Subsidieregeling uitvoering convenanten lerarentekort PO G5 inclusief aanpak zij-instroom PO G5

[Regeling vervalt per 01-06-2029.]
Geraadpleegd op 06-06-2025.
Geldend van 12-07-2024 t/m heden

Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 14 juni 2024, nr. PO/44103786, houdende regels voor de subsidieverstrekking voor de uitvoering van de convenanten voor de aanpak van het lerarentekort in het primair onderwijs, inclusief de integrale aanpak van zij-instroom in het primair onderwijs, in de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere (Subsidieregeling uitvoering convenanten lerarentekort PO G5 inclusief aanpak zij-instroom PO G5)

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 71 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 71 van de Wet op de expertisecentra;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

  • 1 De minister kan subsidie verstrekken aan een bevoegd gezag dat een vestiging heeft in een G5-gemeente en optreedt als penvoerder voor de uitvoering van de maatregelen, bedoeld in artikel 3 van het convenant dat voor die G5-gemeente gesloten is, en de daarbij gemaakte afspraken bedoeld in de artikelen 4 en 5 van het convenant dat voor de desbetreffende G5-gemeente gesloten is.

  • 2 Per gemeente wordt aan ten hoogste één bevoegd gezag subsidie verstrekt.

  • 3 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor ten hoogste 67% van de begrote kosten.

Artikel 4. Subsidieplafond en verdeling

In 2024 zijn voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling per G5-gemeente ten hoogste de volgende bedragen beschikbaar, voor de periode van 1 augustus 2024 tot en met 31 december 2025:

Gemeente

Beschikbaar bedrag

Amsterdam

€ 16.044.517,08

Rotterdam

€ 12.626.290,50

Den Haag

€ 9.859.511,23

Utrecht

€ 5.365.553,49

Almere

€ 3.619.961,03

Artikel 5. Penvoerderschap

  • 1 Een bevoegd gezag dat een vestiging heeft in een G5-gemeente treedt als penvoerder op namens de andere partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van de activiteiten uit het betreffende convenant.

  • 2 De subsidie wordt aangevraagd door, verstrekt aan en verantwoord door de penvoerder.

  • 3 Op de penvoerder rusten alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, alsmede de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de activiteiten in het convenant, ongeacht welke partij feitelijk met de uitvoering van de activiteiten is belast.

Artikel 6. De aanvraag

  • 1 Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 09:00 uur op de dag na publicatie van de regeling tot en met 30 augustus 2024 16:00 uur met gebruikmaking van het format dat daartoe door DUS-I beschikbaar wordt gesteld.

  • 2 Aanvragen die buiten het in het eerste lid bedoelde aanvraagtijdvak worden ingediend, worden afgewezen.

  • 3 De aanvraag gaat vergezeld van een begroting die aansluit op de activiteiten die zijn opgenomen in het convenant, ten aanzien waarvan artikel 3.5 van de Kaderregeling van overeenkomstige toepassing is, en een samenwerkingsovereenkomst, gesloten met alle partijen die deelnemen aan de uitvoering van het convenant.

  • 4 De begroting sluit aan bij de activiteiten die zijn opgenomen in het desbetreffende convenant en bevat, onverminderd artikel 3.5 van de Kaderregeling, een toelichting op het niet gesubsidieerde deel van de begroting.

  • 5 De samenwerkingsovereenkomst bevat in ieder geval:

    • a. een beschrijving van de wijze waarop elk van de partijen, bedoeld in het derde lid, bijdraagt aan de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt;

    • b. een beschrijving van de wijze waarop de besluitvorming binnen de in de samenwerkingsovereenkomst vastgelegde samenwerking plaatsvindt;

    • c. een beschrijving van de wijze waarop eventuele resterende middelen, indien artikel 7, negende lid, van toepassing is, na uitvoering van de activiteiten zullen worden verdeeld over de schoolbesturen en lerarenopleidingen die partij zijn bij het convenant;

    • d. een verklaring van de partijen, dat de penvoerder gemachtigd is om hen in het kader van de subsidieverstrekking in en buiten rechte te vertegenwoordigen; en

    • e. een verklaring van de partijen, dat zij zullen meewerken aan monitoring en evaluatie van de gesubsidieerde activiteiten; en

    • f. een verklaring dat zij alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de penvoerder van de besteding van de subsidie op verzoek aan de penvoerder zullen verstrekken.

Artikel 7. Vaststelling, uitbetaling en verantwoording

  • 1 In afwijking van artikel 9.1, vierde lid, van de Kaderregeling wordt de subsidie aan de penvoerder binnen 13 weken na sluiting van de aanvraagperiode verleend. De minister verstrekt een voorschot van 100%, dat in twee delen wordt uitbetaald.

  • 2 De minister betaalt de subsidie in delen als voorschot uit, en volgt daarbij de volgende verdeling:

    Gemeente

    2024 (maximaal),

    2025 (maximaal)

    Amsterdam

    € 11.316.901,17

    € 4.727.615,91

    Rotterdam

    € 8.905.876,14

    € 3.720.414,37

    Den Haag

    € 6.954.345,44

    € 2.905.165,79

    Utrecht

    € 3.784.560,06

    € 1.580.993,43

    Almere

    € 2.553.317,19

    € 1.066.643,84

  • 3 De minister betaalt de voorschotten uit in 2024 en 2025.

  • 4 De penvoerder levert uiterlijk op 1 oktober 2025 een kwantitatieve en kwalitatieve zelfevaluatie als bedoeld in artikel 5, derde en vierde lid, van het convenant dat voor de betreffende G5-gemeente gesloten is.

  • 5 De zelfevaluatie bevat in ieder geval:

    • a. een reflectie op de ontwikkeling van de tekorten in de gemeente;

    • b. een reflectie op de voortgang van de gemaakte afspraken in het convenant en de resultaten, bedoeld in artikel 3 van het convenant; en

    • c. een reflectie op de vragen:

      • 1°. hoe tevreden schoolbesturen, lerarenopleidingen en gemeente zijn met de ontwikkeling en de voortgang;

      • 2°. of de gekozen maatregelen, bedoeld in de artikel 3 van het desbetreffende convenant aanpassing behoeven.

  • 7 De subsidie wordt binnen een jaar na indiening van de jaarverslaggeving over het laatste jaar van de activiteitenperiode ambtshalve vastgesteld.

  • 8 Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel zijn verricht en volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is genoemd.

  • 9 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Artikel 8. Hardheidsclausule

De minister kan deze regeling in bijzondere gevallen buiten toepassing verklaren of daarvan afwijken, voor zover de toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, tot een onbillijkheid van overwegende aard zal leiden.

Artikel 9. Inwerkingtreding en geldingsduur

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 juni 2029, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft ten aanzien van de subsidies die voor die datum op grond van de regeling zijn verstrekt.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling uitvoering convenanten lerarentekort PO G5 inclusief aanpak zij-instroom PO G5.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

M.L.J. Paul