Vrijstelling K-Othrine ter bestrijding van knutten 2024-2

[Regeling vervalt per 25-06-2025.]
Geraadpleegd op 23-05-2025.
Geldend van 22-01-2025 t/m heden

Tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 46, eerste lid van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor het gebruik van K-Othrine SC7.5 tegen knutten (Vrijstelling K-Othrine ter bestrijding van knutten 2024-2)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;

Gelezen het verzoek van Envu van 24 oktober 2024 tot vrijstelling van het verbod op het gebruik van de biocide K-Othrine SC7.5 (suspensie concentraat) in stallen en op transportwagens voor bepaalde landbouwhuisdieren (herkauwers), ten behoeve van het voorkomen van blauwtong of het bestrijden van het blauwtongvirus;

Gelet op artikel 46, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 55 van Verordening (EU) nr. 528/2012;

BESLUIT:

Artikel 1

Ten behoeve van het voorkomen van blauwtong of het bestrijden van het blauwtongvirus in stallen en andere huisvesting waar herkauwers in quarantaine worden gehouden, en op de binnen- of buitenzijde van veevervoermiddelen waarmee deze herkauwers worden vervoerd, wordt:

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

namens deze

de directeur Omgevingsveili heid en Milieurisico's,

J. Elsinghorst

Bijlage bedoeld in artikel 2

De biocide K-Othrine SC7.5 Resoluut Insectenspray mag voor de bestrijding van Culicoides (knutten) worden gebruikt voor het vectorvrij maken van

  • stallen van erkende tegen vectoren beschermde inrichtingen (zoals gepubliceerd op de website van de NVWA)), en

  • transportmiddelen (die gebruikt worden voor transport naar het buitenland en waarvoor volgens de geldende regelgeving bescherming tegen Culicoides verplicht is.

De risicobeperkende maatregelen en restricties die gelden voor toepassing van de toegelaten biocide Resoluut Insectenspray, gelden ook voor de toepassingen waarvoor nu een vrijstelling wordt verleend.

Voor de vrijstellingen gelden bovendien de volgende risicobeperkende maatregelen:

  • Dieren mogen tijdens toepassing van het middel niet aanwezig zijn in de stal of het transportmiddel.

  • Behandelde oppervlakken moeten droog zijn en ruimten moeten worden geventileerd, voordat dieren worden gehuisvest of vervoerd.

Om onacceptabele risico's voor het milieu te voorkomen, is emissie naar het vuilwaterriool, oppervlaktewater of de bodem niet toegestaan. Het middel mag dan ook niet worden toegepast in stallen waarvan de stalvloer is voorzien van een aansluiting op de riolering. Ook mag het middel niet worden toegepast op spuitplaatsen voor voertuigen die afwateren op het vuilwaterriool.

Restanten biociden moeten worden afgevoerd door een verwerker van chemisch afval.

Bij het schoonmaken van de gebruikte apparatuur en gereedschappen mag het afvalwater worden geloosd op de mestopslag.

Gebruiksinstructies Mengen en spuiten

  • Controleer dat de spuitapparatuur schoon is en geen olie-achtig residu bevat. Spoel de spuitapparatuur indien nodig uit met water en reinigingsmiddel voor gebruik.

  • Vul de spuittank met de helft van de gewenste hoeveelheid water. Open voorzichtig de dop en de verzegeling van de productverpakking. Meet de benodigde hoeveelheid product precies af en giet deze voorzichtig in de spuittank (voorkom 'klokken'). Vul tenslotte de spuittank met water tot het juiste niveau en zet het roersysteem aan. Zet het roersysteem van de spuittank opnieuw aan na een onderbreking van de toepassing van langer dan 30 minuten.

  • Pas toe met een geschikte handspuit of mechanische spuitapparatuur, waarmee met grove druppel kan worden gespoten. Zorg voor zichtbare bevochtiging zonder afdruipen van de vloeistof. Gebruik een spleetdop voor behandeling van blootgestelde oppervlakken. Gebruik bij bespuiting van naden en kieren een spuitdop voor een fijne straal of een speciaal opzetstuk voor naden en kieren. De maximale spuitbreedte is 0,1 meter. Houd voor de gewenste spuitbreedte een geschikte afstand tussen de spuitdop en het bespoten oppervlak.

Algemene insectenbestrijding in gebouwen

  • Bespuit de verbinding tussen muur en vloer en kieren en naden waar insecten zich kunnen verschuilen. Ga te werk zoals hierboven beschreven, maar spuit overlappende stroken op 0,5 meter van elkaar voor een gelijkmatige dekking met spuitvloeistof.

  • De spuitvloeistof kan toegepast worden op oppervlakken die niet beschadigd worden door water.

  • Ter bestrijding van insecten op plaatsen die nat gereinigd worden: Bespuit alleen kieren en naden met een maximale spuitbreedte van 0,1 meter.

  • Na toepassing blijft het middel tot vier weken werkzaam, afhankelijk van het soort oppervlak en hoe schoon het is. Behandel daarom opnieuw indien nodig, met een maximum van elf toepassingen per jaar. Noteer in een logboek of vergelijkbaar document welk oppervlak is behandeld, en wanneer. Het wordt aanbevolen de ruimte te ventileren na het drogen van de spuitvloeistof. Omdat K-OTHRINE SC 7.5 een insecticide met residuwerking is, wordt stofzuigen of dweilen van het oppervlak afgeraden totdat de plaag onder controle is.

Risicobeperkende maatregelen

  • Het middel moet zodanig toegepast worden dat huisdieren, vee, voedingsmiddelen en diervoeder er niet mee in contact komen.

  • Niet rechtstreeks toepassen op oppervlakken waarop voedsel of diervoeder wordt bewaard, bereid of gegeten.

  • Verwijder voedingsmiddelen voor behandeling. Dek wateropslagtanks, oppervlakken voor voedselbereiding, apparatuur voor voedselbereiding en bestek af met ondoorlaatbaar plastic voor behandeling. Verwijder het plastic na behandeling en reinig de oppervlakken.

  • Behandel geen oppervlakken die regelmatig nat gereinigd worden.

  • Volgens de beste praktijken voor professionele ongediertebestrijders (Best Practice for Professional Pest Control Operators) wordt het dragen van handschoenen en beschermende overall aanbevolen bij mengen/laden en tijdens de toepassing van het middel.

  • Voorkom uitspoeling van spoelwater naar het riool.

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

Bijzonderheden van mogelijke directe of indirecte effecten

  • Er kan gevoeligheid van de huid optreden, zoals een branderig of prikkend gevoel in het gezicht en de slijmvliezen. Dit gevoel veroorzaakt echter geen letsel en duurt max. 24 uur.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).

  • Handen en blootgestelde huid wassen vóór maaltijden en na het werk.

  • Bij aanraking met de huid of ogen onmiddellijk wassen.

  • Voorkom buitensporige verontreiniging van beschermende kleding (overalls); was deze regelmatig.

  • Behandelde stof laten drogen voor aanraking en grondig luchten voor gebruik.

  • Bodem, oppervlaktewater of waterlopen niet verontreinigen met chemicaliën of gebruikte verpakking.

Uitgangspunten voor resistentiebeheer

  • Combineer bestrijding waar mogelijk met niet-chemische maatregelen.

  • Gebruik middelen volgens de aanbevelingen op het etiket.

  • Bestrijd plaaginsecten in de gevoeligste stadia van hun levenscyclus.

  • Wissel af met middelen met een ander werkingsmechanisme, als langdurige bestrijding noodzakelijk is.

  • Houd het effectiviteitsniveau in de gaten. Onderzoek bij verminderde effectiviteit of er aanwijzingen zijn voor resistentie. Hygiënische omstandigheden en nabijheid van onbehandelde schuilplaatsen kunnen bijdragen aan het risico op terugkeren van de plaag.

Instructies voor de veilige verwijdering van het product en zijn verpakking

  • Inhoud/verpakking aanbieden als gevaarlijk afval (conform EURAL). De biocide en de verdunde oplossing daarvan niet lozen op het riool.

  • Verpakking met resten van het middel moeten worden afgevoerd overeenkomstig de Kaderrichtlijn afvalstoffen (2008/98/EG) en de Europese afvalcatalogus (EWC) alsmede nationale en gewestelijke wetgevingen.

  • Niet met ander afval vermengen.

Voorwaarden voor opslag onder normale opslagomstandigheden

  • Houdbaarheid: twee jaar.

  • In goed gesloten verpakking bewaren.

  • Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren.

  • Vorstvrij bewaren.

  • Op een veilige plaats bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.