Inhoudelijke beoordeling subsidieaanvragen
|
Onderdeel
|
Beoordelingscriteria
|
Beoordelingsaspecten
|
Puntenschaal
|
|
1. Ambitie
Maximaal 800 woorden
|
1. De aanleiding en noodzaak tot verbetering van de sociale veiligheid.
2. Emancipatie van gemarginaliseerde groep(en) (zoals vrouwelijke academici, jonge
onderzoekers, promovendi en postdocs), mensen uit de LHBTIQ+ groep, mensen met een
migratieachtergrond en/of met een beperking.
3. De ambitie ten aanzien van sociale veiligheid en haalbaarheid van de ambitie.
|
1. De aanleiding waarom deze subsidieaanvraag nodig is om sociale veiligheid te bevorderen
is duidelijk beschreven. De noodzaak van de subsidieaanvraag is duidelijk beschreven
en onderbouwd.
2. De wijze waarop de subsidieaanvraag zich richt op de emancipatie van gemarginaliseerde
groep(en) is duidelijk beschreven en onderbouwd.
3. De doelstellingen zijn ambitieus, helder en concreet geformuleerd.
Ook zijn de doelstellingen realistisch en haalbaar.
|
1–5
|
|
2. Impact
Maximaal 800 woorden
|
1. Drie pijler(s) van cultuurverandering (omgangscultuur, systeem, structuur) ten
aanzien van sociale veiligheid.
2. Doelen en resultaten van de regiegroep, zoals geformuleerd in het programmaplan
van de regiegroep (artikel 1).
|
1. Onderbouwd is op welke manier de subsidieaanvraag impact heeft op een of meer van
de pijler(s) van cultuurverandering binnen de betrokken organisatie(s) of andere belanghebbenden.
2. De beoogde impact van de subsidieaanvraag op (een van) de doelen en resultaten
van de regiegroep, zoals geformuleerd in het programmaplan, is duidelijk geformuleerd
en onderbouwd.
|
1–5
|
|
3. Verankering
Maximaal 800 woorden
|
1. Duurzame verankering en zichtbaarheid van opgedane kennis en inzichten binnen de
eigen organisatie(s).
2. Zichtbaarheid voor andere organisatie(s).
|
1. De duurzame verankering van de resultaten van de subsidieaanvraag binnen de eigen
organisatie(s) en de wijze waarop de opgedane kennis en inzichten zichtbaar zijn gemaakt
is duidelijk omschreven. Onderbouwd is waarom voor deze vorm is gekozen.
2. De wijze waarop kennisdeling gefaciliteerd wordt is duidelijk uiteengezet waardoor
werkwijzen, kennis en inzichten gebruikt kunnen worden door andere organisatie(s)
na afloop van de activiteit(en).
|
1–5
|
|
4a. Omschrijving activiteit(en)
Maximaal 400 woorden per activiteit.
|
Per activiteit:
– doelstelling
– monitoring van de voortgang van de activiteit
– planning
– (indien van toepassing) samenwerking.
|
Per activiteit is de doelstelling duidelijk en concreet beschreven.
Per activiteit wordt de wijze waarop de voortgang wordt gemonitord duidelijk en concreet
beschreven.
De planning van de activiteit(en) is realistisch en de uitvoering is uiterlijk voor
31 december 2027 afgerond.
In geval van een samenwerkingsverband wordt duidelijk welke partij welke rol op zich
neemt in de activiteit(en).
|
Voldoende of onvoldoende per activiteit
|
|
4b. begroting per activiteit(en)
|
Een realistische begroting van de activiteit(en).
Beoordeeld wordt:
– of de kosten in verhouding staan tot de beoogde resultaten;
– of de begroting sluitend is;
– of de HOT-tarieven zijn gehanteerd, waarin overhead en administratie al zijn opgenomen
(indien van toepassing).
|
Per activiteit(en) is in de begroting concreet en duidelijk opgenomen welke kosten
door wie worden gemaakt. Uit de begroting moet per activiteit duidelijk blijken welke
kosten daaraan verbonden zijn.
|
Voldoende of onvoldoende per activiteit
|
In de Subsidieregeling sociale veiligheid in hoger onderwijs en wetenschap is opgenomen
dat aanvragers uitsluitend in een aanvraagronde aanvragen kunnen indienen. Om de kwaliteit
van een aanvraag vast te stellen, beslist de minister op de subsidieaanvraag aan de
hand van bovengenoemde beoordelingscriteria. Voor het aantonen van de kwaliteit van
een subsidieaanvraag, moet de subsidieaanvraag op elk onderdeel (1 t/m 4) ten minste
met een voldoende worden beoordeeld.
Dit betekent dat de subsidieaanvragen kwalitatief beoordeeld worden. Voor onderdeel
1 t/m 3 geldt dat een subsidieaanvraag op elk onderdeel ten minste met 3 punten (een
voldoende) moet worden beoordeeld om voor subsidie in aanmerking te komen. De bedoeling
is dat een ambitie wordt nagestreefd, impact wordt beoogd en verankering wordt verwezenlijkt
en dat dit overeenkomt met de doelstellingen en resultaten uit het programmaplan.
De onderdelen 4a en 4b (beschrijving activiteit(en) en de begroting) worden per activiteit
beschreven door de aanvrager en worden op activiteitniveau beoordeeld. Hiervoor is
gekozen omdat alleen activiteiten die goed passen bij de doelen en resultaten zoals
beschreven in het programmaplan en bij de definitie van sociale veiligheid zoals in
het programmaplan is geformuleerd, voor subsidie in aanmerking komen. Aanvragen die
op de onderdelen 1 t/m 3 ten minste met een voldoende zijn beoordeeld, worden op activiteitniveau
beoordeeld op onderdeel 4a en 4b. Activiteiten die vervolgens tevens op zowel onderdeel
4a als 4b met een voldoende worden beoordeeld komen in beginsel voor subsidie in aanmerking.
Activiteiten die als onvoldoende worden beoordeeld, komen niet voor subsidie in aanmerking.
Het is dus mogelijk dat slechts een deel van de subsidieaanvraag voor subsidie in
aanmerking komt. Dit kan het geval zijn als een aanvraag op de onderdelen ambitie,
impact en verankering (onderdeel 1 t/m 3) ten minste met een voldoende wordt beoordeeld
maar één van de voorgestelde activiteiten als onvoldoende wordt beoordeeld op het
onderdeel beschrijving activiteit(en) (onderdeel 4a) of op het onderdeel begroting
(4b). Als door een aanvrager bijvoorbeeld een activiteit wordt voorgesteld die goed
past bij de doelen en resultaten van het programmaplan en bij de definitie van sociale
veiligheid zoals is geformuleerd in het programmaplan maar ook een activiteit die
daar onvoldoende bij past, komt alleen de eerste activiteit voor subsidie in aanmerking.
-
1. Aanvragen regiegroep:
De penvoerder van de regiegroep kan subsidie aanvragen voor activiteiten die zij opneemt
in haar activiteitenplan. Elke activiteit wordt separaat beoordeeld aan de hand van
bovengenoemd beoordelingskader. De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd
door de regiegroep worden beoordeeld door de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen
(DUS-I), waarna de minister beslist.
-
2. Aanvragen organisaties:
Een organisatie kan een subsidieaanvraag doen voor de uitvoering van activiteiten.
Dit kan een enkele activiteit zijn maar een subsidieaanvraag kan ook bestaan uit meerdere
activiteiten. Om te bepalen welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen,
worden eerst de onderdelen 1 t/m 3 van het beoordelingskader beoordeeld. Vervolgens
wordt elke separate activiteit beoordeeld op onderdeel 4a en 4b van het beoordelingskader.
De subsidieaanvraag waarvoor subsidie wordt aangevraagd door organisaties, wordt inhoudelijk
beoordeeld door de regiegroep, waarna de minister beslist. De regiegroep bereidt de
besluitvorming van de minister voor.
Het doel van de kwalitatieve beoordeling is dat subsidieaanvragen met een hoge kwaliteit
worden beloond met punten. Om de beoordeling in goede banen te leiden en zo transparant
mogelijk te maken, volgt hieronder een uitgebreide beschrijving van de beoordelingsprocedure.
Het beoordelingskader en de beoordelingsprocedure gelden zowel ten aanzien van de
subsidieaanvragen van organisaties als voor de subsidieaanvragen van de (penvoerder
van de) regiegroep. Waar in het beoordelingskader in onderdeel 1 tot en met 3 wordt
gesproken over ‘subsidieaanvraag’, kan ‘activiteiten’ worden gelezen, voor zover het
de beoordeling van subsidieaanvragen van de regiegroep betreft.
Elk activiteitenplan wordt inhoudelijk beoordeeld op de volgende onderdelen:
Bij elk onderdeel zijn in de tabel beoordelingscriteria geformuleerd met daarbij horende
beoordelingsaspecten. Hiermee is aangegeven aan de hand van welke aspecten wordt beoordeeld
en wat de achterliggende gedachte daarvan is. De onderdelen en beoordelingscriteria
zijn gerelateerd aan de doelen en resultaten uit het programmaplan en de definitie
van sociale veiligheid zoals gehanteerd in het programmaplan.
De subsidieaanvraag wordt eerst inhoudelijk beoordeeld op de onderdelen ambitie, impact
en verankering. Bij de beoordeling van deze onderdelen wordt een score van 1 tot en
met 5 toegekend aan elk onderdeel. In totaal zijn er dus maximaal 15 punten te verdienen.
Indien één van de onderdelen als onvoldoende wordt beoordeeld, komt de subsidieaanvraag
niet voor subsidie in aanmerking. De beschrijving van de activiteiten en de begroting
(onderdeel 4a en 4b) worden per activiteit beoordeeld als voldoende of onvoldoende.
Indien een activiteit of de bijbehorende begroting van de desbetreffende activiteit
als onvoldoende wordt beoordeeld, komt deze activiteit niet voor subsidie in aanmerking.
Alleen activiteit(en) en de bijbehorende begroting die met een voldoende zijn beoordeeld
komen in aanmerking voor subsidie.
Onderdelen 1 tot en met 3
Afhankelijk van de kwaliteit van de subsidieaanvraag wordt per onderdeel een van de
volgende beoordelingen gegeven:
|
Beoordeling
|
Punten
|
|
Zeer goed
|
5
|
|
Goed
|
4
|
|
Voldoende
|
3
|
|
Matig
|
2
|
|
Onvoldoende
|
1
|
5 punten: zeer goed: aanvrager heeft een inhoudelijk relevante, toepasselijke en uitstekende
invulling gegeven aan dit onderdeel. Alle criteria en aspecten van dit onderdeel zijn
volledig uitgewerkt en inhoudelijk uitstekend en aansprekend beantwoord.
4 punten: goed: aanvrager heeft een inhoudelijk relevante, toepasselijke en goede
invulling gegeven aan dit onderdeel. Alle criteria en aspecten van dit onderdeel zijn
volledig uitgewerkt en goed beantwoord.
3 punten: voldoende: aanvrager heeft voldoende invulling gegeven aan dit onderdeel.
Alle criteria en aspecten van dit onderdeel zijn uitgewerkt en beantwoord.
2 punten: matig: aanvrager gaat slechts ten dele of beperkt inhoudelijk relevant in
op dit onderdeel. De criteria en aspecten zijn beantwoord en uitgewerkt, echter is
dit zeer beperkt toegelicht.
1 punt: onvoldoende: aanvrager gaat slechts ten dele of beperkt inhoudelijk relevant
in op dit onderdeel. Niet alle criteria en aspecten zijn beantwoord en uitgewerkt.
Beschrijving activiteit(en)
Voldoende: de doelstelling van de activiteit past in voldoende mate bij de doelen
en resultaten van het programmaplan en bij de definitie van sociale veiligheid zoals
is geformuleerd in het programmaplan. Verder zijn alle beoordelingsaspecten van de
activiteit in voldoende mate uitgewerkt en toegelicht.
Onvoldoende: niet alle beoordelingsaspecten van de activiteit zijn in voldoende mate
uitgewerkt en toegelicht of de activiteit pas niet in voldoende mate bij de doelen
en resultaten van het programmaplan of bij de definitie van sociale veiligheid zoals
is geformuleerd in het programmaplan.
Begroting
Voldoende: alle beoordelingsaspecten van de begroting worden in voldoende mate uitgewerkt
en toegelicht.
Onvoldoende: niet alle beoordelingsaspecten van de begroting worden in voldoende mate
uitgewerkt en toegelicht.
Berekening van het puntentotaal
De toegekende punten op elk onderdeel worden bij elkaar opgeteld. Dit leidt tot een
puntentotaal. Aanvragen die ten minste op alle onderdelen (1 t/m 4) met een voldoende
worden beoordeeld, komen in beginsel voor subsidie in aanmerking. Aanvragen waarbij
één van de onderdelen als onvoldoende of matig worden beoordeeld, komen niet voor
subsidie in aanmerking, ongeacht het puntentotaal.
Het budget is toereikend
Als het beschikbare budget in een aanvraagperiode toereikend is voor alle, als voldoende
beoordeelde subsidieaanvragen, wordt subsidie verleend voor die subsidieaanvragen.
Subsidieaanvragen die niet ten minste met een voldoende worden beoordeeld op alle
onderdelen (1 t/m 4) komen niet voor subsidie in aanmerking.
Het budget is niet toereikend
Als het beschikbare budget in een aanvraagperiode niet toereikend is voor alle als
voldoende beoordeelde subsidieaanvragen, wordt het budget als volgt verdeeld:
Stap 1: De subsidieaanvragen worden gerangschikt op het puntentotaal, van hoog naar
laag.
Stap 2: De subsidieaanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden als volgt
geselecteerd, totdat het budget ontoereikend is:
-
a. de hoogst scorende subsidieaanvraag, op basis van het puntentotaal, van een samenwerkingsverband
van organisaties;
-
b. de hoogst scorende subsidieaanvraag, op basis van het puntentotaal, van een studentenorganisatie;
-
c. de hoogst scorende subsidieaanvraag, op basis van het puntentotaal, van een promovendi-organisatie;
-
d. de hoogst scorende subsidieaanvraag, op basis van het puntentotaal, van een werknemersorganisatie;
-
e. de hoogst scorende subsidieaanvraag, op basis van het puntentotaal, van een hoger
onderwijsinstelling;
-
f. de resterende subsidieaanvragen, op basis van het puntentotaal, ongeacht het soort
organisatie.
Stap 3: In het geval van meerdere subsidieaanvragen met een gelijk puntentotaal in
een categorie als bedoeld onder punt a tot en met f, worden die subsidieaanvragen
gerangschikt op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvragen.