Regeling specifieke uitkering Programma Natuur 2e fase

[Regeling vervalt per 01-01-2033.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 27-06-2024 t/m heden.

Regeling van de Minister voor Natuur en Stikstof van 24 juni 2024, nr. WJZ/ 59263981, houdende regels voor het verstrekken van eenmalige specifieke uitkeringen in verband met de uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Natuur (Regeling specifieke uitkering Programma Natuur 2e fase)

De Minister voor Natuur en Stikstof,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • apparaatskosten: kosten van provincies en partners, die samenhangen met de regievoering van voorbereiding en uitvoering van het Provinciaal Uitvoeringsprogramma;

  • goede staat: staat van een natuurgebied waarin de condities aanwezig zijn voor een duurzaam behoud van de voornaamste kenmerken van de daarin gelegen habitattypen of leefgebieden van soorten, zodanig dat het natuurgebied bij kan dragen aan het bereiken of behouden van een gunstige staat van instandhouding voor een habitat of een soort als bedoeld in artikel 1, onder e en i, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992, L 372) of een niveau van instandhouding als bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20);

  • herstelstrategie: pakket aan maatregelen dat ertoe moet leiden dat de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied op termijn worden gehaald;

  • minister: Minister voor Natuur en Stikstof;

  • Natura 2000-gebied: gebied als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet en waar stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden van soorten voorkomen;

  • natuurdoelanalyse: ecologische (ex ante) beoordeling op basis van beschikbare informatie met als doel te bepalen of de te verwachte stikstofreductie voor een specifiek natuurgebied in samenhang met de uit te voeren natuurherstelmaatregelen bijdraagt aan of leidt tot bereik van de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied of van een goede staat van een natuurgebied dat buiten een Natura 2000-gebied is gelegen;

  • natuurgebied: Natura 2000-gebied met stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden van soorten en een buiten een Natura 2000-gebied gelegen gebied behorende tot het Natuurnetwerk Nederland met stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden van soorten;

  • Natuurnetwerk Nederland: netwerk van gebieden als bedoeld in artikel 7.6, eerste lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving;

  • Natuurpact: Natuurpact ontwikkeling en beheer van de natuur in Nederland van 18 september 2013, (Kamerstukken II 2013/14, 33 576, nr. 6);

  • prioritaire opgave: opgave voor het verbeteren van natuurcondities in een natuurgebied, waar verslechtering van habitattypen of leefgebieden van soorten is geconstateerd of niet is uit te sluiten dan wel sprake is van een zeer ongunstige staat van instandhouding;

  • Provinciaal Uitvoeringsprogramma: programma van de provincie dat de gebiedsgerichte uitwerking bevat van het beleid om uitvoering te geven aan het Uitvoeringsprogramma Natuur, dat maatregelen bevat om de condities van stikstofgevoelige habitats in natuurgebieden te verbeteren en dat is geactualiseerd voor de periode 2024–2032;

  • sleutelhectares: te verwerven areaal in het Natuurnetwerk Nederland dat noodzakelijk is om in samenhang met reeds verworven areaal een gebied daadwerkelijk te kunnen inrichten voor de ontwikkeling van relevante natuurbeheertypen of te verwerven of in te richten areaal dat anderszins in belangrijke mate bij kan dragen aan de realisatie van beoogde natuurbeheertypen;

  • stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden van soorten: habitattypen en leefgebieden van soorten waarvoor Natura 2000-gebieden zijn aangewezen en waarvoor de kritische depositiewaarde lager is dan 34 kg N/ha/jaar of 2.400 mol/ha/jaar en waarvan de kritische depositiewaarde dreigt te worden overschreden;

  • Uitvoeringsprogramma Natuur: programma dat zich richt op natuurherstel in de overbelaste stikstofgevoelige natuurgebieden, zoals beschreven in de brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer van 8 december 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 33 576, nr. 216);

  • uitvoeringsactiviteiten: activiteiten van provincies en partners in het kader van het doel, de aanpak of de beoogde resultaten, beschreven in een Provinciaal Uitvoeringsprogramma, waaronder de aanleg van bos in het kader van boscompensatie voor bosgebied dat vanaf 1 januari 2017 is gekapt of dat vóór 2030 nog gekapt gaat worden voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen in Natura 2000-gebieden, alsmede werkzaamheden in het kader van onderzoek en analyse, administratie en toezicht op die activiteiten.

Artikel 2. Specifieke uitkering

  • 1 De Minister kan op aanvraag een specifieke uitkering verstrekken aan een provincie voor het realiseren van de condities die nodig zijn voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden of van een goede staat van natuurgebieden die buiten Natura 2000-gebieden zijn gelegen.

  • 2 Er wordt per provincie één specifieke uitkering verstrekt. De specifieke uitkering wordt verstrekt voor de kosten, inclusief de apparaatskosten, die zijn gemaakt voor de uitvoeringsactiviteiten in de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2032 en waarvoor bestuurlijke verplichtingen zijn aangegaan in de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2031.

  • 4 De apparaatskosten zijn additioneel aan de reguliere loonkosten en materiële kosten van het eigen provinciale apparaat en worden specifiek voor de uitvoering van het Provinciaal Uitvoeringsprogramma gemaakt.

  • 5 De apparaatskosten maken voor ten hoogste 15 procent onderdeel uit van de specifieke uitkering over de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2032.

Artikel 3. Hoogte van de uitkering

De specifieke uitkering bedraagt ten hoogste de som van het bedrag voor aanleg van bos in het kader van boscompensatie en het bedrag voor de kosten voor andere uitvoeringsactiviteiten, inclusief de BTW, opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 4. Aanvraag tot verlening

  • 1 Een aanvraag voor een specifieke uitkering kan worden gedaan gedurende 8 weken na inwerkingtreding van deze regeling.

  • 2 De aanvraag bevat in ieder geval:

    • a. de hoogte van de gevraagde specifieke uitkering, waarbij wordt aangegeven welk deel de BTW betreft;

    • b. de periode waarin de gevraagde specifieke uitkering besteed zal worden, welke periode uiterlijk 1 januari 2033 eindigt.

  • 3 De aanvraag per provincie wordt ingediend met gebruikmaking van het in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen format en bevat de volgende informatie:

    • a. per natuurgebied:

      • 1°. een kaart in GIS van het natuurgebied, waarop de begrenzing en de oppervlakte zijn aangegeven, en indien van toepassing de overgangsgebieden;

      • 2°. op deze kaart de begrenzing van het Natuurnetwerk Nederland en de gebieden die het provinciaal aandeel vormen in de landelijke opgave van 80.000 ha nieuwe natuur in het Natuurnetwerk Nederland;

      • 3°. op deze kaart een overzicht van alle maatregelen die ten behoeve van het natuurgebied van toepassing zijn door middel van markeringen en een duidelijke legenda. De markeringen betreffen de locatie waar de maatregelen worden genomen;

      • 4°. een beschrijving van de prioritaire opgaven in het gebied;

      • 5°. een beschrijving voor welke soorten en habitats de natuurcondities worden verbeterd;

      • 6°. per Natura 2000-gebied een habitattypekaart met de oppervlakte waarop de aangegeven verbetering plaatsvindt;

      • 7°. een beschrijving van de drukfactoren, die worden benoemd in de natuurdoelanalyses;

      • 8°. per Natura 2000-gebied een beschrijving van de in de herstelstrategieën opgenomen maatregelen, die worden genomen om de prioritaire opgaven in het gebied te realiseren en per natuurgebied dat buiten een Natura 2000-gebied is gelegen een beschrijving van de maatregelen die worden genomen om de natuurcondities te verbeteren;

      • 9°. een gemotiveerde inschatting van het percentage aan drukfactoren dat wordt weggenomen door deze maatregelen;

      • 10°. een gemotiveerde inschatting voor hoeveel kilogram stikstof deze maatregelen bijdragen aan stikstofreductie, los van bronmaatregelen;

      • 11°. een aanduiding van welke genoemde maatregelen in combinatie worden genomen met maatregelen ten behoeve van een natuurgebied in een aangrenzende provincie respectievelijk met maatregelen in een aangrenzend buitenland, alsmede op welke wijze die combinatie plaats vindt;

      • 12°. een begroting van de kosten van de maatregelen;

      • 13°. voor zover sprake is van maatregelen in (beoogde) natuurgebieden in het Natuurnetwerk Nederland, een motivering waarom deze maatregelen additioneel zijn aan de maatregelen afgesproken in het Natuurpact;

      • 14°. bij maatregelen die bestaan in het verwerven van sleutelhectares, een motivering waarom sprake is van sleutelhectares;

    • b. een overzicht van de totale apparaatskosten; en

    • c. een kaart in GIS van het gebied, waarop de begrenzing en de oppervlakte in hectare zijn aangegeven van het bos, dat wordt aangelegd in het kader van boscompensatie voor bosgebied dat vanaf 1 januari 2017 is gekapt of dat vóór 2030 nog gekapt gaat worden voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen in Natura 2000-gebieden.

Artikel 5. Uitvoeringsactiviteiten

  • 1 De uitvoeringsactiviteiten waarvoor de specifieke uitkering wordt verstrekt zijn additioneel aan de uitvoeringsactiviteiten die worden uitgevoerd in het kader van het Natuurpact.

  • 2 De provincies kunnen aanvullende uitvoeringsactiviteiten opnemen in de aanvraag. Deze kunnen in de plaats treden van uitvoeringsactiviteiten die gedurende de looptijd geen doorgang kunnen vinden of pas na de looptijd kunnen worden uitgevoerd, als hiermee de hoogte van de specifieke uitkering niet wordt overschreden.

Artikel 6. Maximaal vergoedbare kosten buiten Natura 2000-gebieden

  • 1 De provincies Flevoland en Groningen ontvangen ten hoogste 85% vergoeding van de kosten voor de uitvoeringsactiviteiten, ten behoeve van natuurgebieden die buiten de Natura 2000-gebieden zijn gelegen.

  • 2 De overige provincies ontvangen ten hoogste 10% vergoeding van de kosten voor de uitvoeringsactiviteiten, ten behoeve van natuurgebieden die buiten de Natura 2000-gebieden zijn gelegen.

Artikel 7. Beslistermijn

De Minister beslist op de aanvraag om een specifieke uitkering binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 8. Verplichtingen

  • 1 De provincie draagt er zorg voor dat de specifieke uitkering uitsluitend wordt besteed ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten waarvoor zij is verstrekt.

  • 2 De provincie besteedt de specifieke uitkering in de periode als aangegeven in de beschikking tot verlening.

  • 3 De provincie draagt zorg voor de monitoring van natuurgebieden conform de afspraken die hierover in interprovinciaal verband en in afstemming met het Rijk zijn en worden gemaakt. Ten behoeve van het Programma Natuur maken het Rijk en de provincies gezamenlijk afspraken zodat eenduidige, optelbare informatie wordt verzameld en gerapporteerd over natuurmaatregelen, omgevingscondities en doelbereik.

  • 4 De provincie rapporteert jaarlijks op 1 mei over het voorafgaande jaar aan de Minister conform het daartoe door de Minister verstrekte format. De rapportage bevat:

    • a. een overzicht van de natuurgebieden ten behoeve waarvan uitvoeringsactiviteiten plaatsvinden.

    • b. per natuurgebied:

      • 1°. een overzicht van de prioritaire opgaven ten behoeve waarvan uitvoeringsactiviteiten plaatsvinden, alsmede een overzicht van de soorten en habitats waarvan de natuurcondities verbeteren als gevolg van de uitvoeringsactiviteiten;

      • 2°. de voortgang en de realisatie van de prioritaire opgaven, in het bijzonder het percentage weggenomen drukfactoren, de gerealiseerde bijdrage van stikstofemissiereductie in kilogram stikstof en de oppervlakte herstelde natuur.

    • c. de gerealiseerde oppervlakte boscompensatie en de oppervlakte boscompensatie onderhanden in hectares.

Artikel 9. Voorschot

De Minister kan bij de verlening ambtshalve of op aanvraag besluiten tot het verstrekken van 100% voorschot voor de specifieke uitkering uit te betalen in meerdere betaaltermijnen.

Artikel 10. Verantwoording en terugvordering

  • 2 Indien uit de verantwoordingsinformatie blijkt dat de specifieke uitkering niet volledig is besteed aan uitvoeringsactiviteiten waarvoor deze is verstrekt of onrechtmatig is besteed, kan de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de Minister worden teruggevorderd. De Minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan de ontvanger van de specifieke uitkering.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2033, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op aanvragen die op grond van deze regeling zijn ingediend en op specifieke uitkeringen die op grond van deze regeling zijn verleend of vastgesteld.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering Programma Natuur 2e fase.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 juni 2024

De Minister voor Natuur en Stikstof,

C. van der Wal-Zeggelink

Bijlage 1. behorende bij artikel 3

Rijksbijdrage per jaar (2024–2027) per provincie voor gebiedsgerichte maatregelen
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Groningen

4.380.000

4.160.000

3.780.000

3.670.000

1.820.000

1.820.000

2.510.000

Friesland

17.540.000

16.640.000

15.140.000

14.690.000

7.270.000

7.270.000

10.040.000

Drenthe

27.400.000

26.000.000

23.650.000

22.950.000

11.360.000

11.360.000

15.690.000

Overijssel

27.400.000

26.000.000

23.650.000

22.950.000

11.360.000

11.360.000

15.690.000

Gelderland

60.280.000

57.190.000

52.040.000

50.490.000

24.990.000

24.990.000

34.520.000

Flevoland

3.840.000

3.640.000

3.310.000

3.210.000

1.590.000

1.590.000

2.200.000

Utrecht

6.580.000

6.240.000

5.680.000

5.510.000

2.730.000

2.730.000

3.770.000

Noord-Holland

16.440.000

15.600.000

14.190.000

13.770.000

6.810.000

6.810.000

9.410.000

Zuid-Holland

10.960.000

10.400.000

9.460.000

9.180.000

4.540.000

4.540.000

6.280.000

Zeeland

7.670.000

7.280.000

6.620.000

6.430.000

3.180.000

3.180.000

4.390.000

Noord-Brabant

27.400.000

26.000.000

23.650.000

22.950.000

11.360.000

11.360.000

15.690.000

Limburg

24.110.000

22.880.000

20.810.000

20.200.000

10.000.000

10.000.000

13.810.000

Totaal

234.000.000

222.000.000

202.000.000

196.000.000

97.000.000

97.000.000

134.000.000

Rijksbijdrage per jaar (2024–2027) per provincie voor boscompensatie
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Groningen

0

0

0

0

0

0

0

Friesland

0

0

0

0

0

0

0

Drenthe

1.380.938,29

1.380.938,29

1.380.938,29

1.380.938,29

1.380.938,29

1.380.938,29

1.438.477,38

Overijssel

9.914.429,71

9.914.429,71

9.914.429,71

9.914.429,71

9.914.429,71

9.914.429,71

10.327.530,95

Gelderland

4.305.694,86

4.305.694,86

4.305.694,86

4.305.694,86

4.305.694,86

4.305.694,86

4.485.098,81

Flevoland

0

0

0

0

0

0

0

Utrecht

368.250,29

368.250,29

368.250,29

368.250,29

368.250,29

368.250,29

383.594,05

Noord-Holland

1.097.668,57

1.097.668,57

1.097.668,57

1.097.668,57

1.097.668,57

1.097.668,57

1.143.404,76

Zuid-Holland

99.144,00

99.144,00

99.144,00

99.144,00

99.144,00

99.144,00

103.275,00

Zeeland

28.326,86

28.326,86

28.326,86

28.326,86

28.326,86

28.326,86

29.507,14

Noord-Brabant

5.743.286,86

5.743.286,86

5.743.286,86

5.743.286,86

5.743.286,86

5.743.286,86

5.982.590,48

Limburg

1.062.260,57

1.062.260,57

1.062.260,57

1.062.260,57

1.062.260,57

1.062.260,57

1.106.521,43

Totaal

24.000.000

24.000.000

24.000.000

24.000.000

24.000.000

24.000.000

25.000.000

Bijlage 2. behorende bij artikel 4

Aanvraagformat

Programma Natuur – algemeen format 2e fase

Gebaseerd op het spoorboekje

Provincie ............................

  • 1. Geef een overzicht van alle natuurgebieden (verdeeld naar Natura 2000-gebieden en buiten Natura 2000-gebied gelegen stikstofgevoelige gebieden behorende tot het Natuurnetwerk Nederland) waarvoor maatregelen worden genomen om stikstofgevoelige instandhoudingsdoelstellingen te realiseren.

...................................................................................................................................................................

  • 2. Geef de hoogte aan van de gevraagde specifieke uitkering en geef hierbij aan welk deel compensabele BTW betreft.

...................................................................................................................................................................

  • 3. Geef de totaalbegroting weer en geef hierbij aan welk deel de apparaatskosten betreft.

...................................................................................................................................................................

  • 4. Geef de oppervlakte bos aan in hectare en op kaart in GIS, die wordt aangelegd in het kader van boscompensatie voor bosgebied dat vanaf 1 januari 2017 is gekapt of vóór 2030 nog gekapt zal worden voor het behalen van de instandhoudingsdoelen in Natura2000-gebieden.

...................................................................................................................................................................

  • 5. Geef de omvang aan van het provinciaal aandeel van de landelijke opgave van 80.000 ha ingerichte nieuwe natuur en geef op kaart in GIS aan waar het is gelegen in de provincie.

...................................................................................................................................................................

Programma Natuur – format per natuurgebied 2e fase

Gebaseerd op het spoorboekje

  • 0. Definities:

    Natuurgebied zijnde: een ‘stikstofgevoelig Natura 2000-gebied’.

    Kaart: een GIS-bestand waarmee de gevraagde informatie zichtbaar is gemaakt.

...................................................................................................................................................................

Provincie ............................

Dit format invullen per stikstofgevoelig Natura 2000-gebied.

  • 1. Geef aan voor welk natuurgebied maatregelen worden genomen om stikstofgevoelige instandhoudingsdoelstellingen te realiseren.

...................................................................................................................................................................

  • 2. Geef aan:

    • a. de prioritaire opgave: doelstellingen volgens aanwijzingsbesluit en Staat van Instandhouding (SVI) volgens de uitkomsten van de Natuurdoelanalyse (NDA) en de beheerplannen Natura 2000.

    • b. voor welke soorten en/of habitattypen oppervlakte verbetering van natuurcondities zal plaatsvinden (habitattype kaart met oppervlaktes bijvoegen).

...................................................................................................................................................................

  • 3. Geef aan:

    • a. welke drukfactoren worden benoemd in de NDA’s.

    • b. welke maatregelen worden – passend binnen de kaders van de ‘Herstelstrategieën stikstofgevoelige habitattypen’ – genomen.

    • c. of deze maatregelen de drukfactoren onder a. volledig wegnemen en zo nee voor welk percentage (gemotiveerde inschatting).

    • d. in welke mate deze maatregelen los van bronmaatregelen bijdragen aan stikstofemissiereductie in kg stikstof (gemotiveerde inschatting).

    • e. of deze maatregelen worden genomen in combinatie met maatregelen voor of ten behoeve van een (overig) natuurgebied in een aangrenzende provincie of een aangrenzend buitenland. Zo ja, geef aan op welke wijze.

    • f. de kosten van de maatregelen.

...................................................................................................................................................................

  • 4. Geef op kaart aan:

    • a. waar de begrenzing van het natuurgebied ligt.

    • b. waar het provinciaal aandeel in de landelijke opgave van 80.000 ha in en rond het natuurgebied ligt.

    • c. waar de maatregelen worden getroffen (aangeven op kaart die alle maatregelen voor het betreffende natuurgebied omvat).

...................................................................................................................................................................

  • 5. Indien de te realiseren maatregelen binnen NNN gebied vallen, geef dan per NNN-gebied aan:

    • a. welke inrichtingsmaatregelen waren beoogd in dit gebied en onderbouw dit zo mogelijk met formele documenten (bijvoorbeeld een bestuurlijk vastgesteld inrichtingsplan).

    • b. een onderbouwing waarom de te realiseren maatregelen additioneel zijn aan de inrichtingsopgave uit het natuurpact.

...................................................................................................................................................................

  • 6. Indien wordt ingezet op versnelling verwerving en/of inrichting NNN, geef per NNN-gebied aan waar de versnelling uit bestaat en waarom sprake is van sleutelhectares.

...................................................................................................................................................................

Ja/nee*) *) doorhalen wat niet van toepassing is

Zo ja, welke maatregelen?

...................................................................................................................................................................

Programma Natuur – format per overig natuurgebied 2e fase

Gebaseerd op het spoorboekje

  • 0. Definities:

Natuurgebied zijnde: een buiten een Natura 2000-gebied gelegen stikstofgevoelig gebied behorende tot het Natuurnetwerk Nederland

Kaart: een GIS-bestand waarmee de gevraagde informatie zichtbaar is gemaakt.

..........................................................................................................................................

Provincie ............................

Dit format invullen per natuurgebied.

  • 1. Geef aan voor welk natuurgebied (gelegen buiten een Natura 2000-gebied) maatregelen worden genomen om stikstofgevoelige habitattypen of leefgebieden te realiseren.

...................................................................................................................................................................

  • 2. Geef aan:

    • a. voor welke soorten en/of habitattypen oppervlakte verbetering van natuurcondities zal plaatsvinden (kaart met oppervlaktes bijvoegen).

    • b. de prioritaire opgave: geef aan in welke mate dit bijdraagt aan de gunstige Staat van Instandhouding.

................................................................................................................................................................

  • 3. Geef aan:

    • a. welke drukfactoren worden benoemd.

    • b. welke maatregelen worden genomen.

    • c. of deze maatregelen de drukfactoren onder a. volledig wegnemen en zo nee voor welk percentage (gemotiveerde inschatting).

    • d. in welke mate deze maatregelen los van bronmaatregelen bijdragen aan stikstofemissiereductie in kg stikstof (gemotiveerde inschatting).

    • e. of deze maatregelen worden genomen in combinatie met maatregelen voor of ten behoeve van een (overig) natuurgebied in een aangrenzende provincie of een aangrenzend buitenland. Zo ja, geef aan op welke wijze.

    • f. de kosten van de maatregelen.

...................................................................................................................................................................

  • 4. Geef op kaart aan:

    • a. waar de begrenzing van het overige natuurgebied ligt.

    • b. waar het provinciaal aandeel in de landelijke opgave van 80.000 ha in en rond het overige natuurgebied ligt.

    • c. waar de maatregelen worden getroffen (aangeven op kaart die alle maatregelen voor het betreffende natuurgebied omvat).

...................................................................................................................................................................

  • 5. Indien de te realiseren maatregelen binnen NNN gebied vallen, geef dan per NNN-gebied aan:

    • a. welke inrichtingsmaatregelen waren beoogd in dit gebied en onderbouw dit zo mogelijk met formele documenten (bijvoorbeeld een bestuurlijk vastgesteld inrichtingsplan).

    • b. een onderbouwing waarom de te realiseren maatregelen additioneel zijn aan de inrichtingsopgave uit het natuurpact.

...................................................................................................................................................................

  • 6. Indien wordt ingezet op versnelling verwerving en/of inrichting NNN, geef per NNN-gebied aan waar de versnelling uit bestaat en waarom sprake is van sleutelhectares.

...................................................................................................................................................................

  • 7. Voert de provincie maatregelen op, die zijn goedgekeurd in het kader van de SPUK-regeling voor de eerste fase van het Programma Natuur?

    Ja/nee*) *) doorhalen wat niet van toepassing is

    Zo ja, welke maatregelen?

    .........................................................................................................................................................