Besluit vaststelling beleidsregels en subsidieplafond subsidiëring ex Subsidieregeling [...] Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027)

[Regeling vervalt per 01-01-2028.]
Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 04-07-2025 t/m heden.

Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 23 juni 2025, nr. BZ2517317, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Optopping Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027)

Artikel 1

Voor subsidieverlening op grond van de artikelen 3.1, 3.2, sub b tot en met sub d, 3.4, 3.5 en 3.6, sub d tot en met e, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 met het oog op de financiering van activiteiten ter versterking van de humanitaire sector, gelden de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

Voor subsidieverlening in het kader van Optopping Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027 geldt voor de periode vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2027 een subsidieplafond van € 5.000.000.

Artikel 3

  • 1 Voor subsidieverlening komen uitsluitend organisaties in aanmerking waaraan subsidie is verleend in het kader van het besluit Versterking van de Humanitaire Sector 2024–20271.

  • 2 Voor subsidieverlening komen uitsluitend aanvragen in aanmerking die zijn gericht op:

    • a. de bevordering van de veiligheid van hulpverleners in humanitaire crises wereldwijd, waarbij de interventie uit elkaar versterkende elementen bestaat en ten minste pleitbezorgingsactiviteiten op lokaal, regionaal, dan wel mondiaal niveau omvat; en

    • b. de ondersteuning van het humanitaire systeem, waarbij de aanvrager zowel lokale als internationale hulporganisaties bedient.

  • 3 Subsidie wordt uitsluitend verleend voor activiteiten die aansluiten op de activiteiten waarvoor subsidie is verleend in het kader van het besluit Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027.

  • 4 Uit oogpunt van doelmatigheid geldt dat niet meer dan één subsidieaanvrager voor subsidieverlening in aanmerking zal kunnen komen ten laste van het in artikel 2 bedoelde subsidieplafond. Van de aanvragen die zijn gericht op activiteiten als bedoeld in het derde lid, zal slechts de aanvraag die het beste aan die criteria voldoet voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2028, met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

namens deze,

de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking,

P. Grotenhuis

Bijlage

I. Achtergrond en beschikbaar stellen additionele middelen

De toenmalig Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft vorig jaar middelen ter beschikking gesteld voor activiteiten ter versterking van de humanitaire sector aan de hand van het subsidiebeleidskader Versterking van de Humanitaire Sector 2024–20272. In dit subsidiebeleidskader is geconstateerd dat de veiligheid voor hulpverleners en mensen in nood onder druk staat. Ter versterking van het humanitair oorlogsrecht en het vergroten van de humanitaire ruimte, nodigde dit subsidiebeleidskader uit tot het indienen van voorstellen die zich richtten op een effectievere toepassing van de humanitaire principes en humanitair oorlogsrecht, waardoor meer hulpverleners veilig hun werk kunnen doen en toegang hebben tot mensen in nood.

Nog altijd blijkt de druk op de humanitaire ruimte en humanitaire veiligheid onveranderd groot. Hulpverleners hebben in toenemende mate te maken met beperking van humanitaire toegang als gevolg van veiligheidsincidenten. Dit terwijl veiligheid een essentiële voorwaarde is voor het kunnen bieden van humanitaire hulp. Naast toegenomen onveiligheid, krijgen hulporganisaties ook te maken met teruglopende financiering. Met name lokale hulporganisaties en organisaties die ten dienste staan aan het humanitaire systeem worden hierdoor geraakt. Om deze reden heeft de Minister van Buitenlandse Zaken besloten tot het beschikbaar stellen van extra middelen voor de ondersteuning van de veiligheid van humanitair werkers.

Dit subsidiebeleidskader Optopping Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027 sluit aan op het subsidiebeleidskader Versterking van de Humanitaire sector 2024–2027 en heeft een werkingsduur tot en met 31 december 2027.

II. Activiteiten en organisaties die voor subsidieverlening in aanmerking komen

Voor additionele subsidieverlening komen alleen in aanmerking activiteiten die zijn gericht op a) zowel de bevordering van de veiligheid van hulpverleners in humanitaire crises wereldwijd (eis ten aanzien van de inhoud) als op b) de ondersteuning van het humanitaire systeem (eis ten aanzien van de doelgroep).

Voor a) de bevordering van de veiligheid van hulpverleners in humanitaire crises wereldwijd geldt dat de interventie uit elkaar versterkende elementen dient te bestaan en ten minste lokale, context-specifieke en actuele datavoorziening omvat ten aanzien van de humanitaire veiligheid, in combinatie met trainingsaanbod gericht op het vergroten van de veiligheid van hulpverleners, en pleitbezorgingsactiviteiten op lokaal, regionaal, dan wel mondiaal niveau. De aanvraag dient zich te richten op ondersteuning van het humanitaire systeem en bedient daarom zowel lokale als internationale hulporganisaties.

Voor b) de ondersteuning van het humanitaire systeem geldt dat de activiteit ondersteunend werkt aan het humanitaire systeem als geheel. Om het gehele humanitaire systeem te bedienen, geldt daarom dat de activiteit moet zijn gericht op zowel lokale als internationale organisaties.

Alleen organisaties die reeds subsidie ontvangen in het kader van het Versterking van de Humanitaire sector 2024–2027 kunnen in aanmerking komen voor subsidie ten laste van de additioneel beschikbaar gekomen middelen. Aan deze organisaties kunnen additionele subsidies worden verstrekt in aanvulling en in aansluiting op de door hen met behulp van de reeds aan hen verleende subsidies uitgevoerde/uit te voeren activiteiten. Voor deze additionele subsidieverlening gelden in aanvulling op de bepalingen van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 de in deze beleidsregels neergelegde criteria.

III. Criteria

Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie in het kader van Optopping Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027 moeten aanvragen en aanvragers voldoen aan de volgende criteria:

  • 1. De aanvrager is een organisatie waaraan subsidie is verleend in het kader van Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027.

  • 2. Voor subsidieverlening komen uitsluitend aanvragen in aanmerking die zijn gericht op:

    • a. de bevordering van de veiligheid van hulpverleners in humanitaire crises wereldwijd, waarbij de interventie uit elkaar versterkende elementen bestaat en ten minste omvat:

      • i. lokale, context-specifieke en actuele datavoorziening ten aanzien van de humanitaire veiligheid;

      • ii. trainingsaanbod gericht op het vergroten van de veiligheid van hulpverleners; en

      • iii. pleitbezorgingsactiviteiten op lokaal, regionaal, dan wel mondiaal niveau; en

    • b. de ondersteuning van het humanitaire systeem, waarbij de ondersteuning zowel lokale als internationale hulporganisaties bedient.

  • 3. De omvang van de gevraagde subsidie bedraagt maximaal € 5.000.000.

  • 4. De activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd sluiten aan bij de activiteiten waarvoor subsidie is verleend in het kader van Versterking van de Humanitaire sector 2024–2027.

  • 5. De activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd betreffen geen activiteiten waarvoor reeds subsidie is verstrekt ten laste van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en zijn nog niet gestart op het moment waarop de aanvraag wordt ingediend.3

  • 6. De activiteiten worden uiterlijk afgerond op 31 december 2027.

IV. Aanvraag- en beoordelingsprocedure

Aanvragen voor een subsidie in het kader van het subsidiebeleidskader Optopping Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027 dienen uiterlijk 31 juli 2025 rechtsgeldig ondertekend te zijn ontvangen op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Aanvragen worden bij voorkeur ingediend via de mail4 via e-mailadres dsh-events@minbuza.nl. Aanvragen per post5 kunnen worden gestuurd naar Ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Stabiliteit en Humanitaire Hulp, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag. Als u de aanvraag persoonlijk of per koerier wilt aanleveren, dan kunt u de aanvraag (laten) afgeven bij het afgifteloket voor poststukken (expeditie) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Rijnstraat 8, 2515 XP ’s-Gravenhage.

De Minister zal besluiten over de ingediende aanvragen uiterlijk 29 augustus 2025.

In het kader van de aanvraagprocedure wordt met nadruk gewezen op artikel 7, derde lid, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. Mocht een aanvraag onvolledig worden ingediend, dan kan de Minister vragen om een aanvulling. Als datum van ontvangst van de aanvraag zal vervolgens gelden de datum waarop de aanvraag is aangevuld. Indien een aanvraag pas in de laatste twee weken voor het verstrijken van de deadline wordt ingediend, loopt de penvoerder het risico dat de Minister geen toepassing zal geven aan haar bevoegdheid om de indiener om een aanvulling te vragen aangezien een dergelijke aanvulling niet meer mogelijk is zonder de deadline te overschrijden. In dat geval zal de aanvraag derhalve niet meer kunnen worden aangevuld, maar zal deze worden beoordeeld zoals hij primair was ingediend.

V. Bij de aanvraag te voegen stukken

  • 1. Inhoudelijk voorstel met daarin een overzicht van activiteiten, naar aard, omvang, fasering en onderling verband, in relatie tot de daarmee beoogde doelstellingen en resultaten en verwachte effecten voor de periode waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 2. Een gedetailleerde en sluitende begroting, behorende bij het inhoudelijke voorstel voor de periode waarvoor de additionele financiering wordt gevraagd; werk hierbij in hetzelfde format als voor de begroting bij de huidige programma’s waarvoor onder Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027 subsidie is verleend.

  1. Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 28 september 2023, nr. Min-BuZa.2023.19913-19, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027), Stcrt. 2024, nr. 27471. ^ [1]
  2. Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 28 september 2023, nr. Min-BuZa.2023.19913-19, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027), Stcrt. 2024, nr. 27471. ^ [2]
  3. Zie artikel 9 Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. ^ [3]
  4. Als moment van indiening geldt het tijdstip waarop de e-mail door het systeem voor gegevensverwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is ontvangen. Houd er rekening mee dat bestanden groter dan 14MB niet kunnen worden ontvangen. E-mails groter dan 14MB dienen in kleinere e-mails te worden verdeeld. Hierbij geldt dat het moment waarop de gehele aanvraag, inclusief de laatste e-mail, is ontvangen geldt als tijdstip waarop de aanvraag is ingediend. Daarbij dienen de e-mails genummerd te worden in de onderwerp regel, waarbij duidelijk is hoeveel e-mails de aanvraag in totaal behelst. Bijvoorbeeld: e-mail 1 van 5, e-mail 2 van 5 etc. tot ‘e-mail 5 van 5’. NB: Eventuele technische problemen bij verzending komen voor rekening en risico van penvoerder. ^ [4]
  5. Als moment van indiening geldt het moment waarop de aanvraag op het Ministerie van Buitenlandse Zaken is ontvangen. NB: Indien de aanvraag niet aangetekend wordt verzonden berust het risico dat de aanvraag niet of te laat wordt ontvangen door het Ministerie bij de penvoerder. ^ [5]