Instellingsbesluit Adviescommissie Stelseltoezicht Vleesketen

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 11-07-2025 t/m heden.

Besluit van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 29 november 2024, nr. WJZ/ 89741558, houdende instelling van de Adviescommissie Stelseltoezicht Vleesketen

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;

  • b. adviescommissie: adviescommissie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 3. Taak

  • 1 De adviescommissie heeft als taak de minister te adviseren over de werking en het functioneren van het stelsel in de vleesketen.

  • 2 De adviescommissie richt zich in het bijzonder op:

    • a. het op onafhankelijke wijze verkrijgen van inzicht in de werking en het functioneren van het stelsel, met oog voor toezicht en handhaving, beleid, huidige wet- en regelgeving en de sector;

    • b. de vraag of de nodige stappen door betrokken actoren worden gezet om de publieke belangen voedselveiligheid, diergezondheid en dierenwelzijn te borgen;

    • c. de vraag of deze stappen het gewenste effect hebben op het vergroten van het vertrouwen in het stelsel;

    • d. het doen van aanbevelingen op de werking van het stelsel.

Artikel 4. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1 De adviescommissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste twee andere leden.

  • 2 De voorzitter en de op voordracht van de voorzitter andere leden worden door de minister benoemd. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3 De voorzitter en de andere leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 4 De adviescommissie kan zich door gastdeskundigen op het gebied van voedselveiligheid, dierenwelzijn en diergezondheid doen bijstaan.

Artikel 5. Opheffing adviescommissie

  • 1 De adviescommissie wordt ingesteld vanaf 1 november 2024 tot 1 juli 2026.

  • 2 De adviescommissie wordt opgeheven vier weken nadat het eindrapport is uitgebracht en uiterlijk op 1 juli 2026.

  • 3 Na de opheffing van de adviescommissie kan de voorzitter nog worden verzocht om namens de adviescommissie een toelichting te geven op het eindrapport.

Artikel 6. Benoeming voorzitter

Ter gelegenheid van de instelling van de adviescommissie wordt tot lid, tevens voorzitter, benoemd:

  • a. de heer mr. J. van den Bos, te Rotterdam.

Artikel 7. Werkwijze

  • 1 De adviescommissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2 De minister voorziet, in overeenstemming met de voorzitter, in het secretariaat van de adviescommissie.

  • 3 Het secretariaat is voor de uitvoering van haar taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de adviescommissie.

  • 4 De minister draagt, op verzoek van de voorzitter, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de adviescommissie.

  • 5 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de adviescommissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de adviescommissie bewaard in het archief van dat ministerie.

Artikel 8. Inwinnen van inlichtingen; medewerkingsplicht ambtenaren

  • 1 De adviescommissie is bevoegd zich, voor het inwinnen van inlichtingen, te wenden tot personen en instanties en hen te verzoeken die medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor het uitvoeren van het onderzoek.

  • 2 Het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verlenen de adviescommissie de verlangde medewerking en toegang tot informatie die zij redelijkerwijs nodig heeft voor het uitvoeren van haar taken.

  • 3 Ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn verplicht om de adviescommissie de verlangde medewerking te verlenen, voor zover deze samenhangt met hun ambtelijke taak.

  • 4 De adviescommissie zal zich over de aan haar aangeboden medewerking verantwoorden in haar eindrapport.

  • 5 De adviescommissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 9. Vergoeding

  • 1 Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18, trede 10, van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 0,2.

  • 2 Aan de andere leden wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18, trede 10, van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 0,2.

Artikel 10. Kosten van de ondersteuning van de commissie

  • 1 De kosten van de ondersteuning van de adviescommissie komen voor rekening van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor het secretariaat van de commissie;

    • b. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen;

    • c. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek; en

    • d. de kosten voor oplevering van het rapport.

  • 2 De adviescommissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een kostenraming aan de minister aan.

Artikel 11. Eindrapport

  • 1 De adviescommissie legt haar bevindingen vast in eventuele tussenrapportages en een eindrapport welke worden aangeboden aan de minister.

  • 2 De minister biedt de eventuele tussenrapportages en het eindrapport aan de Eerste Kamer en de Tweede Kamer aan.

Artikel 12. Archiefbescheiden

De adviescommissie draagt uiterlijk zes weken na oplevering van het rapport, het archief over aan het archief van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De adviescommissie bepaalt welke stukken deel uitmaken van het archief.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 november 2024.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie Stelseltoezicht Vleesketen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 29 november 2024

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

F.M. Wiersma