Startregeling creatieve industrie

[Regeling vervalt per 01-01-2029.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 01-01-2025 t/m heden.

Startregeling creatieve industrie

Het bestuur van de stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, besluit vast te stellen de navolgende regeling, houdende regels voor het verstrekken van subsidies aan makers en partijen voor de uitvoering van projecten ter bevordering van de kwaliteit van de creatieve industrie.

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begrippen

De in deze regeling gebruikte begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Regeling op het specifiek cultuurbeleid. Specifiek binnen deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1. aanvrager: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die op grond van deze regeling een subsidieaanvraag doet bij het Stimuleringsfonds;

  • 2. adviescommissie: een onafhankelijke, door het bestuur aangestelde commissie van externe deskundigen;

  • 3. beschikking: de brief waarmee het bestuur formeel besluit over het al dan niet toekennen van de subsidie; en

  • 4. beschikkingsdatum: de datum zoals vermeld op de beschikking.

  • 5. beschouwer: een schrijver, programmamaker of curator wiens werkzaamheden zich verhouden tot de creatieve industrie;

  • 6. bestuur: de directeur-bestuurder van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, als bedoeld in artikel 5 van de statuten;

  • 7. cofinanciering: aanvullende financiering voor het project in de vorm van een andere subsidie, sponsoring, investering, eigen inkomsten uit bijvoorbeeld kaartverkoop of bijdrage van een externe partij, naast de gevraagde subsidie van het Stimuleringsfonds. Eigen bijdragen in de vorm van investeringen of doorberekende kortingen worden niet gerekend tot cofinanciering;

  • 8. creatieve industrie: het werkterrein van de vakgebieden vormgeving, architectuur en digitale cultuur inclusief mogelijke cross-overs tussen deze vakgebieden;

  • 9. culturele instelling of -organisatie: een non-profit-, privaatrechtelijke rechtspersoon met een ondersteunende, producerende of initiërende functie binnen de creatieve industrie zoals een lab of werkplaats, een platform of een presentatieplek;

  • 10. herziene aanvraag: een subsidieaanvraag, voorzien van nieuwe informatie, die opnieuw wordt ingediend na een negatief advies van de adviescommissie, op grond van een regeling van het Stimuleringsfonds;

  • 11. het Koninkrijk: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit de landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • 12. ontwerpbureau: een collectief of groep van professionele ontwerpers of makers die zich binnen een bureau of studio beroepsmatig hebben georganiseerd en zich positioneren binnen de creatieve industrie;

  • 13. ontwerper: een architect, stedenbouwer, planoloog, vormgever of maker die zich beroepsmatig positioneert binnen de creatieve industrie;

  • 14. producent: een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorgdraagt voor de ontwikkeling, coördinatie en productie van (media)producties zoals (animatie)films of andersoortige AV-producten en vanuit die rol namens een maker als aanvrager optreedt;

  • 15. project: alle werkzaamheden voor een opzichzelfstaande, concreet omschreven activiteit, afgebakend in tijd en doel;

  • 16. stimuleringsfonds: de stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie;

  • 17. subsidiebehoefte: het bedrag dat op grond van deze regeling wordt aangevraagd bij het Stimuleringsfonds. Dit bedrag wordt gevormd door de totale projectkosten min de cofinanciering en eventuele eigen bijdragen;

  • 18. subsidieplafond: het maximaal voor subsidies beschikbare bedrag binnen een subsidietijdvak;

  • 19. subsidietijdvak: de periode waarbinnen op grond van deze regeling een aanvraag kan worden ingediend;

  • 20. uitgeverij: een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorgdraagt voor het ontwikkelen, (laten)produceren en distribueren van boeken of andersoortige publicaties en vanuit die rol namens een auteur of maker als aanvrager optreedt;

  • 21. vakgebied architectuur: tot het vakgebied architectuur wordt gerekend: architectuur, interieur, tuin- en landschap, stedenbouw en ruimtelijke ordening, inclusief aanverwante activiteiten gericht op experiment, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen;

  • 22. vakgebied digitale cultuur: tot het vakgebied digitale cultuur wordt gerekend: ontwerp in relatie tot nieuwe media en -technologieën, games, AV-performances, worldbuilding, creative coding, sensory storytelling, art-science, posthumanisme, internetcultuur, inclusief aanverwante activiteiten gericht op experiment, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen;

  • 23. vakgebied vormgeving: het werkterrein dat wordt gevormd door de (sub)disciplines animatie, bio design, food design, glasvormgeving, grafische vormgeving, illustratie, interieurontwerp, keramiekvormgeving, lichtontwerp, modevormgeving, product-, meubel- en industriële vormgeving, scenografie, sieraadontwerp, strip en graphic novel, tentoonstellingsontwerp, textielontwerp, typografie, inclusief aanverwante activiteiten gericht op experiment, onderzoek, reflectie en debat op deze terreinen;

Artikel 2. Taakopvatting Stimuleringsfonds

  • 1 De taak van het Stimuleringsfonds is om, vanuit het culturele perspectief, de rijke ontwerptraditie die Nederland heeft te continueren en te vernieuwen door het proces van experimenteren, onderzoeken en maken te stimuleren en goed opdrachtgeverschap te bevorderen.

  • 2 Het bestuur verstrekt, in overeenstemming met zijn statuten en volgens bepalingen vastgesteld in de wet en subsidieregelingen, subsidies aan natuurlijke personen en rechtspersonen die bijdragen aan het bevorderen van hoogwaardige kwaliteit, ontwikkeling en professionalisering van de hedendaagse creatieve industrie binnen het Koninkrijk.

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen

Artikel 3. Reikwijdte en doelstellingen

  • 1 Op grond van deze regeling kan het Stimuleringsfonds kleinschalige projecten van professionele ontwerpers, makers, beschouwers, ontwerpbureaus of culturele instellingen subsidiëren, met een subsidiebehoefte en projectbegroting van maximaal € 10.000.

  • 2 Projecten hebben primair geen winstoogmerk en dragen vanuit een van de vakgebieden behorende tot de creatieve industrie, dan wel vanuit een cross-over tussen of vanuit deze vakgebieden, bij aan het versterken van de kwaliteit, ontwikkeling of verdieping van de creatieve industrie.

  • 3 Deze regeling sluit aan bij de volgende algemene beleidsdoelstellingen van het Stimuleringsfonds Creative Industrie:

    • a. Bevorderen van (de ontwikkeling van) ontwerpkwaliteit;

    • b. Stimuleren van experiment, onderzoek, reflectie en debat.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1 Een subsidie wordt altijd verleend onder de voorwaarde dat door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voldoende gelden aan het fonds ter beschikking worden gesteld.

  • 3 Het bestuur stelt een maximum vast voor het totaalaantal aanvragen dat per vakgebied in behandeling kan worden genomen per subsidietijdvak. Dit aantal wordt ten minste twee weken voor openstelling bekendgemaakt op www.stimuleringsfonds.nl.

Artikel 5. Procedure indienen en toetsing van aanvragen

  • 1 Het bestuur maakt jaarlijks via www.stimuleringsfonds.nl bekend binnen welke subsidietijdvakken een subsidieaanvraag op grond van deze regeling kan worden ingediend.

  • 2 De aanvraag voor subsidie wordt ingediend via de aanvraagomgeving van het Stimuleringsfonds.

  • 3 De aanvrager dient de aanvraag uiterlijk in op de einddatum van het onder lid 1 genoemde subsidietijdvak.

  • 4 De aanvrager geeft in de aanvraag aan binnen welk vakgebied wordt aangevraagd: vormgeving, architectuur of digitale cultuur.

  • 6 Aanvragen worden getoetst op volgorde van binnenkomst. Hierbij geldt het moment dat de aanvraag volledig is op basis van artikel 8. Aanvragen die voldoen aan de ingangseisen en de voorwaarden, worden per vakgebied gerangschikt tot het moment dat het maximumaantal aanvragen voor het subsidietijdvak binnen het betreffende vakgebied wordt bereikt.

  • 7 Het bestuur kan, als het maximumaantal aanvragen voor het subsidietijdvak is overschreden, het subsidietijdvak eerder sluiten dan als bedoeld in lid 1. van dit artikel.

  • 8 Het bestuur wijst een aanvraag af als de aanvraag niet binnen het betreffende subsidietijdvak is ingediend als bedoeld in lid 1 en lid 7 van dit artikel.

  • 9 Het bestuur wijst een aanvraag af als het maximumaantal aanvragen binnen het betreffende subsidietijdvak in het door de aanvrager aangegeven vakgebied is overschreden.

  • 10 Het bestuur wijst aanvragen af die niet voldoen aan de ingangseisen vermeld in artikel 6 en de voorwaarden in artikel 7.

  • 11 Aanvragen die onderdeel uitmaken van de rangschikking die ontstaat door toepassing van lid 6, worden voorgelegd aan een onafhankelijke adviescommissie.

Artikel 6. Ingangseisen

Aanvragen die op grond van deze regeling worden ingediend, worden getoetst aan de volgende ingangseisen.

  • 1. Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden verleend als:

    • a. de aanvrager een professionele maker, beschouwer, ontwerpbureau, culturele instelling of organisatie is, die zich aantoonbaar positioneert binnen het aangegeven vakgebied; en

    • b. de aanvragende partij staat ingeschreven in het Handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of bij een van de Handelsregisters die vallen binnen het Koninkrijk.

  • 2. Niet in aanmerking voor subsidie op grond van deze regeling komen:

    • a. aanvragers die worden gefinancierd via de ministeriële regeling Subsidieregeling culturele basisinfrastructuur 2025–2028, met uitzondering van de regionale musea en erfgoedmusea binnen de creatieve industrie;

    • b. aanvragers die een andere structurele subsidierelatie hebben met de Rijksoverheid;

    • c. projecten van aanvragers die gedurende de looptijd van het project subsidie ontvangen op grond van de Regeling Vierjarige instellingssubsidie creatieve industrie 2025–2028 of de Regeling Activiteitenprogramma's creatieve industrie van het Stimuleringsfonds;

    • d. onderwijsinstellingen en postacademische instellingen, evenals projecten van (gast)onderzoekers en (gast)docenten die vanuit deze instellingen worden uitgevoerd;

    • e. aanvragen gericht op de ontwikkeling van onderwijsprogramma’s en aanverwante activiteiten van onderwijsinstellingen;

    • f. kosten voor deelname aan residenties bij instellingen die worden uitgesloten van deze regeling op basis van lid 2.a, b en c van dit artikel;

    • g. aanvragers die op het moment van aanvragen als deelnemer verbonden zijn aan een postacademische instelling, die wordt uitgesloten van deze regeling op basis van lid 2.a van dit artikel;

    • h. projecten waarvoor op het moment van indienen van de aanvraag al een aanvraag in behandeling is binnen een andere subsidieregeling van het Stimuleringsfonds;

    • i. projecten die al zijn gesubsidieerd op grond van een subsidieregeling van het Stimuleringsfonds;

    • j. projecten van aanvragers die gedurende de looptijd van het project al ondersteuning ontvangen voor het uitvoeren van hun ontwikkelplan vanuit de Regeling Talentontwikkeling van het Stimuleringsfonds;

    • k. projecten waarvoor al tweemaal eerder subsidie is aangevraagd en afgewezen op grond van een regeling van het Stimuleringsfonds;

    • l. projecten met een totaalbegroting van meer dan € 10.000; en

    • m. aanvragen die niet op tijd worden ingediend of niet volledig zijn.

  • 3. Een aanvrager kan per subsidietijdvak niet meer dan één subsidieaanvraag indienen op grond van deze regeling.

  • 4. Een aanvrager kan na het ontvangen van een subsidie op grond van deze regeling voor een periode van twaalf maanden geen nieuwe aanvraag doen binnen deze regeling. Deze periode vangt aan op de beschikkingsdatum.

Artikel 7. Voorwaarden

  • 1 Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. Het project sluit aan op de taakopvatting van het Stimuleringsfonds zoals verwoord in artikel 2 en past binnen de reikwijdte en doelstellingen zoals verwoord in artikel 3.

    • b. Het project draagt bij aan het versterken van de kwaliteit, ontwikkeling of verdieping van de creatieve industrie in Nederland, dan wel het Koninkrijk.

    • c. Het project, of de projectfase waarop de subsidie betrekking heeft, start niet voor de beschikkingsdatum.

    • d. Het project start binnen vier maanden na de beschikkingsdatum.

    • e. De looptijd van het project is niet langer dan twaalf maanden.

    • f. Aanvragen zijn in de Nederlandse of Engelse taal opgesteld.

    • g. Er is sprake van een begrotingstekort van maximaal € 10.000 en de behoefte aan een subsidie is, naar het oordeel van het bestuur, aangetoond.

    • h. Van de werkwijze van de aanvrager kan redelijkerwijs worden verwacht dat de door de aanvrager gestelde doelen zullen worden bereikt.

    • i. De resultaten van het project worden gepubliceerd of op andere wijze publiek toegankelijk gemaakt.

    • j. De aanvrager past de Fair Practice Code toe bij de uitvoering van het project.

    • k. Als de aanvraag wordt ingediend namens een culturele instelling, dan past deze de Governance Code Cultuur 2019 toe.

  • 2 Op grond van deze regeling kan geen subsidie verleend worden aan of voor:

    • a. activiteiten die al hebben plaatsgevonden of starten voor de beschikkingsdatum;

    • b. projecten waarvoor opnieuw subsidie wordt aangevraagd na een (gedeeltelijke) afwijzing, zonder dat de aanvrager nieuwe feiten of gewijzigde omstandigheden benoemt;

    • c. projecten, residencies of reizen die plaatsvinden in het kader van een studie, opleiding of PhD;

    • d. projecten die een reprise of een herdruk betreffen;

    • e. seriële productie, anders dan vakinhoudelijke publicaties;

    • f. arbeidskosten voor medewerkers van rijks-, provinciale en gemeentelijke instellingen;

    • g. het verwerven van eigendommen, materialen of apparatuur die ook na afloop van het project een waarde vertegenwoordigen;

    • h. het opstellen van reguliere ontwerp-, inrichtings-, restauratie- en verbouwingsplannen;

    • i. activiteiten en kosten die direct samenhangen met het oprichten van een bedrijf of organisatie, marktverkenning of commerciële haalbaarheidsstudies;

    • j. activiteiten die de reguliere bedrijfsactiviteiten niet overstijgen;

    • k. medewerkers van het fonds;

    • l. leden van de Raad van Toezicht en het bestuur van het fonds; en

    • m. een aanvrager die lid is van de adviescommissie van deze regeling die aanvragen voor de betreffende subsidie beoordeelt.

  • 3 In aanvulling op de in dit artikel onder lid 1 en 2 genoemde voorwaarden toetst het Stimuleringsfonds een aanvraag waarbij een buitenlandse reis onderdeel is van het project op de volgende punten:

    • a. Veiligheid van reizen: Er wordt gekeken of er op het moment van de geplande reisbeperkingen, dan wel dringende adviezen gelden voor internationale reizen naar het desbetreffende land. Voor het bestuur zijn hierbij de reisadviezen op www.nederlandwereldwijd.nl bepalend. Subsidie mag niet worden gebruikt voor reizen naar een gebied waar op het moment van reizen een reisadvies met kleurcode rood geldt.

    • b. Duurzaamheid: Het bestuur stimuleert duurzaam reizen. Als een reis voor het project per trein maximaal acht uur bedraagt, vergoedt het bestuur alleen de kosten voor reizen over land.

  • 4 In het kader van Europese wet- en regelgeving ten aanzien van staatssteun geldt ook dat voor aanvragers die kunnen worden beschouwd als onderneming subsidie op grond van deze regeling wordt geweigerd als:

Hoofdstuk 3. Subsidieaanvraag

Artikel 8. Inhoud van de aanvraag

  • 1 Een volledige aanvraag bevat de onderstaande documenten. Alleen deze documenten worden beschikbaar gesteld aan de adviescommissie. Vormvereisten en richtlijnen staan beschreven in de [Handleiding voorbereiding subsidieaanvraag Startregeling creatieve industrie], hierbij geldt de versie zoals gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds op de datum waarop het subsidietijdvak wordt opengesteld.

    Een aanvraag bestaat uit:

    • a. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b. een projectplan dat inzicht biedt in het doel en de opzet van het project;

    • c. een sluitende begroting, inclusief dekkingsplan, volgens het format van deze regeling, die aansluit op het projectplan en waarbij de uitgangspunten van de Fair Practice Code worden gevolgd;

    • d. een planning, waarin rekening wordt gehouden met de uiterlijke beschikkingsdatum en een maximale looptijd van twaalf maanden;

    • e. cv’s van diegenen die het project uitvoeren;

    • f. een relevant portfolio; en

    • g. indien van toepassing, intentieverklaringen van of samenwerkingsovereenkomsten met de belangrijkste projectpartners.

  • 2 De aanvraag bevat daarnaast de verplichte volgende bijlagen, die niet met de commissie worden gedeeld.

    • a. een digitaal gewaarmerkt uittreksel van maximaal één jaar oud uit het Handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of van een van de Handelsregisters die vallen binnen het Koninkrijk.

    • b. een representatieve afbeelding van het project, bestemd voor communicatie-uitingen door het Stimuleringsfonds en waarvan de benodigde rechten van de afbeelding bij de aanvrager liggen.

Hoofdstuk 4. Subsidieverlening

Artikel 9. Procedure inhoudelijke behandeling aanvragen

  • 1 De adviescommissie brengt advies uit aan het bestuur over het al dan niet toekennen van de subsidie.

  • 2 Bij de formulering van het advies baseert de adviescommissie zich op de door de aanvrager verstrekte gegevens.

  • 3 Een positief advies kan vergezeld gaan van een beargumenteerde aanbeveling over de hoogte van de te verlenen subsidie en van onderbouwde aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering dan wel het niet ondersteunen van specifiek genoemde activiteiten.

  • 5 De procedure waarin de inhoudelijke beoordeling door de commissie plaatsvindt, heeft de vorm van een tender, waarbij voorstellen worden gerangschikt per vakgebied.

  • 6 Het bestuur besluit op basis van het advies van de adviescommissie over het al dan niet toekennen van de subsidie.

Artikel 10. Beoordeling

  • 1 De adviescommissie hanteert bij de beoordeling van een aanvraag voor een projectsubsidie de onderstaande criteria, die in gelijke mate worden gewogen. De criteria worden toegelicht in de Handleiding voorbereiding subsidieaanvraag Startregeling creatieve industrie.

    • a. De betekenis van de gekozen thematiek of vraagstelling voor het vakgebied.

    • b. De artistiek-inhoudelijke kwaliteit van het project.

    • c. De mate waarin het project doeltreffend is in opzet, methodiek, betrokken expertise.

  • 2 Alleen positief beoordeelde voorstellen komen in aanmerking voor een subsidie.

  • 3 Overschrijdt het totaal van de aanvragen dat voor subsidieverlening in aanmerking komt het beschikbare budget van de ronde, dan zal er worden geprioriteerd. Daarbij wordt de volgende procedure gehanteerd:

    • a. De aanvragen worden per vakgebied geprioriteerd op basis van de scores op de criteria genoemd in het eerste lid. Hierdoor ontstaat per vakgebied een ranglijst van alle beoordeelde voorstellen.

    • b. De subsidie wordt toegekend aan de aanvragers van wie de aanvraag het hoogst is geplaatst op de ranglijst van het betreffende vakgebied.

    • c. Aan de hoogstgeplaatste voorstellen wordt de door de commissie geadviseerde bijdrage verleend, zolang het totaal daarvan het subsidieplafond niet overschrijdt.

    • d. Aan de aanvrager bij wie toekenning zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond wordt het bedrag toegekend dat resteert tot aan het subsidieplafond mits dit ten minste 50% van het aangevraagde bedrag is. Als het resterende beschikbare bedrag tot aan het subsidieplafond lager is dan 50% van het aangevraagde bedrag, dan wordt de aanvraag afgewezen.

  • 4 Als aanvragen op basis van de gemiddelde eindscore gelijk eindigen op de ranglijst en het subsidieplafond wordt met deze aanvragen overschreden, dan wordt tussen deze aanvragen onderling prioriteit gegeven aan het voorstel dat het hoogst wordt gewaardeerd op criterium a, zoals genoemd in het eerste lid, als deze score gelijk is wordt er gekeken naar de score op criterium b.

Artikel 11. Verlening van een subsidie

  • 1 Het bestuur informeert de aanvrager binnen elf weken na het sluiten van het subsidietijdvak schriftelijk over zijn besluit.

  • 2 Het bestuur kan in dit besluit andere verplichtingen aan de subsidieverlening verbinden dan vermeld staan in artikel 13 tot en met 15.

  • 3 Het besluit tot verlening van een subsidie bevat een weergave van het advies en de overwegingen van het bestuur, de voorwaarden waaronder de subsidie beschikbaar wordt gesteld, de duur van de subsidieperiode, de verplichtingen die gelden voor de ontvanger, de maximale hoogte van de subsidie en informatie over betaling en voorschot.

  • 4 Aan het verlenen van een subsidie kunnen door de ontvanger geen rechten worden ontleend met betrekking tot een volgende aanvraag.

Artikel 12. Bevoorschotting en vaststelling

  • 1 In het geval van een toekenning wordt 100% van het aangevraagde bedrag uitbetaald en wordt de subsidie direct vastgesteld.

  • 2 Het bestuur kan vragen om inzicht te geven in de (financiële) administratie.

  • 3 Het bestuur kan de ontvanger nadere aanwijzingen geven over de controle op de naleving van de voorwaarden die zijn verbonden aan de verlening van de subsidie.

  • 4 Als blijkt dat activiteiten niet of slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd, dan kan het te veel verstrekte bedrag worden teruggevorderd.

Hoofdstuk 5. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 13. Administratie

  • 1 De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen evenals de baten en lasten kunnen worden nagegaan.

  • 2 De subsidieontvanger geeft desgevraagd aan het bestuur inzicht in de administratie.

  • 3 De subsidieontvanger bewaart de administratie en de bijbehorende documenten gedurende zeven jaren na het vaststellen van de subsidie.

Artikel 14. Vermelding Stimuleringsfonds

In alle publieke uitingen over de gesubsidieerde activiteiten vermeldt de subsidieontvanger het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie als subsidieverstrekker. Het logo van het Stimuleringsfonds wordt opgenomen in publicaties en verslagen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten, net als op uitnodigingen, aankondigingen, websites en audiovisuele producties die hierop betrekking hebben. Als een subsidieontvanger logo’s opneemt van andere partijen, dan wordt in verhouding tot de bijdrage het logo van het Stimuleringsfonds in een vergelijkbare grootte en opmaak weergegeven.

Artikel 15. Melding bij het Stimuleringsfonds

In het geval een van de onderstaande situaties zich voordoet brengt de subsidieontvanger het bestuur daarvan direct op de hoogte:

  • 1. De activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zullen niet of niet geheel plaatsvinden.

  • 2. Er zal niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen worden voldaan.

  • 3. Er zijn aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen ten opzichte van de aanvraag op basis waarvan subsidie is verleend.

  • 4. Er is sprake van ontwikkelingen die de uitvoering van de activiteiten kunnen belemmeren, zoals meldingen van ongewenst gedrag of de betrokkenheid bij een rechtszaak.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 16. Bezwaar

Een belanghebbende kan tegen een besluit van het bestuur van het fonds bezwaar maken door een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuur. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan op de dag nadat het besluit is bekendgemaakt. De procedure voor bezwaren is gepubliceerd op de website www.stimuleringsfonds.nl.

Artikel 17. Bescherming persoonsgegevens en Archiefwet

  • 1 Het Stimuleringsfonds verstrekt geen vertrouwelijke informatie omtrent onder meer bedrijfs- en fabricagegegevens aan derden.

  • 3 Als Zelfstandig Bestuursorgaan (zbo) valt het Stimuleringsfonds onder de Archiefwet. Aanvraagdossiers worden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde termijn overgedragen aan het Nationaal Archief. Aanvraagdossiers worden in dat geval gekwalificeerd als ‘beperkt openbare’ documenten.

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van de belanghebbende van bepalingen in deze regeling afwijken als toepassing daarvan leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 19. Inwerkingtreding en expiratie

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 3 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2029 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de afwikkeling van de op basis van deze regeling verleende subsidies.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie,

S. Groeneveld

directeur-bestuurder