Regeling maatschappelijke ondersteuning BES

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 01-01-2025 t/m heden.

Regeling van de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport van 14 november 2024, kenmerk 3993036-1074684-WJZ, houdende regels over maatschappelijke ondersteuning BES (Regeling maatschappelijke ondersteuning BES)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanbieder van maatwerkvoorzieningen: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een maatwerkvoorziening levert;

  • besluit: Besluit maatschappelijke ondersteuning en bestrijding huiselijk geweld en kindermishandeling BES;

  • calamiteit: niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis die betrekking heeft op de kwaliteit van een maatwerkvoorziening en die tot de dood van een cliënt of een ernstig schadelijk gevolg voor een cliënt heeft geleid;

  • elementaire woonfuncties: activiteiten die vallen onder het normale gebruik van een woonruimte of buitenruimte die aan een woonruimte is verbonden;

  • minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 1.2

Vreemdelingen die in afwachting zijn van de beslissing op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd verband houdend met bescherming als bedoeld in artikel 12a van de Wet toelating en uitzetting BES, omdat de vreemdeling slachtoffer is geworden van huiselijk geweld of mensenhandel en uitzetting ingevolge artikel 5.1, eerste lid, van het Besluit toelating en uitzetting BES of een rechterlijke beslissing achterwege blijft, komen in aanmerking voor opvang.

Hoofdstuk 2. Maatwerkvoorzieningen

Artikel 2.1

  • 1 De maatwerkvoorzieningen, bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, van het besluit zijn:

    • a. dagbesteding die op structurele basis, buiten de thuissituatie en in groepsverband plaatsvindt en gericht is op het aanbrengen van structuur in een dag of het leren, behouden of voorkomen van de achteruitgang van bepaalde vaardigheden;

    • b. ondersteuning bij het doen van boodschappen, het onderhouden van een schoon huis, schoon linnengoed of schone kleding;

    • c. het verstrekken en klaarmaken van een maaltijd aan een client die niet in staat is zelf een maaltijd klaar te maken;

    • d. hulpmiddelen;

    • e. vervoer van en naar de dagbesteding in de nabije woon- en leefomgeving van een cliënt indien een cliënt niet in staat is om het openbaar vervoer of eigen vervoer te gebruiken;

    • f. sporthulpmiddelen die voorwaardelijk zijn voor mensen met een chronische aandoening of fysieke, verstandelijke of meervoudige beperking om aan sport- en beweegactiviteiten deel te kunnen nemen, met uitzondering van onderhoud en reparatie, tot ten hoogste eenmaal per drie jaar.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid zijn de volgende maatwerkvoorzieningen uitsluitend beschikbaar in het openbaar lichaam Bonaire:

    • a. tijdelijk verblijf met begeleiding of toezicht voor een cliënt met een permanent woonadres die gedurende dag en nacht intensieve begeleiding krijgt of onder toezicht staat van een mantelzorger die overbelast is of dreigt te worden, tot ten hoogste 90 dagen per jaar;

    • b. persoonlijke verzorging;

    • c. woningaanpassing van een woonruimte of buitenruimte die aan een woonruimte is verbonden waarvan de cliënt de hoofdgebruiker is en waardoor de elementaire woonfuncties toegankelijk, doorgankelijk of bruikbaar zijn, met uitzondering van algemeen gebruikelijk onderhoud.

Artikel 2.2

De maatwerkvoorziening, bedoeld in artikel 2.4, tweede lid, van het besluit is opvang waarbij onderdak en begeleiding wordt geboden voor personen die de thuissituatie hebben verlaten in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld of mensenhandel.

Artikel 2.3

De minister of het bestuurscollege kan afwijken van de in de artikel 2.1 respectievelijk artikel 2.2 genoemde beperkingen verbonden aan een maatwerkvoorziening indien het verstrekken van een maatwerkvoorziening onder die beperkingen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk 3. Evaluatie van beleid

Artikel 3.1

  • 1 Het cliëntervaringsonderzoek, bedoeld in artikel 2.20, eerste en derde lid, van het besluit gaat in ieder geval in op hoe cliënten:

    • a. de toegankelijkheid van voorzieningen ervaren;

    • b. de kwaliteit van de voorzieningen ervaren;

    • c. de voorzieningen vinden bijdragen aan de zelfredzaamheid en participatie.

  • 2 Het cliëntervaringsonderzoek wordt door middel van een representatieve steekproef uitgevoerd.

Hoofdstuk 4. Kwaliteit

Artikel 4.1

  • 2 De klachtenregeling voorziet er in ieder geval in dat:

    • a. door of namens een cliënt een klacht kan worden ingediend tegen een aanbieder over een gedraging jegens een cliënt in het kader van de verlening van een maatwerkvoorziening;

    • b. een klacht kan worden ingediend over een gedraging jegens een cliënt die inmiddels is overleden;

    • c. de klacht onafhankelijk wordt behandeld;

    • d. er een termijn wordt gesteld waarbinnen aan de klager schriftelijk wordt medegedeeld wat het oordeel is over de klacht en of naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zullen worden genomen en zo ja, welke;

    • e. bij afwijking van de termijn, bedoeld in onderdeel d, daarvan met redenen omkleed mededeling wordt gedaan aan de klager en, indien van toepassing, de instantie die de klacht behandelt, onder vermelding van de termijn waarbinnen de aanbieder zijn standpunt aan hen kenbaar zal maken;

    • f. de klachtenregeling op passende wijze onder de aandacht van de cliënten wordt gebracht.

Artikel 4.2

  • 2 De medezeggenschapsregeling betreft de medezeggenschap van cliënten en waar relevant mantelzorgers, over voorgenomen beleid van de aanbieder dat voor de cliënten van belang is en wordt vastgesteld na overleg met een representatieve afvaardiging van cliënten.

Artikel 4.3

  • 1 Een aanbieder van maatwerkvoorzieningen organiseert de verlening van maatwerkvoorzieningen op zodanige wijze, bedient zich zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personele en materiële middelen en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot maatwerkvoorzieningen van goede kwaliteit.

  • 2 Onder de in het eerste lid bedoelde organisatie wordt mede begrepen de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van maatwerkvoorzieningen, waarbij de aanbieder van een maatwerkvoorziening, gelet op diens aard en omvang, zorg draagt voor:

    • a. het op systematische wijze verzamelen en registreren van gegevens over de kwaliteit van de maatwerkvoorzieningen, waaronder het registreren van klachten en meldingen met betrekking tot incidenten, calamiteiten en geweld;

    • b. het aan de hand van deze gegevens op systematische wijze toetsen in hoeverre de wijze van uitvoering leidt tot maatwerkvoorzieningen van goede kwaliteit;

    • c. het op basis van deze toetsing zonodig verbeteren van de kwaliteit van de maatwerkvoorzieningen;

    • d. geformaliseerde besprekingen tussen de leiding en de afdelingen of geledingen van een aanbieder omtrent de kwaliteit van de maatwerkvoorzieningen;

    • e. het jaarlijks meten van de cliënttevredenheid en het betrekken van deze resultaten bij de verbetering van de kwaliteit.

  • 3 Als een aanbieder van maatwerkvoorzieningen gebruik maakt van een onderaannemer, is de aanbieder ervoor verantwoordelijk dat de onderaannemer voldoet aan de kwaliteitseisen.

  • 4 Een aanbieder van maatwerkvoorzieningen houdt binnen de organisatie en bij het verlenen van de ondersteuning rekening met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van cliënten.

Artikel 4.4

  • 2 In het verslag geeft de aanbieder aan:

    • a. op welke wijze cliënten en waar relevant mantelzorgers, bij het kwaliteitsbeleid zijn betrokken;

    • b. welk gevolg is gegeven aan klachten over de kwaliteit van de verleende maatwerkvoorzieningen en meldingen als bedoeld in artikel 4.3, tweede lid, onderdeel a;

    • c. op welke wijze de resultaten van het cliënttevredenheidsonderzoek, bedoeld in artikel 4.3, tweede lid, onderdeel e, worden betrokken bij de verbetering van de kwaliteit.

Artikel 4.5

Aanbieders van maatwerkvoorzieningen, niet zijnde een aanbieder die alleen hulpmiddelen of woningaanpassingen levert, beschikken over een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 2.23, eerste lid, van het besluit.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

V.P.G. Karremans