Maatregelenbeleid COA

Geraadpleegd op 26-04-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 19-11-2024 en zichtdatum 14-12-2024.
Geldend van 05-11-2024 t/m heden

Maatregelenbeleid COA

1. Inleiding

Het COA biedt opvang aan een omvangrijke groep bewoners en heeft daarbij de verantwoordelijkheid en zorg om de veiligheid, leefbaarheid en beheersbaarheid te waarborgen.

Op asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen die onder de doelgroep van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (hierna: Rva 2005)1 vallen en gebruik maken van de opvang van het COA, rusten de verplichtingen, zoals vastgesteld in art. 19 van de Rva 2005. Bij niet-naleving voorziet de Rva 2005 in de mogelijkheid tot het opleggen van maatregelen.

Afhankelijk van het incident of gedrag kan een maatregel aan de asielzoeker/vreemdeling worden opgelegd, met of zonder gevolgen voor zijn/haar verstrekkingen. Deze maatregelen worden ook wel rov-maatregelen genoemd. Deze zijn gebonden aan een aantal uitgangspunten en kaders. Rov is de afkorting voor reglement onthouding verstrekkingen.

Overige vreemdelingen die niet onder de doelgroep van de Rva 2005 vallen, kunnen onder omstandigheden feitelijke opvang van het COA krijgen2. In dat geval kunnen naar analogie ook maatregelen opgelegd worden namens de Staatssecretaris3

2. Visie op het maatregelenbeleid

2.1. Missie, visie en kernwaarden

Het COA werkt vanuit een missie en een visie. Deze uitgangspunten liggen ten grondslag aan de visie bij het opleggen van een maatregel.

De missie van het COA luidt als volgt:

Het COA biedt asielzoekers leefbare en veilige opvang en begeleidt hen naar een toekomst in Nederland of daarbuiten, in samenwerking met partners in de samenleving.

De visie van het COA is uitgebreid en staat beschreven op coa.nl4. De volgende delen uit de visie zijn nadrukkelijk van toepassing op het maatregelenbeleid:

Wij zijn de professionals op het gebied van menswaardige en duurzame opvang en begeleiding van asielzoekers.

Wij bieden kwalitatief hoogwaardige begeleiding aan onze bewoners. Daarmee stimuleren wij hen en stellen we hen in staat zelfredzaam te zijn in een voor hen nog onbekende omgeving. Zo kunnen zij zo vroeg mogelijk verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen toekomst en een bijdrage leveren aan de samenleving. Als onze bewoners geen recht hebben op asiel, draagt onze begeleiding bij aan terugkeer met perspectief.

We creëren, samen met partners, doelmatige, duurzame, veilige, menswaardige en flexibele opvangvormen en bieden daarbij maatschappelijke meerwaarde, bijvoorbeeld op het gebied van (arbeids)participatie, lokale investeringen en huisvesting.

Wij kennen onze bewoners en hun talenten in een vroeg stadium en kunnen daarom maatwerk bieden.

Een van de kernwaarden van het COA is ‘menswaardig’:

Wij bieden veilige en menswaardige opvang en staan naast de bewoner.

Doordat het COA haar bewoners in een vroeg stadium leert kennen, onder andere door de methodiek de 6 domeinen5 en het methodisch kader voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv)6, worden veel incidenten voorkomen. Als bekend is wie de bewoner is, kan begeleiding op maat worden aangeboden. Begeleiding op maat verkleint de kans op onacceptabel gedrag. Vanuit het oogpunt van begeleiding op maat wordt mede gekeken naar de op te leggen maatregel.

Bij het interveniëren op overlastgevend gedrag staat bij het COA de begeleiding centraal en kiest het COA in eerste instantie voor interventies die het gedrag beïnvloeden. Pas als die interventies geen gewenst effect hebben wordt overgegaan op maatregelen die een prikkel moeten zijn om het gedrag alsnog te veranderen.

Als echter bij gedrag, binnen of buiten de locatie7, de veiligheid van medewerkers8, medebewoners en/of andere personen in het geding komt, worden andere prioriteiten gesteld. Het borgen van de veiligheid is dan het uitgangspunt wat zelfs kan betekenen dat de betrokken bewoner de locatie moet verlaten. In het maatregelenbeleid is daarin voorzien.

2.2. Doelgroep

Het maatregelenbeleid is van toepassing op bewoners die vallen onder de werking van de Rva 2005.

Het maatregelenbeleid geldt in de praktijk dus voor asielzoekers en vergunninghouders die in een opvangvoorziening verblijven en voor personen die administratief zijn geplaatst of gebruik maken van tijdelijke regelingen voor verblijf buiten een opvanglocatie.

2.2.1. Minderjarigen

Het maatregelenbeleid is ook van toepassing op minderjarigen die niet alleenstaand zijn. Voor minderjarigen gelden de amv-maatregelen9. Met uitzondering van de time-out maatregel.

3. Wettelijke kaders

3.1. Wet COA en de Rva 2005

Het recht op opvang wordt in de Nederlandse wetgeving geregeld in de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers (wet COA) en de Rva 2005. De Wet COA bepaalt dat het COA wordt ingesteld om de materiële en immateriële opvang van asielzoekers te verzorgen. De specifieke regels over de verstrekkingen aan asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen zijn uiteengezet in de Rva 2005. De Rva 2005 bepaalt welke verstrekkingen er worden geboden (zie artikel 9 Rva), maar ook de mogelijkheid deze te beperken of in te trekken. De wettelijke grondslag voor de bevoegdheid van het COA om verstrekkingen te beperken of te onthouden en daarmee een maatregel op te leggen aan bewoners, is neergelegd in artikel 10 van de Rva 2005. De Rva 2005 gaat in artikel 19 in op de rechten en de plichten van de bewoner. Uit Artikel 11 Rva volgt dat het COA bepaalt in welke opvangvoorziening een asielzoeker wordt geplaatst en is het COA de bevoegdheid verleend een asielzoeker naar een andere voorziening over te plaatsen.

4. De maatregelen van het COA

Indien de bewoner zich niet aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 19 Rva (waaronder de huisregels) houdt, of het gedrag van de bewoner de grens van het aanvaardbare overschrijdt, kan het COA-maatregelen treffen. Bij strafbare feiten wordt de politie ingeschakeld en adviseert het COA altijd om aangifte te doen. Agressie- en geweldsincidenten tegen COA-medewerkers en andere personen die op de locatie werkzaam zijn10 worden volgens de eenduidige landelijke afspraken van Veilige Publieke Taak (VPT)11 afgehandeld. Mocht hier sprake van zijn dan kan dat worden gezien als verzwarende omstandigheid. Het doel van deze afspraken is een eenduidige, effectieve en snelle afhandeling van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak door politie en Openbaar Ministerie. Groepsgedrag kan eveneens als verzwarende omstandigheid gelden. Onder groepsgedrag kan groepsgeweld en hinderlijk groepsgedrag worden gerekend.12

Het COA heeft verschillende instrumenten voorhanden om onacceptabel gedrag te corrigeren en bewoners te confronteren met de negatieve impact van het incident/getoonde gedrag. De instrumenten kunnen in 4 categorieën worden opgedeeld:

  • maatregelen waarbij geen verstrekkingen ingehouden worden;

  • maatregelen waarbij verstrekkingen ingehouden kunnen worden:

    • maatregelen voor azc’s en de (pre) proces opvanglocatie (pre-pol);

    • maatregelen voor de centrale ontvangstlocatie (col);

    • maatregelen voor spoor 2-locaties.

  • htl-maatregel;

  • amv-maatregelen.

Relevant verder is het arrest Haqbin van 12 november 2019 van het Hof van Justitie van de Europese Unie13. In dit arrest heeft het Hof van Justitie bepaald dat aan asielzoekers die overlastgevend gedrag veroorzaken weliswaar sancties kunnen worden opgelegd, maar dat, vanuit het oogpunt van menselijke waardigheid, een asielzoeker, onder verantwoordelijkheid van de Staat, moet kunnen blijven voorzien in zijn elementaire levensbehoefte van onderdak, eten en kleding.

4.1. Impactniveaus

Voor welke maatregel gekozen wordt, hangt af van de impact van het incident op de omgeving. Er zijn 4 impactniveaus te onderscheiden: geringe impact, middelgrote impact, grote impact en zeer grote impact (zie figuur 2).

Figuur 1: Impactniveaus maatregelen

Nr.

Impactniveau

Maatregel

1

Geringe impact

Zonder inhouding of 1

2

Middelgrote impact

2 t/m 3

3

Grote impact

4 t/m 5 of htl

4

Zeer grote impact

6 t/m 11 of htl

Om een idee te geven wat er onder de verschillende impactniveaus wordt verstaan volgen hieronder een aantal voorbeelden (niet limitatief).

Geringe impact

  • Overtreding van huisregels waarbij medebewoners, COA-medewerkers en andere personen die op de locatie werkzaam zijn en/of derden geen schade ondervinden en/of gevaar lopen, zoals:

    • roken in de eigen woonruimte;

    • niet schoonhouden van de eigen woonruimte;

    • niet voldoen aan de meldplicht.

  • Lichte agressie en geweld zonder schade (niet op de persoon gericht), zoals negatieve uitlatingen over medebewoners in een gesprek met een COA-medewerker.

Middelgrote impact

  • Overtreden huisregels waarbij medebewoners, COA-medewerkers en andere personen die op de locatie werkzaam zijn en/of derden lichte schade ondervinden en/of licht gevaar lopen, zoals:

    • roken in een gezamenlijke woonruimte en leefomgeving;

    • penbaar dronkenschap;

    • niet schoonhouden van de gezamenlijke woonruimte en leefomgeving.

  • Agressie en geweld met een kleine impact, zoals:

    • algemene discriminerende uitlatingen in een openbare ruimte (niet op de persoon gericht);

    • woordenwisseling;

    • kleine ruzie.

Grote impact

  • Overtreden huisregels waarbij medebewoners, COA-medewerkers en andere personen die op de locatie werkzaam zijn en/of derden grote schade ondervinden en/of groot gevaar lopen, zoals:

    • ernstige nalatigheid in het schoonhouden van de eigen of gezamenlijke woonruimte of leefomgeving, waarbij de volksgezondheid in gevaar komt;

    • afplakken van de rookmelder.

  • Agressie en geweld tegen medebewoners en/of derden met een grote impact, zoals:

    • discriminatie op grond van iemands geloofsovertuiging, huidskleur, afkomst, seksuele identiteit etc.;

    • gedrag met als doel de ander te kleineren of te bedreigen;

    • gedrag met als doel de ander fysieke schade toe te brengen.

Zeer grote impact

  • Overtreden huisregels waarbij medebewoners, COA-medewerkers en andere personen die op de locatie werkzaam zijn en/of derden zeer grote schade ondervinden en/of zeer groot gevaar lopen, zoals:

    • brandstichting;

    • openlijk wapenbezit c.q. wapengebruik (volgens de wapenwet).

  • Agressie en geweld tegen medebewoners en/of derden met een zeer grote impact, zoals:

    • ernstige discriminatie op grond van iemands geloofsovertuiging, huidskleur, seksuele identiteit, etc.;

    • gedrag met als doel de ander ernstig te kleineren of te bedreigen;

    • gedrag met als doel de ander ernstige fysieke schade toe te brengen.

4.2. Maatregelen waarbij geen verstrekkingen ingehouden worden

Wanneer een bewoner onacceptabel gedrag vertoont, maar niet met zo’n grote impact dat verstrekkingen ingehouden moeten worden, kunnen minder ver strekkende maatregelen worden opgelegd. Het doel van deze maatregelen is gedragsverandering, het voorkomen van herhaling of verergering van gedrag. Daarvoor zijn meerdere mogelijkheden. De maatregelen kunnen aan iedere bewoner worden opgelegd, ongeacht waar de bewoner verblijft.

4.2.1. Het correctiegesprek

De bewoner wordt uitgenodigd voor een gesprek over het gedrag dat is vertoond. Het doel is om de bewoner bewust te maken wat de impact is van het vertoonde gedrag en het voorkomen van herhaling van dat gedrag.

4.2.2. De waarschuwingsbrief

In een waarschuwingsbrief wordt officieel duidelijk gemaakt dat het vertoonde gedrag niet wordt geaccepteerd en dat herhaling van dit gedrag kan leiden tot een maatregel waarbij verstrekkingen ingehouden kunnen worden.

4.2.3. De leermaatregel

Het doel van een leermaatregel is een bewoner te leren wat de impact is van het ongewenste gedrag of incident. De leermaatregel is maatwerk en kan voor elke bewoner anders zijn.

4.3. Maatregelen waarbij verstrekkingen ingehouden kunnen worden

Het COA heeft de mogelijkheid verstrekkingen waar bewoners recht op hebben, op basis van de Rva 2005, in te houden. Deze zogenoemde rov-maatregelen hebben dus directe gevolgen op de rechten van de bewoner. Daarom moeten de maatregelen voldoen aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het besluit moet voldoen aan de vereisten inzake motivering, dossieropbouw, zorgvuldigheid, proportionaliteit, subsidiariteit en (hoor- en) wederhoor.

Op bewoners die onder de Opvangrichtlijn14 vallen is de Rva 2005 van toepassing en het zogenoemde Haqbinarrest. Bewoners waar de Rva op van toepassing is bevinden zich over het algemeen in de col, een pol, een azc of amv-opvang15.

4.3.1. Maatregelen voor azc’s, (pre)pol’s en Spoor 2 beroepsfase

Wanneer begeleiding alleen niet meer voldoende is, kunnen maatregelen worden opgelegd waarbij verstrekkingen inhouden kunnen worden.

Bewoners hebben de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de opgelegde maatregel.

Figuur 2: Azc, (pre)pol en Spoor 2 beroepsfase maatregelen

Nr.

Maatregel

Gedurende

 

Afkoelperiode – de toegang tot de locatie wordt tijdelijk ontzegd

Maximaal 4 uur

 

inhouding van...

 

1

... maximaal het leefgelddeel van het weekgeld

1 week

2

... maximaal het leefgelddeel van het weekgeld

2 weken

3

... maximaal het leefgelddeel van het weekgeld

4 weken

4

... alle verstrekkingen en eventueel aanbod time-out plek*

1 week

5

... maximaal het leefgelddeel van het weekgeld

8 weken

6

... alle verstrekkingen en eventueel aanbod time-out plek*

2 weken

7

... alle verstrekkingen en eventueel aanbod time-out plek*

4 weken

8

... alle verstrekkingen en eventueel aanbod time-out plek*

8 weken

9

... alle verstrekkingen en eventueel aanbod time-out plek*

13 weken

10

... alle verstrekkingen en eventueel aanbod time-out plek*

26 weken

11

... alle verstrekkingen en eventueel aanbod time-out plek*

altijd

 

(*) Inhouding van alle Rva-verstrekkingen betekent inhouding van financiële verstrekkingen en ontzegging van toegang tot de opvanglocatie. Tenzij de vreemdeling zelf in onderdak voorziet, dan behoudt hij/zij het eetgeld. Verzekering tegen ziektekosten en wettelijke aansprakelijkheid lopen wel door.

Indien een bewoner kiest voor een time-out plek en niet binnen 48 uur na het opleggen van de maatregel op de time-outplek arriveert, dan eindigt het recht op opvang1.

 

1 Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005, artikel 6, lid 1i

4.3.2. Maatregelen voor de col en spoor 2 in versnelde procedure

Op col locaties en in spoor 2 versnelde procedure worden uitsluitend verstrekkingen in natura aangeboden. Dit maakt het inhouden van het weekgeld onmogelijk. Ook de korte verblijfsduur in deze opvangvorm maakt het soms niet mogelijk om maatregelen waarbij verstrekkingen ingehouden kunnen worden volledig op te leggen (zoals het verblijf op een time-out plek van meerdere weken).

Voor bewoners die in spoor 2 in de beroepsfase zitten en financiële verstrekkingen ontvangen gelden de azc-maatregelen.

Daarnaast zijn er voor de col twee specifieke maatregelen opgesteld, de gedragsbeïnvloedingsmaatregel (gbm) en verlenging verblijf prikkelarme omgeving. Tijdens de gedragsbeïnvloedingsmaatregel, die in beginsel voor twee weken wordt opgelegd, verblijft de desbetreffende bewoner op de prikkelarme omgeving. In deze omgeving gelden een aantal regels. Zo dienen bewoners van 22:00u – 08:00u binnen te zijn. Zijn de verstrekkingen in natura en geldt er een drugs- en alcoholverbod. Bewoners krijgen daarnaast dagelijks coaching om te werken aan hun gedrag. Aan de hand van hun inzet en gedrag kan de maatregel ingekort of verlengd worden.

Als een bewoner onder invloed terugkeert naar de locatie of wanneer een bewoner na 22:00u terugkeert of aankomt, dan gaat deze bewoner naar de interne time-out plek.

Figuur 3: Col en spoor 2 versnelde procedure maatregelen

Nr.

Maatregel

Gedurende

 

Afkoelperiode – de toegang tot de locatie wordt tijdelijk ontzegd

4 uur

1

Ontzegging van toegang tot de opvanglocatie voor 8 uur

1 dag

2

Ontzegging van toegang tot de opvanglocatie voor 8 uur

2 dagen

3

Ontzegging van toegang tot de opvanglocatie voor 8 uur

3 dagen

4

... alle verstrekkingen en aanbod time-out plek*

1 week

5

Ontzegging van toegang tot de opvanglocatie voor 8 uur

4 dagen

6

... alle verstrekkingen en aanbod time-out plek*

2 weken

7

... alle verstrekkingen en aanbod time-out plek*

4 weken

8

... alle verstrekkingen en aanbod time-out plek*

8 weken

9

... alle verstrekkingen en aanbod time-out plek*

13 weken

10

... alle verstrekkingen en aanbod time-out plek*

26 weken

11

... alle verstrekkingen en aanbod time-out plek*

altijd

 

(*) Inhouding van alle Rva-verstrekkingen betekent inhouding van verstrekkingen en ontzegging van toegang tot de opvanglocatie. Tenzij de vreemdeling zelf in onderdak voorziet, dan behoudt hij/zij het eetgeld. Verzekering tegen ziektekosten en wettelijke aansprakelijkheid lopen wel door.

Indien een bewoner kiest voor een time-out plek en niet binnen 48 uur na het opleggen van de maatregel op de time-outplek arriveert, dan eindigt het recht op opvang1.

 

1 Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005, artikel 6, lid 1i

4.3.3. Amv-maatregelen

Maatregelen die amv opgelegd kunnen krijgen zijn:

  • maatregelen waarbij geen verstrekkingen worden ingehouden;

  • maatregelen waarbij verstrekkingen deels worden ingehouden (zie figuur 4);

  • time-out amv;

  • htl-maatregel (alleen 16 jaar en ouder en met schriftelijke toestemming van Nidos).

Figuur 4: Maatregelen voor amv waarbij verstrekkingen deels worden ingehouden

nr

Maatregel

Gedurende

1

Inhouding van maximaal het leefgeld deel vh weekgeld

1 week

2

Inhouding van maximaal het leefgeld deel vh weekgeld

2 weken

3

Inhouding van maximaal het leefgeld deel vh weekgeld

4 weken

51

Inhouding van maximaal het leefgeld deel vh weekgeld

8 weken

1 De nummering komt overeen met de nummering van de reguliere maatregelen

Time-out amv

Amv kent, in tegenstelling tot reguliere opvang, een time-out maatregel: time-out amv. Onder time-out in de amv-opvang wordt tijdelijk verblijf van amv op een andere amv-locatie verstaan. Deze tijdelijke plaatsing wordt in het belang van de jongere in principe als onwenselijk, maar in sommige situaties als onvermijdelijk gezien, gelet op de ontstane situatie en veiligheidsrisico’s voor betreffende amv zelf, medebewoners en medewerkers.

4.3.4. Overtreden huisregels

In elke opvanglocatie gelden huisregels. In de huisregels staan onder andere bepalingen opgenomen over aspecten als het verbod op agressie en geweld tegen personen (waaronder discriminatie en intimidatie), over het zorgvuldig omgaan met de woonruimte en gebruiksgoederen en over aansprakelijkheid bij schade.

Er is een direct verband tussen de huisregels en de maatregelen. Beide zijn van belang voor de borging van de veiligheid, de beheersbaarheid en de leefbaarheid op locatie. Het overtreden van een of meerdere huisregels kan reden zijn voor het opleggen van een maatregel. De maatregel staat los van het verhalen van schade. Het betalen van schade(vergoeding) is geen maatregel. Een bewoner kan zowel de schade moeten betalen als een maatregel opgelegd krijgen.

De huisregels bevatten ook bepalingen over schoonmaakwerkzaamheden. Iedere bewoner is verplicht schoonmaakwerkzaamheden te verrichten in en rond de eigen leefomgeving.

4.3.5. Niet voldoen aan de meldplicht

In het spraakgebruik worden alle meldprocessen aangeduid met ‘meldplicht’. Sinds 2006 verzorgt het COA zowel de inhuisregistratie als de uitvoering van de meldplicht voor de Afdeling Vreemdelingen Identificatie en Mensenhandel (AVIM) van de politie.

Het COA onderscheidt drie meldprocessen:

  • COA-inhuisregistratie voor alle COA-bewoners van 18 jaar en ouder, inclusief vergunninghouders. Er is ook een aparte COA-inhuisregistratie voor alleenstaande minderjarige bewoners (amv);

  • AVIM-meldplicht voor alle asielzoekers vanaf 12 jaar, exclusief vergunninghouders. En voor uitgeprocedeerde asielzoekers in de gezinslocatie/vrijheidsbeperkende locatie (gl/vbl);

  • tweewekelijkse verzoek om continuering Rva-verstrekkingen, voor alle vergunninghouders.

Ad 1. Inhuisregistratie

Alle bewoners van 18 jaar of ouder en amv woonachtig op een COA-opvanglocatie (dus ook vergunninghouders) moeten zich melden bij het COA. Dit is de zogenoemde inhuisregistratie. De inhuisregistratie heeft tot doel om vast te stellen of de bewoner nog in de opvangvoorziening verblijft en aanspraak maakt op opvangvoorzieningen. Zie figuur 6 voor de frequentie van de meldplicht voor de verschillende modaliteiten.

Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) moeten zich tweemaal daags melden. Dit houdt mede verband met het voorkomen danwel vroegtijdig signaleren van verdwijningen.

Ad.2. AVIM-meldplicht

Asielzoekers zijn verplicht om zich te melden bij AVIM om de asielprocedure te continueren16. Dit is de zogenoemde AVIM-meldplicht. Vergunninghouders zijn van deze verplichting ontheven, tenzij door AVIM anders is aangegeven.

Ad 3. Verzoek om continuering Rva-verstrekkingen voor vergunninghouders

Vergunninghouders moeten tweewekelijks bij het COA een verzoek tot continuering Rva-verstrekkingen indienen17. Aangezien een vergunninghouder ook is gehouden aan de inhuisregistratie, betekent dit dat hij zich wekelijks moet melden. In week 1 voor inhuisregistratie en in week 2 voor inhuisregistratie plus verzoek continuering verstrekkingen.

Wanneer een bewoner zich niet houdt aan de meldplicht dan kan het verblijf in de opvang worden beëindigd. Ook zal een bewoner dan geen financiële vertrekkingen meer ontvangen. Hierbij geldt de volgende werkwijze (voor zowel asielzoeker als vergunninghouder):

  • Bij de eerste keer niet melden ontvangt een bewoner een schriftelijke waarschuwing18;

  • Bij de tweede opeenvolgende keer niet-melden wordt een bewoner uitgeschreven uit de opvang. De COA-medewerker onderzoekt eerst of een bewoner nog op locatie verblijft:

    • Zo nee, volgt ogenblikkelijke uitschrijving uit de opvang. De opvang en financiële verstrekkingen stoppen per direct;

    • Als uit het onderzoek blijkt dat een bewoner nog wel op de locatie verblijft, dan wordt contact opgenomen met Juridische Zaken (JZ). JZ beoordeelt of een ontruimingsprocedure moet worden gestart.

Voor amv geldt bovenstaande alleen voor de AVIM-meldplicht. Bij inhuisregistratie wordt een amv in principe na 16 gemiste momenten uitgeschreven. Het verzoek om continuering Rva-verstrekkingen is niet van toepassing op amv.

Een bewoner die zich bij herhaling periodiek wel en niet meldt, krijgt een maatregel opgelegd.

Wanneer een bewoner zich binnen een tijdsperiode van zes maanden na een eerste meldverzuim opnieuw niet meldt, dan wordt maatregel 1 opgelegd. Hiervoor wordt geen maatregelgesprek gevoerd. Bij herhaaldelijk verzuim van de meldplicht binnen deze zes maanden kan een zwaardere maatregel worden opgelegd. Bij een zwaardere maatregel wordt wel een maatregelgesprek gevoerd.

Bijlage 272464.png
Figuur 6: frequentie meldplicht en verzoek continueren Rva verstrekkingen

4.3.6. Handhaving en toezichtlocatie (htl)

In Hoogeveen is een handhaving en toezichtlocatie (htl). De htl is een aparte opvanglocatie voor asielzoekers die binnen of buiten de COA-opvang ernstige overlast veroorzaken. 19

htl-maatregel kan in twee gevallen worden opgelegd:

  • na 1 incident met een zeer grote impact;

  • of met eerdere incidenten met een grote of zeer grote impact.

De (adjunct)manager kan een bewoner overplaatsen naar de htl. Daarvoor dient een htl-maatregel te worden opgelegd20.

Vooruitlopend op de definitieve besluitvorming kan op basis van artikel 11 Rva bij wijze van noodmaatregel, met het oog op de veiligheid op de locatie, reeds plaatsing op de htl plaatsvinden.

Afwegingskader

Bij een incident en/of getoond gedrag met een grote impact en/of een zeer grote impact kan een situatie ontstaan dat vanwege de veiligheid(sbeleving) van medewerkers en medebewoners handhaving op de reguliere locatie niet meer verantwoord is.

Het uitgangspunt is dat in geval van meerdere incidenten met een grote of één incident met een zeer grote impact een htl-maatregel wordt overwogen.

De ketenpartners kijken mee of er eventueel andere, meer passende, opties zijn dan de plaatsing in de htl. Bijvoorbeeld wanneer er zicht is op een uitzetting op korte termijn. In geval van amv is schriftelijke toestemming van Nidos nodig.

De volgende overwegingen spelen mee bij het kiezen voor een htl-maatregel boven een andere maatregel:

  • de impact op de medebewoner, medewerker en omgeving bij plaatsing op een time-out plek;

  • de inschatting welke maatregel het meeste effect zal hebben op de (gedragsverandering van de) overlastgever;

  • vertoning van (eventueel) herhaaldelijk overlastgevend gedrag.

Er zijn een aantal contra-indicaties:

  • er is niet voldaan aan de inspanningsverplichting om de bewoner op de eigen locatie te corrigeren/handhaven, tenzij de impact van het getoonde gedrag dermate ernstig is dat direct voor een htl-maatregel wordt gekozen;

  • GZA ziet medische belemmeringen om de zorg in de htl voor de te plaatsen bewoner over te nemen. Voor bewoners, die voordat hun HTL-maatregel was geëindigd de HTL hebben verlaten en vervolgens opnieuw verzoeken om opvang, volstaat de verklaring van GZA ten aanzien van medische belemmeringen voor de eerste plaatsing in de HTL;

  • de bewoner is minderjarig (jongeren vanaf 16 jaar kunnen met schriftelijke toestemming van Nidos of van een ouder/verzorger wel worden geplaatst);

  • de bewoner is alleenstaande ouder van een minderjarig kind;

  • de bewoner is uitgeprocedeerd en verblijft in een glo of vbl, waar de Rva 2005 niet langer van toepassing is.

Indien de htl-maatregel wordt overwogen bij overlast die buiten de COA opvanglocatie is veroorzaakt gelden de volgende voorwaarden21:

  • De gedraging zorgt voor onrust. De overlastgevende gedraging heeft zo’n impact dat het, ook al is het buiten de locatie begaan, het verblijf van de vreemdeling tot onrust en onbegrip leidt bij collega’s en bewoners op locatie;

  • Er is ook aangifte gedaan bij de politie van het betreffende incident. Het opleggen van de htl-maatregel is geen vervanging voor het strafrechtelijk kader en het optreden van politie en het OM. Het is een maatregel die het COA oplegt vanwege de impact die het betreffende incident buiten de opvangvoorziening heeft op de bewoner zelf, de medebewoners en/of de medewerkers22

Naast oplegging van de htl-maatregel wordt ook een vrijheidsbeperkende maatregel op basis van art. 56 Vw (Vreemdelingenwet 2000) opgelegd, door de IND, DT&V of AVIM. Hiertegen staat separaat beroep open.

Duur van de maatregel

In beginsel wordt iemand voor minimaal vier weken (plus 1 intake-week) en maximaal twaalf weken (plus 1 intake-week) in de htl geplaatst.

In geval van een nieuw incident op de htl waarbij een nieuwe htl-maatregel wordt opgelegd kan een bewoner feitelijk langer dan dertien weken in de htl verblijven. Aan dit langere verblijf ligt dan een nieuwe htl-maatregel ten grondslag.

Terugkeer naar de zendende opvanglocatie kan mogelijk eerder plaatsvinden, indien uit tussentijdse evaluaties blijkt dat het gedrag van de bewoner structureel verbeterd is en er geen zorgen met betrekking tot de veiligheid meer zijn.

Alleen de (adjunct)locatiemanager van de htl is bevoegd tot terugplaatsing van de bewoner naar een reguliere opvanglocatie, de htl-maatregel te beëindigen en het moment van terugkeer naar een reguliere opvanglocatie te bepalen.

Vrijwillig vertrek uit de htl

Het staat de bewoners vrij om vrijwillig af te zien van opvang bij het COA en de htl te verlaten. Bij vertrek uit de htl kan de art. 56 Vw maatregel worden opgeheven.

Indien een bewoner van de htl met onbekende bestemming (mob) vertrekt, danwel deze vrijwillig verlaat om vervolgens opnieuw aan te kloppen voor opvang, dan kan in beginsel deze bewoner worden teruggeplaatst in de htl en wel met verwijzing naar (de motivering van) de eerder gerealiseerde overplaatsing. Het is aan de bewoner om aannemelijk te maken dat het gedrag, dat aanleiding heeft gegeven tot overplaatsing naar de htl na zijn vertrek, structureel is verbeterd en terugplaatsing naar de htl niet nodig is.23

Verstrekkingen en plichten in de htl

Bewoners ontvangen normaal gesproken verstrekkingen zoals beschreven in art. 9 lid 1 sub b Rva 2005. Artikel 10 Rva 2005 biedt de mogelijkheid om deze verstrekkingen te beperken. In de htl ontvangen bewoners wel een ziektekostenverzekering en wettelijke aansprakelijkheid (WA)-verzekering maar geen leefgeld. Leefgeld is ‘een wekelijkse financiële toelage ten behoeve van kleding en andere persoonlijke uitgaven’ (Rva 2005, artikel 14, lid 1 en lid 4). In plaats daarvan ontvangen bewoners producten voor persoonlijke verzorging en hygiëne in natura. Bewoners ontvangen evenmin eetgeld omdat ook voeding in natura wordt verstrekt. Bij goed gedrag kunnen de bewoners door te werken (i.h.k.v. zelfwerkzaamheid) een kleine financiële bijdrage krijgen (artikel 18 Rva 2005). Naast dagelijkse inhuisregistratie en daar waar van toepassing wekelijkse AVIM-meldplicht moeten bewoners in de htl zich altijd registreren bij het verlaten en het betreden van de htl. Voorts verwacht het COA van de bewoners in de htl dat zij verplichte programma’s volgen die enerzijds gericht zijn op voorlichting over Nederlandse wet- en regelgeving en omgangsregels en anderzijds op het bevorderen van reflectie op het eigen gedrag.

Wanneer een bewoner zich niet houdt aan de afspraken zoals vastgelegd in het rechten- en plichtengesprek en het begeleidingsplan, bijvoorbeeld door zich niet dagelijks te melden, niet op te komen dagen bij verplichte programmaonderdelen of opnieuw incidenten te veroorzaken, kunnen opnieuw maatregelen of restricties op eerdere uitbreiding van rechten worden opgelegd. De periode waarin alle verstrekkingen zijn ontzegd komt niet in mindering op de duur van de htl-maatregel.

  1. https://wetten.overheid.nl/BWBR0017959/2021-01-01 ^ [1]
  2. Zie bijvoorbeeld art. 3, tweede lid van de wet COA: ‘Onze Minister kan het COA taken als bedoeld in het eerste lid opdragen met betrekking tot andere categorieën vreemdelingen.’ In dit verband de buitenwettelijke opvang van de vreemdelingen in een vrijheidsbeperkende locatie (vbl) of gezinslocatie (gl) ^ [2]
  3. Zie ook https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-68395.odt ^ [3]
  4. https://www.coa.nl/nl/missie-en-visie ^ [4]
  5. https://www.coa.nl/nl/methodisch-begeleiden ^ [5]
  6. https://www.coa.nl/nl/alleenstaande-jongeren ^ [6]
  7. https://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf;jsessionid=F032A91BED01838EAF664C0984D88CBA?text=&docid=263735&pageIndex=0&doclang=NL&mode=lst&dir=&occ=first&part=1&cid=8683742 ^ [7]
  8. Onder medewerkers worden niet alleen COA-medewerkers verstaan, maar bijvoorbeeld ook medewerkers van Trigion, GezondheidsZorg Asielzoekers (GZA) of vrijwilligers. ^ [8]
  9. Zie hierna onder 4.3.3 ^ [9]
  10. Bijvoorbeeld medewerkers van Trigion, GezondheidsZorg Asielzoekers (GZA) of vrijwilligers. ^ [10]
  11. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/geweld-tegen-werknemers-met-publieke-taak/aanpak-geweld-tegen-werknemers-met-publieke-taak ^ [11]
  12. Groepsgedrag kan worden omschreven als het gezamenlijk optreden van twee of meer personen. Daarbij kunnen directe/actieve deelnemers en passieve deelnemers/meelopers worden onderscheiden. ^ [12]
  13. HvJ EU 12 november 2019, C-233/18 ^ [13]
  14. Richtlijn 2013/33/EU van het Europees parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32013L0033 ^ [14]
  15. https://www.coa.nl/nl/opvanglocaties-tijdens-de-asielprocedure ^ [15]
  16. Rva 2005, artikel 7, lid 1, sub j ^ [16]
  17. Rva 2005, artikel 12, lid 2 ^ [17]
  18. Bewoners met een Dublinclaim kunnen, als er sterke indicaties zijn dat deze niet meer op locatie verblijft, na 1 keer uitgeschreven worden. ^ [18]
  19. Per 1 januari 2022 luidt artikel 1, aanhef en onder n, Rva als volgt: ‘Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder (...) n. handhavings- en toezichtlocatie: een aparte opvangvoorziening voor asielzoekers van 16 jaar en ouder met een streng regime, waar zij door het COA kunnen worden geplaatst als zij overlast veroorzaken in de reguliere opvangvoorziening waar zij verblijven of daarbuiten. Blijkens ook het arrest van 1 augustus 2022 (EU:ECLI:EU:C:2022:616) van het Europese Hof van Justitie van de EU kunnen voorts sancties in de sfeer van de opvang worden opgelegd in geval van ernstig gewelddadig gedrag buiten een opvangcentrum. ^ [19]
  20. In uitzonderlijke gevallen is ook Juridische Zaken van het COA in staat om een dergelijk besluit te nemen. ^ [20]
  21. Zie ook Protocol htl-plaatsing bij overlast buiten COA opvang ^ [21]
  22. Juridische bijlage bij Digijust memo ‘Htl plaatsing overlastgevers buiten COA locaties’, 27 september 2021 ^ [22]
  23. https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2020:1209 ^ [23]