Deze bijlage behoort bij artikel 8, vierde lid, van de Subsidieregeling Meerurenmaatwerk
Voor de variant 4 en 5 dagen werken, als bedoeld in artikel 3, vierde lid, onderdeel a
|
Opties
|
Minimaal 0,8 fte1
|
1,0 fte
|
|
Geld (bruto per maand)
|
€ 250
|
€ 500
|
|
Geld tbv kinderopvang (bruto per maand)
|
€ 250
|
€ 500
|
|
Snipperdagen (dagen per jaar)
|
3
|
6
|
|
Flexibel rooster (uren per maand)
|
3
|
6
|
|
Andere niet-lesgevende taken (uren per maand)
|
3
|
6
|
1 Indien een leraar bijvoorbeeld 0,9 fte gaat werken (of al doet), dan krijgt de leraar
de bedragen of aantallen uit de eerste kolom (minimaal 0,8 fte), bovenop de reguliere
toename in salaris door het werken van meer uren. Bijvoorbeeld de beloning voor leraar
in schaal LB12 is € 6.056, als een leraar 0,6 fte werkt is dit € 3.634. Wanneer deze
0,8 fte gaat werken wordt dit € 4.845 plus € 250 maakt € 5.095.
Als een leraar daadwerkelijk 1,0 fte gaat werken, dan heeft de leraar recht op de
bedragen of aantallen uit de tweede kolom.
Voor de variant urenuitbreiding, als bedoeld in artikel 3, vierde lid, onderdeel b
|
Opties
|
Uitbreiding met 0,1 fte
|
Uitbreiding met 0,2 fte1
|
|
Geld (bruto per maand)
|
€ 250
|
€ 500
|
|
Geld tbv kinderopvang (bruto per maand)
|
€ 250
|
€ 500
|
|
Snipperdagen (dagen per jaar)
|
3
|
6
|
|
Flexibel rooster (uren per maand)
|
3
|
6
|
|
Andere niet-lesgevende taken (uren per maand)
|
3
|
6
|
1 0,2 en hoger.
Deze bijlage behoort bij artikel 9, derde lid, van de Subsidieregeling Meerurenmaatwerk
|
Jaartal
|
Betaalritme 1
|
Betaalmoment
|
|
2025
|
6,27%
|
Uiterlijk 31 december 2025
|
|
2026
|
33,53%
|
Op of rond 1 april 2026
|
|
2027
|
33,47%
|
Op of rond 1 april 2027
|
|
2028
|
26,74%
|
Op of rond 1 april 2028
|
1 Deze percentages zijn berekend op het totaal beschikbare subsidiebedrag minus de
uitvoeringskosten.