In Hoogeveen is een handhaving en toezichtlocatie (htl). De htl is een aparte opvanglocatie
voor asielzoekers die binnen of buiten de COA-opvang ernstige overlast veroorzaken.
htl-maatregel kan in twee gevallen worden opgelegd:
De (adjunct)manager kan een bewoner overplaatsen naar de htl. Daarvoor dient een htl-maatregel
te worden opgelegd.
Vooruitlopend op de definitieve besluitvorming kan op basis van artikel 11 Rva bij wijze van noodmaatregel, met het oog op de veiligheid op de locatie, reeds plaatsing
op de htl plaatsvinden.
Afwegingskader
Bij een incident en/of getoond gedrag met een grote impact en/of een zeer grote impact
kan een situatie ontstaan dat vanwege de veiligheid(sbeleving) van medewerkers en
medebewoners handhaving op de reguliere locatie niet meer verantwoord is.
Het uitgangspunt is dat in geval van meerdere incidenten met een grote of één incident
met een zeer grote impact een htl-maatregel wordt overwogen.
De ketenpartners kijken mee of er eventueel andere, meer passende, opties zijn dan
de plaatsing in de htl. Bijvoorbeeld wanneer er zicht is op een uitzetting op korte
termijn. In geval van amv is schriftelijke toestemming van Nidos nodig.
De volgende overwegingen spelen mee bij het kiezen voor een htl-maatregel boven een
andere maatregel:
-
– de impact op de medebewoner, medewerker en omgeving bij plaatsing op een time-out
plek;
-
– de inschatting welke maatregel het meeste effect zal hebben op de (gedragsverandering
van de) overlastgever;
-
– vertoning van (eventueel) herhaaldelijk overlastgevend gedrag.
Er zijn een aantal contra-indicaties:
-
– er is niet voldaan aan de inspanningsverplichting om de bewoner op de eigen locatie
te corrigeren/handhaven, tenzij de impact van het getoonde gedrag dermate ernstig
is dat direct voor een htl-maatregel wordt gekozen;
-
– GZA ziet medische belemmeringen om de zorg in de htl voor de te plaatsen bewoner over
te nemen. Voor bewoners, die voordat hun HTL-maatregel was geëindigd de HTL hebben
verlaten en vervolgens opnieuw verzoeken om opvang, volstaat de verklaring van GZA
ten aanzien van medische belemmeringen voor de eerste plaatsing in de HTL;
-
– de bewoner is minderjarig (jongeren vanaf 16 jaar kunnen met schriftelijke toestemming
van Nidos of van een ouder/verzorger wel worden geplaatst);
-
– de bewoner is alleenstaande ouder van een minderjarig kind;
-
– de bewoner is uitgeprocedeerd en verblijft in een glo of vbl, waar de Rva 2005 niet langer van toepassing is.
Indien de htl-maatregel wordt overwogen bij overlast die buiten de COA opvanglocatie is veroorzaakt gelden de volgende voorwaarden:
-
• De gedraging zorgt voor onrust. De overlastgevende gedraging heeft zo’n impact dat
het, ook al is het buiten de locatie begaan, het verblijf van de vreemdeling tot onrust
en onbegrip leidt bij collega’s en bewoners op locatie;
-
• Er is ook aangifte gedaan bij de politie van het betreffende incident. Het opleggen
van de htl-maatregel is geen vervanging voor het strafrechtelijk kader en het optreden
van politie en het OM. Het is een maatregel die het COA oplegt vanwege de impact die
het betreffende incident buiten de opvangvoorziening heeft op de bewoner zelf, de
medebewoners en/of de medewerkers
Naast oplegging van de htl-maatregel wordt ook een vrijheidsbeperkende maatregel op
basis van art. 56 Vw (Vreemdelingenwet 2000) opgelegd, door de IND, DT&V of AVIM. Hiertegen staat separaat
beroep open.
Duur van de maatregel
In beginsel wordt iemand voor minimaal vier weken (plus 1 intake-week) en maximaal
twaalf weken (plus 1 intake-week) in de htl geplaatst.
In geval van een nieuw incident op de htl waarbij een nieuwe htl-maatregel wordt opgelegd
kan een bewoner feitelijk langer dan dertien weken in de htl verblijven. Aan dit langere
verblijf ligt dan een nieuwe htl-maatregel ten grondslag.
Terugkeer naar de zendende opvanglocatie kan mogelijk eerder plaatsvinden, indien
uit tussentijdse evaluaties blijkt dat het gedrag van de bewoner structureel verbeterd
is en er geen zorgen met betrekking tot de veiligheid meer zijn.
Alleen de (adjunct)locatiemanager van de htl is bevoegd tot terugplaatsing van de
bewoner naar een reguliere opvanglocatie, de htl-maatregel te beëindigen en het moment
van terugkeer naar een reguliere opvanglocatie te bepalen.
Vrijwillig vertrek uit de htl
Het staat de bewoners vrij om vrijwillig af te zien van opvang bij het COA en de htl
te verlaten. Bij vertrek uit de htl kan de art. 56 Vw maatregel worden opgeheven.
Indien een bewoner van de htl met onbekende bestemming (mob) vertrekt, danwel deze
vrijwillig verlaat om vervolgens opnieuw aan te kloppen voor opvang, dan kan in beginsel
deze bewoner worden teruggeplaatst in de htl en wel met verwijzing naar (de motivering
van) de eerder gerealiseerde overplaatsing. Het is aan de bewoner om aannemelijk te
maken dat het gedrag, dat aanleiding heeft gegeven tot overplaatsing naar de htl na
zijn vertrek, structureel is verbeterd en terugplaatsing naar de htl niet nodig is.
Verstrekkingen en plichten in de htl
Bewoners ontvangen normaal gesproken verstrekkingen zoals beschreven in art. 9 lid 1 sub b Rva 2005. Artikel 10 Rva 2005 biedt de mogelijkheid om deze verstrekkingen te beperken. In de htl ontvangen bewoners
wel een ziektekostenverzekering en wettelijke aansprakelijkheid (WA)-verzekering maar
geen leefgeld. Leefgeld is ‘een wekelijkse financiële toelage ten behoeve van kleding
en andere persoonlijke uitgaven’ (Rva 2005, artikel 14, lid 1 en lid 4). In plaats daarvan ontvangen bewoners producten voor persoonlijke verzorging en
hygiëne in natura. Bewoners ontvangen evenmin eetgeld omdat ook voeding in natura
wordt verstrekt. Bij goed gedrag kunnen de bewoners door te werken (i.h.k.v. zelfwerkzaamheid)
een kleine financiële bijdrage krijgen (artikel 18 Rva 2005). Naast dagelijkse inhuisregistratie en daar waar van toepassing wekelijkse AVIM-meldplicht
moeten bewoners in de htl zich altijd registreren bij het verlaten en het betreden
van de htl. Voorts verwacht het COA van de bewoners in de htl dat zij verplichte programma’s
volgen die enerzijds gericht zijn op voorlichting over Nederlandse wet- en regelgeving
en omgangsregels en anderzijds op het bevorderen van reflectie op het eigen gedrag.
Wanneer een bewoner zich niet houdt aan de afspraken zoals vastgelegd in het rechten-
en plichtengesprek en het begeleidingsplan, bijvoorbeeld door zich niet dagelijks
te melden, niet op te komen dagen bij verplichte programmaonderdelen of opnieuw incidenten
te veroorzaken, kunnen opnieuw maatregelen of restricties op eerdere uitbreiding van
rechten worden opgelegd. De periode waarin alle verstrekkingen zijn ontzegd komt niet
in mindering op de duur van de htl-maatregel.