U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervalt per 01-01-2029.]Geraadpleegd op 25-12-2025. Geldend van 19-03-2025 t/m heden.
Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 6 maart 2025, nr. 6141259, houdende vaststelling van een subsidieregeling vrijwilligersactiviteiten bij de sanctietoepassing 2026–2028
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Gelet op artikel 3 en 4 Kaderwet overige JenV-subsidies;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. staatssecretaris: de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;
b. vrijwilliger: een persoon die de activiteiten, bedoeld in artikel 1.6, op vrijwillige basis zonder financieel gewin uitvoert in georganiseerd verband;
c. DJI: de Dienst Justitiële Inrichtingen;
d. justitiabele:
1° de gedetineerde in de zin van de Penitentiaire beginselenwet;
2° de verpleegde in de zin van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden;
3° de jeugdige in de zin van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen of
4° de onder 1°, 2° en 3° genoemde personen gedurende 6 maanden na hun ontslag uit detentie of andere wijze van vrijheidsbeneming.
e. inrichting:
1° de inrichting in de zin van de Penitentiaire beginselenwet;
2° de inrichting in de zin van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden;
3° de inrichting in de zin van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.
f. cofinanciering: de aantoonbare additionele inkomsten ten behoeve van het aangevraagde subsidiebedrag voor de activiteiten, bedoeld in artikel 1.6, dat buiten de rijksoverheid is toegezegd en verkregen dan wel uit eigen middelen van de subsidieontvanger is ingezet.
1 De staatssecretaris verstrekt subsidies aan de subsidieontvanger ter stimulering van de inzet van actieve vrijwilligers voor het verrichten van activiteiten als bedoeld in artikel 1.6 ten behoeve van een humaan leefklimaat en succesvolle re-integratie van justitiabelen.
2 De verstrekte subsidie is niet kostendekkend voor de inzet van vrijwilligers.
De subsidie wordt voor een periode vanaf 1 januari 2026 tot 1 januari 2029 verstrekt.
Voor de uitvoering van deze regeling is per kalenderjaar een bedrag ter grootte van € 4.299.260,– beschikbaar.
Dit bedrag geldt als subsidieplafond in de zin van artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht, zij het dat de bedragen over de jaren 2025 tot en met 2028 jaarlijks geïndexeerd worden op basis van de door het Ministerie van Financiën toegekende middelen voor loonbijstelling.
Subsidie wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht.
De subsidie wordt verstrekt voor de volgende activiteiten:
1. tijdens het verblijf in detentie voor:
a. het ondersteunen bij het regelen van basisvoorwaarden voor een succesvolle re-integratie op de volgende terreinen:
1° werk en inkomen;
2° zorgtrajecten;
3° huisvesting (onderdak);
4° schuldhulpverlening;
5° identiteitsdocumenten;
b. het afleggen van individuele bezoeken of groepsbezoeken;
c. het ondersteunen bij diensten, vieringen en gespreksgroepen die door de geestelijke verzorging worden georganiseerd;
d. het ondersteunen van het gezinssysteem en het sociaal netwerk;
e. het ondersteunen van ouders in hun relatie met kinderen;
f. het organiseren van groepsbijeenkomsten in het kader van vrijetijdsbesteding;
g. het geven van cursussen;
h. het bevorderen van innerlijk herstel van justitiabelen en herstel met slachtoffers, familieleden en samenleving;
i. het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van radicalisering;
j. het bijdragen aan activiteiten gericht op het uitvoeren van detentie & re-integratieplannen in den brede, bijvoorbeeld inzet taal- of voorleesmaatje bij laaggeletterdheid.
2. gedurende een periode van zes maanden na detentie voor:
a. het begeleiden van justitiabelen ten behoeve van een succesvolle re-integratie in de samenleving, bijvoorbeeld ten aanzien van:
1. het vinden van (on)betaald werk
2. het regelen van basisvoorzieningen: identiteitsbewijs, woning, uitkering, zorg(verzekering)
b. het afleggen van bezoeken;
c. het begeleiden van ouders bij het uitoefenen van hun opvoedingstaken;
e. het bevorderen van innerlijk herstel van justitiabelen en herstel met slachtoffers, familieleden en samenleving;
f. het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van radicalisering;
g. het overleggen met ketenpartners over individuele justitiabelen.
De kosten waaraan de subsidie slechts op doelmatige wijze kan worden besteed, zijn:
a. kosten voor werving, deskundigheidsbevordering en binding (jaarlijkse attentie) van de vrijwilligers;
b. kosten voor het reizen van en naar de justitiabelen door de vrijwilligers;
c. administratiekosten;
d. coördinatiekosten voor de inzet van vrijwilligers, of
e. aantoonbare huisvestingskosten, voor zover deze voor het werk van de vrijwilligers noodzakelijk door de vrijwilligersorganisaties moeten worden gemaakt.
1 Subsidie wordt geweigerd indien:
a. de aanvraag gebreken bevat en deze niet binnen twee weken na een verzoek daartoe zijn hersteld;
b. de aanvrager geen rechtspersoon is met volledige rechtspersoonlijkheid en als zodanig is ingeschreven in de Kamer van Koophandel;
c. voor dezelfde activiteiten subsidie wordt verstrekt door de rijksoverheid, anders dan DJI;
d. de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, niet in verband staan tot het doel, bedoeld in artikel 1.2, of de in subsidieaanvraag opgesomde activiteiten onvoldoende bijdragen aan dat doel.
2 Onverminderd de in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht opgesomde weigeringsgronden kan subsidie geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien:
a. de aanvrager in de voorgaande subsidieperiode niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen;
b. de vrijwilligersorganisatie is aangesloten bij een andere organisatie en van deze organisatie subsidie ontvangt;
c. bij een organisatie die subsidie aanvraagt, vrijwilligersorganisaties zijn aangesloten en die laatsten ook zelfstandig een subsidieaanvraag doen;
d. als de aanvraag op andere wijze niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling.
Afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht is gedurende het subsidiejaar van toepassing ten aanzien van een subsidieontvanger aan wie op grond van onderhavige regeling van € 125.000,– of meer per kalenderjaar subsidie is verleend met dien verstande dat:
a. de artikelen 4:71, eerste lid, onderdelen i en j, en 4:76 van de Algemene wet bestuursrecht eveneens van toepassing zijn;
b. de in artikel 4:78, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde opdracht zich tevens uitstrekt tot het onderzoek van de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Deze regeling is van toepassing in het Europese gedeelte van het Land Nederland van het Koninkrijk der Nederlanden.
1 De aanvrager kan slechts een aanvraag per jaar indienen in het kader van deze regeling.
2 Een aanvraag voor het verlenen van subsidie wordt digitaal ingediend door middel van een aanvraagformulier.
3 Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig en juist ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen en vergezeld gaat van de gevraagde bijlagen, zoals op het aanvraagformulier gesteld.
4 In de aanvraag maakt de aanvrager duidelijk welke activiteiten als bedoeld in artikel 1.6 hij voornemens is te verrichten tijdens de subsidieperiode.
1 De subsidie wordt per kalenderjaar verstrekt.
2 De aanvraag dient elk jaar vanaf 1 mei maar uiterlijk voor 1 juli om 12.00 uur voor het subsidiejaar dat start op 1 januari daaropvolgend, digitaal te zijn ontvangen. Een aanvraag die na 1 juli wordt ingediend, wordt niet in behandeling genomen.
1 De staatssecretaris beoordeelt of de aanvraag volledig en compleet is ingevuld.
2 In geval van een aanvraag met gebreken wordt de aanvrager door de staatssecretaris twee weken de tijd gegeven om de gebreken te herstellen. Indien de gebreken niet binnen twee weken worden hersteld, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
1 De beschikbare subsidiegelden worden per jaar verdeeld volgens de volgende formule:
2 Indien na de verdeling op grond van het eerste lid de beschikbare subsidiegelden niet in het geheel zijn verdeeld, zal op basis van dezelfde formule het resterende bedrag worden verdeeld over de subsidieontvangers die in het aanvraagformulier hebben aangegeven hiervoor in aanmerking te willen komen. Dit kan zich voordoen wanneer in de subsidieaanvragen van de vrijwilligersorganisaties het aantal vooraf ingeschatte actieve vrijwilligers hoger is dan bij de eindafrekening.
In het geval dat een specifieke actieve vrijwilliger bij meerdere vrijwilligersorganisaties in hun subsidieaanvraag voor komt (vanaf hier; dubbelingen), wordt het subsidiebedrag voor deze vrijwilliger naar rato verdeeld over de vrijwilligersorganisaties die deze vrijwilliger opgeven in hun subsidieaanvraag.
De staatssecretaris neemt een besluit tot subsidieverlening op basis van de ingediende subsidieaanvraag voor 1 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
In geval van subsidieverlening gelijk aan of meer dan € 25.000,– wordt 90% van het toegekende bedrag als voorschot verstrekt. Dit bedrag wordt uiterlijk drie maanden na de beslissing tot subsidieverlening uitgekeerd. De definitieve afrekening van de subsidie geschiedt op grond van de werkelijk gemaakte kosten, rekening houdend met de hoogte van het subsidiebedrag.
1 Uiterlijk 1 juli dient de aanvrager aan wie in het vorige kalenderjaar subsidie is verleend, een verzoek tot vaststelling van de subsidie voor het vorige kalenderjaar in.
2 In afwijking van het eerste lid wordt de subsidie tot € 25.000,– ambtshalve gelijk met de subsidieverlening vastgesteld.
3 Binnen 22 weken na 1 juli wordt een besluit op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie aan de aanvrager toegezonden.
4 De subsidie kan geheel of gedeeltelijk ambtshalve worden vastgesteld indien:
a. de aanvrager nalaat tijdig een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in te dienen;
b. de beschikking tot subsidieverlening of de beschikking tot subsidievaststelling wordt ingetrokken of ten nadele van de aanvrager gewijzigd.
Aan de subsidie zijn de volgende verplichtingen verbonden:
a. De subsidieontvanger dient als rechtspersoon met volledige rechtspersoonlijkheid ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel.
b. De competenties die aan de vrijwilligers worden gesteld, worden vastgelegd in een competentieprofiel.
c. De selectie van vrijwilligers vindt plaats aan de hand van het vastgestelde competentieprofiel.
d. De subsidieontvangers dragen zorg voor het inwerken van nieuwe vrijwilligers aan de hand van een programma.
e. De aan de subsidieontvanger verbonden vrijwilligers die binnen of buiten de justitiële inrichting met justitiabelen werkzaam zijn, moeten in het bezit zijn van een geldige Verklaring omtrent gedrag (VOG) voor vrijwilligerswerk, of een geldige Referentie (voorheen Beschrijving Getoond Gedrag). Deze VOG of Referentie mag ten tijde van het indienen van de subsidieaanvraag niet ouder dan vier jaar zijn.
f. De subsidieontvanger sluit met iedere vrijwilliger een schriftelijk vrijwilligerscontract. Dit contract bevat in ieder geval bepalingen met betrekking tot:
1° rechten en de verplichtingen van de vrijwilliger bij de uitvoering van zijn activiteiten in de inrichtingen en instellingen of in het kader van de re-integratie van de justitiabele;
2° geheimhouding;
3° aansprakelijkheidsverzekering;
4° onkostenvergoedingen;
5° instemming van de vrijwilliger met de verwerking van zijn persoonsgegevens zoals vermeld op zijn VOG door de staatssecretaris.
g. De subsidieontvanger is verplicht het jaarplan dat ziet op de subsidieperiode binnen twee weken na vaststelling van dit plan aan de staatssecretaris toe te zenden. In het jaarplan wordt in ieder geval vermeld hoe vorm en inhoud gegeven wordt aan deskundigheidsbevordering van de vrijwilligers.
h. De subsidieontvanger die in een inrichting of instelling actief is en minimaal 15 vrijwilligers heeft, stelt een coördinator aan die:
1° eindverantwoordelijk is voor een adequate begeleiding, aansturing en ondersteuning van de vrijwilligers;
2° voor de leiding van de inrichting als aanspreekpunt fungeert, en
3° blijkens een verklaring heeft ingestemd met de verwerking van zijn persoonsgegevens door de staatssecretaris.
i. De subsidieontvanger doet melding:
1° zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan;
2° van feiten en omstandigheden die kunnen leiden tot een intrekking of wijziging van de subsidieverlening, zoals geregeld in artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht dan wel zodra er wetenschap of een redelijk vermoeden is dat zich een dergelijk feit of een dergelijke omstandigheid op korte termijn zou kunnen voordoen;
3° als op enig moment gedurende de looptijd van de subsidie zich gebeurtenissen voordoen of dreigen voor te doen die invloed kunnen hebben op de inhoud, de planning van de activiteiten en/of de voortgang van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend of anderszins op de subsidie van invloed kunnen zijn;
4° van eventuele wijzigingen in de inhoud, financiering en/of planning van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend.
j. De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een controle door de staatssecretaris.
k. De subsidieontvanger is verplicht de bij het besluit tot subsidieverlening opgenomen voorwaarden strikt na te leven.
l. De subsidieontvanger waaraan een subsidie is verleend, is verplicht om uiterlijk 1 juli de aanvraag tot subsidievaststelling te doen vergezellen van een verantwoording waarin schriftelijk wordt aangetoond:
1° aan de hand van het eindverantwoordingsformulier dat de activiteiten hebben plaatsgevonden, en via dit formulier verantwoording af te leggen over de gemaakte kosten;
2° dat aan de verbonden verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn is voldaan;
De subsidieontvanger waaraan een subsidie van meer dan of gelijk aan € 25.000,– is verleend, is verplicht om naast de verplichtingen uit artikel 6.2 lid l uiterlijk 1 juli de aanvraag tot subsidievaststelling te doen vergezellen van een verantwoording waarin schriftelijk wordt aangetoond:
1° op welke wijze het totale bedrag aan subsidiabele kosten, eigen bijdragen en de mate van cofinanciering aan de gerealiseerde activiteiten zijn besteed.
Met betrekking tot cofinanciering bestaat er onderscheid tussen subsidieverlening tussen € 25.000,– tot € 125.000,– en subsidieverlening vanaf € 125.000,–. In alle gevallen geldt voor de subsidieontvanger gedurende het subsidiejaar de volgende procentuele verplichting tot cofinanciering:
Subsidiejaar
Subsidieverlening tussen € 25.000,– tot € 125.000,–
Subsidieverlening vanaf € 125.000,–
2026
10%
25%
2027
2028
In geval een vrijwilligersorganisatie een bedrag van € 125.000,– of meer aan subsidie van DJI ontvangt, dient uiterlijk op 1 juli aan de hand van het eindverantwoordingsformulier aangetoond te worden dat de vooraf opgegeven activiteiten waarvoor subsidie is verkregen hebben plaatsgevonden. Tevens dient de subsidiedieontvanger verantwoording af te leggen over de gemaakte kosten. Dit kan de subsidieontvanger doen door of in de jaarrekening het eindverantwoordingsformulier op te nemen of het eindverantwoordingsformulier apart door de accountant te laten waarmerken waarbij de accountant aangeeft dat de cijfers dienovereenkomstig zijn opgenomen in de jaarrekening.
Indien de subsidieontvanger het eindverantwoordingsformulier in de jaarrekening opneemt, dient de jaarrekening voorzien te zijn van een controleverklaring van een accountant. Een samenstellings- of beoordelingsverklaring wordt niet geaccepteerd. Indien de subsidieontvanger het eindverantwoordingsformulier apart door de accountant laat waarmerken, dient dit ook op basis van een controleverklaring te worden gedaan. Ook hier geldt dat een samenstellingsverklaring of beoordelingsverklaring niet wordt geaccepteerd.
De subsidieontvanger is verplicht gedurende zeven jaar de schriftelijke stukken in relatie tot de onderhavige regeling te bewaren.
De staatssecretaris bewaart gedurende een periode van zeven jaar de schriftelijke stukken op grond van deze regeling.
1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2029.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling vrijwilligersactiviteiten bij de sanctietoepassing 2026–2028.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
I. Coenradie
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Subsidieregeling vrijwilligersactiviteiten bij de sanctietoepassing 2026–2028", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.