1
|
|
|
|
Wet op het primair onderwijs (WPO)
|
4
|
Kosten van leerlingenvervoer
|
In dit artikel wordt aangegeven dat leerlingenvervoer een taak is van de gemeente
en de gemeente hiervoor ook de kosten draagt. Hieruit blijkt dat de bekostiging van
OCW hieraan niet mag worden besteed. De instelling mag wel het leerlingenvervoer tussen
de school en een gymlokaal (zwembad of andere sportvoorziening) bekostigen.
|
1
|
|
|
|
Wet op het primair onderwijs (WPO)
|
29, lid 1
|
Directie, leraren en onderwijsondersteunend personeel
|
De school heeft 1 of 2 directeuren, kosten van meer directeuren worden dus niet bekostigd.
|
1
|
|
|
|
Wet op het primair onderwijs (WPO)
|
45, lid 1 en 2
|
Tussenschoolse opvang en organisatie van de buitenschoolse opvang
|
Lid 1 De kosten voor tussenschoolse opvang komen voor rekening van de ouders, voogden
of verzorgers, dus niet voor rekening van de school. Het gaat hier om de exploitatiekosten.
De school kan wel geld uitgeven aan deskundigheidsbevordering overblijfkrachten en
organisatie TSO (zie voorlichtingsbrochure Bekostiging basisonderwijs Programma van
eisen voor het jaar 2010).
Lid 2. De kosten voor buitenschoolse opvang komen voor rekening van de ouders, dus
niet voor rekening van de school.
|
1
|
|
|
|
Wet op het primair onderwijs (WPO)
|
91
|
Voorziening in huisvesting door de gemeente
|
Voorziening in huisvesting is taak van de gemeente, hieruit blijkt dat de bekostiging
van OCW hier niet aan besteed mag worden. In artikel 92 is gedefinieerd wat wordt
verstaan onder voorzieningen in de huisvesting. OCW heeft een uitleg gepubliceerd,
waarin de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de gemeente en de scholen wordt verduidelijkt.
Verantwoordelijkheidsverdeling huisvesting scholen | Publicatie | Rijksoverheid.nl
|
1
|
|
|
|
Wet op het primair onderwijs (WPO)
|
114
|
Bekostiging voor belastingen ter zake van onroerende zaken
|
De gemeente bekostigt het bedrag dat is uitgegeven voor de belastingen met betrekking
tot de in de gemeente gelegen gebouwen en terreinen, hieruit blijkt dat de bekostiging
van OCW hier niet aan besteed mag worden.
|
1
|
|
|
|
Wet op het primair onderwijs (WPO)
|
115, lid 1 tot en met 4
|
Bekostiging scholen
|
Dit artikel beschrijft voor welke kosten de bekostiging is bestemd en verstrekt.
Uit artikel 122 lid 5 en artikel 124 lid 7 blijkt dat dit artikel ook van toepassing
is op de bekostiging, die de samenwerkingsverbanden op grond van artikel 122 en 124
hebben ontvangen.
|
1
|
|
|
|
Wet op het primair onderwijs (WPO)
|
159, lid 1
|
Voorschoolse educatie
|
Voorschoolse educatie is een taak van de gemeente. Hier mag geen bekostiging aan besteed
worden.
|
1
|
|
|
|
Wet op het primair onderwijs (WPO)
|
187
|
Gebruik ontvangen gelden overeenkomstig bestemming
|
Het bevoegd gezag van een bijzondere school is verplicht de uit de overheidskassen
ontvangen gelden overeenkomstig de bestemming te gebruiken. Rest van het artikel valt
buiten het kader.
|
1
|
|
|
|
Wet op de expertisecentra (WEC)
|
4
|
Kosten van leerlingenvervoer
|
In dit artikel wordt aangegeven dat leerlingenvervoer taak en kosten van de gemeente,
hieruit blijkt dus dat de bekostiging van OCW hieraan niet besteed mag worden. De
instelling mag wel het leerlingenvervoer tussen de school en een gymlokaal (zwembad
of andere sportvoorziening) bekostigen.
|
1
|
|
|
|
Wet op de expertisecentra (WEC)
|
89
|
Voorziening in huisvesting door gemeente
|
Voorziening in huisvesting is taak van de gemeente, hieruit blijkt dat de bekostiging
van OCW hier niet aan besteed mag worden In artikel 90 is gedefinieerd wat wordt volstaan
onder voorzieningen in de huisvesting. OCW heeft een uitleg gepubliceerd, waarin de
verantwoordelijkheidsverdeling tussen de gemeente en de scholen wordt verduidelijkt.
Verantwoordelijkheidsverdeling huisvesting scholen | Publicatie | Rijksoverheid.nl
|
1
|
|
|
|
Wet op de expertisecentra (WEC)
|
113, lid 1 tot en met 4
|
Bekostiging scholen
|
Dit artikel beschrijft voor welke kosten de bekostiging is bestemd en verstrekt.
|
1
|
|
|
|
Wet op de expertisecentra (WEC)
|
166
|
Gebruik ontvangen gelden overeenkomstig bestemming; boekhoudvoorschriften
|
Het bevoegd gezag van een bijzondere school is verplicht de uit de overheidskassen
ontvangen gelden overeenkomstig de bestemming te gebruiken. De rest van het artikel
valt buiten het kader.
|
1
|
|
|
|
Besluit bekostiging WPO 2022
|
24
|
Berekening exploitatieoverschot bij opheffing of beëindiging van de bekostiging van
de laatste school van een bevoegd gezag
|
Alleen van toepassing bij opheffing of beëindiging, dan dient verrekening van exploitatie
overschotten plaats te vinden.
|
1
|
|
|
|
Besluit bekostiging WEC 2022
|
19
|
Berekening exploitatieoverschot bij opheffing of beëindiging van de bekostiging van
de laatste school van een bevoegd gezag
|
Alleen van toepassing bij opheffing of beëindiging, dan dient verrekening van exploitatie
overschotten plaats te vinden.
|
1
|
|
|
|
Besluit bekostiging WEC 2022
|
26, lid 1, 2 en 3
|
Vervreemding en buitengebruikstelling
|
In deze bepalingen wordt aangegeven dat het bevoegd gezag van een bijzondere school
bij vervreemding of buitengebruikstelling van gebouwen en terreinen verplicht bekostiging
moet terugbetalen aan de gemeente.
|
1
|
|
|
|
Besluit bekostiging WEC 2022
|
28, lid 1
|
Vervreemding en buitengebruikstelling
|
In dit artikel wordt aangegeven dat een bevoegd gezag dat eigenaar is van een gebouw
bij vervreemding of buitengebruikstelling verplicht een deel van de gemeente verkregen
vergoeding moet terugbetalen.
|
1
|
|
|
|
Besluit trekkende bevolking WPO
|
A2
|
Afwijking van bepalingen en overeenkomstig van toepassing zijnde bepalingen van de
WPO
|
Lid 1 Art 4 (leerlingenvervoer) is op deze scholen niet van toepassing, dit betekent
dat deze school daar wel geld aan uit mag geven. In lid 2 is aangegeven dat art 187
van overeenkomstig van toepassing zijn.
|
1
|
|
|
|
Besluit trekkende bevolking WPO
|
B15
|
Onderscheiden kosten
|
Geeft aan welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen.
|
1
|
|
|
|
Besluit trekkende bevolking WPO
|
B23, lid 1
|
Overdracht van gebouwen, terreinen en roerende zaken
|
Indien gebouwen, terreinen of roerende zaken waarvoor een vergoeding is genoten geheel
of gedeeltelijk aan hun bestemming worden onttrokken is het bevoegd gezag van een
bijzondere school een bedrag aan het Rijk verschuldigd.
|
1
|
1
|
|
|
Experimentenwet onderwijs
|
4, lid 1 en 3
|
Geen titel
|
In lid 1 en 3 wordt aangegeven dat regelen en onderwijswetten van toepassing zijn.
|
1
|
1
|
|
|
Experimentenwet onderwijs
|
7d
|
Geen titel
|
Dit artikel geeft aan dat voor een leerling van een speciale school voor speciaal
onderwijs etc art 4, WEC overeenkomstig van toepassing is. Dus ook hier leerlingvervoer
taak van de gemeente.
|
|
1
|
|
|
Wet voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020)
|
2.110
|
Beschikbaarstelling lesmateriaal aan leerlingen
|
Het bevoegd gezag stelt elk leerjaar om niet aan een leerling lesmateriaal ter beschikking.
Bijdragen hiervoor zijn dus niet rechtmatig.
|
|
1
|
|
|
Wet voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020)
|
5.4, lid 3 en 4
|
Bekostiging scholen en scholengemeenschappen
|
Hier wordt beschreven waar de bekostiging voor bestemd en verstrekt wordt.
|
|
1
|
|
|
Wet voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020)
|
5.22, lid 1
|
Bekostiging middelen door gemeente
|
De gemeente bekostigt aan BG van een andere dan een gemeentelijke school het bedrag
dat is uitgegeven voor de belastingen m.b.t. de in de gemeente gelegen gebouwen en
terreinen. Hier mag dus geen Rijksbijdrage aan worden besteed.
|
|
1
|
|
|
Wet voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020)
|
5.39
|
Besteding bekostiging
|
Het artikel geeft aan waaraan de bekostiging besteed moet worden.
|
|
1
|
|
|
Wet voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020)
|
5.40
|
Besteding bekostiging (samenwerkingsverband)
|
Bedragen voor personeelskosten en de materiele instandhouding van het samenwerkingsverband
(art 5.13) worden uitsluitend aangewend voor personeelskosten en de kosten voor materiele
instandhouding van het samenwerkingsverband voor ondersteuningsvoorzieningen.
|
|
1
|
|
|
Wet voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020)
|
5.41
|
Contractactiviteiten
|
De bedragen en bekostiging, bedoeld in art. 5.39 en 5.40, worden niet aangewend voor
contractactiviteiten.
|
|
1
|
|
|
Wet voortgezet onderwijs 2020 (WVO 2020)
|
8.28
|
Kosten van leerlingenvervoer
|
In dit artikel wordt aangegeven dat vervoer van leerlingen die wegens hun lichamelijke,
verstandelijke of zintuigelijke handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn
aangewezen, een taak (en kosten) van de gemeente is, hieruit blijkt dus dat de bekostiging
van OCW hieraan niet besteed mag worden. Dit geldt ook voor leerlingenvervoer voor
andere dan in het artikel genoemde leerlingen.
|
|
1
|
|
|
Uitvoeringsbesluit WVO 2020
|
6.19
|
Voorschriften betreffende verrekening overschotten bij opheffing of beëindiging van
de bekostiging van scholen.
|
Alleen van toepassing bij opheffing of beëindiging, dan dient verrekening van exploitatie
overschotten plaats te vinden.
|
|
|
1
|
|
Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
|
1.2.1
|
Doelstellingen onderwijs
|
Lid 1: Alleen ten aanzien van het volgende aspect: educatie omvat alleen activiteiten
op het niveau van basis onderwijs en voortgezet onderwijs. Educatie uitgaven voor
andere onderwijssoorten dan genoemd zijn dus niet rechtmatig.
Lid 2: Beroepsonderwijs omvatten niet activiteiten op het niveau hoger onderwijs.
Uitgaven voor hoger onderwijs zijn dus niet rechtmatig.
|
|
|
1
|
|
Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
|
2.2.1, lid 3 en 4
|
Rijksbijdrage beroepsonderwijs
|
Geeft aan waarvoor de bijdrage in de exploitatiekosten en in de huisvestingskosten
ontvangen wordt.
|
|
1
|
1
|
|
Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
|
2.2.5
|
Reallocatie
|
Het bevoegd gezag kan het deel van de rijksbijdrage dat overblijft na dekking van
de exploitatie- en huisvestingskosten voor een instelling of de huisvestingskosten
van een school binnen een verticale scholengemeenschap mede aanwenden ter dekking van de exploitatie- en huisvestingskosten van een door
hem in stand gehouden: a. andere instelling; of b. school binnen een verticale scholengemeenschap.
|
|
|
1
|
|
Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
|
2.5.3, lid 2
|
Jaarrekening
|
De rijksbijdrage moet rechtmatig (dat wil zeggen aan het doel van de bekostiging)
besteed worden. Dit doel blijkt uit artikel 1.3.1 lid 3 en artikel 1.3.2 lid 2 van
de WEB.
Van niet doelmatige aanwending van de rijksbijdrage is in ieder geval sprake voorzover
bedragen daaruit worden aangewend voor het op enigerlei wijze compenseren van de studenten
of vavo-studenten voor les- en cursusgeld of examengeld. Uitgaven hiervoor zijn dus
niet rechtmatig.
|
|
|
1
|
|
Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
|
2.5.9a
|
Verslaglegging, onderzoek, minister, controleprotocol en correctie rijksbijdrage
|
Alleen ten aanzien van artikel 2.5.3., lid 2 is overeenkomstig van toepassing op de
rijksbijdrage voor het voortgezet algemeen volwassenonderwijs.
|
|
|
1
|
|
Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
|
8.1.5, 8.1.5a t/m 8.1.5g
|
Mbo-studentenfonds
|
Deze artikelen geven aan onder welke voorwaarden, onder welke omstandigheden en met
welke omvang financiële ondersteuning gegeven kan worden door de instelling.
|
|
|
1
|
|
Notitie helderheid in de bekostiging 2004
|
Thema 4
|
Les en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf.
|
Zie ook WEB art 2.5.3, lid 2.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
2.9, lid 1
|
Verslaglegging
|
De rijksbijdrage moet doelmatig (dat wil zeggen aan het doel van de bekostiging) besteed
worden. Dit doel blijkt uit artikel 1.3 van de WHW.
Rijksbijdrage mag niet besteed worden voor het uitvoeren van de procedure voor erkenning
van verworven competenties of het op enigerlei wijze compenseren van studenten of
extranei voor collegegeld, examencursusgeld, de bijdrage bedoeld in artikel 7.50,
tweede lid, of voor de vergoeding verschuldigd aan de opleidingsorganisatie, bedoeld
in Verordening (EU) nr 1178/2011, tenzij er sprake is van financiële ondersteuning als bedoeld in de artikelen 7.50
derde lid, of 7.51 tot en met 7.51k.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
2.11
|
Bijzondere bepaling associate degree-opleiding
|
Onder voorwaarde (goedkeuring Minister OCW) kan het instellingsbestuur een deel van
de rijksbijdrage overdragen aan een andere instelling, die een gedeelte van de associate
degree-opleiding uitvoert.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
2.12
|
Rijksbijdrage AZ
|
Doorbetaling, zie ook OAP paragraaf 2.3.3.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.43, lid 1
|
Collegegeld verplichting
|
Lid 1 Elke student is volledig, gedeeltelijk of verlaagd wettelijk collegegeld of
instellingscollegegeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.44, lid 1
|
Examengeld verplichting
|
Lid 1 Een extraneus is voor elk studiejaar dat hij door het instellingsbestuur voor
een opleiding is ingeschreven, aan de desbetreffende instelling examengeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.45
|
Wettelijk collegegeld
|
Geeft de hoogte van het volledig, gedeeltelijk of verlaagd wettelijk collegegeld aan.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.45a
|
Aanspraak op wettelijk collegegeld
|
Geeft aan voor welke studenten in welke omstandigheden het volledig, gedeeltelijk
of verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd is.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.45b
|
Collegegeld OU
|
Geeft aan voor welke studenten onder welke omstandigheden welk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.46
|
Instellingscollegegeld
|
Geeft aan voor welke studenten en op welke wijze het instellingscollegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.47a
|
Vrijstelling wettelijk collegegeld in verband met bestuursfunctie
|
Geeft aan in welke gevallen een ingeschreven student bij een instelling eenmalig voor
één studiejaar kan worden vrijgesteld van wettelijk collegegeld.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.48
|
Vermindering en vrijstelling collegegeld
|
Geeft aan in welke gevallen vermindering of vrijstelling van het wettelijke collegegeld
is toegestaan. Alleen in de in dit artikel genoemde gevallen is vermindering toegestaan.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.49
|
Collegegeld voor bepaalde voltijdse opleidingen vanaf het studiejaar 2005–2006
|
Lid 1 geeft aan dat voor de hier genoemde opleidingen het collegegeld ten hoogste
5 maal het volledig wettelijk collegegeld in art 7.45, lid 1 mag bedragen (meer is
dus niet rechtmatig), lid 3 geeft aan dat collegegeld in lid 1 in de plaats komt van
collegegeld in art 7.45, lid 1.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.49a en 7.49b
|
Vergoeding en hoogte vergoeding voor premasters
|
In deze artikelen is geregeld dat een bestuur een vergoeding kan vragen voor een premaster
en hoe hoog die maximaal mag zijn. In lid 2 van art 7.49a is geregeld wanneer een
student wordt vrijgesteld van het betalen van een vergoeding voor de premaster.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.51, 7.51a tot en met 7.51 j
|
Studentenondersteuningsfonds
|
Deze artikelen geven aan onder welke voorwaarden, onder welke omstandigheden en met
welke omvang financiële ondersteuning gegeven kan worden door de instelling.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
7.51k
|
Financiële ondersteuning bijzondere activiteiten door OM
|
In dit artikel is opgenomen in welke gevallen Onze Minister een voorziening treft
(uitgaven van de instelling aan deze categorie zijn dus onrechtmatig).
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
9.3, lid 1
|
Samenstelling CvB en rechtspositie leden
|
Het CvB bestaat uit ten hoogste 3 leden, waaronder de rector magnificus van de universiteit.
Meer leden zijn dus niet rechtmatig.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
10.2, lid 1
|
College van bestuur
|
Het CvB bestaat uit ten hoogste 3 leden, waaronder de voorzitter. Meer leden zijn
dus niet rechtmatig.
|
|
|
|
1
|
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
|
11.2, lid 1
|
Samenstelling CvB en rechtspositie leden
|
Het CvB bestaat uit ten hoogste 3 leden, waaronder de voorzitter. Meer leden zijn
dus niet rechtmatig.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
2.2, lid 1
|
Omvang volledig wettelijk collegegeld
|
Geeft de omvang van het bedrag als bedoeld in artikel 7.45, lid 1, van de WHW.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
2.3
|
Uitbreiding categorie studenten met aanspraak op wettelijk collegegeld in verband
met een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg
|
Ook voor studenten aan deze opleidingen is wettelijk collegegeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
2.3a
|
Uitbreiding categorie studenten wettelijk collegegeld in verband met gelijktijdig
gevolgde opleidingen
|
Ook voor studenten die aan deze eisen voldoen is wettelijk collegegeld verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
2.4
|
Administratiekosten gespreide inning collegegeld
|
Geeft de omvang van het bedrag als bedoeld in artikel 7.47, van de WHW en bedraagt
€ 24.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
2.4a
|
Omvang gedeeltelijk wettelijk collegegeld
|
Geeft de omvang van het bedrag als bedoeld in artikel 7.45, lid 2 van de WHW.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
2.4b
|
Omvang verlaagd wettelijk collegegeld
|
Geeft de omvang van het bedrag als bedoeld in artikel 7.45, lid 5 van de WHW.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
2.4c
|
Aanspraak op verlaagd wettelijk collegegeld eerstejaars studenten
|
Geeft aan voor welke categorie studenten het verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
2.4d
|
Aanspraak op extra jaar verlaagd wettelijk collegegeld voor opleidingen op het gebied
van onderwijs
|
Geeft aan voor welke categorie studenten het verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
2.4e
|
Aanspraak op verlaagd wettelijk collegegeld in geval van een gelijktijdige tweede
inschrijving voor de academische pabo
|
Geeft aan voor welke categorie studenten het verlaagd wettelijk collegegeld verschuldigd
is.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
2.4f
|
Reikwijdte en cohortbepaling verlaagd wettelijk collegegeld
|
Geeft aan in welke gevallen artikelen 2.4c en 2.4d van het Uitvoeringsbesluit WHW
2008 niet van toepassing zijn.
|
|
|
|
1
|
Uitvoeringsbesluit WHW 2008
|
6.8, lid 1
|
Voorschriften besteding en verantwoording
|
Middelen verkregen ten laste van de rijksbegroting mogen niet worden aangewend voor
de opleiding in het buitenland (zie ook de toelichting onder Algemeen paragraaf 5.1
en de toelichting op artikel 6.8 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 (Staatsblad 2018
152).
|
|
|
|
1
|
Regeling Financiën hoger onderwijs
|
9
|
Vaststelling collegegeld
|
Bepaalt het wettelijke collegegeld.
|
|
|
|
1
|
Tractaat Nederland- Vlaanderen inzake de transnationale UL, Maastricht 2011
|
5
|
Geen titel
|
Bepaalt dat Nederland via de Universiteit Maastricht de middelen aan de TUL beschikbaar
stelt. Er bestaat dus een doorbetalingsverplichting van de UM aan de TUL van deze
rijksbijdrage.
|
|
|
|
1
|
Tractaat Nederland- Vlaanderen inzake de transnationale UL, Maastricht 2011
|
8, lid 2
|
Geen titel
|
De TUL stelt de hoogte van het collegegeld vast overeenkomstig de WHW.
|
|
|
|
1
|
Notities helderheid (2003, de aanvulling in 2004 en de nadere toelichting in 2005
aan de TK)
|
Thema 5
|
Collegegeld niet betaald door de student zelf
|
Zie ook artikel 2.9, lid 1 van de WHW.
|
|
1
|
1
|
|
Les- en cursusgeldwet
|
6, lid 1
|
Algemene bepaling en nadere regeling cursusgeld
|
Lid 1 Bij of krachtens amvb wordt bepaald voor welke uit de openbare kas bekostigde
cursussen cursusgeld is verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs
|
6
|
Besteding subsidie
|
De subsidie wordt besteed aan de verlaging van het collegegeld dat moet worden betaald
door de student. Van ondoelmatige aanwending is in ieder geval sprake indien de student
met een voucher op enigerlei wijze wordt gecompenseerd.
|
|
|
|
1
|
Subsidieregeling vraagfinanciering hoger onderwijs
|
10, lid 4 en 6
|
Verplichtingen
|
De hogeschool besteedt een voucher uitsluitend aan de verlaging van het collegegeld
met de waarde van de voucher voor een module dat moet worden betaald door een student
als bedoeld in artikel 3. De hogeschool mag het bedrag van de voucher niet in geld
uitkeren aan de student.
|
|
|
|
1
|
Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs
|
17b, lid 3
|
Experimenten flexstuderen;inhoud
|
Het collegegeld tarief voor het volgen van onderwijs, bedoeld in het eerste lid, bedraagt
voor onderwijs met een studielast van één studiepunt, het bedrag van het wettelijk
collegegeld, geldende voor het desbetreffende studiejaar, gedeeld door 60 en vermeerderd
met 15 procent van dat breukdeel.
|
|
|
|
1
|
Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs
|
27, lid 3
|
Experimenten educatieve module; inhoud en duur
|
Voor inschrijving voor een module als bedoeld in het eerste lid is de aspirant-student
de helft van het wettelijk collegegeld, bedoeld in artikel 7.45a, van de wet (WHW)
verschuldigd.
|
|
|
|
1
|
Besluit experiment vraagfinanciering hoger onderwijs
|
2, lid 4
|
Inhoud en duur
|
Aan een student als bedoeld in eerste en tweede lid kan i.v.m. een inschrijving voor
een module collegegeld in rekening gebracht worden tot een maximumbedrag van € 3.750.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016
|
4
|
Financiële onderneming
|
In dit artikel staat met welke financiële ondernemingen transacties aangegaan kunnen
worden en dat dit voor publieke middelen alleen in euro’s kan plaatsvinden.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016
|
5, lid 4 en 5
|
Professioneel en niet- professionele belegger
|
Geeft aan in welke gevallen bijlage I en bijlage II van de regeling gehanteerd moeten
worden.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016
|
6
|
Beleggingen
|
In dit artikel staan de eisen waaraan een belegging moet voldoen.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016
|
7
|
Leningen
|
In dit artikel staan de eisen waaraan een lening moet voldoen.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016
|
8
|
Financiële derivaten
|
In dit artikel staan de eisen en voorwaarden m.b.t. financiële derivaten.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016
|
9
|
Geen ineffectieve positie derivaten
|
In dit artikel staan verdere eisen m.b.t. derivaten.
|
1
|
1
|
1
|
1
|
Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016
|
12, lid 1
|
Overgangsrecht
|
In dit artikel wordt geregeld dat voor beleggingen, leningen en financiële derivaten
die voor 1 juli 2016 zijn afgesloten de Regeling belenen en beleggen door instellingen
voor onderwijs en onderzoek 2010, zoals die luidde op 30 juni 2016 van toepassing
blijft.
|
|
|
|
1
|
Besluit experiment promotieonderwijs
|
9, lid 2 en 4
|
Rechten en plichten vormgeving promotieonderwijs en financiële ondersteuning
|
In lid 2 zijn bepalingen opgenomen over de hoogte van het collegegeld. In lid 4 zijn
bepalingen opgenomen m.b.t. onder welke voorwaarden ondersteuning uit het profileringsfonds
niet mogelijk is.
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2020–2024
|
1.10
|
Besteding subsidie
|
In lid 1 is aangegeven dat de subsidie uitsluitend besteed mag worden aan de activiteiten
waarvoor deze is verleend. Niet bestede middelen worden teruggevorderd. In lid 2 is
aangegeven dat de subsidie voor 1 januari 2025 moet worden besteed.
|
|
|
1
|
|
Regeling regionaal investeringsfonds mbo 2019–2022
|
5
|
Besteding subsidie
|
In lid 1 is aangegeven dat de subsidie uitsluitend besteed mag worden aan de activiteiten
waarvoor deze is verstrekt. In lid 2 is aangegeven dat niet bestede middelen worden
teruggevorderd.
|
|
|
1
|
|
Regeling regionaal investeringsfonds mbo 2019–2022
|
11
|
Niet subsidiabel
|
In dit artikel is aangegeven welke kosten niet subsidiabel zijn.
|
|
|
1
|
|
Subsidieregeling flexibel beroepsonderwijs derde leerweg
|
12, lid 3
|
Besteding subsidie
|
De subsidie bedoeld in artikel 7 wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor
deze wordt verleend. Niet bestede middelen worden teruggevorderd.
|
|
|
1
|
|
Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2025
|
3.7, lid 1 en 2
|
Besteding van de subsidie
|
Lid 1 geeft aan dat de subsidie uitsluitend besteed mag worden aan de activiteiten
waarvoor de subsidie verstrekt is. Lid 2 geeft aan dat de subsidie uiterlijk in 2025
besteed wordt.
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling incidentele middelen leerlingendaling vo 2020
|
3.2, lid 2
|
Subsidiebedrag
|
Kosten voor huisvesting als bedoeld in artikel 76c van de Wet op het voortgezet onderwijs
komen niet voor subsidie in aanmerking.
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling incidentele middelen leerlingendaling vo 2020
|
3.8, lid 1 en 2
|
Besteding subsidie
|
Lid 1 De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt
verstrekt. Niet bestede middelen worden teruggevorderd. Lid 2. De activiteiten waarvoor
subsidie wordt verstrekt worden voor 1 augustus 2025 uitgevoerd.
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl
|
9
|
Besteding subsidie
|
Lid 1 geeft aan dat de subsidie uitsluitend besteed wordt aan de activiteiten waarvoor
deze wordt verstrekt. Niet bestede middelen worden teruggevorderd. Lid 2 geeft aan
dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt tot en met het schooljaar 2023/2024
worden uitgevoerd. De activiteiten mogen desgewenst ook worden uitgevoerd tot en met
uiterlijk het einde van het schooljaar 2024/2025, met dien verstande dat in schooljaar
2024/2025 uitsluitend activiteiten mogen worden uitgevoerd ter afsluiting van het
praktijkgerichte programma in het vierde leerjaar.
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling structureel voorkomen onnodig zittenblijven vo 2021–2023
|
9 lid 1
|
Subsidieverplichtingen
|
Voor deelname aan een programma als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdelen a
en b, wordt aan de deelnemende leerlingen geen vergoeding gevraagd.
|
|
|
1
|
1
|
Beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten
|
1,2 en 3
|
Begripsbepalingen, reikwijdte en voorwaarden
|
Hieruit blijkt onder welke voorwaarden bekostigde onderwijsinstellingen met publieke
middelen mogen investeren in private activiteiten.
NB Voor het verslagjaar 2024 heeft de Minister een afwijking toegestaan. Dat blijkt
uit paragraaf 4 van de brief met kenmerk 49447179.
In paragraaf 4.1 is een opsomming opgenomen van activiteiten, die buiten de controle
op financiële rechtmatigheid van de accountant vallen. De activiteiten die niet zijn
uitgezonderd vallen wel onder de controle. Bij deze activiteiten zijn nog een aantal
versoepelingen toegestaan. Deze blijken uit paragraaf 4.2 van de brief.
|
|
|
|
1
|
Regeling andere bijdragen van studenten in het hoger onderwijs
|
2
|
Andere bijdragen aspirant-studenten in verband met de inschrijving
|
Dit artikel geeft aan in welke gevallen een bijdrage in rekening gebracht kan worden
en aan welke eisen de bijdrage moet voldoen.
|
|
|
|
1
|
Regeling andere bijdragen van studenten in het hoger onderwijs
|
3 lid 1 en 2
|
Andere bijdragen studenten naast het collegegeld
|
Dit artikel geeft aan in welke gevallen een bijdrage voor practica en onderwijsexcursies
en workshops binnen de opleiding in rekening gebracht kan worden en aan welke eisen
de bijdrage moet voldoen.
|
|
|
|
1
|
Regeling andere bijdragen van studenten in het hoger onderwijs
|
4
|
Bijdrage voor een te late inschrijving voor een tentamen
|
Dit artikel geeft aan in welke gevallen een bijdrage in rekening gebracht kan worden
en aan welke eisen de bijdrage moet voldoen.
|
|
|
|
1
|
Regeling andere bijdragen van studenten in het hoger onderwijs
|
5
|
Bijdrage voor een vervangend getuigschrift of vervangende verklaring
|
Dit artikel geeft aan in welke gevallen een bijdrage in rekening gebracht kan worden
en aan welke eisen de bijdrage moet voldoen.
|
1
|
1
|
|
|
Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging uitvoering Nationaal Programma Onderwijs
PO en VO
|
12 lid 4
|
Besteding en verantwoording
|
In lid 4 is opgenomen dat de bijzondere en aanvullende bekostiging voor de doelen,
genoemd in artikel 2, ook kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging
wordt verstrekt.
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling capaciteitstesten 2021–2023
|
8 lid 1
|
Subsidieverplichtingen
|
In lid 1 is opgenomen dat voor deelname aan een capaciteitentest aan de deelnemende
leerlingen of hun ouders of verzorgers geen bijdrage gevraagd wordt. Reeds verkregen
bijdragen worden door het bevoegd gezag terugbetaald.
|
1
|
1
|
|
|
Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging uitvoering arbeidsmarkttoelage Nationaal
Programma Onderwijs PO en VO
|
5 lid 2
|
Besteding en verantwoording
|
In lid 2 is opgenomen dat de bijzondere en aanvullende bekostiging voor het doel genoemd
in artikel 2 ook kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt
verstrekt
|
|
|
1
|
|
Subsidieregeling nazorg mbo 2022/2025
|
9 lid 5
|
Subsidieverplichtingen
|
Aan gediplomeerde schoolverlaters of hun ouders of verzorgers wordt geen vergoeding
voor nazorg gevraagd.
|
1
|
1
|
|
|
Regeling aanvullende bekostiging uitvoering Nationaal Programma Onderwijs PO en VO
2022–2023
|
11 lid 4
|
Besteding en verantwoording
|
In lid 4 is opgenomen dat de aanvullende bekostiging voor de doelen, genoemd in artikel
2, ook kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
|
1
|
1
|
|
|
Maatwerkregeling ventilatie op scholen
|
18 lid 2
|
Verantwoording, bevoorschotting en terugvordering bij een subsidie van 125.000 euro
of meer
|
De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verleend.
Niet bestede middelen worden teruggevorderd.
|
1
|
1
|
|
|
Regeling aanvullende bekostiging uitvoering arbeidsmarkttoelage Nationaal Programma
Onderwijs PO en VO 2022–2023
|
5 lid 2
|
Besteding en verantwoording
|
De aanvullende bekostiging voor het doel genoemd in artikel 2, kan ook worden besteed
aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
|
1
|
1
|
|
|
Besluit experiment onderwijszorgarrangementen
|
4
|
Afwijkingen van de wet door samenwerkingsverband
|
Uit dit artikel blijkt dat een samenwerkingsverband, dat deelneemt aan het experiment
kan afwijken van de bekostigingsvoorschriften en dat dit kan voor ten hoogste 2,5%
van de bekostiging. Deze bekostiging kan in afwijking aangewend worden voor de financiering
van kosten in een onderwijszorgarrangement die direct of indirect nodig zijn voor
de uitvoering van het onderwijs of de bevordering van deelname aan het onderwijs voor
leerlingen met een complexe ondersteuningsbehoefte.
|
|
|
|
1
|
Subsidieregeling matching Horizon Europe
|
8 lid 2
|
Besteding subsidie
|
Kennisinstellingen besteden de subsidie aan niet-economische activiteiten waarvoor
zij al dan niet rechtsreeks bekostiging of subsidie ontvangen.
|
|
1
|
1
|
1
|
Subsidieregeling MDT 2023
|
13 lid 4 onder c
|
Verantwoording en vaststelling
|
De subsidie kan uitsluitend besteed worden aan de activiteiten waarvoor deze wordt
verleend (niet bestede subsidie wordt teruggevorderd).
|
|
|
1
|
1
|
Subsidieregeling LLO-oplossingen energie- en grondstoffentransitie 2023–2026
|
24, lid 4
|
Verlening en verantwoording
|
De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verleend.
Niet bestede middelen worden teruggevorderd.
|
|
|
1
|
1
|
Subsidieregeling LLO-professionalisering opleiders 2023–2026
|
24, lid 4
|
Verlening en verantwoording
|
De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verleend.
Niet bestede middelen worden teruggevorderd.
|
|
|
1
|
1
|
Subsidieregeling Npuls CTL
|
13, lid 2
|
Verantwoording
|
De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze is verleend.
Niet-bestede middelen worden teruggevorderd.
|
|
|
1
|
1
|
R&D regeling technologiedomeinen Einstein Telescope
|
14, lid 4
|
Subsidievaststelling
|
De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verleend.
Niet bestede middelen worden teruggevorderd.
|
|
|
1
|
|
Regeling regionaal investeringsfonds mbo 2024–2027
|
25, lid 1
|
Besteding en verantwoording
|
De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verstrekt.
Niet bestede middelen door het samenwerkingsverband worden na de subsidieperiode teruggevorderd.
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2025–2028
|
13, lid 1 en 2
|
Besteding subsidie
|
In lid 1 is opgenomen dat de subsidie uitsluitend besteed wordt aan de activiteiten
waarvoor deze wordt verleend. In lid 2 staat dat de subsidie voor 1 januari 2029 besteed
wordt.
|
|
|
|
1
|
Subsidieregeling Biotech Booster
|
21, lid 5 en 6
|
Subsidieverantwoording en-vaststelling
|
Lid 5. De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt
verleend. Lid 6. Niet bestede subsidie middelen worden teruggevorderd.
|
|
1
|
1
|
1
|
Subsidieregeling MDT
|
13, lid 4 onder c
|
Verantwoording en vaststelling
|
De subsidie kan uitsluitend besteed worden aan de activiteiten waarvoor deze wordt
verleend (niet bestede subsidie wordt teruggevorderd).
|
|
1
|
|
|
Subsidieregeling tegemoetkoming reiskosten entreeleerlingen praktijkonderwijs
|
7
|
Besteding subsidie
|
De subsidie kan worden besteed aan de verstrekking van een tegemoetkoming in de reiskosten
van de bij de school ingeschreven leerlingen die een entreeopleiding volgen, alsmede
aan activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
|