Mandaatbesluit voorzitter Commissie Werkelijke Schade 2024

Geraadpleegd op 16-05-2025.
Geldend van 22-01-2025 t/m heden

Besluit van de secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën van 6 januari 2025, kenmerk 2024-0000582936, houdende verlening van ondermandaat aan de voorzitter van de Commissie Werkelijke Schade inzake budget en personeel (Mandaatbesluit voorzitter Commissie Werkelijke Schade 2024)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 2. Ondervolmacht en ondermachtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald in dit besluit, met de verlening van ondermandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a. ondervolmacht: de bevoegdheid om namens de Minister voor de Staat der Nederlanden privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten; en

  • b. ondermachtiging: de bevoegdheid om namens de Minister voor de Staat der Nederlanden handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Hoofdstuk 2. Ondermandaten en ondervolmachten

Artikel 3. Personeelsbeleid

  • 1 Met inachtneming van de hoofdstuk 4 van het Mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2020 wordt een ondermandaat afgegeven aan de voorzitter van de CWS voor de volgende bevoegdheden ten aanzien van medewerkers die taken hoofdzakelijk ten behoeve van CWS verrichten. Het nemen van beslissingen betreffende:

    • a. het vaststellen van de organisatie van de CWS, en hiermee samenhangend het besluiten tot reorganisaties.

    • b. het aangaan, het plaatsen en het beëindigen van de arbeidsovereenkomst;

    • c. het maken van afspraken over de beloning en het toekennen van maatregelen van sociaal flankerend beleid;

    • d. het toekennen van een (bijzondere) beloning;

    • e. het opleggen van ordemaatregelen en straffen, met uitzondering van de wettelijke mogelijkheden het dienstverband te beëindigen;

    • f. het geven van toestemming op verzoeken om systemen te mogen raadplegen naar aanleiding van vermoedens van niet integer gedrag door onder hem ressorterende medewerkers;

    • g. het sluiten van een tijdelijke arbeidsovereenkomst in bijzondere situaties;

    • h. opzegging wegens bereiken AOW-gerechtigde leeftijd;

    • i. (verlenging) tijdelijke arbeidsovereenkomst;

    • j. een (tijdelijke) uitzending in het buitenland;

    • k. schadeloosstelling;

    • l. het verzoeken van toestemming aan het UWV tot ontslag wegens ziekte;

    • m. (de aansprakelijkheidsstelling als gevolg van) dienstongevallen, beroepsziekten en beroepsincidenten als bedoeld in de CAO Rijk, waarbij de pSG door de voorzitter CWS wordt geïnformeerd.

    • n. de vaststelling feitelijk opgedragen functie;

    • o. ver- en herplaatsing;

    • p. het tijdelijk opdragen van andere werkzaamheden;

    • q. de toekenning extra periodieke verhoging;

    • r. de onthouding van een periodieke verhoging;

    • s. de wijziging van salarisschaal;

    • t. de incidentele beloning voor bijzondere prestaties;

    • u. de korting beloning bij arbeidsongeschiktheid;

    • v. het maken van afspraken tot uitbreiding van een arbeidsduur van meer dan 36 uur per week.

Artikel 4. Budgethouderschap

  • 1 Aan de voorzitter van de CWS wordt een ondervolmacht afgegeven om financiële verplichtingen aan te gaan namens de Staat der Nederlanden voor zover deze behoren binnen het kader van de tijdelijke CWS.

  • 2 De uitoefening van de bevoegdheden die in dit artikel zijn verleend, geschiedt met inachtneming van:

    • a. De gestelde kaders ten aanzien van inkoop en aanbesteding;

    • b. De van toepassing zijnde begrotingswet en de daarbij gegeven ruimte;

    • c. De toegekende budgetten op basis van het geldende jaarplan.

Artikel 5. Mandaat bij afwezigheid/verhindering

Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter is de operationeel directeur bevoegd om als diens plaatsvervanger op te treden.

Artikel 6. Ondermandaat/volmacht/machtiging

  • 1 De voorzitter kan enkele bevoegdheden, genoemd in artikel 3 van dit besluit, ondermandateren aan de operationeel directeur als bedoeld in artikel 5a, tweede lid van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade. Het nemen van beslissingen betreffende:

    • a. het aangaan, het plaatsen en het beëindigen van de arbeidsovereenkomst, voor zover het geen leidinggevende functie betreft en de vergoeding lager is dan schaal 15;

    • b. het toekennen van maatregelen van sociaal flankerend beleid, met uitzondering van de stimuleringspremie en afwijkingen op het sociaal flankerend beleid;

    • c. het opleggen van ordemaatregelen;

    • d. een (tijdelijke) uitzending in het buitenland;

    • e. schadeloosstelling, tot een maximumbedrag van € 5.000,-;

    • f. de vaststelling feitelijk opgedragen functie;

    • g. de toekenning extra periodieke verhoging, mits binnen de salarisschaal;

    • h. de onthouding van een periodieke verhoging, mits binnen de salarisschaal;

    • i. de wijziging van salarisschaal, voor zover de functie niet wijzigt;

    • j. de korting beloning bij arbeidsongeschiktheid.

  • 3 In een ondermandaat wordt de omvang ervan aangegeven.

Artikel 7. Overleg met de secretaris-generaal

Over vraagstukken betreffende de bevoegdheden die worden genoemd in dit besluit en die van politiek gevoelige of anderszins zwaarwegende aard zijn, treedt de gemandateerde in overleg met de SG voordat van bevoegdheden gebruik wordt gemaakt.

Artikel 9. Instructies

  • 1 De instructies, die de SG kan geven, hebben in ieder geval betrekking op de verantwoordingscyclus binnen de CWS.

  • 2 De bij of krachtens dit besluit gemandateerde of gevolmachtigde bevoegdheden worden uitgeoefend met inachtneming van de gegeven instructies.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 18 oktober 2024.

Artikel 11. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit voorzitter Commissie Werkelijke Schade 2024. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,

Namens deze,

De secretaris-generaal

B. van den Dungen