Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
geestelijk verzorger: de ambtenaar, bedoeld in artikel 1 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, die is aangesteld om bij de krijgsmacht als geestelijk verzorger werkzaam te zijn;
-
Hoofd van Dienst: de geestelijk verzorger, die ambtsinhoudelijk leiding geeft aan een van de Diensten
Geestelijke Verzorging;
-
zendende instantie: de door de rijksoverheid erkende institutie, of diens gemachtigde, die een of meerdere
kerkgenootschappen of genootschappen op grondslag van levensbeschouwing vertegenwoordigt
en bevoegd is goedkeuring te verlenen aan het werkzaam zijn van een ambtsdrager als
geestelijk verzorger bij Defensie.
Artikel 3. Eed of belofte
In afwijking van de Regeling ambtseed burgerambtenaren Defensie, legt de geestelijk verzorger de eed of belofte af ten overstaan van de Directeur
Geestelijke Verzorging of, in het geval van een Hoofd van Dienst, ten overstaan van
de Secretaris-Generaal, door voorlezing van de tekst van het formulier, bedoeld in
de bijlage bij deze regeling. Het afleggen van de eed of belofte geschiedt in de aanwezigheid
van diens Hoofd van Dienst of, in het geval van een Hoofd van Dienst, in de aanwezigheid
van één of meerdere vertegenwoordiger(s) van diens zendende instantie.
Artikel 4. Eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid
De aanstelling als geestelijk verzorger laat onverlet de eigen verantwoordelijkheid
en bevoegdheid van de zendende instantie en de eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid,
welke aan de functie verbonden is.
-
1 De geestelijk verzorger verricht de aan diens religieus of levensbeschouwelijk ambt
verbonden werkzaamheden, waaronder begrepen de in dat verband te onderhouden contacten
met medewerkers van het Ministerie van Defensie, zonder inhoudelijke bemoeienis daarmee
zijdens functionarissen en overige medewerkers van het Ministerie van Defensie. De
geestelijk verzorger is omtrent de inhoud van de aan diens religieus of levensbeschouwelijk
ambt verbonden werkzaamheden slechts verantwoording verschuldigd aan het Hoofd van
Dienst van de denominatie waartoe de geestelijk verzorger behoort.
-
3 De geestelijk verzorger is niet gehouden mededeling te doen aan medewerkers van het
Ministerie van Defensie, niet zijnde geestelijk verzorgers, omtrent de inhoud van
de aan diens religieus of levensbeschouwelijk ambt verbonden contacten en werkzaamheden.
Artikel 6. Zienswijze zendende instantie bij voornemen tot oplegging van een disciplinaire
straf
Artikel 8. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2024. Indien de Staatscourant
waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 juli 2024, treedt zij
in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin
zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 juli 2024.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Geestelijk Verzorgers Defensie.
Formulier voor het afleggen van de eed of belofte voor de ambtenaar die is aangesteld
om bij de krijgsmacht als geestelijk verzorger werkzaam te zijn.
Onverminderd de verplichtingen en verantwoordelijkheden die op mij rusten uit hoofde
van mijn religieus of levensbeschouwelijk ambt zweer / beloof ik dat ik trouw zal
zijn aan de Koning en dat ik de Grondwet en alle overige wetten van ons land zal eerbiedigen;
Ik zweer / verklaar dat ik noch direct, noch indirect in welke vorm dan ook valse
informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling;
Ik zweer / verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling aan niemand iets
heb geschonken of beloofd en dat ik dit ook niet zal gaan doen;
Ik zweer / verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling van niemand giften
heb aanvaard en aan niemand beloften heb gedaan en dat ik dit ook niet zal gaan doen;
Ik zweer / beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen
en zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan
ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die
personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben;
Ik zweer / beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik
zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn en dat ik niets zal doen dat het aanzien
van het ambt van ambtenaar kan schaden.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! / Dat verklaar en beloof ik! / een andere wijze
van afleggen, waarvan de letterlijke tekst hieronder staat aangegeven:
..........
Op .........., werd te .......... ten overstaan van (2) ..........
en in tegenwoordigheid van (3) ..........
door (1) ..........
de eed / belofte volgens bovenvermeld formulier afgelegd.
De geestelijk verzorger5:
|
De D DGV c.q. SG6:
|
Het Hoofd van Dienst c.q. vertegenwoordiger(s) zendende instantie7
|
..........
Peoplesoft nummer:
|
..........
|
..........
|
5 De geestelijk verzorger.
6 De Directeur Diensten GV c.q. – indien het Hoofd van Dienst de eed dan wel de belofte
aflegt – de Secretaris-Generaal.
7 het Hoofd van Dienst c.q. – indien het Hoofd van Dienst de eed dan wel belofte aflegt
– een of meerdere vertegenwoordiger(s) van de zendende instantie.