|
Organisatie
(4-puntsschaal)
Weging 20%
|
Er is inzichtelijk gemaakt hoe de wedstrijden georganiseerd en uitgevoerd gaan worden.
|
• De beschrijving van de organisatie- en overlegstructuur
• Een activiteitenplan, inclusief nazorg voor de internationale vakwedstrijden
• De risico’s en beheersmaatregelen
• Evaluatie en bijsturing maakt onderdeel uit van het activiteitenplan.
• Aantoonbare ervaring met soortgelijke evenementen, zowel nationaal als internationaal
|
Voor dit criterium wordt hoger gescoord als de aanvraag beter is uitgewerkt op:
• De organisatie- en overlegstructuur met bijbehorende taken en verantwoordelijkheden
is zodanig ingericht dat een succesvolle uitvoering van het plan van aanpak mogelijk
is.
• Het activiteitenplan is uitvoerbaar en haalbaar in de aangegeven tijd, door per
fase aan te geven welke tussenresultaten op welk moment en op welke wijze behaald
worden;
• Risicobeheersing. De risico’s met bijbehorende maatregelen zijn kwalitatief goed
in kaart gebracht, waaruit blijkt dat is nagedacht over mogelijke knelpunten en bedreigingen;
• De wijze van het verzamelen van (voortgangs-) informatie voor (tussentijdse) bijsturing
is bijgevoegd;
• Informatie hoe de aanvrager de ervaring en kennis gebruikt voor de vakwedstrijden.
|
|
Samenwerking
(4-puntsschaal)
Weging 15%
|
Er is een gedragen samenwerking met relevante actoren
|
Er is inzichtelijk gemaakt dat met diverse relevante actoren (studenten, scholen/
instellingen, veldpartijen zoals de raden, en bedrijfsleven) wordt samengewerkt doordat
dit is opgenomen in het activiteitenplan met een eventuele taakverdeling.
|
Voor dit criterium wordt hoger gescoord als de aanvraag beter is uitgewerkt op:
• Het beschrijven van de belangen en de behoeften van de relevante actoren;
• Het beschrijven van de inhoudelijke inbreng en deskundigheid van de relevante actoren
bij het plan van aanpak;
• Draagvlakverbreding door het betrekken van (een vertegenwoordiging van) leerlingen/studenten,
oud-deelnemers, docenten, raden en praktijkopleiders bij de inhoudelijke invulling
van de wedstrijden.
• Draagvlakverbreding door het betrekken van onderwijsinstellingen en bedrijfsleven
bij de organisatie en inrichting van de wedstrijden.
|
|
Financiën
(4-puntsschaal)
Weging 20%
|
Er is een inzichtelijke en evenwichtige begroting die voldoet aan de eisen van de
regeling en de Kaderregeling OCW, SZW en VWS artikel 3.3.
|
• In de begroting is duidelijk weergegeven welke kosten (en mogelijke opbrengsten)
door wie gemaakt worden, gerelateerd aan het activiteitenplan.
• Uit de begroting blijkt dat de kosten in een redelijke verhouding (inzet uren, gehanteerd
uurtarief, vergoeding te leveren goederen/ diensten) staan tot de beoogde activiteiten
en opbrengsten
De begroting mag het subsidieplafond niet overschrijden.
|
Voor dit criterium wordt hoger gescoord als de aanvraag beter is uitgewerkt op:
• De onderbouwing van (alle) kosten en opbrengsten, inc. prijs*hoeveelheid onderbouwing;
• De kosten voor overhead, door deze zo laag mogelijk te houden;
• Als er sprake is van cofinanciering (financieel, dan wel materieel) en deze is toegelicht.
|
|
Inhoud
(4-puntsschaal)
Weging 20%
|
Er is inzichtelijk gemaakt hoe de concrete uitwerking van de wedstrijden er uit gaat
zien en hoe daarmee wordt bijgedragen aan de doelstelling van de regeling.
|
• Hoe wordt bijgedragen aan het versterken van het imago van het beroepsonderwijs.
• Hoe wordt bijgedragen aan het stimuleren van deelname van een zo groot mogelijk
aantal jongeren/ jong volwassenen om beroeps- en vakgericht onderwijs te volgen en
daarbij het beste in zich naar boven te halen.
• Hoe wordt bijgedragen aan het stimuleren van onderwijsinnovatie.
• Hoe wordt bijgedragen aan loopbaan- en beroepsoriëntatie voor jongeren in het V(S)O
en het pro die niet deelnemen aan de wedstrijden.
|
Voor dit criterium wordt hoger gescoord als de aanvraag beter is uitgewerkt op:
• De bijdrage aan het versterken van het imago van het beroepsonderwijs;
• De bijdrage om het beste uit jongeren/jong volwassenen naar boven te halen;
• De inzet van andere onderwijsvormen en/of nieuwe technologieën, als onderdeel van
de wedstrijden;
• De inhoudelijke bijdrage van relevante actoren.
• Stimuleren van diversiteit in beroeps- en vakgerichte opleidingen;
• Stimuleren van diversiteit in de doelgroep leerlingen/ studenten.
• Regionale en sectorale verschillen bij de organisatie van de wedstrijden voor vo
en mbo;
|
|
Duurzaamheid
(4-puntsschaal)
Weging 15%
|
Er is aangegeven hoe het doel van de wedstrijden ook in de toekomst kan worden nagestreefd
en hoe de voorgestelde aanpak daaraan bijdraagt.
|
• Jongeren/jong volwassenen blijvend interesseren voor beroeps- en vakgericht onderwijs.
• Zorgdragen dat ontwikkelde producten aansluiten bij het onderwijsprogramma.
• Zorgdragen dat het bedrijfsleven structureel betrokken blijft.
|
Voor dit criterium wordt hoger gescoord als de aanvraag beter is uitgewerkt op:
• Visie over de wijze waarop de interesse van jongeren/jong volwassenen voor beroeps-
en vakgericht onderwijs blijvend kan worden gestimuleerd
• Visie over de wijze waarop de culturele diversiteit van leerlingen/studenten bij
deelname kan worden gestimuleerd en geborgd.
• Visie over borging van ontwikkelde producten in het onderwijsprogramma.
• Visie op het borgen van structurele betrokkenheid van het bedrijfsleven.
|
|
Promotie
(4-puntsschaal)
Weging 10%
|
Er is aangegeven hoe de zichtbaarheid van de wedstrijden wordt bevorderd. Daarbij
is eveneens aangegeven hoe de deelname aan de wedstrijden door leerlingen/studenten
wordt vergroot in de looptijd van tien jaar.
|
• Publiciteit creëren rond de wedstrijden
• Aantal deelnemers uit het v(s)o en pro aan de wedstrijden vergroten, het aantal
deelnemers uit het mbo ten minste op peil houden en de variatie in deelnemers stimuleren
• Aantal betrokken bedrijven vergroten
|
Voor dit criterium wordt hoger gescoord als de aanvraag beter is uitgewerkt op:
• de werkwijze om de bekendheid van de vakwedstrijden bij een breed publiek (zoals
ouders en toekomstige leerlingen) te vergroten.
• de werkwijze om het aantal deelnemers aan de wedstrijden in de loop van tien jaar
te vergroten;
• de werkwijze om het aantal betrokken bedrijven in de loop van tien jaar te vergroten.
|