Regeling Internationalisering Ontwerpsector 2025–2028

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 01-04-2025 t/m heden.

Regeling Internationalisering Ontwerpsector 2025–2028

Het bestuur van de stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, besluit vast te stellen de navolgende regeling, houdende regels voor het verstrekken van subsidies aan makers en partijen voor de uitvoering van projecten ter bevordering van de kwaliteit van de creatieve industrie.

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begrippen

De in deze regeling gebruikte begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. Specifiek binnen deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1. aanvrager: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die op grond van deze regeling een subsidieaanvraag doet bij het Stimuleringsfonds;

  • 2. adviescommissie: een onafhankelijke, door het bestuur aangestelde commissie van externe deskundigen;

  • 3. beschikking: de brief waarmee het bestuur formeel besluit over het al dan niet toekennen van de subsidie;

  • 4. beschikkingsdatum: de datum zoals vermeld op de beschikking;

  • 5. beschouwer: een schrijver, programmamaker of curator wiens werkzaamheden zich verhouden tot de creatieve industrie;

  • 6. bestuur: de bestuurder van het Stimuleringsfonds, als bedoeld in artikel 5 van de statuten;

  • 7. cofinanciering: aanvullende financiering voor het project in de vorm van een andere subsidie, sponsoring, investering, eigen inkomsten uit bijvoorbeeld kaartverkoop of bijdrage van een externe partij, naast de gevraagde subsidie van het Stimuleringsfonds. Eigen bijdragen in de vorm van investeringen of doorberekende kortingen worden niet gerekend tot cofinanciering;

  • 8. creatieve industrie: het werkterrein van de disciplines vormgeving, architectuur en digitale cultuur inclusief mogelijke cross-overs tussen deze disciplines;

  • 9. culturele instelling of -organisatie: een non-profit-, privaatrechtelijke rechtspersoon met een ondersteunende, producerende of initiërende functie binnen de creatieve industrie zoals een lab of werkplaats, een platform of een tentoonstellings- of presentatieplek;

  • 10. herziene aanvraag: een subsidieaanvraag, voorzien van nieuwe informatie, die opnieuw wordt ingediend na een negatief advies van de adviescommissie, op grond van een regeling van het Stimuleringsfonds.

  • 11. het Koninkrijk: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit de landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • 12. ontwerpbureau: een collectief of groep van professionele ontwerpers of makers die zich binnen een bureau of studio beroepsmatig hebben georganiseerd en zich positioneren binnen de creatieve industrie;

  • 13. ontwerper: een architect, stedenbouwer, planoloog, vormgever of maker die zich beroepsmatig positioneert binnen de creatieve industrie;

  • 14. producent: een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorgdraagt voor de ontwikkeling, coördinatie en productie van (media)producties zoals (animatie)films of andersoortige AV-producten en vanuit die rol namens een maker als aanvrager optreedt;

  • 15. project: alle werkzaamheden voor een opzichzelfstaande, concreet omschreven activiteit, afgebakend in tijd en doel;

  • 16. Stimuleringsfonds: de stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie;

  • 17. subsidiebehoefte: het bedrag dat op grond van deze regeling wordt aangevraagd bij het Stimuleringsfonds. Dit bedrag wordt gevormd door de totale projectkosten min de cofinanciering en eventuele eigen bijdragen;

  • 18. subsidieplafond: het maximaal voor subsidies beschikbare bedrag binnen een subsidietijdvak;

  • 19. subsidietijdvak: de periode waarbinnen op grond van deze regeling een aanvraag kan worden ingediend;

  • 20. uitgeverij: een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorgdraagt voor het ontwikkelen, (laten)produceren en distribueren van boeken of andersoortige publicaties en vanuit die rol namens een auteur of maker als aanvrager optreedt;

  • 21. vakgebied architectuur: tot het vakgebied architectuur wordt gerekend: architectuur, interieur, tuin- en landschap, stedenbouw en ruimtelijke ordening, inclusief aanverwante activiteiten gericht op experiment, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen;

  • 22. vakgebied digitale cultuur: tot het vakgebied digitale cultuur wordt gerekend: ontwerp in relatie tot nieuwe media en -technologieën, games, AV-performances, worldbuilding, creative coding, sensory storytelling, art-science, posthumanisme, internetcultuur, inclusief aanverwante activiteiten gericht op experiment, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen;

  • 23. vakgebied vormgeving: het werkterrein dat wordt gevormd door de (sub)disciplines animatie, bio design, food design, glasvormgeving, grafische vormgeving, illustratie, interieurontwerp, keramiekvormgeving, lichtontwerp, modevormgeving, product-, meubel- en industriële vormgeving, scenografie, sieraadontwerp, strip en graphic novel, tentoonstellingsontwerp, typografie, inclusief aanverwante activiteiten gericht op experiment, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen; en

  • 24. vervolgaanvraag: een subsidieaanvraag voor een project dat direct voortkomt uit een vooronderzoek of startfase, waarvoor een subsidie is verleend door het Stimuleringsfonds op grond van de Startregeling creatieve industrie, de Regeling Experiment of een verleende startsubsidie in de jaren 2023 of 2024.

Artikel 2. Taakopvatting Stimuleringsfonds

  • 1 De taak van het Stimuleringsfonds is om, vanuit het culturele perspectief, de rijke ontwerptraditie die Nederland heeft te continueren en te vernieuwen door het proces van experimenteren, onderzoeken en maken te stimuleren en goed opdrachtgeverschap te bevorderen.

  • 2 Het bestuur verstrekt, in overeenstemming met zijn statuten en volgens bepalingen vastgesteld in de wet en subsidieregelingen, subsidies aan natuurlijke personen en rechtspersonen die bijdragen aan het bevorderen van hoogwaardige kwaliteit, ontwikkeling en professionalisering van de hedendaagse creatieve industrie binnen het Koninkrijk.

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen

Artikel 3. Reikwijdte en doelstellingen

  • 1 Deze regeling is van toepassing op projecten van professionele ontwerpers, makers, beschouwers, ontwerpbureaus of culturele instellingen, behorende tot de creatieve industrie, met een subsidiebehoefte vanaf € 10.000 en met een maximum subsidiebehoefte van € 50.000.

  • 2 De regeling staat open voor projecten zonder primair winstoogmerk van professionele makers, -beschouwers, -ontwerpbureaus of culturele instellingen of organisaties, die in samenwerking met één of meerdere internationale partners tot stand komen. Projecten dragen vanuit de context van de Nederlandse creatieve industrie, bij aan het versterken van internationale uitwisseling en duurzame internationale samenwerking.

  • 3 Deze regeling sluit aan bij de volgende algemene beleidsdoelstelling van het Stimuleringsfonds Creative Industrie:

    • Versterken van de internationale samenwerking binnen de diverse ontwerpdisciplines.

  • 4 Deze regeling sluit aan bij de volgende doelstellingen van het Internationaal Cultuurbeleid:

    • Een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door duurzame samenwerking, uitwisseling en zichtbaarheid.

    • De kracht van de culturele en creatieve sector gebruiken voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling, met de Sustainable Development Goals (SDG’s) als richtinggevend kader.

Artikel 4. Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie wordt altijd verleend onder de voorwaarde dat door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voldoende gelden aan het fonds ter beschikking worden gesteld.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond per subsidietijdvak wordt jaarlijks bekendgemaakt door publicatie in de Staatscourant en op www.stimuleringsfonds.nl.

  • 2 Een eventuele onderbesteding in het eerste subsidietijdvak wordt toegevoegd aan het subsidieplafond van het tweede subsidietijdvak.

Artikel 6. Procedure indienen en toetsing van aanvragen

  • 1 Het Stimuleringsfonds maakt door middel van publicatie in de Staatscourant en op de website www.stimuleringsfonds.nl jaarlijks bekend binnen welke subsidietijdvakken op grond van deze regeling een subsidieaanvraag kan worden ingediend;

  • 2 Er geldt een maximum voor het aantal aanvragen dat per subsidietijdvak op grond van deze regeling in behandeling kan worden genomen. In totaal kunnen maximaal 40 aanvragen in behandeling worden genomen, daarbinnen is ruimte voor maximaal 10 herziene aanvragen en maximaal 10 vervolgaanvragen.

  • 3 De aanvraag voor subsidie wordt ingediend via de aanvraagomgeving van het Stimuleringsfonds;

  • 4 Aanvragen worden getoetst aan de ingangseisen, beschreven in artikel 7;

  • 5 Aanvragen worden getoetst op volgorde van binnenkomst, waarbij geldt dat de herziene aanvragen en de vervolgaanvragen eerst op volgorde van binnenkomst worden gerangschikt tot het moment waarop het onder lid 2 van dit artikel, bedoelde maximumaantal herziene aanvragen en vervolgaanvragen is bereikt. Vervolgens worden de overige aanvragen gerangschikt tot het moment dat het maximumaantal aanvragen voor het subsidietijdvak wordt bereikt. Bij de rangschikking geldt het moment dat de aanvraag volledig is op basis van artikel 9, lid 1;

  • 6 Het bestuur wijst een aanvraag af als de aanvraag niet binnen het betreffende subsidietijdvak is ingediend;

  • 7 Het bestuur wijst een herziene aanvraag en een vervolgaanvraag af als het maximumaantal in te dienen herziene aanvragen of vervolgaanvragen binnen het betreffende subsidietijdvak is overschreden. Het bestuur wijst de overige aanvragen af als het maximum van het totaalaantal aanvragen binnen het betreffende subsidietijdvak is overschreden;

  • 8 Aanvragen die niet volledig zijn of niet voldoen aan de ingangseisen van artikel 7 en de voorwaarden van artikel 8 worden afgewezen;

  • 9 Alle overige aanvragen worden voor advies voorgelegd aan een onafhankelijke adviescommissie.

Artikel 7. Ingangseisen

Aanvragen die op grond van deze regeling worden ingediend, worden getoetst aan de volgende ingangseisen.

  • 1. Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden verleend als:

    • a. de aanvrager een professionele maker, beschouwer, ontwerpbureau, culturele instelling of organisatie is, die zich aantoonbaar positioneert binnen de creatieve industrie; en

    • b. de aanvragende partij staat ingeschreven in het Handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of bij een van de Handelsregisters die vallen binnen het Koninkrijk.

  • 2. Niet in aanmerking voor subsidie op grond van deze regeling komen:

    • a. aanvragers die worden gefinancierd via de ministeriële regeling Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2025–2028, met uitzondering van de regionale musea en erfgoedmusea binnen de creatieve industrie;

    • b. aanvragers die een andere structurele subsidierelatie hebben met de rijksoverheid;

    • c. projecten van aanvragers die gedurende de looptijd van het project subsidie ontvangen op grond van de Regeling Vierjarige instellingssubsidie creatieve industrie 2025–2028 van het Stimuleringsfonds;

    • d. aanvragen voor deelname aan internationale manifestaties waar een aparte procedure voor bestaat bij het Stimuleringsfonds;

    • e. deelname aan strategische handelsmissies gericht op het opbouwen van netwerken;

    • f. projecten die inzetten op marktverkenning/marktverruiming;

    • g. beurspresentaties gericht op verkoop;

    • h. Nederlandse onderwijsinstellingen en postacademische instellingen, of (gast)onderzoekers en (gast)docenten die vanuit deze instellingen activiteiten ondernemen;

    • i. aanvragen gericht op de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s en aanverwante activiteiten van onderwijsinstellingen;

    • j. aanvragers die op het moment van aanvragen verbonden zijn aan een Nederlandse postacademische instelling, die wordt uitgesloten van deze regeling op basis van lid 2.a van dit artikel;

    • k. projecten waarvoor op het moment van indienen van de aanvraag al een aanvraag in behandeling is binnen een andere subsidieregeling van het Stimuleringsfonds;

    • l. projecten die al zijn gesubsidieerd op grond van een subsidieregeling van het Stimuleringsfonds;

    • m. projecten van aanvragers die gedurende de looptijd van het project al ondersteuning ontvangen voor het uitvoeren van hun ontwikkelplan vanuit de Regeling Talentontwikkeling van het Stimuleringsfonds;

    • n. projecten waarvoor al tweemaal eerder subsidie is aangevraagd en afgewezen op grond van een regeling van het Stimuleringsfonds; en

    • o. aanvragen die niet op tijd worden ingediend of niet volledig zijn.

  • 3. Een aanvrager kan per subsidietijdvak niet meer dan één subsidieaanvraag indienen op grond van deze regeling.

  • 4. Een aanvrager kan na het ontvangen van een subsidie op grond van deze regeling voor een periode van twaalf maanden geen nieuwe aanvraag doen binnen deze regeling. Deze periode vangt aan op de beschikkingsdatum.

Artikel 8. Voorwaarden

  • 1 Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan.

    • a. Het project sluit aan op de taakopvatting van het Stimuleringsfonds zoals verwoord in artikel 2 en past binnen de reikwijdte en doelstellingen zoals verwoord in artikel 3.

    • b. Het project, of de projectfase waarop de subsidie betrekking heeft, start niet voor de beschikkingsdatum.

    • c. Het project start binnen zes maanden na de beschikkingsdatum.

    • d. De looptijd van het project is niet langer dan 24 maanden.

    • e. Aanvragen zijn in de Nederlandse of Engelse taal opgesteld.

    • f. Er is sprake van een begrotingstekort tussen de € 10.000 en € 50.000 en de behoefte aan een subsidie is, naar het oordeel van het bestuur, aangetoond.

    • g. Er is sprake van een redelijke mate van cofinanciering, waarbij een ondergrens wordt gehanteerd van 20% van de totale projectkosten.

    • h. Van de werkwijze van de aanvrager kan redelijkerwijs worden verwacht dat de door de aanvrager gestelde doelen zullen worden bereikt.

    • i. De resultaten van het project worden gepubliceerd of op andere wijze publiek toegankelijk gemaakt.

  • 2 Op grond van deze regeling kan geen subsidie verleend worden aan of voor:

    • a. activiteiten die al hebben plaatsgevonden of starten voor de beschikkingsdatum;

    • b. projecten waarvoor opnieuw subsidie wordt aangevraagd na een (gedeeltelijke) afwijzing, zonder dat de aanvrager nieuwe feiten of gewijzigde omstandigheden benoemt;

    • c. projecten, werkperiodes (artist-in-residence), individuele residency trajecten of reizen die plaatsvinden in het kader van een studie, opleiding of PhD;

    • d. projecten die een reprise of een herdruk betreffen;

    • e. seriële productie;

    • f. arbeidskosten voor medewerkers van rijks-, provinciale en gemeentelijke instellingen;

    • g. het verwerven van eigendommen, materialen of apparatuur die ook na afloop van het project een waarde vertegenwoordigen;

    • h. activiteiten die de reguliere bedrijfsactiviteiten niet overstijgen;

    • i. activiteiten en kosten die direct samenhangen met het oprichten van een bedrijf of organisatie, marktverkenning of commerciële haalbaarheidsstudie;

    • j. medewerkers van het fonds;

    • k. leden van de Raad van Toezicht en het bestuur van het fonds; en

    • l. een aanvrager die lid is van de adviescommissie van deze regeling die aanvragen voor de betreffende subsidie beoordeelt.

  • 3 In aanvulling op de in dit artikel onder lid 1 en 2 genoemde voorwaarden toetst het Stimuleringsfonds een aanvraag waarbij een buitenlandse reis onderdeel is van het project op de volgende punten:

    • a. Veiligheid van reizen: Er wordt gekeken of er op het moment van de geplande reisbeperkingen, dan wel dringende adviezen gelden voor internationale reizen naar het desbetreffende land. Voor het bestuur zijn hierbij de reisadviezen op www.nederlandwereldwijd.nl bepalend. Subsidie mag niet worden gebruikt voor reizen naar een gebied waar op het moment van reizen een reisadvies met kleurcode rood geldt.

    • b. Duurzaamheid: Het bestuur stimuleert duurzaam reizen. Als een reis voor het project per trein maximaal acht uur bedraagt, vergoedt het bestuur alleen de kosten voor reizen over land.

  • 4 Het bestuur kan geen activiteiten ondersteunen die strijdig zijn met EU sanctieregels. Het bestuur baseert zich daarbij in beginsel op de EU sanctiemap: https://www.sanctionsmap.eu/#/main, met dien verstande dat de officiële teksten uit het EU-publicatieblad altijd doorslaggevend zijn. Het is de eigen verantwoordelijkheid van aanvragers om te controleren of ze niet in strijd met de geldende sancties handelen. Wanneer er met de aan te vragen subsidie activiteiten gefinancierd worden die plaatsvinden in landen die op deze EU sanctiemap staan, dient de aanvrager contact op te nemen met het fonds alvorens een aanvraag in te dienen. Het bestuur kan dan op basis van artikel 23 besluiten of de aanvraag kan worden toegelaten tot de subsidieronde.

  • 5 In het kader van Europese wet- en regelgeving ten aanzien van staatssteun geldt dat voor aanvragers die kunnen worden beschouwd als onderneming subsidie op grond van deze regeling wordt geweigerd als:

Hoofdstuk 3. Subsidieaanvraag

Artikel 9. Inhoud van de aanvraag

  • 1 Een volledige aanvraag bevat de onderstaande documenten. Alleen deze documenten, met uitzondering van de onder i en j genoemde documenten, worden beschikbaar gesteld aan de adviescommissie. Vormvereisten en richtlijnen staan beschreven in de Handleiding voorbereiding subsidieaanvraag Internationalisering, hierbij geldt de versie zoals gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds op de datum waarop de ronde wordt opengesteld. Een aanvraag bestaat uit:

    • a. een volledig ingevuld aanvraagformulier, waarin gevraagd wordt naar:

      • de basisgegevens van de aanvrager;

      • de internationale samenwerkingspartner(s), dan wel presentatieplek;

      • een zeer beknopte samenvatting van het beoogde project;

      • de positionering van de aanvrager en het beoogde project binnen de creatieve industrie

    • b. een projectplan, dat inzicht biedt in het doel en de opzet van het project;

    • c. een sluitende begroting, inclusief dekkingsplan, volgens het format van deze regeling, waarin onder meer inzicht wordt gegeven in de vereiste cofinanciering en waarbij de uitgangspunten van de Fair Practice Code worden gevolgd. Het format is gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds;

    • d. een planning, waarin rekening wordt gehouden met de uiterlijke beschikkingsdatum;

    • e. een communicatieplan;

    • f. cv(’s) van de belangrijkste uitvoerder(s) van het project, of, in het geval de aanvraag wordt gedaan door een instelling of organisatie, een korte beschrijving van de missie van de instelling of organisatie;

    • g. indien van toepassing, een relevant portfolio van de partij(en) die het project uitvoeren;

    • h. intentieverklaringen of motivatiebrieven van of samenwerkingsovereenkomsten met de belangrijkste projectpartners;

    • i. een afbeelding van het project, bestemd voor communicatie-uitingen door het Stimuleringsfonds en waarvan de benodigde rechten van de afbeelding bij de aanvrager liggen;

    • j. een digitaal gewaarmerkt uittreksel van maximaal één jaar oud uit het Handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of van een van de Handelsregisters die vallen binnen het Koninkrijk.

Hoofdstuk 4. Subsidieverlening

Artikel 10. Procedure inhoudelijke behandeling aanvragen

  • 1 Aanvragen die compleet zijn en voldoen aan de ingangseisen en voorwaarden, worden ter advisering voorgelegd aan een adviescommissie.

  • 2 De adviescommissie brengt advies uit aan het bestuur over het al dan niet toekennen van de subsidie.

  • 3 Bij de formulering van het advies baseert de adviescommissie zich op de door de aanvrager verstrekte gegevens.

  • 4 Een positief advies kan vergezeld gaan van een beargumenteerde aanbeveling over de hoogte van de te verlenen subsidie en van onderbouwde aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering dan wel het niet ondersteunen van specifiek genoemde activiteiten.

  • 6 Het bestuur besluit op basis van het advies van de adviescommissie over het al dan niet toekennen van de subsidie.

Artikel 11. Beoordeling

  • 1 De adviescommissie hanteert bij de beoordeling van de aanvraag de volgende criteria, die in gelijke mate worden gewogen:

    • a. gekozen onderwerp, vraagstelling en artistieke inhoudelijke waarde;

    • b. de mate waarin het project doeltreffend is in opzet;

    • c. positionering binnen het relevante werkveld en de relevantie voor de Nederlandse creatieve industrie;

    • d. opzet van de samenwerkingen binnen de aanvraag;

  • 2 Alleen door de adviescommissie als positief beoordeelde aanvragen komen in aanmerking voor een subsidie.

  • 3 Overschrijdt het totaal van de aanvragen dat voor subsidieverlening in aanmerking komt het subsidieplafond, dan zal er worden geprioriteerd. Daarbij wordt de volgende procedure gehanteerd:

    • a. De aanvragen worden geprioriteerd op basis van de scores op de criteria genoemd in het eerste lid. Hierdoor ontstaat een ranglijst van alle beoordeelde aanvragen.

    • b. De subsidie wordt toegekend aan de aanvragers van wie de aanvraag het hoogst is geplaatst op de ranglijst.

    • c. Aan de hoogstgeplaatste aanvragen wordt de door de adviescommissie geadviseerde bijdrage verleend, zolang het totaal daarvan het subsidieplafond niet overschrijdt.

    • d. Aan de aanvrager bij wie toekenning zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond wordt het bedrag toegekend dat resteert tot aan het subsidieplafond mits dit ten minste 50% van het aangevraagde bedrag is. Als het resterende beschikbare bedrag tot aan het subsidieplafond lager is dan 50% van het aangevraagde bedrag, dan wordt de aanvraag afgewezen.

    • e. Als aanvragen in de ranglijst gelijk eindigen en het subsidieplafond met deze aanvragen wordt bereikt, dan worden deze gelijk geëindigde aanvragen onderling geprioriteerd. Voor de onderlinge prioritering van de gelijk geëindigde aanvragen wordt prioriteit gegeven aan aanvragen die betrekking hebben op een van de 24 binnen het Beleidskader Internationaal Cultuurbeleid 2025–2028 benoemde landen: Australië, België, Brazilië, China, Duitsland, Egypte, Frankrijk, Ghana, Hongarije, India, Indonesië, Italië, Japan, Marokko, Oekraïne, Polen, Spanje, Sri Lanka, Suriname, Turkije, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, en Zuid-Korea.

    • f. Binnen de alsdan gelijk gerankte aanvragen wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag die het hoogst scoort op het criterium Gekozen onderwerp, vraagstelling en artistieke inhoudelijke waarde.

Artikel 12. Verlening van een subsidie

  • 1 Het bestuur informeert de aanvrager binnen elf weken na het sluiten van het subsidietijdvak schriftelijk over zijn besluit.

  • 2 Het bestuur kan aan dit besluit voorwaarden verbinden, onder verwijzing naar op grond van deze regeling geldende bepalingen.

  • 3 Het besluit tot verlening van een subsidie bevat een weergave van het advies en de overwegingen van het bestuur, eventuele voorwaarden waaronder de subsidie beschikbaar wordt gesteld, de duur van de subsidieperiode, de verplichtingen die gelden voor de ontvanger, de maximale hoogte van de subsidie en informatie over betaling en voorschot.

  • 4 Aan het verlenen van een subsidie kunnen door de ontvanger geen rechten worden ontleend met betrekking tot een volgende aanvraag.

Artikel 13. Voorschotten

Het Stimuleringsfonds betaalt in het geval van een toekenning bij wijze van voorschot 80% van het toegekende bedrag uit. Het resterende deel wordt uitbetaald na het besluit tot vaststelling van de subsidie.

Hoofdstuk 5. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 14. Administratie

  • 1 De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen evenals de baten en lasten kunnen worden nagegaan.

  • 2 De subsidieontvanger geeft desgevraagd aan het bestuur inzicht in de administratie.

  • 3 De subsidieontvanger bewaart de administratie en de bijbehorende documenten gedurende zeven jaren na het vaststellen van de subsidie.

  • 4 De aanvrager past de Fair Practice Code toe bij de uitvoering en verantwoording van het project. Waar toepassing van deze code niet geheel mogelijk is, licht de aanvrager dat in de aanvraag en in de verantwoording toe.

  • 5 Als de aanvraag wordt ingediend namens een culturele instelling, dan past deze de Governance Code Cultuur 2019 toe.

Artikel 15. Kennisdeling en Onderzoek

De aanvrager verleent desgevraagd, zoveel als mogelijk, medewerking aan activiteiten van het Stimuleringsfonds, gericht op kennisdeling en onderzoek, door het beschikbaar stellen van resultaten en data die binnen de context van het project zijn ontwikkeld en verzameld.

Artikel 16. Vermelding Stimuleringsfonds

In alle publieke uitingen over de gesubsidieerde activiteiten vermeldt de subsidieontvanger het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie als subsidieverstrekker. Het logo van het Stimuleringsfonds wordt opgenomen in publicaties en verslagen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten, net als op uitnodigingen, aankondigingen, websites en audiovisuele producties die hierop betrekking hebben. Als een subsidieontvanger logo’s opneemt van andere partijen, dan wordt in verhouding tot de bijdrage het logo van het Stimuleringsfonds in een vergelijkbare grootte en opmaak weergegeven.

Artikel 17. Melding bij het Stimuleringsfonds

In het geval een van de onderstaande situaties zich voordoet brengt de subsidieontvanger het bestuur daarvan direct op de hoogte:

  • 1. De activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zullen niet of niet geheel plaatsvinden.

  • 2. Er zal niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen worden voldaan.

  • 3. Er zijn aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen ten opzichte van de aanvraag op basis waarvan subsidie is verleend.

  • 4. Er is sprake van ontwikkelingen die de uitvoering van de activiteiten kunnen belemmeren, zoals meldingen van ongewenst gedrag of de betrokkenheid bij een rechtszaak.

Hoofdstuk 6. Subsidievaststelling

Artikel 18. Vaststelling

  • 1 Uiterlijk zestien weken na de looptijd van het project wordt een aanvraag tot vaststelling ingediend door de subsidieontvanger via de aanvraagomgeving van het Stimuleringsfonds. Hiervoor wordt het verantwoordingsformulier gebruikt.

  • 2 Als de activiteiten volgens de aanvraag zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, dan stelt het bestuur de subsidie binnen tien weken na het indienen van de aanvraag tot vaststelling overeenkomstig de verlening vast.

  • 3 Als blijkt dat activiteiten niet of slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd, dan kan de subsidie lager worden vastgesteld.

  • 4 Het bestuur kan de ontvanger nadere aanwijzingen geven over de controle op de naleving van de voorwaarden die zijn verbonden aan de verlening van de subsidie.

  • 5 Specifiek voor onderzoeksprojecten geldt dat de subsidieontvanger kan worden gevraagd om in het kader van kennisdeling en -opbouw een publieksversie van het onderzoeksrapport op te stellen. Hierin worden de belangrijkste resultaten en inzichten gedeeld, zodat deze met vakgenoten en andere belanghebbende en belangstellende partijen kunnen worden uitgewisseld.

Artikel 19. Verantwoording bij subsidies tussen de € 10.000 en € 25.000

  • 1 De subsidieontvanger toont aan de hand van het verantwoordingsformulier aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2 Steekproefsgewijs kan worden gevraagd ook een financieel verslag in te dienen. De subsidieontvanger toont aan de hand van het financieel verslag aan:

    • a. wat de gerealiseerde subsidiabele kosten zijn;

    • b. wat het totale bedrag van de gerealiseerde opbrengsten is, inclusief cofinanciering; en

    • c. indien van toepassing, wat het totale bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage is.

Artikel 20. Verantwoording bij subsidies tussen de € 25.000 en € 50.000

  • 1 De subsidieontvanger toont aan de hand van het verantwoordingsformulier aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2 De subsidieontvanger toont aan de hand van een financieel verslag inclusief werkelijkekostenverklaring aan:

    • a. wat de gerealiseerde subsidiabele kosten zijn, met daarbij een specificering van de posten;

    • b. wat de gerealiseerde opbrengsten zijn, inclusief cofinanciering; en

    • c. indien van toepassing: wat het totale bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage is.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 21. Bezwaar

Een belanghebbende kan tegen een besluit van het bestuur van het fonds bezwaar maken door een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuur. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan op de dag nadat het besluit is bekendgemaakt. De procedure voor bezwaren is gepubliceerd op de website www.stimuleringsfonds.nl.

Artikel 22. Bescherming persoonsgegevens en Archiefwet

  • 1 Het Stimuleringsfonds verstrekt geen vertrouwelijke informatie omtrent onder meer bedrijfs- en fabricagegegevens aan derden.

  • 3 Als Zelfstandig Bestuursorgaan (zbo) valt het Stimuleringsfonds onder de Archiefwet. Aanvraagdossiers worden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde termijn overgedragen aan het Nationaal Archief. Aanvraagdossiers worden in dat geval gekwalificeerd als ‘beperkt openbare’ documenten.

Artikel 23. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van de belanghebbende van bepalingen in deze regeling afwijken als toepassing daarvan leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 24. Inwerkingtreding en expiratie

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2025.

Artikel 25. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Internationalisering Ontwerpsector 2025–2028.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie,

S. Groeneveld

directeur-bestuurder