Besluit coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 04-06-2025 t/m heden.

Besluit van 28 mei 2025, houdende regeling van technische, personele en organisatorische maatregelen en nadere regels omtrent gegevensbeschermingsaudits ter uitvoering van de Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid en wijziging van het Besluit politiegegevens, alsmede tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid (Besluit coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 7 februari 2025, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 6156363;

Gelet op artikel 3, derde lid, artikel 5, derde lid, en artikel 11 van de Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid en artikel 18, eerste lid, van de Wet politiegegevens;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 maart 2025, nr. W16.25.00037/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid, van 27 mei 2025, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 6388928;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2. Werkwijze

  • 1 Onze Minister legt het doel en de afbakening van de werkzaamheden vast die worden verricht ter uitvoering van artikel 2 van de wet.

Artikel 3. Beschermingsmaatregelen

  • 1 Onze Minister voorziet voor de verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens de wet in:

    • a. actueel strategisch en tactisch risicogebaseerd informatiebeveiligingsbeleid waarin is vastgelegd op welke wijze invulling wordt gegeven aan de daarvoor geldende normen, waaronder in ieder geval de meest recente door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, vastgestelde richtlijnen;

    • b. functiescheiding waardoor bij de uitvoering van de in artikel 2 van de wet bedoelde taak onderscheid wordt gemaakt in verschillende taken en rollen;

    • c. maatregelen waarmee de toegang tot persoonsgegevens op zorgvuldige wijze wordt geregeld;

    • d. het loggen van zoekopdrachten van de in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de wet bedoelde publiek toegankelijke bronnen, voor zover dit onlinebronnen zijn en deze bronnen kunnen worden aangemerkt als sociale media, ten behoeve van het signaleren, analyseren en duiden van trends en fenomenen als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de wet.

  • 2 De persoonsgegevens die in verband met het loggen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden vastgelegd, worden uitsluitend gebruikt voor controledoeleinden. Deze persoonsgegevens worden minimaal een jaar na het genereren van de logregel en ten minste tot de datum waarop de laatste externe gegevensbeschermingsaudit, bedoeld in artikel 4, eerste lid, heeft plaatsgevonden bewaard.

Artikel 4. Gegevensbeschermingsaudit

  • 1 Onze Minister laat iedere vier jaar door middel van een externe gegevensbeschermingsaudit de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de bij en krachtens de wet gestelde regels ten aanzien de in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de wet bedoelde publiek toegankelijke bronnen, voor zover dit onlinebronnen zijn, in verband met het signaleren, analyseren en duiden van trends en fenomenen, controleren.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde controles hebben betrekking op de wijze waarop is voorzien in maatregelen en procedures en de werking van deze maatregelen en procedures waarmee beoogd wordt in de borging van de wettelijke eisen te voorzien.

  • 3 In afwijking van het eerste lid laat Onze Minister de eerste zes jaar na inwerkingtreding van de wet eens in de twee jaar een externe gegevensbeschermingsaudit verrichten.

  • 4 Onze Minister stuurt een afschrift van de controleresultaten van de externe gegevensbeschermingsaudit, bedoeld in het eerste lid, aan de Autoriteit Persoonsgegevens.

  • 5 Ter voorbereiding op de controles, bedoeld in het eerste lid, laat Onze Minister ieder jaar een interne gegevensbeschermingsaudit verrichten.

Artikel 6. Inwerkingtreding

De wet en dit besluit treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 7. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 mei 2025

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D.M. van Weel

Uitgegeven de derde juni 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D.M. van Weel