I. Transparante samenwerking tussen bedrijven binnen een industrieel cluster
Dit speerpunt richt zich op intensievere en transparante samenwerking tussen de bedrijven
binnen een industrieel cluster1 waarmee ook de individuele veiligheidsprestaties van de deelnemende bedrijven op
structurele wijze sterk verbeterd worden.
Onderzoek van TU Delft2 laat zien, dat ‘samenwerking’ de sleutel is voor het doelmatig en transparant beheren
en beheersen van onderlinge risico’s binnen industriële clusters. De omgevingsveiligheid
is sterk gebaat bij goed georganiseerde en effectief samenwerkende bedrijven die op
transparante wijze onderling en met hun omgeving communiceren.
Dit speerpunt beoogt het stimuleren van veiligheidsinitiatieven gebaseerd op een gemeenschappelijke
aanpak, bij voorkeur via effectievere vormen van samenwerking.
De projecten gericht op dit speerpunt zorgen voor operationele samenwerking tussen
bedrijven en gezamenlijke actieplannen om veiligheidsrisico’s te verlagen. Ook leidt
dit tot transparante onderlinge communicatie en een proactieve dialoog met de omgeving.
De resultaten uit deze projecten dragen bij aan structurele veiligheidsverbeteringen
en constructieve samenwerking binnen het industriecluster.
Onderwerpen waaraan bedrijven operationeel in een cluster bij voorkeur zouden kunnen
gaan samenwerken zijn:
-
• het breder identificeren van de onderlinge risico’s tussen bedrijven die op grond
van artikel 8.38 Besluit kwaliteit leefomgeving zijn aangewezen als inrichting als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Seveso-richtlijn;
-
• het verbreden van samenwerking tussen bedrijven op grond van relevante en nader uit
te werken veiligheidsparameters;
-
• het gezamenlijk leren van (bijna) incidenten en/of ongewone voorvallen en het bepalen
en nemen van adequate maatregelen;
-
• de gezamenlijke aanpak van het tegengaan van cyber criminaliteit;
-
• het verlagen van risico’s bij preventieve handelingen of tijdens repressieve handelingen
bij incidenten door het inzetten van robots en/of het toepassen van verbeterde sensoren
of detectiemethodieken;
-
• het gemeenschappelijk concretiseren en grootschalig toepassen van de bevindingen van
eerdere projecten waarvoor subsidie is verstrekt op grond van de Tijdelijke subsidieregeling versterking omgevingsveiligheid industriële activiteiten
2022–2027 of de daaraan voorafgaande Subsidieregeling versterking omgevingsveiligheid industriële activiteiten.
Afbakeningscriteria:
-
1.
De aanvraag voor een project draagt voldoende transparant bij aan het beoogde doel
van het speerpunt.
-
2.
De aanvraag voor een project omvat in voldoende mate een geïntensifieerde en gemeenschappelijke
aanpak van bedrijven werkzaam binnen een industrieel cluster.
-
3.
De aanvraag voor een project werkt voldoende aan één of meerdere van de onderwerpen
genoemd in de bovenstaande lijst van zes onderwerpen, waarop de gemeenschappelijke
aanpak zich richt.
-
4.
De aanvraag voor een project beschrijft voldoende helder en concreet de oplossingsrichting(en)
bij de aanpak van de veiligheidsverbetering.
-
5.
Het project verhoogt in voldoende mate de transparantie op het gebied van uitwisseling
van veiligheidsinformatie tussen bedrijven onderling binnen het cluster en met hun
omgeving.
-
6.
Het project levert een ‘best practice’ product of handleiding op, die naar verwachting
gebruikt gaat worden door andere risicorelevante bedrijven binnen het cluster of in
andere clusters.
II. Veiliger ontwerp en gebruik van procesapparatuur, -leidingen en -installaties
Dit speerpunt richt zich op verhoging van de intrinsieke veiligheid van procesapparatuur,
-leidingen en -installaties op het niveau van zowel het totale systeem als componenten
hiervan. Het veiliger ontwerp en gebruik komt voort uit het toepassen van ‘Safe-by-Design’
principes bij het doorvoeren van verbeteringen of vervanging van relatief risicovolle
procesonderdelen.
‘Safe-by-Design’ is erop gericht veiligheid zo vroeg mogelijk als ontwerpeis mee te
nemen in product- en procesontwikkeling. Deze ambitieuze insteek is belangrijk, omdat
de overheid naar een veilige, duurzame, circulaire en vooral gezonde leefomgeving
streeft voor haar burgers. Dit kan effectief gerealiseerd worden door veiligheid al
in de ontwerpfase mee te nemen. Deze veiligheidsaanpak kan in verschillende situaties
worden toegepast. Bijvoorbeeld bij het herontwerpen van een bestaande installatie
voor nieuwe toepassingen, bij het optimaliseren van installaties en bij toepassing
van innovatieve technologieën als gevolg van de energietransitie of circulaire economie
(CE) ontwikkelingen.
Toepassing van ‘Safe-by-Design’ principes biedt veiligheidswinst bij invoering van
één of meerdere verbeteringen na grondige evaluatie van de volgende zeven opties bij
het (her)ontwerp van installaties met gevaarlijke stoffen of risicovolle processen:
-
1. minimalisatie (bijvoorbeeld het verminderen van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen);
-
2. substitutie (bijvoorbeeld het vervangen van een gevaarlijke stof door een minder gevaarlijke
stof);
-
3. moderatie of het verlagen van het gevaarlijk effect (bijvoorbeeld het aanpassen van
de procescondities);
-
4. simplificatie (bijvoorbeeld het voorkomen van gevaarlijke effecten door het aanpassen
van het ontwerp in plaats van het toevoegen van mitigerende maatregelen);
-
5. verhoging van de foutentolerantie (bijvoorbeeld het zodanig ontwerpen van componenten
dat bij een deviatie van de ontwerpcondities de installatie niet faalt);
-
6. limitatie van gevaarlijke effecten (bijvoorbeeld het verplaatsen van een installatie,
zodat bij een gevaarlijk effect geen schade toegebracht kan worden aan mens of milieu);
-
7. hantering van robuuste uitgangspunten en veiligheidscriteria met tolerantie voor of
bestand tegen ondeskundig of oneigenlijk gebruik (bijvoorbeeld het onmogelijk maken
van misbruik of andere onbedoelde toepassingen van een product met gevaarlijke stoffen).
Hiermee kunnen bestaande en nieuwe risico’s beter voorkomen, c.q. beheerst worden.
Een robuuste veiligheidsaanpak houdt immers rekening met meerdere schadelijke gebeurtenissen
die gelijktijdig zouden kunnen optreden of het meervoudig falen van systemen en beheersmaatregelen.
Systematische toepassing van ‘Safe-by-Design’ principes zal de betrouwbaarheid van
petrochemische installaties verder verhogen en maakt ze toekomstbestendig.
Dit speerpunt stimuleert ook de samenwerking en kennisdeling tussen bedrijven op het
gebied van veiliger (her)ontwerp en (her)gebruik van procesapparatuur, -leidingen
en -installaties. Deling van ontwikkelde kennis en ervaringen is belangrijk, omdat
‘Safe-by-Design’ veiligheidsverbeteringen bij vrijwel alle risicovolle bedrijven uitvoerbaar
zijn. De uitwisseling van deze praktijkkennis moet het mogelijk maken om:
-
• de benodigde ‘Safe-by-Design’ procesaanpassingen breed door te voeren;
-
• best beschikbare ‘Safe-by-Design’ werkmethoden, technieken of systemen te ontwikkelen;
-
• de veilige levensduur van procesinstallaties en onderdelen daarvan op een hoger niveau
te garanderen;
-
• de gevolgen van externe en interne veiligheidsrisico’s te reduceren door procesaanpassingen
met waar mogelijk inzet van intrinsiek veilige componenten of systemen;
-
• de veiligheidsprestaties van procesapparatuur, -leidingen en -installaties verder
te verhogen.
Afbakeningscriteria:
-
1.
De aanvraag voor een project draagt voldoende transparant bij aan het beoogde doel
van het speerpunt door het doorvoeren van verbeteringen gericht op een veiliger ontwerp
en gebruik van componenten of systemen.
-
2.
De aanvraag voor een project omvat in voldoende mate een meer integrale toepassing
van ‘Safe-by-Design’ principes voor procesinstallaties of cruciale onderdelen daarvan
en houdt daarbij rekening met aanpassingen in procesomstandigheden, energievorm, grondstof
en andere maatschappelijke uitdagingen dan omgevingsveiligheid zoals CE en energietransitie.
-
3.
Het projectvoorstel werkt in voldoende mate adequaat aan intrinsieke veilige procesverbeteringen.
-
4.
Het projectvoorstel beschrijft voldoende helder en concreet de oplossingsrichting(en)
als gevolg van de toepassing en opvolging van ‘Safe-by-Design’ principes.
-
5.
Het projectvoorstel geeft in voldoende mate aan welke onvoorziene en nieuwe risico’s
onderzocht en aangepakt gaan worden bij de toepassing en opvolging van ‘Safe-by-Design’
principes.
-
6.
Het voorgestelde project levert bij afronding een ook voor andere risicorelevante
bedrijven bruikbare ‘best practice’ product of handleiding op voor veiliger ontwerp
en gebruik van procesinstallaties of onderdelen daarvan.
III. Optimalisatie beste werkmethoden en technieken
Het derde speerpunt richt zich op concrete verbeteringen van beste werkmethoden en
technieken of gerelateerde doelvoorschriften die breed binnen de industrie toegepast
kunnen worden. Dit speerpunt benadrukt het belang van de concrete toepassing van veiligheidsverbeteringen
die verder gaan dan huidige gestelde normen. Het gaat erom, dat de ingediende aanvragen
gericht op dit speerpunt effectief en kwantificeerbaar bijdragen aan het versterken
van de omgevingsveiligheid.
Het beoogde doel van dit derde speerpunt is te komen tot verbeterde werkmethoden en
technieken of doelvoorschriften. Er is behoefte aan projecten die een hogere veiligheidsstandaard
neerzetten, waarmee de omgevingsveiligheid verder kan worden versterkt. Door constructieve
samenwerking tussen betrokken organisaties zullen de resultaten van dit soort projecten
naar verwachting breder gedragen worden en hierdoor breed inzetbaar zijn. Dit komt
de beoogde olievlekwerking ten goede.
Afbakeningscriteria:
-
1.
De aanvraag voor een project draagt voldoende transparant bij aan het beoogde doel
van het speerpunt.
-
2.
De aanvraag voor een project omvat in voldoende mate een anticiperende of proactieve
houding van de projectdeelnemers gericht op het versterken van de omgevingsveiligheid.
-
3.
De aanvraag voor een project werkt voldoende aan kennisdeling over concrete toepassing
en opschaling van de beschreven veiligheidsverbeteringen.
-
4.
De aanvraag voor een project beschrijft voldoende helder en concreet de oplossingsrichting(en)
bij de aanpak van de veiligheidsverbetering in de beste werkmethoden en technieken.
-
5.
Het project geeft in voldoende mate aan welke praktijken, instructies, handleidingen,
doelvoorschriften of normen worden onderzocht en verbeterd ter versterking van de
omgevingsveiligheid.
-
6.
Het project levert een ‘best practice’ product of handleiding op die naar verwachting
gebruikt gaat worden door andere risicorelevante bedrijven.