Beleidsregel kwalificatie commerciële mediadiensten op aanvraag 2025

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 16-06-2025 t/m heden.

Beleidsregel kwalificatie commerciële mediadiensten op aanvraag 2025

Het Commissariaat voor de Media,

Gelet op artikel 3.29a van de Mediawet 2008 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a. beslisboom: het stroomschema opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel;

  • b. commerciële media-instelling: commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de wet;

  • c. gebruiker: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die gebruikmaakt van een videoplatformdienst, hetzij door media-aanbod hiervoor te creëren en te delen, hetzij door hierop media-aanbod te bekijken.

  • d. Herzieningsrichtlijn: Richtlijn 2018/1808 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van de Richtlijn in het licht van een veranderende marktsituatie;

  • e. Richtlijn: Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (doorgaans aangeduid als: Richtlijn audiovisuele mediadiensten), als gewijzigd door de Herzieningsrichtlijn;

  • f. videoplatformdienst: videoplatformdienst in de zin van artikel 3a.1 van de wet;

  • g. wet: de Mediawet 2008.

Artikel 2. Kwalificatie

  • 1 Een mediadienst wordt aangemerkt als een commerciële mediadienst op aanvraag als deze voldoet aan de begripsomschrijving van artikel 3.29a, in samenhang met de relevante bepalingen van artikel 1.1, eerste lid, van de wet. Deze beleidsregel geeft een verduidelijking van bepaalde vereisten die niet in deze artikelen worden genoemd, maar op grond van de wet en de Richtlijn wel moeten zijn vervuld, wil sprake zijn van een commerciële mediadienst op aanvraag.

  • 2 Een commerciële mediadienst op aanvraag kan worden verzorgd door:

    • (a) een commerciële media-instelling die beschikt over een eigen platform waarop audiovisueel media-aanbod wordt verzorgd waarvoor de commerciële media-instelling redactionele verantwoordelijkheid draagt, of

    • (b) een commerciële media-instelling die, door gebruikmaking van een door een derde partij aangeboden videoplatformdienst, audiovisueel media-aanbod verzorgt waarvoor zij (de video-uploader) redactionele verantwoordelijkheid draagt.

  • 3 Een dienst verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in het tweede lid, onder (a) of (b), wordt aangemerkt als een commerciële mediadienst op aanvraag als deze, naast het bepaalde in artikel 3.29a van de wet, eveneens voldoet aan de vereisten van de artikelen 3 tot en met 7 van deze beleidsregel.

  • 4 Ten aanzien van een commerciële mediadienst op aanvraag die wordt verzorgd door een commerciële media-instelling als bedoeld in het tweede lid, onder b (de video-uploader), geldt de meldplicht, als bedoeld in artikel 3.29b, eerste lid, van de wet, en de verplichting tot het betalen van toezichtkosten, als bedoeld in 3.30, eerste lid, van de wet, niet indien de commerciële media-instelling stap 5 van de beslisboom in de bijlage positief doorloopt.

Artikel 3. Catalogus

De commerciële mediadienst op aanvraag is gebaseerd op een catalogus. Onder catalogus wordt verstaan de ordening van het audiovisueel media-aanbod in een databank die audiovisueel media-aanbod voor de gebruiker toegankelijk maakt.

Artikel 4. Hoofddoel

  • 1 De commerciële mediadienst op aanvraag is een mediadienst waarvan het hoofddoel of een essentiële functie bestaat uit het verzorgen van audiovisueel media-aanbod ter informatie, vermaak of educatie van het algemene publiek.

  • 2 Het verzorgen van audiovisueel media-aanbod ter informatie, vermaak of educatie van het algemene publiek als onderdeel van een groter geheel van activiteiten, wordt beschouwd als een afzonderlijke mediadienst in de zin van het eerste lid, als het verzorgen van dat media-aanbod een autonome inhoud en functie heeft ten opzichte van de overige activiteiten van de aanbieder.

Artikel 5. Massamediaal karakter

Een commerciële mediadienst op aanvraag heeft een massamediaal karakter. Hiervan is sprake als een dienst direct of indirect door het algemene publiek in een of meer lidstaten van de Europese Unie met standaard consumentenapparatuur kan worden ontvangen en een duidelijke impact kan hebben op een significant deel van het publiek.

Artikel 6. Economische dienst

De commerciële mediadienst op aanvraag is een economische dienst. Dit houdt in dat de dienst gewoonlijk tegen vergoeding wordt verricht, dan wel dat het verrichten van de dienst gewoonlijk op andere wijze materieel voordeel oplevert.

Artikel 7. Redactionele verantwoordelijkheid

  • 1 Een aanbieder moet redactioneel verantwoordelijk zijn voor de commerciële mediadienst op aanvraag. Dit betekent dat de aanbieder effectieve controle uitoefent over de keuze van de inhoud van het audiovisueel media-aanbod en de organisatie ervan.

  • 2 Voor de toepassing van deze beleidsregel geldt dat als meerdere partijen invloed hebben op de keuze van de inhoud en de organisatie van het media-aanbod, de partij met de doorslaggevende invloed op de keuze van de inhoud van het audiovisueel media-aanbod redactioneel verantwoordelijk is.

Artikel 8. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1 Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel kwalificatie commerciële mediadiensten op aanvraag 2025.

  • 3 Deze beleidsregel wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de website van het Commissariaat (www.cvdm.nl).

  • 4 Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 16 juni 2025.

Commissariaat voor de Media,

A. Asante

voorzitter

P.V. Eijsvoogel

commissaris