-
44. Partijen dienen op grond van artikel 35, eerste lid, Mw bij een melding bepaalde gegevens te verstrekken. Welke gegevens dit zijn is vastgelegd
in de Regeling gegevensverstrekking Mededingingswet en in het Formulier melding concentratie. Partijen dienen deze gegevens te verstrekken in het Nederlands. Eventuele bijlagen
bij de melding mogen partijen ook in het Engels verstrekken. Indien partijen bijlagen
meesturen in het Engels, kan de ACM verzoeken de melding of vergunningsaanvraag aan
te vullen met een vertaling van die bijlagen. De behandeltermijn wordt dan opgeschort
totdat deze vertaling is ontvangen.
-
45. Indien de ACM een melding ontvangt die niet de aangewezen gegevens bevat (een zogenaamde
onvolledige melding) kan de ACM binnen vijf werkdagen na ontvangst van die melding
op grond van artikel 38, eerste lid, Mw verzoeken om toezending van de ontbrekende gegevens. In dat geval wordt de melding
onvolledig verklaard en begint de behandeltermijn pas wanneer de ontbrekende gegevens
alsnog zijn verstrekt. Of de ACM de melding onvolledig verklaart of aanvullende vragen
(zie paragraaf 5.2.1) stelt hangt af van de omstandigheden van het concrete geval.
-
46. De behandeltermijn voor een melding bedraagt op grond van artikel 37, vijfde lid, Mw vier weken, geteld vanaf de werkdag na ontvangst van de melding en alle bijlagen.
Indien de wettelijke termijn waarbinnen de ACM een beslissing op de melding dient
te nemen eindigt op een zaterdag, zondag, of een algemeen erkende feestdag, wordt
de termijn verlengd tot en met de eerstvolgende werkdag (zie artikel 1, eerste lid, van de Algemene termijnenwet).
-
47. De behandeltermijn in de meldingsfase kan op grond van artikel 38, derde lid, Mw worden opgeschort op gemotiveerd verzoek van de partijen. Dit verzoek kan eenmalig
worden gehonoreerd indien dat naar het oordeel van de ACM in het belang is van de
beoordeling van de melding. Deze verlenging dient in verhouding te staan tot de (gehele)
duur van de meldingsfase, waardoor de verlenging slechts van beperkte duur kan zijn.
-
48. Het komt regelmatig voor dat de meldingen die de ACM ontvangt onvoldoende gegevens
bevatten om tot een oordeel te komen. In dit geval kan de ACM de concentratie niet
beoordelen zonder aanvullende vragen te stellen (op grond van artikel 35, tweede lid, Mw). Zie paragraaf 5.4 voor de gang van zaken bij het formeel stellen van aanvullende vragen. De ACM kan
ook informele vragen stellen, zie hiervoor paragraaf 5.4.2.
-
49. Met het stellen van formele vragen wordt de behandeltermijn op grond van artikel 38, tweede lid, Mw opgeschort met ingang van de dag waarop de ACM aanvullende vragen stelt tot de dag
waarop die aanvulling door de ACM is ontvangen. De ACM brengt de volgende specifieke
punten onder de aandacht, die regelmatig ontbreken of niet volledig genoeg zijn bij
de melding:
-
• gegevens betreffende de transactie (punt 2 van het meldingsformulier); soms is niet
-
• (voldoende) duidelijk of het gaat om een concentratie bedoeld in artikel 27, eerste lid, onder a of b of tweede lid Mw;
-
• een onderbouwing van de product- en geografische marktafbakening (punt 3.2
-
• van het meldingsformulier);
-
• marktvolumes van de beïnvloede markten (punt 3.3 van het meldingsformulier);
-
• de contactgegevens van concurrenten, afnemers en belangenorganisaties (punt 3.5 van
het meldingsformulier); en
-
• marktonderzoeken waarover partijen de beschikking hebben (punt 4.4 van het meldingsformulier).
-
50. Als partijen de aanvulling aan de ACM niet verstrekken binnen zes maanden na de laatste
aanvullende vraag, geldt de melding op grond van artikel 38, vierde lid, Mw als niet gedaan.
-
51. Het is vanzelfsprekend dat aangeleverde informatie bij een melding door partijen juist
en volledig is. De ACM kan geldboetes opleggen indien ondernemingen onjuiste of onvolledige
inlichtingen verstrekken bij een melding. Deze geldboetes bedragen ten hoogste € 900.000 of, wanneer dat meer is, ten hoogste
1% van de omzet van de onderneming in het boekjaar voorafgaand aan de beschikking.
-
52. Indien partijen er niet zeker van zijn hoe de beïnvloede relevante markten moeten
worden afgebakend, kan het nuttig zijn reeds bij de melding de marktaandelen en volumes
te geven op basis van meerdere alternatieve relevante product- of geografische markten,
bijvoorbeeld uitgaande van de (overwogen) marktafbakeningen in eerdere besluiten van
onder meer de Europese Commissie en de ACM. De ACM is daarbij met name geïnteresseerd in de marktaandelen en volumes op de meest
eng afgebakende relevante markt(en). In het algemeen geldt hier dat hoe meer informatie
de ACM reeds bij de melding ontvangt, hoe minder aanvullende vragen nodig zullen zijn.
-
53. Voor een spoedig verloop van het onderzoek is het ten slotte van belang dat partijen
correcte en actuele contactgegevens van concurrenten, afnemers en belangenorganisaties
verstrekken (punt 3.5 van het meldingsformulier).
-
54. Zoals aangegeven in hoofdstuk 4 kan een prenotificatiefase, waarin partijen met de ACM overleggen over de bij de
melding op te leveren informatie, helpen voorkomen dat de ACM een melding onvolledig
moet verklaren of veel aanvullende vragen moet stellen. Een prenotificatiegesprek
kan dus helpen de behandeltermijn te bekorten.