Wijzigingswet Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, Wet op de huurtoeslag enz. (verbetering koopkracht en vereenvoudiging van de regeling)

Geraadpleegd op 27-12-2025.
Toekomstige tekst vanaf 01-01-2026.
Ga naar eerste onderdeel, gewijzigd per 01-01-2026.

Wet van 18 december 2024 tot wijziging van de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling van de huurtoeslag te vereenvoudigen en de eigen bijdrage van huurtoeslagontvangers verder te verlagen teneinde de koopkracht te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Wijziging per 01-01-2026. Ga naar volgende gewijzigde onderdeel.]

[Red: Wijzigt de Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag.]

Artikel III

[Wijziging per 01-01-2026. Ga naar volgende gewijzigde onderdeel.]

[Red: Wijzigt de Wet op de huurtoeslag ]

Artikel IV

[Red: Wijzigt de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.]

Artikel VI

[Wijziging per 01-01-2026.]

[Red: Wijzigt het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.]

Artikel VII

De in artikel 18, eerste lid, van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedragen kunnen met ingang van 1 januari 2025 bij ministeriële regeling worden verhoogd.

Artikel VIII

  • A [Red: Wijzigt deze wet.]

  • B [Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet op de huurtoeslag (vereenvoudiging van de huurtoeslag).]

Artikel IX

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2025, met uitzondering van de artikelen IV en V die in werking treden met ingang van 1 juli 2025 en met uitzondering van de artikelen I, III en VI die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 18 deember 2024

Willem-Alexander

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

M.G.G. Keijzer

Uitgegeven de twintigste december 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D.M. van Weel