar, art 10a OW)
Medeplichtigheid (minus 1/3)
|