Besluit correctiebeleid belastingaanslagen

Geraadpleegd op 25-04-2025.
Geldend van 12-03-2025 t/m heden

Beleidsbesluit van de Staatssecretaris van Financiën van 5 februari 2025, nr. 2024-16277, over de correctiegrenzen die de inspecteur hanteert bij het vaststellen van belastingaanslagen (Besluit correctiebeleid belastingaanslagen)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Correctiegrenzen en uitzonderingen

Artikel 2.1. Correctiegrenzen

  • 1 Bij het vaststellen van de aanslag of een naheffingsaanslag brengt de inspecteur een correctie aan als de verschuldigde belasting of premies of inkomensafhankelijke bijdrage Zvw tezamen als gevolg van de correctie € 225 of meer bedraagt.

  • 2 Bij het vaststellen van een navorderingsaanslag brengt de inspecteur een correctie aan als de verschuldigde belasting of premies of inkomensafhankelijke bijdrage Zvw als gevolg van de correctie € 450 of meer bedraagt.

  • 3 Bij het vaststellen van de aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting of een verliesbeschikking brengt de inspecteur een correctie aan als het verzamelinkomen dan wel de belastbare winst daardoor ten minste € 500 hoger wordt.

  • 4 De inspecteur stelt een navorderingsaanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting of een herziening van de verliesbeschikking vast als het verzamelinkomen dan wel de belastbare winst daardoor ten minste € 1.000 hoger wordt.

Artikel 2.2. Uitzonderingen

  • 1 Als in één jaar een correctiegrens van artikel 2.1 overschreden wordt, kan in overleg met de vaktechnische lijn een correctie over een ander jaar ook worden aangebracht als voor dat andere jaar de correctiegrenzen van artikel 2.1 niet worden bereikt.

  • 2 Van de correctiegrenzen van artikel 2.1 kan worden afgeweken als de inspecteur vermoedt dat de belastingplichtige daarop inspeelt.

  • 3 Bij het vaststellen van een navorderingsaanslag kan de inspecteur van de correctiegrenzen van artikel 2.1 afwijken in geval van repeterende onjuistheden of kwade trouw.

  • 4 Een correctie die voor een belastingplichtige leidt tot een terug te ontvangen bedrag aan belasting of premies of inkomensafhankelijke bijdrage Zvw brengt de inspecteur altijd aan ongeacht de in artikel 2.1 genoemde bedragen.

  • 5 Als een belastingplichtige verzoekt een correctie aan te brengen, brengt de inspecteur deze correctie aan ongeacht de in artikel 2.1 genoemde bedragen, nadat hij het verzoek beoordeeld heeft of aan de hand van de wettelijke bepalingen.

  • 6 Als de correctie van de inspecteur in verhouding tot de (vast te stellen) aanslag van geringe omvang is, kan in afstemming met de vaktechnische lijn worden besloten om geen correctie aan te brengen bij het vaststellen van de aanslag of om geen navorderingsaanslag of naheffingsaanslag vast te stellen.

Hoofdstuk 3. Specifieke bepaling voor de Zvw

Artikel 3.1. Geen nieuwe toetsing correctiegrens voor aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zvw

Als een correctie wordt aangebracht waardoor ook het bijdrage-inkomen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw wijzigt, wordt voor de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zvw niet opnieuw getoetst of de correctiegrens van artikel 2.1 wordt overschreden.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 februari 2025

De Staatssecretaris van Financiën,

namens deze,

H.G. Roodbeen

Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken