Artikel 4. Prestaties zintuiglijk gehandicaptenzorg
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
De prestaties zijn onderverdeeld in:
-
– Zorg in verband met een visuele beperking (lid 1);
-
– Zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve
beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis; (lid 2);
-
– Reistoeslag zorgverlener (lid 3);
-
– Onderlinge dienstverlening (lid 4).
1. Prestaties zorg in verband met een visuele beperking
De zorg aan mensen met een visuele beperking betreft multidisciplinaire zorg en bestaat
uit diagnostisch onderzoek, interventies gericht op het psychisch leren omgaan met
de handicap en interventies die de beperking opheffen of compenseren en daarmee de
zelfredzaamheid vergroten. Binnen de prestatiestructuur wordt behandeling geleverd
aan mensen die slechtziend, blind of doofblind zijn.
Diagnostisch onderzoek bestaat uit onderzoeken nodig om de hulpvraag op activiteiten-
en participatieniveau te beantwoorden. Hiertoe worden klachten en symptomen vastgesteld
alsmede de gevolgen van de beperking op activiteiten- en participatieniveau en de
ondersteunende en belemmerende persoonlijke en externe factoren die hierop van invloed
zijn. Op basis hiervan wordt samen met de cliënt een individueel behandelplan vastgesteld
en/of bijgesteld.
De behandeling is gericht op het leren compenseren van de visuele beperking, het aanleren
van nieuwe vaardigheden en/of gedrag. De nieuw aan te leren vaardigheden of het gedrag
richten zich op het leren omgaan met stoornissen en beperkingen. Onder deze interventies
vallen ook systeemgerichte behandelingen.
De multidisciplinaire behandeling vraagt om een programmatische aanpak en specifieke
deskundigheid van de beroepsgroep/disciplines. In de met de individuele cliënten af
te spreken behandelplannen zijn concrete en haalbare behandeldoelen opgenomen waardoor
blijvende verbeteringen in het functioneren worden bereikt/verwacht en de te geven
behandeling dient een door de beroepsgroep geaccepteerde methode te zijn.
Prestatiestructuur zorg in verband met een visuele beperking
Code
|
Prestaties
|
Declarabele eenheid
|
V11
|
K/J
|
Kortdurende behandeling
|
Direct uur
|
V12
|
Diagnostiek
|
V13
|
Verdiepende diagnostiek
|
V14
|
Uitgebreide behandeling
|
V21
|
Volwassenen
|
Kortdurende behandeling
|
V22
|
Diagnostiek
|
V23
|
Verdiepende diagnostiek
|
V24
|
Uitgebreide behandeling
|
V31
|
Verblijf
|
Observatie met verblijf
|
Week
|
V32
|
Intensieve behandeling met verblijf
|
Week
|
V33
|
Kortdurend verblijf voor kinderen en jeugdigen die verblijven in verband met intensieve
revalidatie
|
Dag
|
V41
|
IVB
|
Intermitterende visuele behandeling
|
Direct uur
|
V51
|
VEC
|
Visuele expert consultatie
|
Traject
|
V52
|
Uitgebreide visuele expert consultatie
|
Traject
|
V60
|
Reistoeslag (voor prestaties V11 t/m V41)
|
Contact
|
Kinderen en jeugdigen (V11 tot en met V14 en V60)
Kinderen en jeugdigen tot 18 jaar en hun systeem met een hulpvraag. In het diagnosetraject
staat het in kaart brengen van de visuele functies centraal. In de behandeling wordt
gewerkt aan de optimale ontwikkeling van het kind rekening houdend met eventueel bijkomende
problematiek en invloed van persoonlijke en externe factoren. Het ICF ontwikkelperspectief
(met daarin de meest voorkomende hulpvragen die kinderen op een bepaalde ontwikkelingsleeftijd
hebben) is leidraad voor het beoordelen van de ontwikkelingstaken en de in te zetten
interventies.
De aandoening is chronisch van aard, hetgeen betekent dat gedurende de opgroeiende
leeftijd afhankelijk van hoe het kind zich ontwikkelt behandeling nodig is. Voor kinderen
in de eerste (pre schoolse) fase ligt de focus op het gezin (en directe omgeving).
Vanaf de schoolgaande leeftijd verschuift de focus meer naar behandeling van het kind
zelf.
Volwassenen (V21 tot en met V52 en V60)
De zorg aan volwassenen (18 jaar en ouder) en hun systeem met een hulpvraag.
In de behandeling wordt gewerkt aan de behandeldoelen van de cliënt rekening houdend
met eventueel bijkomende problematiek en invloed van persoonlijke en externe factoren.
De multidisciplinaire behandeling richt zich op het aanleren van vaardigheden op een
of meerdere ICF domeinen en het psychisch leren omgaan met de beperking waardoor de
zelfredzaamheid van de cliënt vergroot wordt.
De aandoening is chronisch van aard. Dit betekent dat er zich gedurende het leven
van de cliënt zich situaties kunnen voordoen waardoor de cliënt opnieuw behandeling
nodig heeft.
V11 / V21 Kortdurende behandeling
Behandeling van cliënten waarvan het visueel functioneren bekend is en waarbij belemmerende
en persoonlijke factoren geen rol spelen in de behandeling. Het betreft hulpvragen
die binnen een beperkte doorlooptijd te behandelen zijn. De vragen doen zich over
het algemeen voor ten gevolge van (kleine) wijzigingen in de omgeving van de cliënt
danwel een verandering in de fase van ontwikkeling waarin de cliënt zich bevind. Omdat
het visueel functioneren bekend is, is er alleen diagnostiek nodig die gericht is
op de hulpvraag binnen het betreffende ICF-domein.
Voorwaarden
-
– Kortdurende behandeling start met een intake;
-
– De visuele functies en de eventuele bijkomende problematiek en belemmerende factoren
zijn bekend en hebben geen belemmerende invloed op het verloop van de behandeling;
-
– Er is sprake van directe tijd besteed aan behandeling;
-
– De behandeling heeft géén betrekking op het psychisch leren omgaan met de visuele
beperking;
-
– Voorafgaand aan deze prestatie is in het zorgtraject géén diagnostiek, verdiepende
diagnostiek of uitgebreide behandeling prestatie geleverd;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
V12 / V22 Diagnostiek
Diagnostiek die nodig is om duidelijkheid te verkrijgen over het visueel functioneren
van en/of de mogelijkheden tot activiteiten en participatie van de cliënt en/of er
sprake is van bijkomende problematiek en belemmerende factoren.
Voorwaarden
-
– Diagnostiek start met een intake;
-
– In het eerste mdo wordt bepaald of de prestatie diagnostiek van toepassing is. De
al geleverde uren worden gedeclareerd na het mdo en geregistreerd als zijnde diagnostiek;
-
– Voorafgaand aan deze prestatie is in het zorgtraject géén verdiepende diagnostiek,
kortdurende of uitgebreide behandeling prestatie geleverd;
-
– Op het moment dat er directe behandeltijd wordt besteed aan behandeling, is de prestatie
diagnostiek niet meer van toepassing;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
V13 / V23 Verdiepende diagnostiek
Verdiepende diagnostiek bij cliënten met belemmerende en persoonlijke factoren die
nodig is om zowel de visuele, (neuro)psychische en sociale functies alsmede het functioneren
hierop en/of de mogelijkheden tot activiteiten en participatie van de cliënt in kaart
te brengen en te vertalen naar een behandelplan.
Voorwaarden
-
– Verdiepende diagnostiek start met een intake;
-
– In het eerste mdo wordt bepaald of de prestatie verdiepende diagnostiek van toepassing
is. De al geleverde uren worden gedeclareerd na het mdo en geregistreerd als zijnde
verdiepende diagnostiek;
-
– Er is sprake van bijkomende problematiek op functieniveau en/of belemmerende externe
en/of persoonlijke factoren;
-
– Voorafgaand aan deze prestatie is in het zorgtraject géén diagnostiek, kortdurende
of uitgebreide behandeling prestatie geleverd;
-
– Op het moment dat er directe behandeltijd wordt besteed aan behandeling, is de prestatie
verdiepende diagnostiek niet meer van toepassing;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
V14 / V24 Uitgebreide behandeling
Uitgebreide behandeling richt zich op dezelfde soort behandeldoelstellingen als kortdurende
behandeling. Aanvullend kan de uitgebreide behandeling zich ook richten op het psychisch
leren omgaan met de visuele beperking. De aanpak ten bate van het bereiken van de
doelstellingen verschilt omdat er rekening gehouden moet worden met belemmerende factoren
en bijkomende problematiek.
Voorwaarden
-
– De visuele, (neuro)psychische en sociale functies alsmede het functioneren hierop
en de eventuele bijkomende problematiek en belemmerende factoren zijn bekend en hebben
een belemmerende invloed op het verloop van de behandeling;
-
– Deze prestatie kan alleen geleverd worden indien deze prestatie binnen het zorgtraject
van de cliënt volgt op de prestatie diagnostiek, verdiepende diagnostiek, uitgebreide
visuele expert consultatie of de prestatie observatie met verblijf;
-
– Er is sprake van directe tijd besteed aan behandeling;
-
– De behandeling heeft aandacht voor het psychisch leren omgaan met de visuele beperking;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
Behandeling met verblijf
Algemeen
De cliënt ervaart beperkingen op meerdere ICF levensgebieden, visueel functioneren,
belasting en belastbaarheid en gedrag. Cliënt komt op basis van ‘Indicatieprotocol
criteria intensieve behandeling (met tijdelijk verblijf)’ in aanmerking voor verblijf.
De zorg is gericht op:
-
– Jong-volwassenen (tussen de 17- en 28 jaar), die vaak fors geïnvesteerd hebben in
school én weinig in sociale contacten én/of eigen zelfstandigheid en zich niet voldoende
toegerust voelen/weten om de stap naar zelfstandigheid te zetten;
-
– Volwassen (tussen 25–55 jaar) die als gevolg van hun (op later leeftijd gekregen)
visuele beperking vastlopen in hun leven, uitvallen op het werk en of in sociaal opzicht;
-
– Ouderen (55 +) veelal cliënten met een verworven visuele beperking, bij wie het niet
meer lukt het leven op te pakken. Aanpassing aan de nieuwe visuele beperking, opbouwen
dagstructuur en algehele zingeving staan centraal.
Het verblijf omvat minimaal drie dagen tot en met maximaal 5 dagen verblijf tijdens
een kalenderweek (maandag t/m zondag). De dag van aanvang van het verblijf geldt als
een dag verblijf en de dag van beëindiging van verblijf geldt als een dag verblijf,
waarbij geldt voor de dag van opname dat deze enkel als dag verblijf geteld kan worden
indien de opname heeft plaats gevonden vóór 20:00 uur.
V31 Observatie met verblijf
De visuele functies, externe en persoonlijke factoren, de mogelijkheden tot activiteiten
en participatie worden tijdens het verblijf in kaart gebracht en met de cliënt vertaald
in een behandelplan op basis waarvan gestart kan worden met:
Voorwaarden
-
– Observatie betreft maximaal één declarabele observatieweek per cliënt;
-
– De cliënt voldoet aan de indicatiecriteria beschreven in het ‘Indicatieprotocol criteria
intensieve behandeling (met tijdelijk verblijf)’;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
V32 Intensieve behandeling met verblijf
De visuele functies, de eventuele bijkomende problematiek en belemmerende factoren
zijn bekend. Deze factoren hebben een belemmerende invloed op het verloop van de behandeling.
De mogelijkheden tot activiteiten en participatie zijn in kaart gebracht.
Het bereiken van de behandeldoelstellingen vraagt een multidisciplinaire aanpak van
3 tot en met 5 dagen verblijf per week, waarin systematisch en in samenhang gewerkt
wordt aan het realiseren van de doelstellingen. Per 6 weken wordt in een multidisciplinair
overleg met de cliënt, de voortgang in de behandeling doorgenomen en worden vervolgstappen
bepaald.
Voorwaarden
-
– De cliënt voldoet aan de indicatiecriteria beschreven in het ‘Indicatieprotocol criteria
intensieve behandeling (met tijdelijk verblijf)’;
-
– Voor behandeling met verblijf worden meerdere behandelweken gegeven;
-
– De behandeling in de thuissituatie maakt onderdeel uit van de prestatie.
-
– Verblijf wordt niet gecombineerd of afgewisseld met een andere prestatie in verband
met een visuele beperking;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
V33 Verblijf voor kinderen en jeugdigen die verblijven in verband met intensieve revalidatie
Medisch noodzakelijk verblijf in verband met (intensieve) revalidatie voor kinderen
en jeugdigen en jongvolwassenen onder de 25 jaar.
De zorg is gericht op kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een visuele beperking
die kampen met bijkomende problematiek, zoals psychosociale- of gedragsproblemen of
een lichtelijke verstandelijke beperking. De zorg is gericht op het aanleren van vaardigheden
voor het dagelijks leven, door het aanleren van compenserende vaardigheden en het
inzetten van andere zintuigen.
De behandeling is hoog intensief en wordt in het behandelprogramma verweven. Het verblijf
is daarmee onlosmakelijk verbonden met de behandeling.
Het bereiken van de behandeldoelstellingen vraagt een multidisciplinaire aanpak waarin
systematisch en in samenhang gewerkt wordt aan het realiseren van de doelstellingen.
Na 6 weken wordt in een multidisciplinair overleg met de cliënt, de voortgang in de
behandeling doorgenomen en worden vervolgstappen bepaald.
Voorwaarden
-
– De cliënt heeft een visuele beperking en is bij aanvang van de prestatie jonger dan
25 jaar;
-
– Voor behandeling met verblijf worden meerdere behandelweken gegeven;
-
– Deze prestatie vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
-
– De prestatie is een aanvulling op V11, V12, V13 en V14. De V33 kan alleen gedeclareerd
worden in combinatie met één van deze prestaties. Deze zorg wordt integraal geleverd
door dezelfde zorgaanbieder.
-
– De cliënt verblijft ’s nachts in een instelling.
-
– Een overnachting geldt als één dag verblijf.
Intermitterende behandeling
V41 Intermitterende behandeling
De prestatie omvat behandeling (Zvw). Intermitterende behandeling wordt altijd gecombineerd met andere zorg, waaronder
specialistische begeleiding welke wordt geleverd vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De begeleiding en behandeling gaan hand in hand. De begeleiding is gericht
op het behoud van zelfstandigheid en het voorkomen of beperken van isolement en overlast.
De behandeling heeft een intermitterend karakter en zorgt ervoor dat de cliënt zelfstandig
kan blijven wonen en functioneren. Waar mogelijk wordt de zelfstandigheid vergroot.
Verdere achteruitgang, maatschappelijk ontsporen en overlast worden voorkomen en de
cliënt kan uit een (gedwongen) intramurale setting worden gehouden. Het gevoel van
veiligheid en de draagkracht van de cliënt (opgebouwd via specialistische begeleiding
in de Wmo) is voldoende om in combinatie daarmee te starten met behandeling. De reguliere
begeleiding- en behandelaanpak die nodig is voor de behandeling van de bijkomende
problematiek kan niet toegepast worden vanwege de visuele beperking. Omdat de reguliere
compensatiemogelijkheden voor deze problematiek vanwege de visuele beperkingen niet
gebruikt kunnen worden door cliënt, is deze extra kwetsbaar.
Voorwaarden
-
– De cliënt heeft een visuele beperking en is 18 jaar of ouder;
-
– Vanwege de complexiteit van de problematiek is het noodzakelijk dat de behandeling
(Zvw) integraal met andere zorg plaatsvindt, waaronder specialistische begeleiding vanuit
de Wmo;
-
– Het visueel functioneren evenals de mogelijkheden tot activiteiten en participatie
zijn in kaart gebracht en/of worden gedurende het traject in kaart gebracht;
-
– Er zijn een of meerdere ernstig belemmerende factoren als het gaat om behandeling;
-
– Er zijn weinig tot geen ondersteunende factoren;
-
– Langdurige coördinatie en supervisie van een multidisciplinair team is noodzakelijk;
-
– Alleen de behandeling binnen de Zvw wordt aan de zorgverzekeraar in rekening gebracht. De directe behandeltijd ten laste
van de Zvw betreft alleen behandeling. Begeleiding kan niet onder deze prestatie in
rekening worden gebracht;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
Visuele expert consultatie (VEC)
Algemeen
Op advies van de behandelend arts van de cliënt vraagt de cliënt om inzicht in de
visuele functies en/of het geven van advies over de impact hiervan aan de cliënt en
de zorgaanbieder waarvan hij Wlz-zorg ontvangt. Bij de cliënt is reeds de visuele
beperking vastgesteld. De cliënt is aangewezen op Wlz-zorg (niet op basis van een
zg indicatie).
V51 Visuele expert consultatie (VEC)
Duidelijkheid verkrijgen over het visueel functioneren als gevolg van de vastgestelde
visuele problematiek, de mogelijkheden tot activiteiten en participatie van de cliënt
en de invloed van bijkomende problematiek en belemmerende factoren.
De visuele functies, de bijkomende problematiek en belemmerende factoren worden in
kaart gebracht en vertaald in een advies over:
-
– de wijze waarop het professionele cliëntsysteem hun handelen, kan aanpassen/afstemmen
op de visuele beperking;
-
– de visuele hulpmiddelen waarover de cliënt dient te beschikken;
-
– de aanpassing van de fysieke omgeving van de cliënt zodat de cliënt zo min mogelijk
belemmerd wordt door de visuele problematiek.
Voorwaarden
-
– De reistoeslag kan niet in combinatie met de prestatie VEC in rekening worden gebracht. De prestatie
VEC is inclusief reistijd en reiskosten hulpverlener;
-
– Gedurende de prestatie VEC kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een visuele
beperking geleverd worden;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
V52 Uitgebreide visuele expert consultatie
Door bijkomende problematiek op functieniveau en/of belemmerende externe en/of persoonlijke
factoren is verdiepende diagnostiek nodig om het visueel functioneren van en/of de
mogelijkheden tot activiteiten en participatie van de cliënt in kaart te brengen en
te vertalen naar een behandelplan. Daarnaast zijn er vragen over in welke mate het
gedrag van de cliënt voortkomt uit een niet/verkeerd begrepen bekende visuele beperking.
De visuele functies, de bijkomende problematiek en belemmerende factoren worden in
kaart gebracht inclusief een interpretatie van het gedrag van de cliënt in het licht
van de bevindingen, de bevindingen worden vertaald in een advies over:
-
– de wijze waarop het professionele cliëntsysteem hun handelen, kan aanpassen/afstemmen
op de visuele beperking;
-
– de visuele hulpmiddelen waarover de cliënt dient te beschikken;
-
– de aanpassing van de fysieke omgeving van de cliënt zodat de cliënt zo min mogelijk
belemmerd wordt door de visuele problematiek.
Voorwaarden
-
– De reistoeslag kan niet in combinatie met de prestatie uitgebreide VEC in rekening
worden gebracht. De prestatie uitgebreide VEC is inclusief reistijd en reiskosten
hulpverlener;
-
– Gedurende de prestatie VEC kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een visuele
beperking geleverd worden;
-
– De prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder verantwoordelijkheid
van de regiebehandelaar.
2. Prestaties zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband met een
communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis
Zorg in verband met een auditieve beperking is multidisciplinaire zorg die bestaat
uit diagnostisch onderzoek, interventies die zich richten op het psychisch leren omgaan
met de handicap en interventies die de beperking opheffen of compenseren en daarmee
de zelfredzaamheid vergroten.
Zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis
wordt geleverd aan kinderen en jong volwassenen tot de leeftijd van drieëntwintig
jaar Deze multidisciplinaire zorg bestaat uit diagnostisch onderzoek, interventies
die zich richten op het psychisch leren omgaan met de handicap en interventies die
de beperking opheffen of compenseren en daarmee de zelfredzaamheid vergroten.
Diagnostisch onderzoek bij de zorg aan cliënten met een auditieve en/of communicatieve
beperking bestaat uit behandelingsgerichte diagnostiek. Deze maakt integraal onderdeel
uit van de behandeling en staat ten dienste van de behandeling. Het betreft verdiepende
en evaluerende diagnostiek gericht op het vaststellen van mogelijke bijkomende problematiek
(co morbiditeit), het ontwikkelingsperspectief van de cliënt op de verschillende ontwikkelingsdomeinen
en de best passende interventies voor de cliënt. Mede op basis hiervan wordt een individueel
behandelplan vastgesteld en/of bijgesteld.
Interventies zijn binnen de zorg aan cliënten met een auditieve en/of communicatieve
beperking gericht op herstel en/of het aanleren van nieuwe vaardigheden of gedrag,
als dit een programmatische aanpak vereist waarvoor specifieke deskundigheid nodig
is. De nieuw aan te leren vaardigheden of het gedrag richten zich op het terugdringen
van stoornissen en beperkingen. Onder deze interventies vallen ook systeemgerichte
behandelingen.
Er moet een concreet en haalbaar behandeldoel zijn waardoor blijvende verbeteringen
in het functioneren worden bereikt/verwacht en de te geven behandeling dient een door
de beroepsgroep geaccepteerde methode te zijn.
Prestatiestructuur zorg in verband met een auditieve beperking en zorg in verband
met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis
Code
|
Prestaties
|
Declarabele eenheid
|
AC10
|
Intake en zorgtoewijzing (voor prestaties AC21 t/m AC42)
|
Direct uur
|
AC21
|
0 – <5 jaar
|
D/SH
|
Behandeling individueel excl. Groep
|
28 dagen
|
AC22
|
Behandeling individueel incl. groep
|
AC31
|
TOS
|
Behandeling individueel excl. Groep
|
AC32
|
Behandeling individueel incl. groep
|
AC33
|
Behandeling individueel zonder groep
|
AC41
|
>5 jaar D/SH
|
5–23 jaar TOS
|
Alle leeftijden DB, ACVB
|
Diagnostiek en behandelcoördinatie
|
Direct uur
|
AC42
|
Behandeling
|
AC50
|
Reistoeslag (voor prestaties AC10 t/m AC42)
|
Contact
|
Indien er sprake is van behandeling met verblijf kunnen de prestaties AC41 en/of AC42
in rekening gebracht worden.
D/SH (Doof/SlechtHorend), TOS (Taal Ontwikkelingsstoornis), DB (DoofBlind) en ACVB
(Auditief en/of communicatief Verstandelijk Beperkt).
Intake
AC 10 Intake auditief/communicatief voor prestaties AC21 t/m AC42
Beschrijving
Het verzamelen van gegevens bij de aanmelding van een nieuwe cliënt, verduidelijken
van de hulpvraag, het toewijzen van de cliënt aan een zorgprogramma en het verstrekken
van informatie over de behandeling en de geldende regels en afspraken.
Voorwaarden
-
– Ieder zorgtraject van een cliënt start met een intake (exclusie: cliënten die vanuit
een ander zorgprogramma instromen);
-
– Gedurende de intakefase kunnen geen andere prestaties zorg in verband met een auditieve
beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis
geleverd worden (m.u.v. reistoeslag);
-
– De prestatie wordt afgesloten door het starten van het leveren van één van de overige
prestaties of het vastleggen van stoppen van de activiteiten.
Jong kind (van 0 – tot 5 jaar) Doof en slechthorend (D/SH)
De behandeling van doof/slechthorende kinderen in de voorschoolse leeftijd en het
systeem. De aandoening is chronisch waardoor veelal continue behandeling juist in
deze levensfase nodig is. Wanneer afronding wel aan de orde is, kan op een later moment
een nieuwe behandelvraag ontstaan. Er is bij deze cliënten sprake van zorgprogramma
1 – Behandeling thuis nabij aan (jonge) kind en zijn directe omgeving.
Er is sprake van een multidisciplinair geïntegreerd diagnose- en behandeltraject.
Het behandeltraject bestaat uit diagnostiek en behandel coördinatie en behandeling.
De behandeling van de cliënt vindt plaats in en met zijn directe omgeving. In de behandeling
wordt gewerkt aan het communiceren en het realiseren van voorwaarden en een passende
omgeving om tot communicatie te komen en om de beperkingen die worden ervaren op te
heffen of te compenseren. Ook wordt gewerkt aan het psychisch leren omgaan met de
beperkingen door ouders en kind.
In de eerste periode ligt de focus op het gezin (en directe omgeving). Daarna verschuift
de focus meer naar behandeling van de cliënt zelf. Een periode van behandeling in
een groepssetting zal vaak nodig zijn. Wanneer deze periode aan de orde is hangt af
van de ontwikkelingsleeftijd en -fase van de cliënt en de hulpvragen en overwegingen/visie
van ouders op het gebied van doof- en slechthorendheid.
Het zorgtraject bestaat uit één of meer van de volgende onderdelen:
-
– Diagnostiek en behandelcoördinatie;
-
– Behandeling cliënt in en met zijn directe omgeving;
-
– Communicatietraining;
-
– Individuele logopedische behandeling;
-
– Psycho-educatie kind en directe omgeving;
-
– Sociaal emotionele therapie kind en jongere;
-
– (Senso)motorische en visuele stimulatie;
-
– Behandeling in een communicatieve groepssetting (alleen bij prestatie AC22).
Iedere zes maanden vindt multidisciplinair overleg (mdo)/ evaluatie van het behandelplan
plaats om te beoordelen of de behandeling moeten worden bijgesteld (continueren, opschalen,
afschalen of afronden).
AC21 Doof/slechthorend jonge kind; kind en systeem excl. groepszorg
Beschrijving
De zorg aan doof/slechthorende kinderen en het systeem waarbij er geen sprake is geweest
van groepszorg in de periode van 28 kalenderdagen.
Voorwaarden
-
– Cliënt is bij aanvang van de prestatie <5 jaar;
-
– Het tarief van deze prestatie is een bedrag per 28 kalenderdagen;
-
– De periode van 28 kalenderdagen begint te tellen vanaf het moment dat de cliënt behandeling
(waaronder diagnostiek en behandelcoördinatie) ontvangt;
-
– Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er in de periode van 28 kalenderdagen
geen sprake is van groepszorg;
-
– Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er minimaal 1 uur directe
behandeltijd door een behandelaar besteed is aan de cliënt in een periode van 28 kalenderdagen;
-
– Gelijktijdig met deze prestatie kunnen geen andere prestaties zorg in verband met
een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg
van een taalontwikkelingsstoornis worden gedeclareerd (m.u.v. AC50 reistoeslag);
-
– Deze prestatie kan worden afgewisseld met de prestatie AC22;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;
-
– Voor een kind dat in de periode van 28 dagen 5 jaar wordt, geldt ná genoemde periode
van 28 dagen de prestatie AC41 en/of AC42 indien de behandeling wordt gecontinueerd.
AC22 Doof/slechthorend jonge kind; kind en systeem incl. groepszorg
Beschrijving
De zorg aan doof/slechthorende kinderen en het systeem waarbij er minimaal één keer
sprake is geweest van groepszorg in de periode van 28 kalenderdagen.
Voorwaarden
-
– Cliënt is bij aanvang van de prestatie <5 jaar;
-
– Het tarief van deze prestatie is een bedrag per 28 kalenderdagen;
-
– De periode van 28 kalenderdagen begint te tellen vanaf het moment dat de cliënt behandeling
(waaronder diagnostiek en behandelcoördinatie) ontvangt;
-
– Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er in de periode van 28 kalenderdagen
minimaal 1 keer sprake is van deelname aan een groepssessie;
-
– Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er minimaal 1 uur directe
behandeltijd door een behandelaar besteed is aan de cliënt in een periode van 28 kalenderdagen;
-
– Gelijktijdig met deze prestatie kunnen geen andere prestaties zorg in verband met
een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg
van een taalontwikkelingsstoornis worden gedeclareerd (m.u.v. AC50 reistoeslag);
-
– Deze prestatie kan worden afgewisseld met de prestatie AC21;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;
-
– Voor een kind dat in de periode van 28 dagen 5 jaar wordt, geldt ná genoemde periode
van 28 dagen de prestatie AC41 en/of AC42 indien de behandeling wordt gecontinueerd.
Jong kind (van 0 – tot 5 jaar) met taalontwikkelingsstoornis (TOS)
De zorg aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis in de voorschoolse leeftijd
en het systeem. Er is bij deze cliënten sprake van zorgprogramma 7 – Behandeling thuis
nabij aan (jonge) kind en zijn directe omgeving of zorgprogramma 8 – Behandeltraject
in een therapeutische omgeving.
Er is sprake van een multidisciplinair geïntegreerd diagnose- en behandeltraject.
Het behandeltraject bestaat uit diagnostiek en behandel coördinatie en behandeling.
In de behandeling wordt gewerkt aan het communiceren en het realiseren van voorwaarden
en een passende omgeving om tot communicatie te komen en om de beperkingen die worden
ervaren op te heffen of te compenseren. Ook wordt gewerkt aan het psychisch leren
omgaan met de beperkingen door ouders en kind.
De behandeling is gericht op het stimuleren van de spraak- en taalontwikkeling, de
sociaal-communicatieve vaardigheden en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de cliënt,
het verbeteren van de communicatie en interactie tussen cliënt en zijn omgeving. Indien
noodzakelijk voor het behalen van behandelresultaten ontvangt de cliënt gedurende
een periode behandeling in een groepssetting aanvullend op de basisinzet kind en systeem.
Dit valt dan binnen zorgprogramma 8. Zo kunnen binnen een passend communicatief klimaat
en via interactie met andere kinderen en behandelaren vaardigheden worden aangeleerd
en getraind. De behandeling richt zich ook op het versterken en coachen van het systeem
van de cliënt ten einde binnen de eigen omgeving goed te kunnen aansluiten bij de
ontwikkeling en de specifieke behoeften van de cliënt.
Het zorgtraject bestaat uit één of meer van de volgende onderdelen:
-
– Diagnostiek en behandelcoördinatie;
-
– Behandeling cliënt in en met zijn directe omgeving;
-
– Individuele logopedische behandeling;
-
– Communicatietraining;
-
– Psycho-educatie kind en directe omgeving;
-
– Sociaal emotionele therapie kind en jongere;
-
– (Senso)motorische en visuele stimulatie;
-
– Behandeling in een communicatieve groepssetting (alleen bij prestatie AC32).
Iedere drie maanden vindt multidisciplinair overleg (mdo)/ evaluatie van het behandelplan
plaats om te beoordelen of de behandeling moeten worden bijgesteld (continueren, opschalen,
afschalen of afronden).
AC31 Jonge kind met een taalontwikkelingsstoornis; kind en systeem excl. groepszorg
Beschrijving
De zorg aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en het systeem waarbij er geen
sprake is geweest van groepszorg in de periode van 28 kalenderdagen. Deze zorg valt
onder zorgprogramma 8.
Voorwaarden
-
– Cliënt is bij aanvang van de prestatie <5 jaar;
-
– Het tarief van deze prestatie is een bedrag per 28 kalenderdagen;
-
– De periode van 28 kalenderdagen begint te tellen vanaf het moment dat de cliënt behandeling
(waaronder diagnostiek en behandelcoördinatie) ontvangt;
-
– Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er in de periode van 28 kalenderdagen
geen sprake is van groepszorg;
-
– Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er minimaal 1 uur directe
behandeltijd door een behandelaar besteed is aan de cliënt in een periode van 28 kalenderdagen;
-
– Gelijktijdig met deze prestatie kunnen geen andere prestaties zorg in verband met
een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg
van een taalontwikkelingsstoornis worden gedeclareerd (m.u.v. AC50 reistoeslag);
-
– Deze prestatie wordt afgewisseld met de prestatie AC32;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;
-
– Voor een kind dat in de periode van 28 dagen 5 jaar wordt, geldt ná genoemde periode
van 28 dagen de prestatie AC41 en/of AC42 indien de behandeling wordt gecontinueerd.
AC32 Jonge kind met een taalontwikkelingsstoornis; kind en systeem incl. groepszorg
Beschrijving
De zorg aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en het systeem waarbij er minimaal
één keer sprake is geweest van groepszorg in de periode van 28 kalenderdagen. Deze
zorg valt onder zorgprogramma 8.
Voorwaarden
-
– Cliënt is bij aanvang van de prestatie <5 jaar;
-
– Het tarief van deze prestatie is een bedrag per 28 kalenderdagen;
-
– De periode van 28 kalenderdagen begint te tellen vanaf het moment dat de cliënt behandeling
(waaronder diagnostiek en behandelcoördinatie) ontvangt;
-
– Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er in de periode van 28 kalenderdagen
minimaal 1 keer sprake is van een groepssessie;
-
– Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er minimaal 1 uur directe
behandeltijd door een behandelaar besteed is aan de cliënt in een periode van 28 kalenderdagen;
-
– Gelijktijdig met deze prestatie kunnen geen andere prestaties zorg in verband met
een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg
van een taalontwikkelingsstoornis worden gedeclareerd (m.u.v. AC50 reistoeslag).
-
– Deze prestatie kan worden afgewisseld met de prestatie AC31;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;
-
– Voor een kind dat in de periode van 28 dagen 5 jaar wordt, geldt ná genoemde periode
van 28 dagen de prestatie AC41 en/of AC42 indien de behandeling wordt gecontinueerd.
AC33 Jonge kind met een taalontwikkelingsstoornis; kind en systeem individueel waarbij
gedurende het behandeltraject geen sprake is van groepszorg
Beschrijving
De zorg aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en het systeem waarbij de zorg
individueel geleverd wordt en er in het gehele zorgtraject geen sprake is van groepszorg.
Deze zorg valt onder zorgprogramma 7.
Voorwaarden
-
– Cliënt is bij aanvang van de prestatie <5 jaar;
-
– Het tarief van deze prestatie is een bedrag per 28 kalenderdagen;
-
– De periode van 28 kalenderdagen begint te tellen vanaf het moment dat de cliënt behandeling
(waaronder diagnostiek en behandelcoördinatie) ontvangt;
-
– Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er in het gehele zorgtraject
van de cliënt geen sprake is van groepszorg;
-
– Het tarief mag enkel in rekening worden gebracht indien er minimaal 1 uur directe
behandeltijd door een behandelaar besteed is aan de cliënt in een periode van 28 kalenderdagen;
-
– Gelijktijdig met deze prestatie kunnen geen andere prestaties zorg in verband met
een auditieve beperking en zorg in verband met een communicatieve beperking als gevolg
van een taalontwikkelingsstoornis worden gedeclareerd (m.u.v. AC50 reistoeslag);
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;
-
– Voor een kind dat in de periode van 28 dagen 5 jaar wordt, geldt ná genoemde periode
van 28 dagen de prestatie AC41 en/of AC42 indien de behandeling wordt gecontinueerd.
Doof/slechthorend, van 5 tot 18 jaar
Taalontwikkelingsstoornis, van 5 tot 23 jaar
De behandeling van kinderen en jongeren in de schoolse levensfase, die doof-/slechthorendheid
zijn of een taalontwikkelingsstoornis hebben, en hun systeem. Er is bij deze cliënten
sprake van één van de volgende zorgprogramma’s:
Zorgprogramma’s 2 D/SH en 9 TOS – Persoons- en systeemgerichte behandeling: De oorzaak van de stagnatie van de cliënt
en/of handelingsverlegenheid binnen directe omgeving van de cliënt is bekend. Er zijn
voldoende mogelijkheden bij de cliënt en zijn directe omgeving aanwezig om de aan
te leren vaardigheden te generaliseren naar verschillende situaties;
Zorgprogramma’s 3 D/SH en 10 TOS – Behandeltraject in therapeutische omgeving: De oorzaak van de stagnatie van de
cliënt en/of handelingsverlegenheid binnen directe omgeving van de cliënt is bekend.
Er zijn onvoldoende mogelijkheden bij de cliënt en zijn directe omgeving aanwezig
om de aan te leren vaardigheden te generaliseren naar verschillende situaties. De
totale problematiek is dusdanig complex en/of hardnekkig dat behandeling in een intensieve
(groeps)setting nodig is;
Zorgprogramma’s 4 D/SH en 11TOS – Kortdurend diagnostiek- en behandeltraject gericht op juiste aanpak in eigen systeem:
De oorzaak van de stagnatie van de cliënt en/of handelingsverlegenheid binnen directe
omgeving van de cliënt is niet bekend, waardoor geen passende aanpak voor de cliënt
binnen de eigen omgeving kan worden gerealiseerd;
Zorgprogramma 18 D/SH en 19 TOS – Behandeling met verblijf: De behandeling van kinderen, jongeren, jongvolwassenen
tot ca 23 jaar en hun systeem. Er is sprake van bijkomende problematiek of comorbiditeit.
Extramurale behandeling stagneert. Om de cliënt weer perspectief te bieden is het
medisch noodzakelijk om de cliënt tijdelijk te behandelen in een therapeutische communicatieve
verblijfssetting.
Doof/slechthorend volwassene
De behandeling van doof/slechthorende volwassenen en hun systeem. Er is sprake van
een vroeg verworven gehoorstoornis of een laat – soms plotseling – verworven gehoorstoornis.
Daarbij is sprake van (progressief) ernstig tot volledig gehoorverlies, waarbij gehoorapparaten
alleen niet (meer) toereikend zijn. Er is bij deze cliënten sprake van de volgende
zorgprogramma’s:
-
–
Zorgprogramma 5 vroegdoof en 6 SH/plots- en laatdoof – Persoons- en systeemgerichte behandeling.
-
–
Zorgprogramma 18 D/SH – Behandeling met verblijf: De behandeling van vroegdove of slechthorende jongvolwassenen tot ca 23 jaar en hun
systeem. Er sprake van bijkomende problematiek of comorbiditeit. Extramurale behandeling
stagneert. Om de cliënt weer perspectief te bieden is het medisch noodzakelijk om
de cliënt tijdelijk te behandelen in een therapeutische communicatieve verblijfssetting.
Doofblind (DB) alle leeftijden
De behandeling van doofblinde kinderen, jongeren en volwassenen en hun systeem. Er
is bij deze cliënten sprake van één van de volgende zorgprogramma’s:
-
–
Zorgprogramma 12 DB 0–5 jaar en 13 DB 5–18 jaar – Behandeling thuis nabij aan (jonge) kind en systeem: Voor kinderen in de leeftijd
van 0 tot 5 jaar. Daarnaast voor kinderen en jongeren in de leeftijd van 5 tot 18 jaar
waarbij sprake is van aangeboren doofblindheid of verworven doofblindheid, deze laatste
in combinatie met een verstandelijke beperking.
-
–
Zorgprogramma 14 DB 5–18 jaar en 15 DB volwassen – Persoons- en systeemgerichte behandeling: Voor kinderen, jongeren en volwassenen
bij wie sprake is van later verworven doofblindheid, veelal met een progressief karakter
van beide of één van beide zintuigstoornissen.
Auditief en/of communicatief verstandelijk beperkt (ACVB) alle leeftijden
De behandeling van kinderen, jongeren en volwassenen, die naast een auditieve en/of
communicatieve beperking ook een (ernstig vermoeden van een) verstandelijke beperking
hebben en hun systeem. Er is bij deze cliënten sprake van één van de volgende zorgprogramma’s:
-
–
Zorgprogramma 20 – Kortdurend diagnostiek- en behandeltraject gericht op juiste aanpak
in eigen systeem: Voor cliënten die worden verwezen naar ZG-zorg op basis van een ernstig vermoeden
van TOS en bijkomend een verstandelijke beperking. Door de complexiteit en comorbiditeit
van de stoornis(sen) wordt dan gestart met een kortdurend diagnostisch en behandeltraject.
Vervolgens wordt de (behandel)aanpak overgedragen naar de eigen omgeving (en stroomt
de cliënt veelal uit naar VG-zorg) dan wel blijft sprake van een ZG-hulpvraag en stroomt
de cliënt door naar een ander passend behandeltraject.
-
–
Zorgprogramma 16 – Behandeling thuis nabij aan (jonge) kind en systeem: Behandeltraject voor kinderen en jongeren in de leeftijd tot 18 jaar.
-
–
Zorgprogramma 17 – Communicatiediagnostiek en -training: Behandeltraject voor doof/slechthorende volwassenen en volwassenen met TOS tot 23 jaar.
ZG zorg zonder dat bij de cliënt sprake is van een visuele beperking, auditieve beperking
of communicatieve beperking als gevolg van een taalontwikkelingsstoornis.
De cliënt is aangewezen op zintuiglijk gehandicaptenzorg waardoor sprake is van geneeskundige
zorg in de zin van de Zvw.
AC41 Diagnostiek en behandelcoördinatie
Diagnostiek richt zich op de volgende doelen:
-
– Het (ontwikkeling)perspectief van de cliënt op de verschillende ontwikkelingsdomeinen
inzichtelijk maken;
-
– Vaststellen welke bijkomende problematiek (bv comorbiditeit) en specifieke stoornis
gerelateerde problematiek (bv psychisch) er is en welke beperkingen en mogelijkheden
er zijn;
-
– Vaststellen wat het spraak-/taal-/(sociale) communicatieniveau, het luisterniveau,
de leerbaarheid, het ontwikkelingsniveau, het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau
en de meest kansrijke leerstrategieën (gelegenheden en kansen) voor de cliënt zijn;
-
– Vaststellen waarom de behandeling stagneert.
Activiteiten op het gebied van diagnostiek bestaan uit – niet limitatief – afname
van testen, observatie, dynamisch assessment. Dit alles inclusief uitwerking hiervan.
Behandelcoördinatie richt zich op de volgende doelen:
-
– Afstemming actuele hulpvraag, zorgplan, aanpak en behandelinzet;
-
– Samenhang en continuïteit in de uitvoering van uiteenlopende behandelactiviteiten,
die worden uitgevoerd voor de individuele cliënt;
-
– Passende en doelmatige inzet van middelen;
-
– Er heeft een nulmeting bij de start van de behandeling plaats gevonden en deze meting
is cyclisch herhaald en geëvalueerd (ROM). Dit om behandeldoelen en interventie-aanpak
te evalueren en bij te stellen.
Activiteiten op het gebied van behandelcoördinatie bestaan uit één of meerdere onderdelen:
-
– Coördineren van het behandeltraject, dossieronderzoek, overleg tussen behandelaren
van verschillende disciplines (mdo zonder cliënt), afstemming, evaluatie van de inzet,
de voortgang en de resultaten van de behandelingen en verslaglegging hierover;
-
– Overleg met cliënt/zijn vertegenwoordiger over de (tussentijdse) behandeldoelen, de
behaalde resultaten, en de aanpak en inzet in de komende periode (mdo met cliënt /
Evaluatie cliënt).
-
– Uitvoeren, analyseren en rapporteren van de ROM-meting;
-
– Aanpassen behandelplan;
-
– Afstemmen met extern bij de cliënt betrokken zorgverleners;
-
– Besluiten over beëindiging / afronding van de behandeling inclusief eindgesprek, overdracht,
rapportage aan verwijzer / huisarts en meting cliënttevredenheid.
Bovenstaande activiteiten zijn onderdeel van de prestatie, maar zijn alleen declarabel
indien sprake is van directe tijd. Bij alle prestaties geldt dat alleen directe tijd
declarabel is.
Iedere zes maanden mdo/evaluatie van het behandelplan om te beoordelen of de behandeling
moeten worden opgeschaald, afgeschaald of afgerond.
Voorwaarden
-
– Alle cliënten die in behandeling zijn ontvangen gedurende de totale looptijd van het
behandeltraject de prestatie AC41 diagnostiek en behandelcoördinatie;
-
– Gedurende het zorgtraject kan naast deze prestatie de prestatie AC42 behandeling (en
AC50 reistoeslag) worden geleverd;
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
AC42 Behandeling
Behandeling bestaat uit één of meer van de volgende onderdelen:
-
– Communicatietraining – Aanleren van passende communicatievormen en -methodes;
-
– Individuele logopedische behandeling;
-
– Behandeling cliënt in en met zijn directe omgeving;
-
– Behandeling in communicatieve groepssetting;
-
– Psycho-educatie kind en directe omgeving;
-
– Psychosociale hulpverlening bij volwassenen;
-
– Sociaal-emotionele therapie kind en jongere;
-
– Psychologische behandeling kind en jongere;
-
– Oriëntatie, mobiliteit en tactiele training;
-
– (Senso)motorische en visuele stimulatie;
-
– Optimaliseren van aanpassingen omgeving en individu;
-
– Herhalingsmeting en monitoring hulpvraag.
Iedere zes maanden vindt multidisciplinair overleg (mdo)/ evaluatie van het behandelplan
plaats om te beoordelen of de behandeling moeten worden bijgesteld (continueren, opschalen,
afschalen of afronden).
Voorwaarden
De behandeling kan één-op-één en in kleine groepen worden geboden. In het laatste
wordt het aantal uren dat de behandelaar werkzaam is geweest naar evenredigheid per
patiënt berekend;
-
– Gedurende het zorgtraject kan naast deze prestatie de prestatie AC41 diagnostiek en
behandel coördinatie worden geleverd (en AC50 reistoeslag);
-
– Deze prestatie wordt uitgevoerd door de regiebehandelaar en/of vindt plaats onder
verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar;
Behandeling met verblijf
Verblijf voor cliënten met een hulpvraag auditief/communicatief wordt geleverd onder
de prestaties AC41 diagnostiek en behandelcoördinatie en/of AC42 behandeling. Er is
sprake van verblijf als de cliënt ’s nachts in een instelling verblijft. Er kan sprake
zijn van verblijf met of zonder intern dagprogramma. Beoordeling van de medische noodzaak
tot verblijf in het kader van zg-behandeling vindt op individueel niveau plaats op
basis van het ‘indicatieprotocol behandeling met verblijf sector auditief en/of communicatief
Zorgverzekeringswet, april 2016’ (zie www.siac.nu).
Voorwaarden, voorschriften en beperkingen
-
– Er is sprake van verblijf;
-
– Voor deze prestatie wordt de prestatie AC41 en/of AC42 in rekening gebracht;
-
– De leverende aanbieder heeft een CIBG-toelating voor intramurale Wlz-zorg aan cliënten met grondslag ZG auditief en/of communicatief.
3 Reistoeslag zorgverlener
V60 / AC50 Reistoeslag zorgverlener
De reistoeslag zorgverlener bestaat uit een vergoeding voor de vervoerskosten en reistijd
van een zorgverlener die behandeling levert aan een cliënt op een ander adres dan
de locatie van de zorgaanbieder. De reistoeslag is vastgesteld op basis van een toeslag
per cliëntcontact op een ander adres dan de locatie van de zorgaanbieder.
Voorwaarden
4 Onderlinge dienstverlening
De levering van een (deel)prestatie of van een geheel van prestaties op het gebied
van zintuiglijk gehandicaptenzorg door een zorgaanbieder (visueel respectievelijk
auditief/communicatief) in opdracht van een andere zorgaanbieder (visueel respectievelijk
auditief/communicatief). De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid
als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader
aangeduid als de ‘opdracht gevende zorgaanbieder’.