Beleidsregels teboekstelling privéschepen en luchtvaartuigen BES

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 05-07-2024 t/m heden.

Regeling van de bewaarder van het kadaster en de openbare registers, houdende vaststelling beleidsregels voor teboekstelling van privéschepen en luchtvaartuigen in de openbare registers als bedoeld in artikel 16 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES (Beleidsregels teboekstelling privéschepen en luchtvaartuigen BES)

De Bewaarder van het kadaster en de openbare registers,

Gelet op artikel 10 van de Kadasterwet BES;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Privéschepen

1.1. Verzoek teboekstelling

  • 1 De bewaarder verricht de teboekstelling van een privéschip door inschrijving van het verzoek tot teboekstelling in de openbare registers.

  • 2 De bewaarder verricht de teboekstelling voor ieder schip onder een eigen nummer.

1.2. Privéschip

  • 2 Bij het verzoek tot inschrijving van een privéschip verlangt de bewaarder stukken waaruit naar zijn oordeel genoegzaam blijkt dat het een verzoek tot inschrijving van een privéschip betreft als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet.

1.3. In aanbouw zijnd privéschip

  • 1 De bewaarder ziet erop toe dat het verzoek tot inschrijving van een in aanbouw zijnd privéschip naast een verklaring van de eigendom, eveneens inhoudt een bewijs dat het schip in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in aanbouw is.

  • 2 Een privéschip in aanbouw kan worden te boek gesteld, zodra de bewaarder aannemelijk is gemaakt dat met de bouw van het schip is begonnen en dat het schip in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in aanbouw is.

  • 3 De bewaarder verlangt van de eigenaar die op zijn naam een privéschip in aanbouw te boek heeft staan, indien hij het privéschip zelf in de vaart brengt, na de afbouw en voordat hij het schip in de vaart brengt, een verzoek ter inschrijving aan te bieden inhoudende de teboekstelling als afgebouwd schip. Op dit verzoek is artikel 1.2 van toepassing.

1.4. Register buiten openbare lichamen

  • 1 Bij het verzoek tot inschrijving van een privéschip verlangt de bewaarder dat vermeld wordt of het schip al, als schip in aanbouw of als afgebouwd schip, in de openbare registers dan wel in enig soortgelijk register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba te boek staat of te boek gestaan heeft en onder vermelding van welke identificatiekenmerken de eerdere teboekstellingen in openbare registers dan wel in enig soortelijk register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn gedaan, als ook de plaats van de teboekstelling.

  • 2 Indien het privéschip al in een register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba te boek gestaan heeft, verlangt de bewaarder bij het in het eerste lid genoemde verzoek een door de bevoegde autoriteit afgegeven verklaring, waaruit blijkt dat de teboekstelling is doorgehaald.

1.5. Teboekstelling buiten openbare lichamen

  • 1 Indien een privéschip, waarvan de teboekstelling wordt verzocht, reeds in een register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba te boek staat, vermeldt de bewaarder op het verzoek tot teboekstelling de aantekening dat deze teboekstelling slechts rechtsgevolg heeft indien één der gevallen, bedoeld in artikel 194, derde lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES, zich voordoet.

  • 2 De in het eerste lid genoemde vermelding wordt door de bewaarder doorgehaald indien binnen 30 dagen na de teboekstelling een bewijs wordt ingeschreven waaruit blijkt dat de teboekstelling in een register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waarin het schip te boek stond, is doorgehaald.

  • 3 Ingeval de houder van het register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba doorhaling weigert, vermeldt de bewaarder dit op het verzoek tot teboekstelling de aantekening na inschrijving van een afschrift van het verzoek tot doorhaling en een bewijs van weigering door de bewaarder van het register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De bewaarder haalt de in het eerste lid genoemde aantekening door.

1.6. Contact houder register buiten openbare lichamen

De bewaarder kan ter zake van het verzoek tot teboekstelling van een privéschip en ter zake van het verzoek of de aangifte tot doorhaling van de teboekstelling van een privéschip rechtstreeks in briefwisseling treden met de houder van een register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De briefwisseling kan door de bewaarder in de Nederlandse taal worden gevoerd.

1.7. Aanbrengen brandmerk

  • 1 Zodra een verzoek tot teboekstelling van een privéschip of van een privéschip in aanbouw is ingeschreven, laat de bewaarder het brandmerk door een ambtenaar van de Dienst of een andere door de bewaarder daarmee belaste persoon, op het schip aanbrengen.

  • 2 Het brandmerk, bedoeld in het eerste lid, wordt aangebracht op het achterschip, tenzij dit, ingeval het verzoek tot teboekstelling van een privéschip in aanbouw betreft, niet mogelijk is. In dat geval wordt het brandmerk dat dient ter aanduiding van een schip in aanbouw, aangebracht op een scheepsdeel van het schip in aanbouw.

  • 3 De bewaarder vermeldt de branding in het verzoek tot teboekstelling, onder aantekening van de plaats van het brandmerk op het schip, de aangetroffen oude brandmerken alsmede het ongeldig maken daarvan.

  • 4 Indien de branding in het buitenland heeft plaatsgevonden en de bevoegde buitenlandse autoriteit de bewaarder daarvan schriftelijk kennis heeft gegeven, is het derde lid van toepassing.

  • 5 Indien het schip reeds is gebrand, worden bij de branding van de nieuwe merken de bestaande merken verwijderd.

  • 6 Met inachtneming van het eerste tot en met vijfde lid worden de wijze en plaats van aanbrengen of verwijderen van een brandmerk in elk voorkomend geval bepaald door de ambtenaar van de Dienst of een andere door de bewaarder daarmee belaste persoon.

  • 7 Zolang na de teboekstelling van een privéschip het brandmerk daar nog niet op is aangebracht, wordt dat feit door de bewaarder aangetekend op de stukken die hij met betrekking tot een zodanig schip afgeeft of toezendt ingevolge de artikelen 75 en 76 van de wet.

  • 8 Het brandmerk dat dient ter aanduiding van een schip in aanbouw, wordt ook gebruikt voor het afgebouwde schip. Na inschrijving van het in artikel 1.3 bedoelde verzoek wordt in de gevallen, bedoeld in het tweede lid, tweede volzin, het brandmerk alsnog aangebracht op het achterschip, waarbij de overige leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing zijn.

1.8. Verwijderen brandmerk

  • 1 Het brandmerk op een privéschip mag niet wordt verwijderd, veranderd, dan wel onduidelijk of onzichtbaar worden gemaakt.

  • 2 Ingeval het voornemen bestaat om een scheepsdeel waarop een brandmerk voorkomt geheel of gedeeltelijk te verwijderen, dient de bewaarder hiervan door de eigenaar van het privéschip in kennis te worden gesteld onder opgaaf van de reden van verwijdering en met een omschrijving van het bestaande brandmerk. De kennisgeving gaat vergezeld van een verzoek aan de bewaarder om het privéschip opnieuw te branden.

  • 3 Indien een brandmerk is verdwenen of geheel of gedeeltelijk onleesbaar is geworden, verzoekt de eigenaar onverwijld schriftelijk de bewaarder het privéschip opnieuw te doen branden.

  • 4 Artikel 1.7 is van overeenkomstige toepassing in de gevallen, bedoeld in het tweede en derde lid.

  • 5 Indien bij reparatie of verbouwing van een privéschip het brandmerk is verwijderd of beschadigd, mag degene die de reparatie of verbouwing heeft uitgevoerd het privéschip niet afgeven voordat deze weer volledig zijn aangebracht.

1.9. Verschillende brandmerken

Wanneer de bewaarder blijkt dat een schip onder verschillende brandmerken te boek staat, beslist hij welke teboekstelling gehandhaafd blijft. Hij maakt van zijn bevinding zo nodig proces-verbaal op en zendt dit aan van de ter zake van het vervoer verantwoordelijke minister.

1.10. Verzoek tot en doorhaling van privéschip

  • 1 Indien de eigenaar van een te boek staand privéschip om doorhaling van de teboekstelling van het schip verzoekt of daartoe aangifte heeft gedaan, haalt de bewaarder de teboekstelling van een privéschip slechts door, indien het verzoekschrift is voorzien van de desbetreffende machtiging van de rechter in eerste aanleg. Het verzoekschrift wordt ter inschrijving aangeboden.

  • 2 Wanneer de bewaarder blijkt van enige omstandigheid die doorhaling van de teboekstelling van een privéschip wettigt, dient hij bij de rechter in eerste aanleg een verzoek in hem tot ambtshalve doorhaling te machtigen.

  • 3 De bewaarder voegt bij het verzoekschrift als bedoeld in het tweede lid, een afschrift betreffende de in de openbare registers voor dat privéschip ingeschreven stukken en alle andere bescheiden die tot staving van zijn verzoek kunnen dienen en die tot zijn beschikking staan. Het verzoekschrift, voorzien van de machtiging van de rechter in eerste aanleg, wordt ingeschreven.

1.11. Rechten van derden

Wanneer een verzoek of aangifte is gedaan met het oog op doorhaling van de teboekstelling van een privéschip, geeft de bewaarder hieraan slechts gevolg, indien geen inschrijvingen of voorlopige aantekeningen ten gunste van derden betreffende het schip bestaan of, indien zodanige inschrijvingen of voorlopige aantekeningen wel bestaan, geen van deze derden zich tegen doorhaling verzet.

1.12. Wijziging teboekstelling

Indien van een te boek staand privéschip de gegevens, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet, zijn gewijzigd, dan wel het schip enige andere wijziging heeft ondergaan waardoor de beschrijving van het schip niet meer aan de werkelijkheid beantwoordt, verlangt de bewaarder van de eigenaar een aangifte ter inschrijving waarin de wijziging wordt vermeld onder vermelding van de naam van het privéschip en de in artikel 27, eerste lid, onder c, van de wet, genoemde gegevens.

1.13. Levering privéschip

Onverminderd het bepaalde in artikel 30 van de wet, wordt ter inschrijving van een akte van levering van een te boek staand privéschip of van aandelen daarin, bij die akte tevens stukken aangeboden waarmee naar het oordeel van de bewaarder genoegzaam wordt aangetoond dat het een privéschip betreft als bedoeld in artikel 1 van de wet en dat het privéschip de Nederlandse nationaliteit heeft. Tevens wordt een verklaring ter inschrijving aangeboden die de in artikel 27, eerste lid, onder a tot en met c, van de wet bedoelde gegevens bevat.

Hoofdstuk 2. Luchtvaartuigen

2.1. Verzoek teboekstelling

  • 1 De bewaarder verricht de teboekstelling van een luchtvaartuig door inschrijving van het verzoek tot teboekstelling in de openbare registers.

  • 2 De bewaarder verricht de teboekstelling voor ieder luchtvaartuig onder een eigen nummer, welke nummers een ononderbroken reeks vormen.

2.2. Verklaring eigenaar

  • 2 De bewaarder controleert of in de verklaring van de eigenaar opgenomen is dat:

    • a. Het een Nederlands luchtvaartuig is in de zin van de Wet luchtvaart;

    • b. Het maximaal toegelaten startmassa van het luchtvaartuig ten minste 450 kilogram is;

    • c. De verzoeker eigenaar is van het luchtvaartuig, met daarbij bescheiden waaruit voor de bewaarder genoegzaam blijkt dat de verzoeker de eigenaar is.

2.3. Verdragsregister of soortgelijk register buiten openbare lichamen

  • 1 Bij het verzoek tot inschrijving van een luchtvaartuig verlangt de bewaarder dat vermeld wordt of het luchtvaartuig in de openbare registers, een verdragsregister of in enig soortgelijk register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba te boek staat of te boek gestaan heeft en onder vermelding van welke identificatiekenmerken de eerdere teboekstellingen of doorhalingen in openbare registers, een verdragsregister of in enig soortgelijk register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn gedaan, alsmede de plaats van de teboekstelling.

  • 2 Indien een luchtvaartuig, waarvan de teboekstelling wordt verzocht, al in een verdragsregister of in enig soortgelijk register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba te boek staat, vermeldt de bewaarder op het verzoek tot teboekstelling de aantekening dat deze teboekstelling slechts rechtsgevolg heeft indien de eigenaar aantoont de eigendom van het luchtvaartuig te hebben verkregen door toewijzing na een executie die in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft plaatsgevonden.

2.4. Contact houder verdragsregister of soortgelijk register buiten openbare lichamen

De bewaarder kan ter zake van het verzoek tot teboekstelling van een luchtvaartuig en ter zake van het verzoek of de aangifte tot doorhaling van de teboekstelling van een luchtvaartuig rechtstreeks in briefwisseling treden met de houder van een verdragsregister of soortgelijk register buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De briefwisseling kan door de bewaarder in de Nederlandse taal worden gevoerd.

2.5. Verzoek tot en doorhaling van luchtvaartuig

  • 1 Indien de eigenaar van een te boek staand luchtvaartuig om doorhaling van de teboekstelling van het luchtvaartuig verzoekt of daartoe aangifte heeft gedaan, haalt de bewaarder de teboekstelling van het luchtvaartuig slechts door, indien het verzoekschrift is voorzien van de desbetreffende machtiging van de rechter in eerste aanleg. Het verzoekschrift wordt ter inschrijving aangeboden.

  • 2 Wanneer de bewaarder blijkt van enige omstandigheid die doorhaling van de teboekstelling van een luchtvaartuig wettigt, dient hij bij de rechter in eerste aanleg een verzoek in hem te machtigen tot ambtshalve doorhaling.

  • 3 De bewaarder voegt bij het verzoekschrift als bedoeld in het tweede lid, een afschrift betreffende de in de openbare registers voor dat luchtvaartuig ingeschreven stukken en alle andere bescheiden die tot staving van zijn verzoek kunnen dienen en die tot zijn beschikking staan. Het verzoekschrift, voorzien van de machtiging van de rechter in eerste aanleg, wordt ingeschreven.

2.6. Rechten van derden

Wanneer een verzoek of aangifte is gedaan met het oog op doorhaling van de teboekstelling van een luchtvaartuig, behalve in het geval, genoemd in artikel 1304, het eerste lid, onderdeel b, onder 4°, van boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES, geeft de bewaarder hieraan slechts gevolg, indien geen inschrijvingen of voorlopige aantekeningen ten gunste van derden betreffende het luchtvaartuig bestaan of, indien zodanige inschrijvingen of voorlopige aantekeningen wel bestaan, geen van deze derden zich tegen doorhaling verzet.

2.7. Wijziging teboekstelling

Indien van een te boek staand luchtvaartuig de gegevens, bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdelen a, b of c van de wet, zijn gewijzigd, dan wel het luchtvaartuig enige andere wijziging heeft ondergaan waardoor de beschrijving van het luchtvaartuig niet meer aan de werkelijkheid beantwoordt, kan de eigenaar een aangifte ter inschrijving waarin de wijziging wordt vermeld aanbieden aan de bewaarder, onder vermelding van het type van het luchtvaartuig en, indien het luchtvaartuig een naam voert, de naam ervan alsmede het in artikel 28, eerste lid, onder d, van de wet, genoemde gegeven.

2.8. Levering luchtvaartuig

Onverminderd het bepaalde in artikel 30 van de wet, wordt ter inschrijving van een akte van levering van een te boek staand luchtvaartuig of van aandelen daarin, bij die akte tevens stukken aangeboden waarmee naar het oordeel van de bewaarder genoegzaam wordt aangetoond dat het luchtvaartuig de Nederlandse nationaliteit heeft. Tevens wordt een verklaring ter inschrijving aangeboden die de in artikel 28, eerste lid, onder a tot en met d, van de wet bedoelde gegevens bevat.

Apeldoorn, 13 juni 2024

De bewaarder van het kadaster en de openbare registers

Namens deze,

B.H.J. Roes

Hoofdbewaarder van het kadaster en de openbare registers