Regeling specifieke uitkering ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van woondeals derde tranche

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 01-10-2024 t/m heden.

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 19 september 2024, nr. 2024- 0000114196, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van een specifieke uitkering ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van woondeals derde tranche (Regeling specifieke uitkering ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van woondeals derde tranche)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Minister: de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

  • woondeals: regionale bestuurlijke afspraken tussen de Minister, provincie(s), gemeenten en andere relevante regionale partijen over woningbouw en verwante woononderwerpen.

Artikel 2. Specifieke uitkering

  • 1 De Minister verstrekt een specifieke uitkering aan een provincie voor de inhuur van capaciteit of expertise om intern ondersteuning te bieden, voor het maken van proceskosten of om gemeenten te ondersteunen in het opstellen en uitvoeren van de woondeals.

  • 2 De hoogte van de specifieke uitkering, bedoeld in het eerste lid, is per provincie vastgesteld en bedraagt (inclusief BTW):

    • a. Drenthe: € 666.000,–;

    • b. Flevoland: € 726.000,–;

    • c. Friesland: € 677.000,–;

    • d. Gelderland: € 900.000,–;

    • e. Groningen: € 697.000,–;

    • f. Limburg: € 700.000,–;

    • g. Noord-Brabant: € 1.021.000,–;

    • h. Noord-Holland: € 1.106.000,–;

    • i. Overijssel: € 744.000,–;

    • j. Utrecht: € 846.000,–;

    • k. Zeeland: € 667.000,–;

    • l. Zuid-Holland: € 1.250.000,–;

  • 3 Alleen activiteiten die sinds 1 januari 2024 zijn uitgevoerd, komen in aanmerking voor een specifieke uitkering.

Artikel 3. Verplichtingen

  • 1 De provincie besteedt het volledige bedrag van specifieke uitkering uiterlijk op 31 december 2027.

  • 2 Indien de volledige besteding van de specifieke uitkering uiterlijk op de datum, genoemd in het eerste lid, niet mogelijk is, kan de Minister die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de ontvanger ingediend uiterlijk op de datum, genoemd in het eerste lid, eenmaal met ten hoogste een jaar verlengen.

  • 3 Gedeputeerde staten verdelen het deel van de middelen dat is bestemd voor ondersteuning aan gemeenten in de provincie. Alvorens hierover te besluiten gaan gedeputeerde staten in overleg met de betrokken gemeenten.

Artikel 4. Wijze van betaling

De Minister verleent een voorschot van 100% en betaalt de uitkering in één termijn uit.

Artikel 5. Informatievoorziening na toekenning

  • 1 Gedeputeerde staten informeren de Minister op verzoek over de voortgang van de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verstrekt.

  • 2 Gedeputeerde staten verlenen op verzoek van de Minister medewerking aan, en verstrekken op verzoek van de Minister informatie ten behoeve van, de evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van de van de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verstrekt.

Artikel 6. Verantwoording en terugvordering

  • 2 Indien uit de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, blijkt dat de specifieke uitkering niet, niet volledig of onrechtmatig is besteed, kan de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de Minister worden teruggevorderd. De Minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan gedeputeerde staten.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van woondeals derde tranche.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

M.C.G. Keizer