Tijdelijke Subsidieregeling ERTMS goederenlocomotieven

[Regeling vervalt per 01-01-2030.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 17-04-2025 t/m heden.

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 8 april 2025, nr. IENW/BSK-2023/256354, houdende vaststelling van regels voor de subsidiëring van de uitvoering van activiteiten ten behoeve van de aanpassing van goederenlocomotieven aan of de ontwikkeling van goederenlocomotieven met inachtneming van ETCS systeemversie 2.0 of hoger (Tijdelijke subsidieregeling ERTMS goederenlocomotieven) [KetenID WGK025919]

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanpassing: aanpassing van een goederenlocomotief aan ETCS systeemversie 2.0 of hoger, door middel van upgrade of retrofit;

  • ATB: automatische treinbeïnvloeding;

  • ETCS systeemversie 2.0 of hoger: versie van het treinbesturings- en seingevingssysteem van de Europese Unie (ETCS) geschikt voor ETCS level 2;

  • ERTMS: European Rail Traffic Management System;

  • hoofdspoorweg: spoorweg als bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet;

  • Minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • ontwikkeling: ontwikkeling van een prototype van een goederenlocomotief ten behoeve van ten minste twintig goederenlocomotieven;

  • Programma ERTMS: projectactiviteiten ter uitwerking en realisatie van het MIRT-project ‘European Rail Traffic Management System’.

Artikel 2. Doel van de subsidie

De Minister kan subsidie verstrekken aan de eigenaar van een goederenlocomotief ter financiering van de aanpassing of de ontwikkeling van de goederenlocomotief met inachtneming van ETCS systeemversie 2.0 of hoger en behoeve van het goederenvervoer op de hoofdspoorweg Nederland.

Artikel 3. Aanvrager

  • 1 Een aanvraag wordt ingediend door de eigenaar van een goederenlocomotief.

  • 2 De aanvrager stemt met de aanvraag er mee in dat infrastructuurbeheerder ProRail in de kalenderjaren, bedoeld in artikel 10, vijfde lid, aan de Minister op diens verzoek de goederenlocomotief betreffende wagenlijsten verstrekt.

Artikel 4. Subsidieplafond en volgorde

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt € 41.000.000 met dien verstande dat hiervan ten hoogste € 4.000.000 beschikbaar is voor de ontwikkeling.

  • 2 De subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 5. Voorwaarden

  • 2 Ter zake van de aanpassing is voorafgaand aan 14 juli 2017

  • 3 Het is aannemelijk dat de ontwikkeling is afgerond binnen twee jaar na inwerkingtreding van deze regeling.

  • 4 Jegens de aanvrager is geen sprake van een lopende terugvorderingsprocedure die is gebaseerd op een besluit van de Europese Commissie inzake onverenigbare staatssteun.

  • 5 De aanvrager is niet een onderneming in moeilijkheden als bedoeld in de Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU C 249/1).

Artikel 6. Subsidiabele kosten

  • 1 De subsidie bedraagt ten hoogste vijftig procent van de subsidiabele kosten tot ten hoogste

    • a. € 200.000 ten aanzien van de aanpassing;

    • b. € 2.000.000 ten aanzien van de ontwikkeling.

  • 2 Als subsidiabele kosten komen in aanmerking de vanaf 1 januari 2025 tot de einddatum van het aanpassings- of ontwikkelingsproject aantoonbaar gemaakte gespecificeerde kosten voor:

    • a. de aanpassing, daaronder begrepen de kosten voor aanschaf en installatie van software en hardware;

    • b. de onttrekking van de goederenlocomotief aan het verkeer gedurende de fase van de aanpassing of de ontwikkeling;

    • c. de voertuigvergunning in verband met de aanpassing of de ontwikkeling;

    • d. het ontwerpen van een prototype in het kader van de ontwikkeling.

  • 3 De onttrekking, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt

    • a. voor de berekening van subsidiabele kosten van de aanpassing, gesteld op ten hoogste vier aaneengesloten weken;

    • b. voor de berekening van subsidiabele kosten van de ontwikkeling, gesteld op een jaar.

  • 4 Het subsidiabele uurtarief omvat de directe loonkosten van het aantal uren dat daadwerkelijk aan de uitvoering van de subsidiabele activiteiten is besteed, gedeeld door het aantal productieve uren per jaar dat in de organisatie van de aanvrager gangbaar is, vermeerderd met vijftig procent voor indirecte kosten.

  • 5 De directe loonkosten bestaan uit:

    • a. bruto loon volgens de CAO-salaristabel of de individuele arbeidsovereenkomst;

    • b. vakantie-uitkering;

    • c. niet van winst afhankelijke eindejaarsuitkering of dertiende maand;

    • d. werkgeversdeel pensioenpremie;

    • e. werkgeversdeel sociale zekerheidspremies en ziektekostenuitkeringen.

Artikel 7. Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1 Een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend in de periode van 1 mei 2025 tot 1 augustus 2025.

  • 2 Een aanvraag tot subsidieverlening bevat naast de gegevens en bescheiden, genoemd in artikel 10, vierde lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M, ten minste de volgende gegevens:

    • a. naam, adres, wettelijk vertegenwoordiger en nummer van de Kamer van Koophandel of vergelijkbare registratie, van de eigenaar van de goederenlocomotief;

    • b. een offerte of overeenkomst voor de aanpassing of de ontwikkeling;

    • c. een vermelding van de versie van ERTMS die wordt ingebouwd;

    • d. jaarcijfers van de twee kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag is ingediend, bestaand uit balans, winst- en verliesrekening van de aanvrager en een toelichting op de jaarcijfers;

    • e. een ondertekende verklaring met betrekking tot andere subsidies voor de aanpassing of de ontwikkeling.

  • 3 Een aanvraag tot subsidieverlening in verband met de aanpassing bevat tevens:

  • 4 Een aanvraag tot subsidieverlening in verband met de aanpassing die meer dan één goederenlocomotief betreft, bevat tevens een planning van de aanpassing en oplevering per goederenlocomotief.

  • 5 Een aanvraag tot subsidieverlening in verband met de ontwikkeling bevat tevens:

    • a. een planning van de ontwikkeling;

    • b. een risicodossier, bestaande uit een beschrijving van vijf belangrijkste projectrisico’s en bijbehorende beheersmaatregelen.

  • 6 Een aanvrager kan ten hoogste één aanvraag per maand indienen.

Artikel 8. Mindering op de subsidieverlening

  • 1 Onverminderd artikel 5, eerste lid, wordt de subsidie voor de aanpassing verlaagd met het bedrag dat op grond van een subsidieregeling is of wordt verstrekt voor de aanpassing, tot vijftig procent van de subsidiabele kosten.

  • 2 Onverminderd artikel 5, eerste lid, wordt de subsidie voor de ontwikkeling verlaagd met het bedrag dat op grond van een subsidieregeling is of wordt verstrekt voor de ontwikkeling tot negentig procent van de subsidiabele kosten.

Artikel 9. Beschikking tot subsidieverlening

Een subsidie tot € 25.000 wordt verstrekt in de vorm van een vast bedrag.

Artikel 10. Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 De aanpassing heeft plaatsgevonden binnen de looptijd van deze regeling.

  • 2 De voertuigvergunning voor de aangepaste goederenlocomotief betreft ten minste hetzelfde gebruiksgebied in Nederland als voorafgaand aan de aanpassing van die goederenlocomotief.

  • 3 De ontwikkeling is uiterlijk twee jaar na inwerkingtreding van deze regeling afgerond met het in de handel brengen van de goederenlocomotief.

  • 4 Het in de handel brengen van de locomotief, bedoeld in het derde lid, is aangetoond met een complete, bij het Spoorwegbureau van de Europese Unie ingediende aanvraag tot typegoedkeuring.

  • 5 Gedurende drie aaneengesloten kalenderjaren na de ingangsdatum van de voertuigvergunning die is verleend in verband met de aanpassing of de ontwikkeling, is de goederenlocomotief in ieder kalenderjaar op ten minste tien dagen in Nederland ingezet, bepaald aan de hand van bij de infrastructuurbeheerder ingediende wagenlijsten.

Artikel 11. Voorschotverlening

  • 1 De Minister kan een voorschot verlenen tot 95 procent van het verleende subsidiebedrag.

  • 2 De beschikking tot voorschotverlening wordt ambtshalve gelijktijdig met de beschikking tot subsidieverlening gegeven.

  • 3 Indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, wordt het voorschot uitgekeerd in termijnen waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot voorschotverlening worden bepaald.

Artikel 12. Aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1 Indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, wordt de aanvraag tot subsidievaststelling ingediend binnen 22 weken na de datum waarop ingevolge de verleningsbeschikking de activiteiten moeten zijn verricht.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van een kopie van de voertuigvergunning die is verleend in verband met de aanpassing of de ontwikkeling, en van een verslag omtrent het verloop, de uitvoering en de resultaten van de activiteit, waaruit blijkt dat de subsidieontvanger aan de verplichtingen heeft voldaan.

Artikel 13. Evaluatieverslag

Vóór 1 april 2030 publiceert de Minister een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verstrekte subsidies.

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2025. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 april 2025, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 april 2025.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2030 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de voor die datum aangevraagde subsidies.

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke Subsidieregeling ERTMS goederenlocomotieven.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu

C.A. Jansen