Regeling Talentontwikkeling

[Regeling vervalt per 01-01-2029.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 19-02-2025 t/m heden.

Regeling Talentontwikkeling

Het bestuur van de stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, besluit vast te stellen de navolgende regeling, houdende regels voor het verstrekken van subsidies aan makers en partijen voor de uitvoering van projecten ter bevordering van de kwaliteit van de creatieve industrie.

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begrippen

De in deze regeling gebruikte begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. Specifiek binnen deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1. aanvrager: een natuurlijke persoon of, in het geval van een samenwerkingsverband, rechtspersoon die op grond van deze regeling een subsidieaanvraag doet bij het Stimuleringsfonds;

  • 2. adviescommissie: een onafhankelijke, door het bestuur aangestelde commissie van externe deskundigen;

  • 3. beschikking: de brief waarmee het bestuur formeel besluit over het al dan niet toekennen van de subsidie;

  • 4. beschikkingsdatum: de datum zoals vermeld op de beschikking;

  • 5. bestuur: de bestuurder van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, als bedoeld in artikel 5 van de statuten;

  • 6. creatieve industrie: het werkterrein van de disciplines vormgeving, architectuur en digitale cultuur inclusief mogelijke cross-overs tussen deze disciplines;

  • 7. het Koninkrijk: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit de landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • 8. ontwikkelplan: het geheel van werkzaamheden gericht op de verdere professionalisering en artistieke ontwikkeling van de eigen ontwerppraktijk, afgebakend in tijd en doel, uitgevoerd door een starter;

  • 9. relevante opleiding: het Stimuleringsfonds publiceert in de handleiding bij deze regeling een lijst met relevante opleidingen in het hoger kunstonderwijs of hoger ontwerponderwijs waarvan een diploma professionaliteit, vakmanschap en/of bekwaamheid binnen de creatieve industrie kan aantonen. Het diploma wordt gebruikt om de datum van afronding van de relevante opleiding te bepalen;

  • 10. samenwerkingsverband: een duo, collectief of groep professionele makers die zich binnen een bureau of studio beroepsmatig heeft georganiseerd en zich als geheel verhoudt tot de creatieve industrie;

  • 11. startende ontwerper: een beginnende vormgever, architect, ontwikkelaar of maker die zich positioneert binnen de creatieve industrie en ingebed is in dit werkveld in het Koninkrijk. De aanvrager is startend wanneer deze op het moment van indienen van de aanvraag minimaal één jaar en niet langer dan vier jaar geleden een diploma (bachelor of master) heeft ontvangen binnen een relevante opleiding in het hoger kunstonderwijs of hoger ontwerponderwijs. Voor architecten geldt aanvullend dat zij binnen vier jaar na inschrijving in het architectenregister of het afronden van de beroepservaringperiode (BEP) kunnen aanvragen;

  • 12. Stimuleringsfonds: de stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie;

  • 13. subsidieplafond: het totale bedrag dat binnen een ronde maximaal beschikbaar is voor subsidies;

  • 14. subsidietijdvak: de periode waarbinnen op grond van deze regeling een aanvraag kan worden ingediend;

  • 15. vakgebied architectuur: tot het vakgebied architectuur wordt gerekend: architectuur, interieur, tuin- en landschap, stedenbouw en ruimtelijke ordening, inclusief aanverwante activiteiten gericht op experiment, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen;

  • 16. vakgebied digitale cultuur: tot het vakgebied digitale cultuur wordt gerekend: ontwerp in relatie tot nieuwe media en -technologieën, games, AV-performances, worldbuilding, creative coding, sensory storytelling, art-science, posthumanisme, internetcultuur, inclusief aanverwante activiteiten gericht op experiment, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen; en

  • 17. vakgebied vormgeving: het werkterrein dat wordt gevormd door de (sub)disciplines animatie, bio design, food design, glasvormgeving, grafische vormgeving, illustratie, interieurontwerp, keramiekvormgeving, lichtontwerp, modevormgeving, product-, meubel- en industriële vormgeving, scenografie, sieraadontwerp, strip en graphic novel, tentoonstellingsontwerp, textielontwerp, typografie, inclusief aanverwante activiteiten gericht op experiment, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen.

Artikel 2. Taakopvatting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

  • 1 De taak van het Stimuleringsfonds is om, vanuit het culturele perspectief, de rijke ontwerptraditie die Nederland heeft te continueren en te vernieuwen door het proces van experimenteren, onderzoeken en maken te stimuleren en goed opdrachtgeverschap te bevorderen.

  • 2 Het Stimuleringsfonds verstrekt, in overeenstemming met zijn statuten en volgens bepalingen vastgesteld in de wet en subsidieregelingen, subsidies aan natuurlijke personen en rechtspersonen die bijdragen aan het bevorderen van hoogwaardige kwaliteit, ontwikkeling en professionalisering van de hedendaagse creatieve industrie binnen het Koninkrijk.

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen

Artikel 3. Reikwijdte en doelstelling Regeling Talentontwikkeling

  • 1 Op grond van deze regeling kan het bestuur subsidie verstrekken aan startende ontwerpers, werkzaam binnen de creatieve industrie, die op basis van een ontwikkelplan een vastgestelde periode werken aan het versterken van hun artistieke talent, professionele praktijk en het eigen cultureel ondernemerschap.

  • 2 Deze regeling sluit aan bij de volgende algemene beleidsdoelstelling van het Stimuleringsfonds:

    • bevorderen van talentontwikkeling.

Artikel 4. Subsidievorm

  • 1 Op grond van deze regeling worden subsidies verstrekt in de vorm van beurzen voor een bedrag van € 25.000.

  • 2 De beurs bestaat uit drie delen:

    • a. een vrij besteedbaar deel voor artistieke ontwikkeling;

    • b. een deel voor coaching, advies, opdoen van kennis en/of vaardigheden; en

    • c. een deel voor het versterken van de zichtbaarheid en/of kennisuitwisseling.

Artikel 5. Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie wordt altijd verleend onder de voorwaarde dat door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voldoende gelden aan het Stimuleringsfonds ter beschikking worden gesteld.

Artikel 6. Subsidieplafond

  • 2 Het bestuur kan een maximum totaalaantal aanvragen vaststellen dat in behandeling wordt genomen per aanvraagronde. Dit aantal wordt ten minste twee weken voor openstelling van de aanvraagronde bekend gemaakt op www.stimuleringsfonds.nl.

Artikel 7. Algemene voorwaarden

  • 1 Met betrekking tot de hoedanigheid van de aanvrager gelden de volgende voorwaarden:

    • a. De aanvrager kwalificeert zich als startende ontwerper volgens de definitie van deze regeling;

    • b. De aanvragende partij staat ingeschreven in het Handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of bij een van de Handelsregisters die vallen binnen het Koninkrijk;

    • c. De praktijk van de aanvrager is ingebed in de creatieve industrie in Nederland, dan wel de overige delen van het Koninkrijk;

    • d. Uit het cv en portfolio blijkt dat de projecten die de startende ontwerper de afgelopen 12 maanden heeft uitgevoerd zich verhouden tot de disciplines vormgeving, digitale cultuur en/of architectuur. Ten minste één van deze projecten is een opdracht (betaald of onbetaald). Dit kan zijn: (deelname) aan een tentoonstelling, presentatie, (fashion)show of (online)publicatie, prijs (nominatie of winst), een workshop of lezing, docentschap bij een ontwerpopleiding, ontwerpopdracht vanuit culturele instelling, bedrijfsleven of overheid in het Koninkrijk;

    • e. De startende ontwerper is ten tijde van het indienen van de aanvraag achttien jaar of ouder.

  • 2 Niet in aanmerking voor subsidie komen:

    • a. aanvragers die staan ingeschreven of zich gedurende de subsidieperiode inschrijven voor een vol- of deeltijdopleiding bij een NVAO geaccrediteerde opleiding of erkende mbo-opleiding;

    • b. aanvragers die zijn of worden toegelaten op postacademische instellingen, gedurende de subsidieperiode;

    • c. aanvragers die gedurende de subsidieperiode een bijdrage Kunstenaar Start ontvangen van het Mondriaan Fonds;

    • d. aanvragers die op het moment van indienen werken aan de uitvoering van een door henzelf ingediend project waarvoor zij subsidie ontvangen van het Stimuleringsfonds.

  • 3 De volgende beroepsgroepen worden in de context van deze regeling niet gerekend tot de creatieve industrie. Makers uit deze beroepsgroepen kunnen op grond van deze regeling geen subsidie ontvangen:

    • a. (documentaire) filmmakers;

    • b. beeldend kunstenaars;

    • c. schrijvers en journalisten;

    • d. theatermakers;

    • e. muzikanten en DJ’s;

    • f. dansers;

    • g. fotografen.

    De beoordeling van de beroepsgroep van de aanvrager wordt uitgevoerd door het fondsbureau aan de hand van het portfolio en het ontwikkelplan. Het fonds richt zich op de disciplines vormgeving, architectuur en digitale cultuur. Aanvragers van wie het werk zich niet verhoudt tot deze disciplines of geen praktische toepassing heeft, worden uitgesloten van deze regeling.

  • 4 Met betrekking tot de inhoud van het ontwikkelplan geldt dat:

    • a. Het ontwikkelplan sluit aan op de taakopvatting van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie zoals verwoord in artikel 2 en de reikwijdte en doelstelling zoals verwoord in artikel 3;

    • b. Het ontwikkelplan heeft betrekking op een door het Stimuleringsfonds vastgestelde periode van circa 15 maanden, die vooraf bekend wordt gemaakt op www.stimuleringsfonds.nl;

    • c. Het resultaat van het ontwikkelplan wordt op een passende wijze voor publiek inzichtelijk of toegankelijk gemaakt.

    • d. Er wordt geen subsidie verleend aan of voor:

      • projecten of activiteiten die al zijn gesubsidieerd op grond van een subsidieregeling van het Stimuleringsfonds;

      • projecten of activiteiten waarvoor op het moment van indienen al een aanvraag in behandeling is binnen een andere subsidieregeling van het Stimuleringsfonds;

      • het verwerven van eigendommen, materialen of apparatuur die ook buiten de context van het ontwikkelplan een waarde vertegenwoordigen;

  • 5 Met betrekking tot het indienen van een aanvraag geldt dat:

    • a. In de periode waarin wordt gewerkt aan de uitvoering van het ontwikkelplan, de subsidieperiode, kan geen aanvraag worden ingediend bij een andere regeling of open oproep van het Stimuleringsfonds, voor activiteiten die in de uitvoering overlappen met de subsidieperiode;

    • b. De aanvrager dient binnen een kalenderjaar niet meer dan één aanvraag in op grond van deze regeling;

    • c. De aanvrager is niet betrokken bij meer dan één aanvraag binnen deze regeling;

    • d. De aanvrager heeft niet eerder subsidie ontvangen voor het uitvoeren van het ontwikkelplan in het kader van deze regeling, een voorloper van deze regeling, of een bijdrage Kunstenaar Start ontvangen van het Mondriaan Fonds;

    • e. De aanvrager is niet tekortgeschoten in het nakomen van diens subsidieverplichtingen in het kader van een project waarvoor het Stimuleringsfonds een eerdere subsidie heeft verleend;

    • f. Er wordt geen subsidie verleend aan of voor aanvragen die niet tijdig zijn ingediend, niet voldoen aan de vereiste vorm en/of niet volledig zijn.

Hoofdstuk 3. Subsidieaanvraag

Artikel 8. Wijze van indiening en toetsing van aanvragen

  • 1 Het bestuur maakt jaarlijks via de website www.stimuleringsfonds.nl bekend binnen welke periode op grond van deze regeling een subsidieaanvraag kan worden ingediend.

  • 2 De aanvraag voor subsidie wordt ingediend via de aanvraagomgeving van het Stimuleringsfonds.

  • 3 De aanvrager dient de aanvraag uiterlijk in op de einddatum van het onder lid 1 genoemde subsidietijdvak.

  • 4 Aanvragen worden in de Nederlandse of Engelse taal opgesteld.

  • 5 Aanvragen worden getoetst op volgorde van binnenkomst. Hierbij geldt het moment dat de aanvraag compleet is op basis van artikel 9.

    Het Stimuleringsfonds toetst of de aanvraag:

    • a. aansluit bij de taakopvatting van het Stimuleringsfonds zoals verwoord in artikel 2;

    • b. past binnen de reikwijdte en doelstelling van de regeling zoals verwoord in artikel 3; en

    • c. compleet is en voldoet aan alle voorwaarden vermeld in artikel 7 van deze regeling.

  • 6 Aanvragen die voldoen aan de toetsing onder lid 5 worden gerangschikt tot het moment dat het maximumaantal aanvragen voor het subsidietijdvak is bereikt.

  • 7 Het bestuur wijst aanvragen af die op basis van de toetsing onder lid 5 niet in aanmerking komen voor subsidie op grond van deze regeling.

  • 8 Het bestuur wijst een aanvraag af als het maximumaantal aanvragen binnen het betreffende subsidietijdvak is overschreden.

  • 9 De overige aanvragen worden ter beoordeling voorgelegd aan een interdisciplinaire adviescommissie.

Artikel 9. Inhoud van de aanvraag

  • 1 Een volledige aanvraag bevat de onderstaande documenten. Alleen deze documenten worden beschikbaar gesteld aan de adviescommissie. Vormvereisten en richtlijnen staan beschreven in de handleiding. Hierbij geldt de versie van de handleiding zoals gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds op de datum waarop de ronde wordt opengesteld.

    • a. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b. een ontwikkelplan dat inzicht biedt in:

      • de artistieke uitgangspunten en werkwijze

      • de artistieke ontwikkeldoelen

      • de professionele ontwikkeldoelen

    • c. portfolio;

    • d. cv;

    • e. een toelichting op de inbedding en positionering in de creatieve industrie;

    • f. planning;

    • g. begroting;

    • h. indien van toepassing, verklaringen voor coaching, presentatie of cursussen.

  • 2 De aanvraag bevat daarnaast de verplichte volgende bijlagen, die niet met de commissie worden gedeeld:

    • a. een digitaal gewaarmerkt uittreksel van maximaal één jaar oud uit het Handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of van een van de Handelsregisters die vallen binnen het Koninkrijk;

    • b. een representatieve afbeelding van het project, bestemd voor communicatie-uitingen door het Stimuleringsfonds en waarvan de benodigde rechten van de afbeelding bij de aanvrager liggen;

    • c. een kopie van een diploma van een relevante opleiding, of een bewijs van afronding beroepservaringsperiode (BEP), of bewijs van inschrijving architectenregister. Op deze documenten is duidelijk de datum zichtbaar van, in de genoemde volgorde, afronding van opleiding, afronding van BEP of datum van inschrijving.

Hoofdstuk 4. Subsidieverlening

Artikel 10. Procedure inhoudelijke behandeling aanvragen

  • 1 De adviescommissie brengt advies uit aan het bestuur over het al dan niet toekennen van de subsidie. Bij de formulering van het advies baseert de adviescommissie zich op de door de aanvrager verstrekte gegevens zoals vermeld in artikel 9.1 van deze regeling.

  • 2 Het bestuur besluit op basis van het advies van de adviescommissie over het al dan niet toekennen van de subsidie.

Artikel 11. Beoordelingscriteria

  • 1 Onderstaande beoordelingscriteria worden gehanteerd bij de beoordeling van aanvragen. De criteria worden in gelijke mate gewogen.

    • a. Het artistieke en reflectieve vermogen van de aanvrager (op basis van de huidige praktijk en portfolio);

      De adviescommissie beoordeelt het vermogen om kritisch te reflecteren op het eigen werk, de mate van vernieuwing van bestaande werkwijzen, het gebruik van creatieve en artistieke technieken en de wijze waarop de huidige praktijk is gepositioneerd binnen de creatieve industrie. Hierin weegt zij:

      • de mate van originaliteit en eigenheid in de artistieke praktijk;

      • het vermogen om kritisch te reflecteren op eigen werk en om artistieke keuzes te onderbouwen;

      • de mate waarin de projecten bijdragen aan actuele vraagstukken of discussies binnen de creatieve sector.

    • b. De beoogde ontwikkelrichting van de aanvrager;

      De adviescommissie beoordeelt hoe duidelijk de aanvrager diens ontwikkelingsrichting motiveert en de concepten of thema’s die tijdens het ontwikkeljaar centraal staan. Ook kijkt ze of er relevante ontwikkelvragen worden gesteld. Hierin weegt zij:

      • de mate waarin de gekozen ontwikkelingsrichting aansluit bij het portfolio, de lange termijnvisie en ambities van de aanvrager;

      • de mate waarin sprake is van artistiek-inhoudelijke vernieuwing, er bestaande kennis wordt verrijkt of nieuwe inzichten worden ontwikkeld;

      • de relevantie van de gekozen ontwikkelrichting binnen de bredere creatieve industrie.

    • c. De wijze waarop de beoogde ontwikkelrichting wordt omgezet in concrete activiteiten;

      De adviescommissie weegt:

      • de mate waarin de activiteiten realistisch, specifiek en doelgericht zijn uitgewerkt en gemotiveerd;

      • de mate waarin tijdens het ontwikkeljaar relevante samenwerkingen worden aangegaan en de wijze waarop deze zijn ingericht;

      • de verwachting waarin gekozen (kennis)partners, mentoren of coaching bijdragen aan het scherper positioneren van de praktijk binnen de creatieve industrie.

    • d. De wijze waarop nieuwe verbindingen worden gelegd en uitkomsten worden gedeeld;

      De adviescommissie weegt:

      • de wijze waarop de aanvrager diens netwerkt wil gaan versterken/verbreden;

      • de wijze waarop de aanvrager de artistiek-inhoudelijke uitkomsten wil gaan delen met een passend publiek.

Artikel 12. Rangschikking en prioritering

  • 1 Alleen door de adviescommissie positief beoordeelde aanvragen komen in aanmerking voor subsidie.

  • 2 Overschrijdt het totaal van de aanvragen dat voor subsidieverlening in aanmerking komt het beschikbare budget van de ronde, dan zal er worden geprioriteerd. Daarbij wordt de volgende procedure gehanteerd:

    • a. De aanvragen worden geprioriteerd op basis van de scores op de beoordelingscriteria genoemd in artikel 11. Hierdoor ontstaat een ranglijst van alle beoordeelde voorstellen;

    • b. Het beschikbare bedrag wordt toegekend aan de aanvragers van wie de aanvraag het hoogst is geplaatst op de ranglijst tot het subsidieplafond is bereikt;

    • c. Als aanvragen in de ranglijst gelijk eindigen op basis van de scores, en het subsidieplafond wordt met deze aanvragen bereikt, wordt binnen deze aanvragen prioriteit gegeven aan de aanvragen die het meeste bijdragen aan de diversiteit binnen de geselecteerde aanvragen. De adviseurs kennen hiervoor, in dat geval, een aparte score toe en betrekken daarin:

      • de discipline waarbinnen de aanvrager zich positioneert;

      • culturele diversiteit; en

      • regionale spreiding.

Artikel 13. Verlening van een subsidie

  • 1 Het bestuur informeert de aanvrager binnen 15 weken na uiterlijke indieningsdatum schriftelijk over zijn besluit tot het al dan niet verlenen van een subsidie.

  • 2 Het bestuur kan in het verlengde van het doel van de subsidie, in een besluit tot het verlenen van een subsidie aanvullende verplichtingen aan de subsidieverlening verbinden.

  • 3 Het besluit tot het verlenen van een subsidie bevat een weergave van het advies en de overwegingen van het bestuur, de voorwaarden waaronder de eventuele subsidie beschikbaar wordt gesteld, de duur van de subsidieperiode, de verplichtingen die gelden voor de ontvanger, de maximale hoogte van de subsidie en informatie over betaling en voorschot.

  • 4 Aan een besluit tot het verlenen van een subsidie kunnen door de ontvanger geen rechten worden ontleend met betrekking tot een volgende aanvraag.

Artikel 14. Voorschotten

Het Stimuleringsfonds betaalt in het geval van een besluit tot verlening van een subsidie bij wijze van voorschot 50% van het toegekende bedrag uit. Een tweede voorschot van 40% wordt betaald in januari van het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin een subsidie is verleend. Het resterende deel wordt uitbetaald na het besluit tot vaststelling van de subsidie.

Hoofdstuk 5. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 15. Verplichte programma-activiteiten

Aanvragers die op grond van deze regeling een subsidie ontvangen committeren zich aan deelname aan het programma Talentontwikkeling van het Stimuleringsfonds. Dit programma bestaat in de basis uit:

  • a. een inhoudelijke introductiedag;

  • b. twee themadagen/kennisdagen;

  • c. one-minute film voor het Platform Talent;

  • d. één presentatiemoment georganiseerd door het fonds;

  • e. voortgangsgesprek op locatie (bij voorkeur werkplek van de maker); en

  • f. verantwoordingsgesprek (online).

Artikel 16. Administratie

  • 1 De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen evenals de baten en lasten kunnen worden nagegaan.

  • 2 De subsidieontvanger geeft desgevraagd aan het Stimuleringsfonds inzicht in de administratie.

  • 3 De subsidieontvanger bewaart de administratie en de bijbehorende documenten gedurende zeven jaren na het vaststellen van de subsidie.

Artikel 17. Vermelding Stimuleringsfonds

In alle publieke uitingen over de gesubsidieerde activiteiten vermeldt de subsidieontvanger het Stimuleringsfonds als subsidieverstrekker. Het logo van het Stimuleringsfonds wordt opgenomen in publicaties en verslagen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten, net als op uitnodigingen, aankondigingen, websites en audiovisuele producties. Als een subsidieontvanger logo’s opneemt van andere partijen wordt in verhouding tot de bijdrage het logo van het Stimuleringsfonds in een vergelijkbare grootte en opmaak weergegeven.

Artikel 18. Melding bij het Stimuleringsfonds

In het geval een van de onderstaande situaties zich voordoet brengt de subsidieontvanger het fonds daarvan direct op de hoogte:

  • 1. De activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zullen niet of niet geheel plaatsvinden;

  • 2. Er zal niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen worden voldaan;

  • 3. Er zijn aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verleend;

  • 4. Er is sprake van ontwikkelingen die de uitvoering van de activiteiten kunnen belemmeren, zoals meldingen van ongewenst gedrag of de betrokkenheid bij een rechtszaak.

Hoofdstuk 6. Subsidievaststelling

Artikel 19. Vaststelling en verantwoording

  • 1 Uiterlijk zestien weken na het verlopen van de subsidieperiode wordt een afspraak gemaakt voor een verantwoordingsgesprek en wordt het verantwoordingsformulier ingevuld en ingediend via de aanvraagomgeving.

  • 2 Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, dan stelt het bestuur de subsidie binnen tien weken na het indienen van de verantwoording overeenkomstig de verlening vast.

  • 3 Als blijkt dat activiteiten niet of slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd, dan kan de subsidie lager worden vastgesteld.

  • 4 Het bestuur kan de subsidieontvanger nadere aanwijzingen geven over de controle op de naleving van de voorwaarden die zijn verbonden aan de verlening van de subsidie.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 20. Bezwaar

Een belanghebbende kan bezwaar maken tegen een besluit van het bestuur dat wordt genomen op grond van deze regeling door een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuur. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan op de dag nadat het besluit is bekendgemaakt. De procedure voor bezwaren is gepubliceerd op www.stimuleringsfonds.nl.

Artikel 21. Bescherming persoonsgegevens en Archiefwet

  • 1 Het Stimuleringsfonds verstrekt geen vertrouwelijke informatie omtrent onder meer bedrijfs- en fabricagegegevens aan derden.

  • 3 Als Zelfstandig Bestuursorgaan (zbo) valt het Stimuleringsfonds onder de Archiefwet. Aanvraagdossiers worden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde termijn overgedragen aan het Nationaal Archief. Aanvraagdossiers worden in dat geval gekwalificeerd als ‘beperkt openbare’ documenten.

Artikel 22. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van de belanghebbende van bepalingen in deze regeling afwijken als toepassing daarvan leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 23. Inwerkingtreding en expiratie

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 19 februari 2025.

  • 3 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2029 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de afwikkeling van de op basis van deze regeling verleende subsidies.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie,

S. Groeneveld

directeur-bestuurder