Instellingsbesluit Strategische Milieukamer

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 16-04-2025 t/m heden.

Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid, de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, en de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 1 april, nr. 6192727, tot instelling van de Strategische Milieukamer (Instellingsbesluit Strategische Milieukamer)

De Minister van Justitie en Veiligheid, de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

Besluiten:

Artikel 1. Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder bewindspersonen: de Minister van Justitie en Veiligheid, de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1 Er is een Strategische Milieukamer.

  • 2 De Strategische Milieukamer heeft tot taak:

    • a. ten minste eenmaal in de vier jaar een Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit vast te stellen, waarin de aard en de omvang van verschijningsvormen van milieucriminaliteit met een Nederlandse component alsook de schade als gevolg daarvan worden beschreven;

    • b. op basis van in ieder geval het onder a genoemde Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit ten minste eenmaal in de vier jaar een Agenda Strafrechtelijke Aanpak Milieucriminaliteit op te stellen, waarin afspraken tussen de in de Strategische Milieukamer vertegenwoordigde organisaties worden vastgelegd over in ieder geval de strategische prioritering voor de strafrechtelijke aanpak van milieucriminaliteit, de wijze van samenwerking bij de strafrechtelijke aanpak van milieucriminaliteit en de daarbij te behalen resultaten;

    • c. de bewindspersonen gevraagd en ongevraagd te adviseren over de strafrechtelijke aanpak van milieucriminaliteit.

  • 3 De Strategische Milieukamer stelt ten minste eenmaal per jaar een verslag op over de voortgang en realisatie van de in het tweede lid, onder b, bedoelde Agenda Strafrechtelijke Aanpak Milieucriminaliteit.

Artikel 3. Samenstelling

  • 1 In de Strategische Milieukamer hebben zitting:

    • a. de Hoofdofficier van Justitie van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie, tevens voorzitter;

    • b. de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport;

    • c. de Inspecteur-Generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

    • d. de door de korpschef gemandateerde politiechef die landelijk verantwoordelijk is voor het functionele werkgebied milieucriminaliteit;

    • e. een directeur van een omgevingsdienst namens de directeuren van omgevingsdiensten, bedoeld in artikel 4.2, aanhef en onder a, van het Besluit OM-afdoening.

  • 2 De Strategische Milieukamer kan functionarissen van andere dan de in het eerste lid genoemde instanties of organisaties uitnodigen om deel te nemen aan de bijeenkomsten van de Strategische Milieukamer en de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2.

  • 3 Een lid van de Strategische Milieukamer kan zich door een plaatsvervanger met een functie van vergelijkbaar niveau laten vertegenwoordigen.

  • 4 Een lid van de Strategische Milieukamer neemt deel vanuit de eigen taken en verantwoordelijkheden.

Artikel 4. Ondersteuning

  • 1 De leden van de Strategische Milieukamer voorzien in de ondersteuning van de Strategische Milieukamer.

  • 2 De leden van de Strategische Milieukamer stellen een protocol vast over de vorm van de ondersteuning en de wijze waarop de leden van de Strategische Milieukamer voorzien in voldoende personele en kwalitatieve capaciteit voor haar ondersteuning.

Artikel 5. Werkwijze en besluitvorming

  • 1 De Strategische Milieukamer komt ten minste vier keer per jaar bijeen.

  • 2 De Strategische Milieukamer beslist bij consensus.

  • 3 De Strategische Milieukamer legt de in artikel 2, tweede lid, onder b, bedoelde Agenda Strafrechtelijke Aanpak Milieucriminaliteit ter bespreking voor aan het Bestuurlijk Omgevingsberaad alvorens deze vast te stellen.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 april 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D.M. van Weel

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu,

C.A. Jansen

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

J.F. Rummenie