Instellingsbesluit Adviescommissie Centraal Mediatorsregister

[Regeling vervalt per 04-08-2025.]
Geraadpleegd op 21-05-2025.
Geldend van 11-02-2025 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 4 februari 2025, nr. 6074718, houdende instelling van de Adviescommissie Centraal Mediatorsregister (Instellingsbesluit Adviescommissie Centraal Mediatorsregister)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1. - Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • commissie: de Adviescommissie Centraal Mediatorsregister, bedoeld in artikel 2;

  • kwartiermaker: de Kwartiermaker Centraal Mediatorsregister, bedoeld in artikel 3, eerste lid;

  • minister: Minister van Justitie en Veiligheid.

Artikel 2. - Instelling en taak

  • 1 Er is een Adviescommissie Centraal Mediatorsregister.

  • 2 De commissie heeft tot taak om met het oog op de ontwikkeling van een centraal mediatorsregister advies uit te brengen en haar bevindingen aan de minister te doen toekomen in de vorm van een daartoe strekkend eindverslag over:

    • a. de wijze waarop het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan dat het centraal register zal beheren (bestaande) organisaties die kwaliteit normeren, kan betrekken bij de invulling, concretisering en verdere ontwikkeling van kwaliteitsnormen;

    • b. de door het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan vorm te geven registratieprocedure voor individuele mediators met daarbij behorende kwaliteitseisen;

    • c. de door het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan vorm te geven onderhoudseisen voor individuele mediators om geregistreerd te kunnen blijven;

    • d. de door het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan vorm te geven erkenningsprocedure voor private kwaliteitsregisters of kwaliteitsnormerende organisaties;

    • e. de wijze waarop klacht- en tuchtrecht binnen het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan praktisch wordt vormgegeven;

    • f. de wijze waarop verwijzende of afnemende instanties of organisaties met het oog op de uitvoering van hun taken gebruik kunnen maken van het centraal mediatorsregister;

    • g. hoe de Raad voor Rechtsbijstand wat betreft de transitiefase, totdat het centraal mediatorsregister daadwerkelijk is geïmplementeerd, kan omgaan met verzoeken van mediators om toelating tot het register van de Raad voor Rechtsbijstand;

    • h. aandachtspunten en randvoorwaarden die gesteld dienen te worden aan de governance en organisatiestructuur van het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan;

    • i. aandachtspunten en randvoorwaarden die overigens gesteld dienen te worden aan de uitvoering of uitvoerder van het centraal mediatorsregister, gegeven de uitwerking van de hiervoor genoemde punten.

Artikel 3. - Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1 De commissie bestaat uit een Kwartiermaker Centraal Mediatorsregister en drie andere leden. De commissie wordt voorgezeten door de kwartiermaker.

  • 2 De kwartiermaker en de andere leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 3 De kwartiermaker en de andere leden worden door de minister benoemd.

  • 4 De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 5 Tot kwartiermaker en voorzitter van de commissie wordt benoemd:

    • prof. dr. Stefaan Voet, hoofddocent gerechtelijk recht aan de Katholieke Universiteit Leuven.

  • 6 Tot lid van de commissie worden benoemd:

    • mr. Christel Schroten, voorzitter van de landelijke expertgroep maatwerk en mediation van de Rechtspraak en rechterlijk bestuurslid van de rechtbank Noord-Holland;

    • mr. drs. Dominique Strörmann, lid van de Raad van Toezicht van Mediatorsfederatie Nederland en als mediator aangesloten bij het register van Mediatorsfederatie Nederland;

    • dr. mr. Marc Simon Thomas, universitair hoofddocent rechtssociologie aan de Universiteit Utrecht.

  • 7 De kwartiermaker en de andere leden kunnen op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de minister.

  • 8 Bij tussentijds vertrek van de kwartiermaker of een ander lid kan de minister een vervanger benoemen.

Artikel 4. - Werkwijze

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

Artikel 5. - Inlichtingen

  • 1 De commissie is bevoegd zich voor het inwinnen van inlichtingen rechtstreeks te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken die medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de totstandkoming van het eindverslag, bedoeld in artikel 2, tweede lid.

  • 2 Het Ministerie van Justitie en Veiligheid verleent de commissie de verlangde medewerking en toegang tot alle informatie die zij redelijkerwijs en voor zover dit in overeenstemming is met de relevante internationale, Europese en nationale wettelijke kaders nodig heeft voor het uitvoeren van haar taak.

  • 3 De commissie zal zich over de aan haar aangeboden medewerking verantwoorden in haar eindverslag.

  • 4 De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 6. - Secretariaat

De kwartiermaker voorziet in het secretariaat en wordt daarbij bijgestaan door de andere leden.

Artikel 7. - Kosten

  • 1 De kosten voor huisvesting en de faciliteiten van vergaderingen komen, op basis van een begroting, voor rekening van de minister.

  • 2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting aan de minister aan. Deze bevat de kosten van de commissie. Bij de beëindiging van haar werkzaamheden legt de commissie over de financiën verantwoording af.

Artikel 8. - Vergoeding

  • 1 Aan de kwartiermaker wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren en de arbeidsduurfactor op 0,241.

  • 2 De andere leden ontvangen per vergadering een vergoeding van 3% van het maximum van salarisschaal 18, trede 10, van de CAO Rijk.

  • 3 De kwartiermaker en de andere leden ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren.

Artikel 9. - Eindverslag

  • 2 De commissie kan tussentijds verslag uitbrengen.

Artikel 10. - Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 11. - Archiefbescheiden

  • 1 De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

  • 2 De bescheiden zoals bedoeld in het eerste lid bevatten tenminste de documenten die ten grondslag hebben gelegen aan de onderzoeksbevindingen en het eindverslag, bedoeld in artikel 2, tweede lid.

Artikel 12. - Inwerkingtreding

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 4 augustus 2025.

Artikel 13. - Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie Centraal Mediatorsregister.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 februari 2025

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

T.H.D. Struycken