Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2025

[Regeling vervalt per 01-01-2027.]
Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 30-08-2025 t/m heden.

Besluit van de Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland van 13 januari 2025, kenmerk 2024042056, tot vaststelling van de beleidsregels ter verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2025

§ 1. Algemeen

Artikel 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • Aanwijzing: Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz jaar t;

  • beheerskostenbudget: het bedrag van de besteedbare middelen ter dekking van de beheerskosten Wlz ten laste van het Fonds langdurige zorg;

  • contracteerruimte: het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders met een zorgkantoorfunctie om zorg in natura te contracteren bij zorgaanbieders of zelfstandige zorgverleners;

  • correctiebedrag: bedrag dat ervoor zorgt dat Wlz-uitvoerders als gevolg van de invoering van het nieuwe verdeelmodel er niet meer dan 4,5 procent in budget op achteruit gaan;

  • geoormerkte bedragen: bedragen die in deze beleidsregels zijn opgenomen voor een specifiek doel;

  • jaar t: het kalenderjaar waarop de vaststelling betrekking heeft;

  • jaar t-1: het jaar voorafgaand aan het jaar t;

  • jaar t+1: het jaar volgend op het jaar t;

  • jaar t+2: het jaar dat ligt 2 jaar na het jaar t;

  • minister: de minister die de Aanwijzing, Nadere aanwijzing en de Tweede nadere aanwijzing ondertekent;

  • Nadere aanwijzing: Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz jaar t;

  • NZa: Nederlandse Zorgautoriteit;

  • opgave ZN: Brief van ZN over de afspraken van zorgkantoren en Wlz-uitvoerders over de verdeling van de geoormerkte bedragen voor respectievelijke de zorgkantoren en de Wlz-uitvoerders;

  • SVB: Sociale Verzekeringsbank;

  • Tweede nadere aanwijzing: Tweede nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz jaar t;

  • wettelijke reserve: reserve uitvoering die wordt aangehouden door een Wlz-uitvoerder, zoals is vastgelegd in artikel 4.6 van het Besluit Wfsv;

  • Wlz: Wet langdurige zorg;

  • Wlz-uitvoerder: een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wlz;

  • het Zorginstituut: Zorginstituut Nederland;

  • zorgkantoor: een zorgkantoor als bedoeld in het Besluit van de Minister van VWS van 14 december 2020, kenmerk 1783045-214376-Z, houdende de aanwijzing van zorgkantoren (Stcrt. 2020, 66954);

  • ZN: Zorgverzekeraars Nederland.

Artikel 2

Het Zorginstituut stelt een voorlopig, nader en definitief beheerskostenbudget vast met inachtneming van de in de Aanwijzing, Nadere aanwijzing en Tweede nadere aanwijzing genoemde bedragen.

Artikel 3

Het Zorginstituut rondt het voorlopige, het nadere en het definitieve beheerskostenbudget af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

Artikel 4

Het Zorginstituut keert het voorlopig, nader en definitief vastgestelde beheerskostenbudget uit aan de zorgkantoren en de Wlz-uitvoerders met inachtneming van de Regeling voorschotverlening op uitkeringen en vergoedingen Wlz 2015.

§ 2. Voorlopige vaststelling beheerskostenbudget jaar 2025

Artikel 5

Het Zorginstituut stelt in februari van jaar 2025 voor ieder zorgkantoor en iedere Wlz-uitvoerder een voorlopig beheerskostenbudget vast.

Artikel 6

Het Zorginstituut verdeelt het budget voor de zorgkantoren voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg als volgt:

  • a. een bedrag van € 27,686 miljoen wordt verdeeld op basis van een gelijk bedrag per Wlz-uitvoerder met een zorgkantoorfunctie;

  • b. het na toepassing van de onderdeel a resterende budget voor de zorgkantoren wordt verdeeld op basis van het aandeel van de Wlz-uitvoerder met zorgkantoorfunctie in de contracteerruimte per oktober t-1.

Artikel 7

  • 1 Het Zorginstituut verdeelt het bedrag voor de Wlz-uitvoerders voor de overige bij of krachtens die wet geregelde taken van de Wlz-uitvoerders bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv als volgt:

    • a. een bedrag van € 2,892 miljoen op basis van een gelijk bedrag per Wlz-uitvoerder;

    • b. een bedrag van € 3,476 miljoen op basis van het aantal bij hen ingeschreven Wlz-verzekerden op 30 juni van jaar t-1;

    • c. een bedrag van € 15,840 miljoen voor zorgkosten voor cliëntvertrouwenspersoon op basis van een opgave van ZN;

    • d. een bedrag van € 0,314 miljoen voor beheerskosten voor cliëntvertrouwenspersoon op basis van een opgave van ZN;

    • e. een bedrag van € 28,601 miljoen voor onafhankelijke cliëntondersteuning op basis van een opgave van ZN;

    • f. een bedrag van € 1,791 miljoen voor ondersteuningsteams voor regionale samenwerking op basis van een opgave van ZN;

    • g. een bedrag van € 2,404 miljoen voor de ontwikkeling van het netwerkmodel iWlz op basis van een opgave van ZN;

    • h. een bedrag van € 1,717 miljoen voor crisisinterventieteams op basis van een opgave van ZN;

    • i. een correctie met een bedrag per Wlz-uitvoerder dat bij de overgang naar een nieuwe verdeelsystematiek in 2022 is vastgelegd voor de periode 2022 tot en met 2026. Dit bedrag is opgenomen in onderstaande tabel;

    • j. het na toepassing van de onderdelen a tot en met i resterende budget voor de Wlz-uitvoerders wordt verdeeld op basis van het aantal bij hen ingeschreven Wlz-verzekerden op 30 juni van jaar t-1.

  • 2 Indien het Zorginstituut geen opgave van ZN ontvangt voor de verdeling van een geoormerkt bedrag, verdeelt het Zorginstituut het bedrag op basis van het aantal ingeschreven Wlz-verzekerden op 30 juni van jaar t-1.

    Tabel correctiebedragen voor 2025

    Wlz-uitvoerder

    correctiebedrag in euro’s

    A.S.R. Wlz-uitvoerder B.V.

    -1.802

    Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V.

    0

    Stichting Zorgkantoor Menzis

    -476.286

    ONVZ Langdurige Zorg B.V.

    -694

    Zorgkantoor DSW B.V.

    0

    Salland Zorgkantoor B.V.

    -61.439

    Stichting Wlz-uitvoerder Zorg en Zekerheid

    692.126

    VGZ Zorgkantoor B.V.

    -137.507

    CZ Zorgkantoor B.V.

    -14.398

    Totaal

    0

Artikel 8

Voor de bepaling van het aantal Wlz-verzekerden, bedoeld in artikel 7 eerste lid, onderdeel b en j en artikel 7, tweede lid, gebruikt het Zorginstituut de opgaven van de Wlz-uitvoerder van de aantallen Wlz-verzekerden per 30 juni van het jaar t-1. Deze opgave maakt onderdeel uit van de tweede kwartaalstaat Wlz van de Wlz-uitvoerder voor het jaar t-1. Deze opgave dient te zijn voorzien van een bestuursverklaring.

Artikel 9

Indien een Wlz-uitvoerder zijn overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv, geheel of gedeeltelijk uitbesteedt, betaalt hij aan het zorgkantoor waaraan hij deze taken uitbesteedt per Wlz-verzekerde een bedrag van € 7,106088709 als vergoeding in de beheerskosten.

Artikel 10

Voor een nieuwe Wlz-uitvoerder, die geen rechtsopvolger is van een of meer bestaande Wlz-uitvoerders, kan het Zorginstituut uitgaan van andere dan de in artikel 8 genoemde definitie voor verzekerdenaantallen.

§ 3. Nadere vaststelling beheerskostenbudget jaar 2025

Artikel 11

Uiterlijk op de eerste werkdag van februari t+1 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget voor het jaar t voor de zorgkantoren en de Wlz-uitvoerders nader vast op basis van de in de Tweede nadere aanwijzing gewijzigde bedragen.

Artikel 12

Het Zorginstituut brengt op de nader vastgestelde beheerskostenbudgetten de door het Zorginstituut berekende voorschotten in mindering.

Artikel 13

Op basis van de nadere vaststelling van het beheerskostenbudget van jaar t stelt het Zorginstituut de overschrijding van de wettelijke reserve van jaar t vast. Indien deze wettelijke reserve Wlz, die vermeld is in het financiële verslag van de Wlz-uitvoerder, hoger is dan twintig procent van het beheerskostenbudget zoals berekend in de Nadere vaststelling Wlz beheerskostenbudget van jaar t zal het bedrag van de overschrijding van de wettelijke reserve Wlz worden teruggevorderd van de Wlz-uitvoerder.

§ 4. Definitieve vaststelling beheerskostenbudget jaar 2025

Artikel 14

  • 1 Uiterlijk in jaar t+2 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget voor het jaar t voor de zorgkantoren, de Wlz-uitvoerders definitief vast op basis van de in de Tweede nadere aanwijzing gewijzigde bedragen.

  • 2 Het Zorginstituut betrekt bij de definitieve vaststelling eventuele correcties van de NZa voor het beheerskostenbudget van de Wlz-uitvoerders en de zorgkantoren.

Artikel 15

Het Zorginstituut brengt op de definitief vastgestelde beheerskostenbudgetten de door het Zorginstituut berekende nader vastgestelde beheerskostenbudgetten in mindering.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 16

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst, en werken terug tot en met 1 januari van jaar 2025. De beleidsregels vervallen met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat de beleidsregels van toepassing blijven op de verdeling van de besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz voor het jaar 2025.

Artikel 17

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2025.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur

M.J. Janssen