Regeling voorzieningen hondengeleiders Defensie

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 01-02-2025 t/m heden.

Regeling voorzieningen hondengeleiders Defensie

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Tegemoetkoming

Voor de kosten ten behoeve van de verzorging van de diensthond buiten werktijd heeft de hondengeleider aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming van netto € 165,00 per diensthond.

Artikel 3. Compensatie

  • 1 Voor de permanente verantwoordelijkheid voor de diensthond(en) waarvoor de hondengeleider de verantwoordelijkheid draagt heeft de hondengeleider aanspraak op een compensatie in de vorm van:

    • a. een compensatie in tijd van 6 uren per week, die in het rooster van de hondengeleider wordt verwerkt, of;

    • b. een compensatie in tijd van 3 uren per week die in het rooster van de hondengeleider wordt verwerkt, en een compensatie in geld tegen het bruto uurloon voor 3 uren per week.

  • 2 De hondengeleider kan bij de commandant een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor één van de twee compensatievarianten als bedoeld in het eerste lid onder a of b.

  • 3 De commandant wijst een aanvraag voor een compensatievariant toe, tenzij:

    • a. naar het oordeel van de commandant het zwaarwegend dienstbelang zich verzet tegen de toewijzing van de compensatievariant onder a van het eerste lid; alsdan wordt de compensatievariant onder b van het eerste lid toegekend;

    • b. Voor de hondengeleider die onderdeel uitmaakt van een eenheid die in het kader van de operationele inzetbaarheid genoodzaakt is om gedurende werktijd gezamenlijk te trainen en te oefenen als eenheid, geldt daarbij dat indien naar het oordeel van de commandant het zwaarwegend dienstbelang zich tegen toewijzing van beide compensatievarianten onder a en b van het eerste lid verzet de hondengeleider aanspraak maakt op een compensatie in geld tegen het bruto uurloon van 6 uren per week.

  • 4 Een aanspraak op een compensatievariant wordt jaarlijks stilzwijgend voortgezet, tenzij:

    • a. de hondengeleider een nieuwe aanvraag indient om in aanmerking te komen voor de andere compensatievariant of;

    • b. de commandant de aanspraak op een compensatievariant beëindigt, omdat naar diens oordeel sprake is van gewijzigde omstandigheden en het zwaarwegend dienstbelang zich tegen voortzetting van de aanspraak verzetten.

  • 5 Indien de militair aanspraak heeft op een toelage VVHO dan wel een toelage meerdaagse activiteiten vervalt de compensatie, bedoeld in dit artikel.

Artikel 4. Vergoeding

De hondengeleider heeft aanspraak op volledige vergoeding van:

  • a. geschikte voeding voor de diensthond, voor zover niet reeds verstrekt op grond van onderdeel d van artikel 7;

  • b. dierenartskosten en door een dierenarts voorgeschreven medicatie en voeding;

  • c. hondenbelasting, voor zover diensthonden daarvoor niet zijn vrijgesteld in de gemeente waar de hondengeleider woonachtig is;

  • d. de kosten voor het onderbrengen van een diensthond bij een dierenpension, indien Defensie in geen andere verblijfsmogelijkheden voor de diensthond voorziet;

  • e. de kosten van een parkeervergunning, indien dit noodzakelijk is voor het parkeren van het dienstvoertuig bij de woning van de hondengeleider;

  • f. andere kosten waar naar het oordeel van de commandant deze regeling niet naar redelijkheid en billijkheid in voorziet.

Artikel 5. Vervallen aanspraak

De aanspraak op de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, de compensatie, bedoeld in artikel 3, en de vergoeding, bedoeld in artikel 4, vervalt in het geval de hondengeleider voor een periode van langer dan 30 dagen geen diensthond verzorgt.

Artikel 6. Indexering

De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, wordt jaarlijks per 1 juli van elk kalenderjaar gewijzigd overeenkomstig de door het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex.

Artikel 7. Verstrekking middelen door Defensie

De hondengeleider heeft in ieder geval aanspraak op verstrekking door Defensie van de volgende middelen:

  • a. een geschikte en veilige kennel voor de diensthond op het woonadres van de hondengeleider en alsmede het noodzakelijke onderhoud aan deze kennel;

  • b. een aangepast dienstvoertuig met deugdelijke transportkooi;

  • c. de noodzakelijke uitrusting voor dienstuitoefening, opleiding en training met betrekking tot de diensthond;

  • d. geschikte voeding voor de diensthond.

Artikel 8. Aansprakelijkheid voor de diensthond

Gedurende werktijd alsook tijdens privétijd blijft Defensie, als eigenaar van de diensthond, aansprakelijk voor alle schade aan personen of goederen veroorzaakt door toedoen van de diensthond, tenzij deze is veroorzaakt door opzettelijk handelen, nalaten of bewuste roekeloosheid van de hondengeleider.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Onze Minister kan deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van deze regeling zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10. Evaluatiebepaling

Onze Minister zendt binnen 2 jaar na de inwerkingtreding van deze regeling aan het Sector Overleg Defensie een evaluatieverslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk. Hierbij gaat het zowel om organisatorische effecten als de effecten op de persoonlijke werkbeleving.

Artikel 11. Intrekking

De compensatieregeling bewaker/hondengeleider KL en de operationele instructie Koninklijke Marechaussee ‘regeling voorzieningen hondengeleiders’ worden ingetrokken.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voorzieningen hondengeleiders Defensie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Defensie

voor deze,

De Hoofddirecteur Personeel

J. Legein,

Generaal-majoor