-
a. Aanwezigheidsdienst: een aaneengesloten tijdsruimte van ten hoogste 24 uur, waarin
het personeel ’s nachts in de bedrijfsruimte op oproep beschikbaar is voor het verlenen
van ambulancezorg.
-
b. Afhijsen brandweer: een in opdracht van de RAV door de brandweer uitgevoerde afhijsing
van een patiënt naar een ambulance in situaties waarbij de afhijsing niet tot het
wettelijk takenpakket van de brandweer behoort. Hiervan is sprake als de RAV aannemelijk
kan maken dat de afhijsing noodzakelijk was met het oog op het beperken c.q. bestrijden
van een directe bedreiging voor het leven of de gezondheid van de patiënt, die zich
zou voordoen indien de patiënt op niet-horizontale wijze naar de ambulance zou worden
vervoerd.
-
c. Ambulance: ambulance zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Wet ambulancezorgvoorzieningen.
-
d. Ambulancezorg: zorg zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet ambulancezorgvoorzieningen.
-
e. Groep: een verzameling ondernemingen wier betrekkingen met een betrokken onderneming
voldoen aan de voorwaarden die zijn opgenomen in één of meer van de leden van artikel
5, lid 4, van de Externe link: Verordening (EG) nr. 139/2004.
-
f. Interklinisch vervoer: vervoer met zorg van een patiënt met een ambulance
-
g. Intraklinisch vervoer: vervoer met zorg van een patiënt met een ambulance
-
• niet zijnde MICU-vervoer; en
-
• tussen verschillende locaties van één zorgaanbieder; of
-
• tussen twee zorgaanbieders die onderdeel uitmaken van dezelfde groep; of
-
• het vervoer terug naar de locatie van verblijf in het geval van schenden van de voorwaarden
van een zorgmachtiging.
-
h. Inzet: een ambulance-inzet die in opdracht van de meldkamer wordt uitgevoerd.
-
i. Jaar (t): het kalenderjaar dat in de naam van deze Beleidsregel staat.
-
j. Kilometer: het aantal verreden kilometers voor alle soorten inzetten gezamenlijk.
Dat wil zeggen declarabele en niet-declarabele inzetten, inclusief mobiele zorgconsulten,
loze inzetten en voorwaardenscheppende inzetten. Kilometers verreden met piketauto’s
en MICU-ambulances vallen hier niet onder.
-
k. Loze inzet: een inzet uitgevoerd in opdracht van de meldkamer met de intentie tot
vervoer, waarbij tijdens de inzet of op de plaats van bestemming blijkt dat geen indicatie
voor ambulancezorg (meer) aanwezig is.
-
l. Meldkamer: meldkamer zoals bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Politiewet voor zover het gaat om de meldkamer ambulancezorg.
-
m. MICU-ambulance: een Mobiele Intensive Care Unit, een ambulance speciaal ingericht
voor het vervoer van een patiënt met een IC-indicatie tussen zorgaanbieders.
-
n. Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
-
o. Mobiel zorgconsult: een inzet uitgevoerd in opdracht van de meldkamer met de intentie
tot hulpverlening en/of vervoer van één of meerdere slachtoffers/patiënten, waarbij
de noodzaak tot vervoer, na onderzoek dan wel hulpverlening ter plaatse, niet gebleken
is. Inzetten uitgevoerd met piketauto’s en MICU-ambulances zijn geen mobiele zorgconsulten.
-
p. Parate diensten: diensten waarbij personeel direct inzetbaar is.
-
q. Piketauto: auto’s die worden ingezet ten behoeve van de tijdige beschikbaarheid van
personeel voor de ambulancezorg.
-
r. Referentiekader S&B: het referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg
zoals opgesteld door het RIVM en vastgesteld door de Minister.
-
s. Regionale ambulancevoorziening (RAV): de rechtspersoon, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen.
-
t. Representerende zorgverzekeraar(s): zorgverzekeraars die door de leden van Zorgverzekeraars
Nederland zijn aangewezen om namens hen een overeenkomst af te sluiten.
-
u. Retourinzet: een inzet waarbij de ambulance een patiënt naar een behandelplaats brengt
en deze, na een bepaalde wachttijd ter plaatse, weer terug brengt.
-
v. Stand-by inzet: inzet in opdracht van de meldkamer, waarbij de ambulance zich verplaatst
naar een bepaalde gebeurtenis of evenement vanwege de openbare orde of veiligheid.
-
w. Standplaats: door RAV gebruikte locatie waar vandaan de ambulances vertrekken en waar
voorzieningen zijn voor ambulancepersoneel en -materieel.
-
x. Topreferente zorg: zeer specialistische patiëntenzorg die
-
a. gepaard gaat met bijzondere diagnostiek en behandeling waarvoor geen doorverwijzing
meer mogelijk is;
-
b. een infrastructuur vereist waarbinnen vele disciplines op het hoogste deskundigheidsniveau
samenwerken; en
-
c. is gekoppeld aan fundamenteel patiëntgericht onderzoek.
-
y. Voorwaardenscheppende rit: een inzet in opdracht van de meldkamer waarbij de ambulance
naar een door de centralist bepaalde plaats rijdt om de beschikbaarheid van ambulancezorg
te waarborgen.
-
z. Zorgaanbieder: een zorgaanbieder zoals beschreven in art. 1, lid c van de Wmg.