Instellingsbesluit adviescommissie Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning en Zorg

[Regeling vervalt per 01-01-2027.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 30-11-2024 t/m heden.

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 juni 2024, kenmerk 3861814-1067971-MEVA, houdende de instelling van een adviescommissie voor de uitvoering van de Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning en Zorg (Instellingsbesluit adviescommissie Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning en Zorg)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • commissie: adviescommissie STOZ, bedoeld in artikel 2;

  • minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • ministerie: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1 Er is een adviescommissie STOZ.

Artikel 3. Leden

De commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste 15 andere leden. In het Benoemingsbesluit adviescommissie Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning en Zorg zijn de kandidaten opgenomen.

Artikel 4. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1 De voorzitter en de andere leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 2 De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd.

  • 3 De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 4 De voorzitter en de andere leden kunnen op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de minister.

  • 5 Indien in voorkomend geval uit feiten en of omstandigheden blijkt dat de voorzitter of een van de andere leden van de commissie zelf direct of indirect betrokkenheid heeft bij een adviesaanvraag dan zullen zij zich onverwijld laten vervangen door hun plaatsvervanger en zich weerhouden van enige bemoeienis ten aanzien van de adviesaanvraag.

Artikel 5. Instellingsduur

De commissie wordt ingesteld met ingang van 1 juli 2024 en wordt opgeheven per 1 januari 2027.

Artikel 6. Secretariaat

  • 1 De minister voorziet in het secretariaat van de commissie.

  • 2 Het secretariaat is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

  • 3 Aan het secretariaat kunnen medewerkers worden toegevoegd.

  • 4 Indien ambtenaren, in dienst van het ministerie, tot secretaris of medewerker van het secretariaat worden benoemd, zijn zij tegenover anderen dan de commissie verplicht tot geheimhouding van hetgeen in het verband van de werkzaamheden van de commissie bekend is geworden.

Artikel 7. Werkwijze

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2 De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

  • 3 De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 8. Vergoeding

  • 2 De voorzitter ontvangt een vergoeding per vergadering van € 468,82.

  • 3 De andere leden ontvangen een vergoeding per vergadering van € 360,63.

Artikel 9. Kosten van de commissie

  • 1 De kosten van de commissie komen, alleen voor zover deze overeenkomen met de vooraf door de minister goedgekeurde begroting, voor rekening van de minister. Onder kosten worden verstaan de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek.

  • 2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting aan de minister aan.

Artikel 10. Wijze van beraadslaging

  • 1 De commissie kan slechts adviezen vaststellen indien ten minste de voorzitter en drie andere leden aanwezig zijn.

  • 2 Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 3 Een lid neemt geen deel aan de beraadslaging over een advies waarbij hij persoonlijk betrokken is.

Artikel 11. Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 12. Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Maatschappelijke Ondersteuning van het ministerie.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2024 en vervalt met ingang van 1 januari 2027.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit adviescommissie Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning en Zorg.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. Helder