Regeling examenreglement staatsexamens vo

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 01-10-2025 t/m heden.

Regeling van het College voor toetsen en examens van 23 juni 2025, nr. CvTE-25.00951, houdende vaststelling van het examenreglement staatsexamens vo (Regeling examenreglement staatsexamens vo)

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Het College voor toetsen en examens,

de voorzitter,

J.H. van der Vegt

Bijlage Examenreglement staatsexamens voortgezet onderwijs, voor staatsexamen vwo, staatsexamen havo en staatsexamen vmbo als bedoeld in artikel 1

Volgens artikel 2, derde lid, onderdeel a, van de Wet College voor toetsen en examens en artikel 2.81, eerste lid van de WVO 2020 stelt het College bij regeling het examenreglement voor de staatsexamens vo vast. Het examenreglement omvat procedurele en organisatorische regelingen voor de uitvoering van het centraal examen en het college-examen, en inhoudelijke bepalingen.

Artikel 1. Begripsbepaling

Voor de toepassing van dit Reglement wordt verstaan onder:

Artikel 2. Aanmelden

  • 1. Een kandidaat die niet staat ingeschreven op een school kan zich aanmelden tot en met 31 december van het jaar voorafgaand aan jaar waarin het staatsexamen wordt afgelegd. Het bevoegd gezag van een school kan een leerling aanmelden tot en met 30 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het staatsexamen wordt afgelegd.

  • 2. De kandidaat die op of na 1 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het staatsexamens wordt afgelegd is geplaatst in een inrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, een gesloten accommodatie als bedoeld in artikel 6.2.2 van de Jeugdwet, of een residentiële instelling voor gehandicaptenzorg, jeugdhulpverlening of jeugdgezondheidszorg, waarbij behandeling of opvang en onderwijs vanuit één plan noodzakelijk is vanwege de aard of de duur van de behandeling of opvang, kan worden aangemeld voor 1 maart van het jaar waarin het staatsexamen wordt afgelegd.

  • 3. Wijziging van de aanmelding kan tot en met 31 januari van het jaar waarin het staatsexamen wordt afgelegd worden doorgegeven. Het college kan besluiten tot restitutie van de financiële bijdrage voor toelating indien de wijziging bestaat uit het intrekken van de aanmelding.

  • 4. Een afwijkende wijze van examineren als bedoeld in artikel 4.34 Uitvoeringsbesluit WVO 2020 of een andere voorziening kan tot en met 31 januari van het jaar waarin het staatsexamen wordt afgelegd per e-mail of brief bij DUO worden aangevraagd.

  • 5. De kandidaat die staat ingeschreven op een school of instelling welke bevoegd is om examens af te nemen kan zich niet aanmelden voor een staatsexamen, tenzij:

    • a. De kandidaat examen wil afleggen in een extra vak dat de school van inschrijving niet aanbiedt en dat vak wil betrekken bij het diploma-onderzoek door de school in dat jaar, of

    • b. De kandidaat deelneemt aan het vavo en door de instelling van inschrijving niet is aangemeld voor examinering in dat vak.

  • 6. Een kandidaat mag zich aanmelden voor zowel meerdere vakken als meerdere niveaus, met de volgende randvoorwaarden:

    • a. Een kandidaat mag zich per niveau aanmelden voor maximaal één vak meer dan nodig voor het behalen van een diploma in een van de profielen.

    • b. Het is niet toegestaan dat een kandidaat:

      • 1°. zich bij de staatsexamens aanmeldt voor één en hetzelfde vak voor meerdere niveaus;

      • 2°. zich aanmeldt voor één en hetzelfde vak, al dan niet voor hetzelfde niveau, bij de staatsexamens en een school of instelling bevoegd om examens af te nemen;

      • 3°. zich in een jaar waarin hij niet opgaat voor een diploma aanmeldt voor twee verschillende vakken van verschillende niveaus waarvan de examens beide in het eerste tijdvak vallen en op hetzelfde moment zullen worden afgenomen;

      • 4°. zich aanmeldt voor het vak wiskunde én het college-examen rekenen;

      • 5°. zich aanmeldt voor het college-examen rekenen in een jaar waarin hij niet opgaat voor een diploma.

    • c. Als een kandidaat zich bij de staatsexamens aanmeldt voor twee vakken van hetzelfde niveau waarvan de schriftelijke examens in het eerste tijdvak samenvallen, krijgt hij voor één van deze examens uitstel naar het tweede tijdvak.

    • d. Als een kandidaat opgaat voor een diploma voor een bepaald niveau en één of meer vakken op een hoger niveau wil doen, wordt hem, indien dit door het samenvallen van examens nodig is, voor het examen op het hogere niveau uitstel verleend naar het tweede tijdvak.

Artikel 3. Indeling examen

  • 1. Het staatsexamen bestaat uit een aantal vakken. Daaraan wordt voor havo, vwo, vmbo-tl en vmbo-gl een profielwerkstuk toegevoegd en voor leerlingen bij wie wiskunde geen deel uitmaakt van het vakkenpakket, een college-examen rekenen.

  • 2. Een staatsexamenvak bestaat uit een centraal examen en/of een college-examen. Het centraal examen is identiek aan het centraal examen voor de dagscholen.

    Het college-examen bestaat uit:

    • a. een schriftelijke toets en een mondeling examen,

    • b. een schriftelijke toets,

    • c. een mondeling examen, of

    • d. een praktisch examen.

  • 3. De vakinformatie bevat, naast de door Onze Minister vastgestelde onderwerpen voor het centraal examen, regels omtrent alle onderdelen van het college-examen.

    In de vakinformatie wordt in elk geval aangegeven:

    • a. welke onderdelen van het examenprogramma tijdens het centraal examen en welke onderdelen tijdens het college-examen worden getoetst;

    • b. de wijze waarop het college-examen plaatsvindt;

    • c. welke hulpmiddelen tijdens het centraal examen en college-examen zijn toegestaan;

    • d. de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het college-examen en het eindcijfer tot stand komt.

Artikel 4. Examendossier, werkstukken

  • 1. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het college-examen, zoals dit in de vakinformatie is vastgelegd.

  • 2. Tenzij dit anders staat vermeld in de vakinformatie, moeten werkstukken, literatuurdossier, onderwerpen van presentaties voor 1 april van het jaar waarin het staatsexamen wordt afgelegd in tweevoud worden opgestuurd naar DUO, staatsexamens vo, Postbus 30158, 9700 LK, Groningen. Van het tijdig ingezonden materiaal ontvangt de kandidaat een ontvangstbevestiging. Voor kandidaten die het staatsexamen afleggen op de BES-eilanden geldt dat dit materiaal op de eerste dag van het schriftelijk examen moeten worden ingeleverd bij de plaatselijk voorzitter van de schriftelijke examens.

  • 3. Werkstukken voor tekenen en handvaardigheid en posters voor posterpresentaties dienen te worden meegebracht naar het college-examen.

  • 4. Voor kandidaten ingeschreven op een school voor voortgezet speciaal onderwijs liggen de werkstukken op de in de vakinformatie genoemde datum klaar ter controle door de locatievoorzitter mondeling.

  • 5. Wanneer het materiaal als bedoeld in het tweede lid niet tijdig door DUO (afdeling staatsexamens vo) is ontvangen of niet tijdig is ingeleverd bij de plaatselijke voorzitter van de schriftelijke examens, wordt de kandidaat voor het betreffende vak niet opgeroepen voor het college-examen en het centraal-examen, of wordt de reeds verstuurde oproep ingetrokken. De kandidaat wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 5. Onregelmatigheden

  • 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig onderdeel van het staatsexamen of deelstaatsexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing, aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan het college maatregelen nemen. De kandidaat krijgt daarvan schriftelijk bericht.

  • 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar kunnen worden genomen, zijn:

    • a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het college-examen of het centraal examen;

    • b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het college-examen en/of het centraal examen van het betreffende vak en/of van alle vakken.

    • c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het college-examen en/of het centraal examen;

    • d. minder vergaande maatregelen dan die, bedoeld onder a tot en met c.

  • 3. Indien de onregelmatigheid pas wordt ontdekt na afloop van het examen, kan het college de kandidaat het betreffende diploma of certificaat en de cijferlijst onthouden, of kan het college bepalen dat aan de betrokken kandidaat dat diploma of certificaat en die cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt nadat opnieuw examen is afgelegd in de door het college aan te wijzen onderdelen en op de door het college te bepalen wijze.

  • 4. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.

  • 5. De kandidaat kan tegen een besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, bezwaar maken bij het college. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt vijf dagen nadat het besluit aan de kandidaat is bekendgemaakt op de voorgeschreven wijze. Het college beslist binnen veertien dagen na ontvangst van het bezwaarschrift, tenzij hij deze termijn gemotiveerd verlengt met ten hoogste veertien dagen. Het college stelt bij zijn beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen of opnieuw af te leggen. Het college deelt zijn beslissing op het bezwaar mee aan de kandidaat, de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.

  • 6. De kandidaat die zonder een door het college aanvaarde reden afwezig is bij enig onderdeel van het staatsexamen of deelstaatsexamen in een vak, is uitgesloten van verdere deelname aan het centraal examen en het college-examen in dit vak. Een eventueel al afgelegd centraal examen en/of al afgelegde onderdelen van het college-examen in dit vak wordt/worden ongeldig verklaard.

Artikel 6. Examenafname schriftelijk, digitaal, praktisch en mondeling

  • 1. Een kandidaat wordt alleen toegelaten tot het examen indien hij de examenoproep en geldig identiteitsbewijs kan tonen.

  • 2. Bij een examenonderdeel dat digitaal of schriftelijk wordt afgenomen, dient de kandidaat 30 minuten voor aanvang van het examen in de examenzaal aanwezig te zijn.

  • 3. Een kandidaat die te laat komt bij een examenonderdeel dat digitaal of schriftelijk wordt afgenomen of bij een praktisch examen, mag tot 30 minuten na de aanvang van de examenzitting tot het examen worden toegelaten. Zijn examen eindigt uiterlijk op het aangegeven eindtijdstip van deze examenzitting. Indien een kandidaat meer dan een half uur te laat komt bij één van de hier genoemde examenonderdelen komt het examen(onderdeel) te vervallen.

  • 4. De kandidaat wordt 5 minuten voor aanvang van de voorgeschreven voorbereidingstijd verwacht. De precieze aard van deze voorbereiding staat in de vakinformatie. Indien een kandidaat zich te laat voor de voorbereiding meldt, wordt de tijd die de kandidaat te laat is, niet gecompenseerd. Zijn examen begint op het in het rooster aangegeven tijdstip.

  • 5. Als de kandidaat zich minder dan 5 minuten na het in het rooster aangegeven begintijdstip van zijn mondeling examen meldt bij de examinatoren, dan wordt het examen gewoon afgenomen. De door de kandidaat gemiste tijd wordt aan het eind van het examen toegevoegd. Bij de beoordeling wordt geen rekening gehouden met het feit dat de kandidaat zich niet of te kort heeft kunnen voorbereiden. Als de kandidaat zich 5 minuten of meer na het in het rooster aangegeven begintijdstip van zijn mondeling examen meldt bij de examinatoren, dan komt dit examen te vervallen.

  • 6. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de locatievoorzitter, of de kandidaat het werk mag hervatten. Indien dat zo is, kan de gemiste tijd aan het eind van de zitting worden ingehaald. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten, overlegt de locatievoorzitter met de examenleiding. Wanneer het examen ongeldig wordt verklaard, wordt de kandidaat, indien mogelijk, op een ander moment in de gelegenheid gesteld het examen opnieuw afleggen.

  • 7. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van het college,

    • a. in het eerste tijdvak verhinderd is bij één of meer schriftelijke toetsen of examens, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het tweede of derde tijdvak de gemiste toetsen of examens alsnog af te leggen. Het uitstel wordt verleend voor niet meer vakken dan die nodig zijn voor één profiel, met dien verstande dat een kandidaat die op meerdere niveaus examen doet, slechts voor één niveau uitstel kan krijgen;

    • b. in het eerste tijdvak verhinderd is bij een of meer mondelinge of praktische examens, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde of vierde tijdvak de gemiste examens alsnog af te leggen. Het uitstel wordt verleend voor niet meer vakken dan die nodig zijn voor één profiel, met dien verstande dat een kandidaat die op meerdere niveaus examen doet, slechts voor één niveau uitstel kan krijgen;

    Een uitzondering op onderdelen a en b wordt alleen gemaakt, als uitstel verlenen op twee of meer niveaus nodig is in verband met het halen van een diploma. In één examenjaar kan een kandidaat slechts eenmaal uitstel worden verleend voor onderdelen van het college-examen naar een volgend tijdvak.

  • 8. De kandidaat kan binnen 8 dagen na diens verhindering een verzoek doen om uitstel. Hij gebruikt hiertoe het modelformulier en stuurt dit formulier naar staatsexamens@duo.nl. De kandidaat of zijn wettelijke vertegenwoordigers leveren de gevraagde informatie.

  • 9. Wanneer de kandidaat in het staatsexamenjaar een examenvak niet afrondt, komen de reeds behaalde resultaten voor het betreffende vak te vervallen.

Artikel 7. Gang van zaken tijdens het examen

  • 1. Tenzij anders is bepaald, dient schriftelijk werk te worden gemaakt op papier van de staatsexamens. De kandidaat voorziet elk papier van zijn naam, examennummer en vermeldt, indien van toepassing, het type grafische rekenmachine.

  • 2. In de vakinformatie zijn per vak de toegestane hulpmiddelen vastgesteld. De vakinformatie wordt gepubliceerd op de site van DUO.

  • 3. Het examenwerk mag niet met potlood worden gemaakt. Deze bepaling is niet van toepassing op tekeningen.

  • 4. De kandidaat mag geen papier, andere hulpmiddelen of informatiedragers, tabellen en boeken dan voorgeschreven, apparatuur waaronder begrepen digitale hulpmiddelen, horloges en middelen met een telefoon- of camerafunctie, jassen en tassen meenemen in de examenzaal.

  • 5. De surveillanten mogen materialen en hulpmiddelen tijdens de zitting controleren en algemene aanwijzingen geven.

  • 6. De kandidaat die iets wil vragen steekt een hand op en wacht op een reactie van een van de surveillanten. Tijdens het examen mag de kandidaat alleen met toestemming van een surveillant de examenruimte verlaten.

  • 7. Na het verstrijken van de examentijd stopt het examen. Nadat al het examenwerk is ingenomen of de apparatuur is afgesloten bij digitale afnames, mag de kandidaat de examenruimte verlaten.

  • 8. Eenmaal ingeleverd werk mag niet worden gewijzigd of aangevuld.

  • 9. Examenwerk dat door de kandidaat buiten de examenruimte is gebracht, verliest zijn geldigheid.

  • 10. Alle opgaven en verstrekte papieren blijven tijdens de zitting in de examenruimte.

Artikel 8. Beoordeling mondeling of praktisch college-examen

  • 1. In de vakinformatie is aangegeven waarop de kandidaat tijdens het college-examen wordt beoordeeld en is de weging van de cijfers voor de verschillende onderdelen vastgelegd.

  • 2. Inhoudelijke toetsing van een werkstuk of literatuurdossier gebeurt tijdens de afname van het mondeling of het praktisch gedeelte van het college-examen. In de vakinformatie is aangegeven welke invloed de beoordeling van het werkstuk, de bijbehorende presentatie en de beantwoording van daarover gestelde vragen heeft bij de bepaling van het cijfer voor het college-examen.

Artikel 9. Uitslagregeling vmbo

Onverlet artikel 4.21 Uitvoeringsbesluit WVO 2020, is de kandidaat die het staatsexamen theoretische of gemengde leerweg in het vmbo heeft afgelegd zonder het vak wiskunde in zijn vakkenpakket geslaagd, indien hij het college-examen rekenen heeft afgelegd.

Artikel 10. Bekendmaking cijfer centraal examen

Het resultaat van het centraal examen dat de kandidaat heeft afgelegd in het eerste tijdvak wordt onverwijld na vaststelling aan hem bekend gemaakt. Het cijfer wordt bekend gemaakt aan de kandidaat of aan de school waarop de kandidaat is ingeschreven.

Artikel 11. Uitslagregeling havo / vwo

  • 1. Onverlet artikel 4.20 Uitvoeringsbesluit WVO 2020, is de kandidaat voor het staatsexamen havo zonder wiskunde in zijn vakkenpakket geslaagd, indien hij het college-examen rekenen heeft afgelegd.

  • 2. Bij de uitslagbepaling voor havo en vwo wordt het gemiddelde van de eindcijfers van tenminste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, genaamd het combinatiecijfer, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald:

    • a. maatschappijleer en het profielwerkstuk.

      Daaraan kan via inwisseling worden toegevoegd:

    • b. culturele kunstzinnige vorming,

    • c. literatuur,

    • d. klassieke culturele vorming,

    • e. algemene natuurwetenschappen,

    • f. godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.

Artikel 12. Herkansing

  • 1. De vmbo-kandidaat die voor het profielwerkstuk de kwalificatie 'niet afgerond' heeft gekregen maar bij een beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ in hetzelfde examenjaar in aanmerking komt voor een diploma vmbo, krijgt in het derde of vierde tijdvak één keer de gelegenheid opnieuw een profielwerkstuk in te leveren en te presenteren. Dit beperkt niet het recht van de kandidaat op herkansing voor een college-examen in een bepaald vak.

  • 2. Na vaststelling van de uitslag wordt aan de kandidaat die daarvoor in aanmerking komt, een herkansingsformulier uitgereikt, samen met een overzicht van zijn behaalde cijfers. De kandidaat kan, binnen acht dagen vanaf het moment dat de uitslag is vastgesteld, aangeven of hij aan de herkansing wenst deel te nemen en voor welk vak of welke vakken.

  • 3. Herkansingen worden afgenomen in het derde tijdvak of, zo nodig, in het vierde tijdvak. Het College kan besluiten het centraal examen of een schriftelijk onderdeel van het college-examen bij de herkansing mondeling te laten afnemen.

  • 4. Bij vakken waarbij het college-examen uit een schriftelijk en een mondeling onderdeel bestaat, kan een kandidaat toestemming vragen bij de herkansing slechts één van beide onderdelen te doen. Als een onderdeel van het college-examen niet opnieuw wordt geëxamineerd, geldt voor dat onderdeel het resultaat dat eerder in het lopende examenjaar is behaald.

Artikel 13. Uitreiking diploma en cijferlijst

Aan een voor een staatsexamen vwo, havo of vmbo geslaagde kandidaat wordt een diploma uitgereikt. Op het diploma wordt vermeld:

Artikel 14. Certificaat

In aanvulling op hetgeen bepaald in artikel 4.32 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020, wordt een certificaat uitgereikt met dien verstande dat indien een examen in een vak dat op een certificaat voorkomt uit meerdere onderdelen bestaat, alle onderdelen in hetzelfde jaar dienen te zijn afgelegd.

Artikel 15. Ontheffingen anders dan op grond van een diploma of certificaat

Op basis van een diploma of getuigschrift, niet zijnde een diploma of certificaat vwo, havo, vmbo en mavo, kan een kandidaat een verzoek om ontheffing voor één of meer vakken indienen. Een verzoek om ontheffing dient voor 1 januari van het kalenderjaar waarin men examen wil afleggen, te worden ingediend.

Artikel 16. Inzien van schriftelijk examenwerk

  • 1. Op ten minste twee momenten in het examenjaar kan de kandidaat centraal in het land, zijn schriftelijk examenwerk in zien. De kandidaat meldt zich uiterlijk veertien dagen voor de gewenste datum per e-mail bij DUO. De data waarop inzage mogelijk is worden op de site van DUO gepubliceerd. Bij inzage op één van deze inzagedagen geldt dat het werk van maximaal vier vakken kan worden ingezien. Inzage op andere momenten vindt, na afspraak, uitsluitend bij DUO in Groningen plaats.

  • 2. Voor kandidaten die hun examen afnemen op de BES-eilanden geldt dat het College de mogelijkheid regelt hun schriftelijk examenwerk in te zien op een nader te bepalen datum in het derde tijdvak op Bonaire. De datum zal op de site van DUO worden gepubliceerd. Kandidaten die van deze mogelijkheid gebruik willen maken, moeten zich uiterlijk veertien dagen voor aanvang van het derde tijdvak per e-mail bij DUO hebben aangemeld.

Artikel 17. Geheimhouding

Iedereen die betrokken is bij de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan.

Artikel 18. Aansprakelijkheid

Examenfunctionarissen zijn nimmer aansprakelijk voor schade of letsel van de kandidaat en derden veroorzaakt tijdens een examenonderdeel van het staatsexamen, behalve als er sprake is van grove schuld of nalatigheid. De kandidaat vrijwaart de examenfunctionarissen tegen aanspraken van derden ter zake van schade en/of letsel veroorzaakt tijdens een examenonderdeel van het staatsexamen, behalve als er sprake is van grove schuld of nalatigheid.

Artikel 19. Gevallen onvoorzien

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist, namens het college, de programmamanager staatsexamens vo.