Instellingsbesluit Adviescommissie uitvoering Programma Luchtruimherziening

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 15-05-2025 t/m heden.

Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie, van 17 april 2025, nr. IENW/BSK-2025/93055, tot instelling van een Adviescommissie uitvoering Programma Luchtruimherziening

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie, handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, hebben besloten dat wordt overgegaan tot het instellen van de Adviescommissie uitvoering Programma Luchtruimherziening zoals vastgelegd in dit instellingsbesluit.

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • commissie: de commissie zoals bedoeld in artikel 2;

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • ministerie: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

  • projecten Hoger Naderen Luchthavens: verkenning van de mogelijkheden om door aanpassing van de naderingswijze van burgerluchthavens de leefomgevingskwaliteit rondom de burgerluchthavens stapsgewijs en in overleg met de omgeving te verbeteren;

  • Schetsontwerp: het eerste concept van de nieuwe indeling van het luchtruim dat binnen bestaande beleidskaders tot stand is gekomen en is gepubliceerd;

  • staatssecretaris: Staatssecretaris van Defensie;

  • Voorlopig Ontwerp: de nadere uitwerking van het eerste concept van de nieuwe indeling van het luchtruim, wat ter besluitvorming aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1 Er is een Adviescommissie uitvoering Programma Luchtruimherziening.

  • 2 De commissie heeft tot taak om in het licht van de motie van de leden van Dijk en Grinwis (Kamerstukken II 2024/25, 31 936, nr. 1158) en aan de hand van het Schetsontwerp en de bijbehorende effectanalyses de minister te adviseren over de uitvoering van de nieuwe indeling van het luchtruim. Daarbij wordt de commissie gevraagd om de volgende punten in beschouwing te nemen:

    • a. de maatschappelijke doelstellingen die met de herindeling worden beoogd;

    • b. de veranderende geopolitieke omstandigheden;

    • c. de integraliteit van de herindeling van het luchtruim;

    • d. de objectiviteit van de totstandkoming van het voorgestelde Schetsontwerp;

    • e. de mogelijkheden om verbeteringen in de leefomgevingskwaliteit in de uitvoering te bereiken met de projecten Hoger Naderen Luchthavens.

    Keuzes over aantallen vliegtuigbewegingen op Schiphol (waaronder de Balanced Approach) en op andere luchthavens of vliegbases zijn geen onderdeel van de herindeling van het luchtruim en daarmee ook niet van de taak van de commissie. Meer algemeen gesteld, beschouwt het advies als leidend de geldende wet- en regelgeving en beleidskaders over leefomgevingskwaliteit, geluid, duurzaamheid en luchtruimindeling. Advisering over het aanpassen van regelgeving of beleidskaders maakt geen onderdeel uit van de taak van de commissie.

  • 3 Bij haar onderzoek om te komen tot een advies betrekt de commissie vroegtijdig een vertegenwoordiging van belanghebbenden waaronder een vertegenwoordiging van omgeving in een klankbordgroep, mede in het licht van de motie van de leden van Dijk cs (Kamerstuk 2024/25, 31 936, nr. 1187). Een Plan van Aanpak voor het betrekken van deze klankbordgroep maakt onderdeel uit van de taak van de commissie.

  • 4 Naar aanleiding van haar bevindingen en conclusies is de commissie bevoegd aanbevelingen aan de minister te doen.

  • 5 Het advies van de commissie wordt betrokken bij de verdere detaillering van het Schetsontwerp naar het Voorlopig Ontwerp en bij de invulling van de Hoger Naderen projecten rondom de burgerluchthavens. Daartoe zal het advies uiterlijk 1 november 2025 worden opgeleverd.

Artikel 3. Leden

De commissie bestaat uit:

  • a. Dr. Jan Jacob van Dijk, Culemborg, tevens voorzitter;

  • b. Maximaal vijf andere leden.

De commissie wordt ondersteund door een onafhankelijke externe secretaris. De benoeming van de leden geldt tot de opheffing van de commissie.

Artikel 4. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1 De voorzitter en de andere leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie onafhankelijk (en zonder beïnvloeding van derden) uit.

  • 2 De voorzitter wordt door de minister benoemd in overeenstemming met de staatssecretaris.

  • 3 Twee andere leden worden door de minister benoemd op grond van hun onafhankelijke expertise op het gebied van leefomgevingskwaliteit in relatie tot luchtvaart, luchtruimontwerp of luchtruimbeheer, naar aanleiding van de door representatieve bewonersgroepen aangedragen deskundigen.

  • 4 Twee onafhankelijke experts op het gebied van luchtruimontwerp, luchtruimbeheer, luchtverkeersafhandeling, en militaire paraatheid worden door de minister, in overeenstemming met de staatssecretaris, geselecteerd en worden door de minister als leden benoemd.

  • 5 De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 6 De voorzitter en overige leden kunnen (op eigen verzoek, wegens ongeschiktheid of op andere zwaarwegende gronden) worden geschorst en ontslagen door de minister, in overeenstemming met de staatssecretaris.

Artikel 5. Instellingsduur

De commissie wordt ingesteld met ingang van 17 april 2025 en wordt 8 weken na publicatie van het eindrapport opgeheven.

Artikel 6. Secretariaat

  • 1 Het instellende ministerie voorziet in instelling van een onafhankelijk extern secretariaat.

  • 2 De minister vergoedt de externe secretaris van de commissie.

  • 3 Het secretariaat of de secretaris is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan (de voorzitter van) de commissie.

  • 4 Aan het secretariaat kunnen medewerkers worden toegevoegd.

Artikel 7. Werkwijze

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast, met dien verstande dat in deze werkwijze is voorzien in het vroegtijdig betrekken van een klankborgroep van representanten van belanghebbenden, waaronder van de brede omgeving.

  • 2 De commissie verstrekt desgevraagd inlichtingen aan de minister die nodig zijn voor de uitvoering van diens taken. De minister, in overeenstemming met de staatssecretaris, kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van ministeriële taken redelijkerwijs nodig is.

Artikel 8. Vergoeding

Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18, zoals vastgelegd in de CAO Rijk, en de arbeidsduurfactor op 12/40. Reiskosten worden verrekend.

Artikel 9. Inwinnen van inlichtingen door een onderzoekscommissie

  • 1 De commissie is bevoegd om zich voor het inwinnen van inlichtingen rechtstreeks te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het onderzoek.

  • 2 Het ministerie en het Ministerie van Defensie verlenen de commissie de verlangde medewerking en toegang tot alle informatie die zij nodig heeft.

  • 3 Ambtenaren van het ministerie en van het Ministerie van Defensie zijn verplicht om de leden van de commissie de verlangde medewerking te verlenen, voor zover deze samenhangt met hun ambtelijke taak.

Artikel 10. Kosten van externe commissies

  • 1 De kosten van de commissie komen, voor zover op basis van een goedgekeurde raming, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning;

    • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek;

    • c. de kosten voor oplevering van het eindrapport;

    • d. de kosten voor ontmoetingslocaties van de commissie met externe deskundigen en voor ontmoetingen met de klankbordgroep;

    • e. ICT (ten behoeve van documentbeheer, mailadres, contactpunt voor externe partijen).

  • 2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een kostenraming aan de minister aan.

  • 3 De commissie voert een eigen financiële administratie en levert een financieel overzicht aan.

  • 4 De commissie laat een accountantscontrole uitvoeren van het financieel overzicht.

Artikel 11. Huisvesting externe commissie

De commissie verricht haar externe werkzaamheden op locaties buiten het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waarbij dienstverlening van het CAOP wordt betrokken.

Artikel 12. Eindrapport, tussenrapporten en uiterste datum voor oplevering

De commissie brengt uiterlijk 1 november 2025 haar advies over het Schetsontwerp uit aan de minister.

Artikel 13. Openbaarmaking externe commissies

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen. Op grond van de Wet open overheid, artikel 3, derde lid, sub b, maakt de commissie haar eigen advies openbaar. De adviesaanvraag wordt openbaar gemaakt door de minister, in overeenstemming met de staatssecretaris.

Artikel 14. Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, op een eerder moment, de stukken en gegevens betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Luchtvaart van het ministerie.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 17 april 2025.

Artikel 16. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie uitvoering Programma Luchtruimherziening.

Dit besluit zal met de bijbehorende toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de betrokkenen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

B. Madlener