Pilotregeling Leesbevordering Nederlands Letterenfonds

[Regeling vervalt per 31-12-2027.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 23-07-2024 t/m heden.

Pilotregeling Leesbevordering Nederlands Letterenfonds

Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds,

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid,

gelet op het Algemeen reglement Nederlands Letterenfonds.

Besluit:

De volgende Pilotregeling Leesbevordering Nederlands Letterenfonds vast te stellen

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • bestuur: het bestuur van het Nederlands Letterenfonds;

  • het Letterenfonds: Stichting Nederlands Letterenfonds;

  • instelling of organisatie: in het Koninkrijk gevestigde gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde culturele instellingen en culturele organisaties of rechtspersonen die actief zijn in de culturele sectoren;

  • leesbevordering: het stimuleren van het lezen en/of leesplezier in brede zin;

  • literatuur: literatuur in het Nederlands, Fries, Papiaments en de Nederlandse Gebarentaal;

  • Koninkrijk: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Europees Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk, te weten de zelfstandige landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba;

  • Papiaments: Papiamento en Papiamentu.

Artikel 2. Doel

Met deze regeling wil het Letterenfonds projecten op het gebied van leesbevordering stimuleren en ondersteunen die vanwege hun vernieuwend karakter of innovatief concept een aanvulling vormen op het bestaande aanbod. Ook wil het Letterenfonds de impact van die projecten onderzoeken.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1 Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd voor niet-commerciële projecten die zich richten op leesbevordering in het Koninkrijk.

  • 2 Projecten die zich enkel richten op leren lezen, in de zin van technisch lezen en begrijpend lezen, komen niet in aanmerking.

Artikel 4. Aanvrager

  • 1 Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een in het Koninkrijk gevestigde rechtspersoon zonder winstoogmerk met volledige rechtsbevoegdheid die leesbevorderende of literatuur-educatieve activiteiten produceert en uitvoert.

  • 2 Uitgevers, scholen, universiteiten en gemeentes kunnen geen subsidie op grond van deze regeling aanvragen. Zij kunnen wel optreden als samenwerkingspartner van een aanvragende organisatie.

Artikel 5. Voorwaarden voor ondersteuning

Ten aanzien van de in de sector gangbare codes geldt in deze regeling dat:

  • a. De aanvrager de Fair Practice Code toepast;

  • b. De aanvrager de Code Governance Cultuur toepast;

  • c. De aanvrager in de aanvraag beschrijft hoe hij zich verhoudt tot de Code Diversiteit en Inclusie.

Artikel 6. Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a. de aanvrager niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet;

  • b. de aanvrager zich uitsluitend bezighoudt met wetenschap;

  • c. door de activiteiten waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt aangevraagd, aan de aanvrager reeds subsidie is of zal worden verleend op grond van een andere regeling van het Letterenfonds.

Artikel 7. Aanvraagperiode, verdelingssysteem en subsidieplafond

  • 1 De aanvraagperiode loopt vanaf de dag na publicatie van de regeling in de Staatscourant tot en met 1 november 2024 of zoveel eerder als het subsidieplafond is bereikt.

  • 2 Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 4 Het subsidieplafond bedraagt € 1.200.000. Eventuele wijzigingen van dit plafond worden bekendgemaakt in de Staatscourant en op de website van het Letterenfonds.

Artikel 8. Aanvraag

  • 1 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met behulp van een voor deze regeling opgesteld aanvraagformulier.

  • 2 Er zijn extra aanvraagmogelijkheden voor aanvragers die gevestigd zijn in het Caribisch deel van het Koninkrijk en voor aanvragers met projecten die betrekking hebben op de Nederlandse Gebarentaal. Deze aanvraagmogelijkheden worden verder toegelicht op de website van het Letterenfonds.

  • 3 Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het aanvraagformulier volledig is ingevuld, is ondertekend en vergezeld gaat van de volgende bijlagen:

    • a. projectplan met de tijdlijn en inhoud van het project, plus een reflectie op de wijze waarop de code Diversiteit en Inclusie is toegepast;

    • b. gespecificeerde begroting van het project met toelichting; en

    • c. bij samenwerking met andere organisaties: door beide partijen ondertekende intentieverklaringen, waarin de samenwerking globaal wordt omschreven.

  • 4 Aanvragen kunnen, na een afwijzend besluit op grond van de toets aan de beoordelingscriteria, als genoemd in artikel 9, niet meer voor hetzelfde project opnieuw worden ingediend.

Artikel 9. Hoogte van de subsidie en looptijd project

  • 1 De subsidie bedraagt minimaal € 15.000 en maximaal € 100.000.

  • 2 Maximaal € 500 van het bedrag in het vorige lid, is bestemd als bijdrage aan kosten voor deelname aan een door of namens het Letterenfonds te verrichten impactonderzoek als bedoeld in artikel 12, onder 1, van deze regeling.

  • 3 Indien de aanvrager een bibliotheek of POI (Provinciale Ondersteuningsinstelling) is, dan wordt slechts subsidie verstrekt als de aanvrager aantoont minimaal 50% van de kosten van het project uit eigen middelen of op andere wijze te zullen financieren.

  • 4 Een project dient binnen een looptijd van maximaal 1 jaar na het moment van verlening van de subsidie te zijn afgerond.

Artikel 10. Beoordelingscriteria

  • 1 Alle aanvragen worden getoetst aan de volgende criteria:

    • a. visie op leesbevordering;

    • b. toegevoegde waarde; en

    • c. kwaliteit en realiteitszin van het projectplan en de begroting.

  • 2 Voor toekenning van de aanvraag dient het oordeel over alle in lid 1 genoemde criteria positief te zijn.

Artikel 11. Adviezen

  • 1 Aanvragen die in aanmerking komen voor een inhoudelijke beoordeling worden voor advies voorgelegd aan ten minste één externe adviseur.

  • 2 De externe adviseur beoordeelt de aanvragen op basis van de beoordelingscriteria genoemd in artikel 9 en adviseert over het al dan niet toewijzen van de aanvragen en de subsidiehoogte.

Artikel 12. Besluit

Het bestuur informeert de aanvrager binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag schriftelijk over zijn besluit.

Artikel 13. Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht om mee te werken aan een door of namens het Letterenfonds ingesteld impactonderzoek.

  • 2 De subsidieontvanger meldt onverwijld aan het bestuur als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b. niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

    • c. er aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 3 Bij een subsidiebedrag dat hoger is dan € 25.000 kan het bestuur aanvullende verplichtingen aan de subsidie verbinden.

  • 4 De subsidieontvanger vermeldt het Nederlands Letterenfonds als subsidiegever met het logo op de website van het project en alle promotie- en documentatiemateriaal, zoals folders, affiches en brochures van het project.

Artikel 14. Verlening, vaststelling en betaling subsidie tot en met € 25.000

  • 1 Aanvragen met een verlening tot en met € 25.000 worden bij de verlening direct vastgesteld.

  • 2 Het vastgestelde bedrag wordt binnen acht weken aan de aanvrager betaald.

Artikel 15. Verlening, bevoorschotting en vaststelling subsidie hoger dan € 25.000

  • 1 Verleningen hoger dan € 25.000 worden binnen acht weken aan de aanvrager in de vorm van een voorschot betaald.

  • 2 Subsidieontvangers van een subsidie hoger dan € 25.000 zijn verplicht binnen drie maanden na afloop van het project een inhoudelijke verantwoording, zo nodig voorzien van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten, in te dienen.

  • 3 Voor aanvragen met een toekenning hoger dan € 25.000 geldt dat als de activiteiten volgens de aanvraag zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, de subsidieontvanger binnen 13 weken een aanvraag indient van een beschikking tot subsidievaststelling. De beschikking tot subsidievaststelling wordt door het bestuur gegeven binnen 22 weken na de aanvraag daarvan.

Artikel 16. Intrekkings- en wijzigingsgronden subsidievaststelling

  • 1 Het bestuur kan de subsidievaststelling intrekken of wijzigen als de aanvrager niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2 Als het bestuur constateert dat substantiële wijzigingen zijn opgetreden ten opzichte van de bij de aanvraag verstrekte gegevens, kan het bestuur de subsidievaststelling intrekken of wijzigen.

Artikel 17. Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, een artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 18. Slotbepaling

  • 1 In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 19. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 31 december 2027. In afwijking van de eerste volzin blijft deze regeling zoals zij luidde op de dag voorafgaand aan de datum met ingang waarvan deze regeling vervalt, van toepassing op de afwikkeling van op grond van deze regeling ingediende aanvragen en verleende subsidies.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds,

Voor deze,

R. de Bildt,

directeur-bestuurder