Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 2. Tegemoetkoming
Voor de kosten ten behoeve van de verzorging van de diensthond buiten werktijd heeft
de hondengeleider aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming van netto € 165,00
per diensthond.
De hondengeleider heeft aanspraak op volledige vergoeding van:
-
a. geschikte voeding voor de diensthond, voor zover niet reeds verstrekt op grond van
onderdeel d van artikel 7;
-
b. dierenartskosten en door een dierenarts voorgeschreven medicatie en voeding;
-
c. hondenbelasting, voor zover diensthonden daarvoor niet zijn vrijgesteld in de gemeente
waar de hondengeleider woonachtig is;
-
d. de kosten voor het onderbrengen van een diensthond bij een dierenpension, indien Defensie
in geen andere verblijfsmogelijkheden voor de diensthond voorziet;
-
e. de kosten van een parkeervergunning, indien dit noodzakelijk is voor het parkeren
van het dienstvoertuig bij de woning van de hondengeleider;
-
f. andere kosten waar naar het oordeel van de commandant deze regeling niet naar redelijkheid
en billijkheid in voorziet.
Artikel 5. Vervallen aanspraak
De aanspraak op de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, de compensatie, bedoeld in artikel 3, en de vergoeding, bedoeld in artikel 4, vervalt in het geval de hondengeleider voor een periode van langer dan 30 dagen
geen diensthond verzorgt.
De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, wordt jaarlijks per 1 juli van elk kalenderjaar gewijzigd overeenkomstig de door
het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex.
Artikel 7. Verstrekking middelen door Defensie
De hondengeleider heeft in ieder geval aanspraak op verstrekking door Defensie van
de volgende middelen:
-
a. een geschikte en veilige kennel voor de diensthond op het woonadres van de hondengeleider
en alsmede het noodzakelijke onderhoud aan deze kennel;
-
b. een aangepast dienstvoertuig met deugdelijke transportkooi;
-
c. de noodzakelijke uitrusting voor dienstuitoefening, opleiding en training met betrekking
tot de diensthond;
-
d. geschikte voeding voor de diensthond.
Artikel 8. Aansprakelijkheid voor de diensthond
Gedurende werktijd alsook tijdens privétijd blijft Defensie, als eigenaar van de diensthond,
aansprakelijk voor alle schade aan personen of goederen veroorzaakt door toedoen van
de diensthond, tenzij deze is veroorzaakt door opzettelijk handelen, nalaten of bewuste
roekeloosheid van de hondengeleider.
Artikel 9. Hardheidsclausule
Onze Minister kan deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover
toepassing gelet op het belang van deze regeling zal leiden tot een onbillijkheid
van overwegende aard.
Artikel 10. Evaluatiebepaling
Onze Minister zendt binnen 2 jaar na de inwerkingtreding van deze regeling aan het
Sector Overleg Defensie een evaluatieverslag over de doeltreffendheid en de effecten
van deze regeling in de praktijk. Hierbij gaat het zowel om organisatorische effecten
als de effecten op de persoonlijke werkbeleving.
Artikel 12. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voorzieningen hondengeleiders Defensie.