Regeling specifieke uitkering GIPS

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 18-07-2025 t/m heden.

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 november 2024, nr. 2024-0000915898, houdende regels voor het verstrekken van een specifieke uitkering voor de GrensInfoPunten (Regeling specifieke uitkering GIPS)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • GrensInfoPunt: fysiek en telefonisch goed bereikbaar informatiepunt in het grensgebied waar kosteloos frontofficedienstverlening in het kader van grensoverschrijdend wonen, werken, studeren en ondernemen wordt verleend;

  • Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • Rijksontvangers: de colleges van GedeputeerdeStaten van de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland en Limburg en het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Goes, Eindhoven, Baarle-Nassau en Bergen op Zoom.

Artikel 2. De specifieke uitkering

De Minister verstrekt een specifieke uitkering aan de Rijksontvangers ten behoeve van de financiering van de GrensInfoPunten.

Artikel 3. Hoogte en verdeling specifieke uitkering aan de Rijksontvanger

  • 1 Voor de specifieke uitkering is per kalenderjaar een bedrag van in totaal € 1.558.809,– inclusief BTW, beschikbaar.

  • 2 Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt jaarlijks uiterlijk 31 januari ter beschikking gesteld aan de Rijksontvangers overeenkomstig de verdeling, bedoeld in de bijlage bij deze regeling.

  • 3 De wijze van betaling aan de Rijksontvanger wordt opgenomen in de toekenningsbeschikking.

Artikel 4. Verplichtingen Rijksontvanger

  • 1 De Rijksontvanger draagt zorg voor de uitbetaling van het bedrag, bedoeld in artikel 3, tweede lid, aan de onder hem ressorterende GrensInfoPunten.

  • 2 De Rijksontvanger kan geen aanvullende inhoudelijke eisen aan de uitbetaling van de Rijksbijdrage verbinden.

Artikel 5. Reserveringsregeling

Indien in een kalenderjaar de uitkering, bedoeld in artikel 2, niet volledig is besteed, kan de Rijksontvanger het niet bestede bedrag tot maximaal 100% van de toekende uitkering (in dat kalenderjaar) reserveren voor besteding als bedoeld in artikel 2, in het daaropvolgende kalenderjaar.

Artikel 6. Verantwoording en vaststelling

  • 2 Bij een toekenningsbeschikking op grond van deze regeling met een bedrag gelijk of onder de € 125.000 vindt geen accountantscontrole plaats, boven op de reguliere jaarrekeningcontrole door de accountant.

  • 3 Indien de uitvoering van deze regeling volledig of gedeeltelijk door de Rijksontvanger aan het bestuur van een medeoverheid is opgedragen, kan voor de vaststelling van de specifieke uitkering de informatie, bedoeld in art. 17a van de Financiële-verhoudingswet, mede in aanmerking worden genomen die de medeoverheid heeft verstrekt over het jaar waarop de vaststelling betrekking heeft.

  • 4 Indien uit de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, blijkt dat de uitkering, bedoeld in artikel 2, niet volledig door de Rijksontvanger is besteed, kan de uitkering ter hoogte van het niet-bestede deel door de Minister teruggevorderd worden van de Rijksontvanger rekening houdend met de reserveringsregeling, bedoeld in artikel 5.

  • 5 De Minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de vaststelling aan de Rijksontvanger.

  • 7 Indien de toepassing van het zesde lid naar het oordeel van de Minister leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan hij de bestedingen die als fout of onzeker worden aangemerkt, in afwijking van het vierde lid, geheel of gedeeltelijk in aanmerking nemen bij de vaststelling.

  • 8 Bij de vaststelling wordt uitgegaan van de gegevens waarvan de Minister kennis heeft op 30 september van het jaar volgend op het verantwoordingsjaar, met dien verstande dat gegevens die het college op verzoek van de Minister op een latere datum verstrekt mede in aanmerking worden genomen.

  • 9 Indien de verantwoordingsinformatie, bedoeld in het eerste lid, niet binnen achttien maanden na het kalenderjaar waarop deze betrekking heeft door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ontvangen, stelt de Minister de specifieke uitkering ambtshalve vast.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering GIPS.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Y.J. van Hijum

Bijlage I. Verdeling specifieke uitkering (bijlage behorende bij artikel 3, tweede lid)

GIP

Rijksontvanger

bijdrage SZW1

Eems Dollard Regio (EDR)

Provincie Drenthe

€ 107.536

EUREGIO

Provincie Overijssel

€ 199.996

Euregio Rijn-Waal

Provincie Gelderland

€ 182.986

Euregio Rijn-Maas Noord

Provincie Limburg

€ 107.964

Aachen-Eurode

Provincie Limburg

€ 202.666

Maastricht

Provincie Limburg

€ 302.190

Bergen op Zoom

Bergen op Zoom

€ 107.729

Eindhoven

Eindhoven

€ 79.449

Baarle-Nassau

Baarle-Nassau

€ 40.339

Scheldemond

Goes

€ 227.954

Totaal

€ 1.558.809

1 = inclusief BTW.