Beleidskader rechtspositie stagiairs bij de sector Rijk

[Regeling materieel uitgewerkt per 18-04-2025.]
Geraadpleegd op 25-04-2025.
Geldend van 04-06-2024 t/m heden

Beleidskader rechtspositie stagiairs bij de sector Rijk

1. Inleiding

Sinds 2012 is sprake van een uniforme handelswijze binnen de sector Rijk ten aanzien van de stagiairs. Daarover wordt conform de rijksbrede strategie op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en werving als één organisatie naar buiten toe opgetreden. In dit beleidskader zijn de afspraken over de rechtspositie van stagiaires opgenomen die voor de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren per 1 januari 2020 waren opgenomen in circulaires.

2. Reikwijdte beleidskader

Dit beleidskader is van toepassing voor alle organisaties binnen de sector Rijk.

Dit beleidskader heeft geen betrekking op het in dienst nemen van studenten op een leerwerkplek - zoals dit bijvoorbeeld het geval is bij een mbo-beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en hbo-duale opleidingstrajecten - waarbij de student van een onderwijsinstelling een aantal dagen per week in dienstverband werkt op een leerwerkplek en een aantal dagen per week naar school gaat.

3. Modellen stageovereenkomst

Een uniforme handelswijze van de sector Rijk met betrekking tot de rechtspositie van stagiairs komt onder andere tot uiting door het hanteren van (uniforme) modellen voor de stageovereenkomst. Hiermee wordt ook de herkenbaarheid naar de onderwijsinstellingen en de stagiairs bevorderd.

In de praktijk blijkt dat er twee soorten overeenkomsten worden gesloten. Bij één overeenkomst is er sprake van betrokkenheid van drie partijen, namelijk de stageverlener, de onderwijsinstelling en de stagiair. Aangezien niet bij alle onderwijsprogramma’s een stage verplicht is, is er niet altijd een rol voor de onderwijsinstelling weggelegd. In dat geval sluit de stageverlener een overeenkomst met (uitsluitend) de stagiair. Wanneer sprake is van drie partijen, wordt per 1 juni 2024 voor wo-studenten de overeenkomst gehanteerd die op verzoek van de Minister van OCW door Universiteiten van Nederland (UNL) is opgesteld. Als bijlage bij dit beleidskader is een overzicht toegevoegd van wat de stageverlener Rijk aan deze UNL-overeenkomst toevoegt.

De als bijlage bij dit beleidskader gevoegde stageovereenkomsten zijn bedoeld als model, waarin de onderwerpen zijn opgenomen waarvan het belangrijk is dat daarover bij een stage afspraken worden gemaakt. Desgewenst kunnen de teksten van de modellen worden aangepast of aangevuld als de situatie daar aanleiding toe geeft.

De stageovereenkomst is geen arbeidsovereenkomst. Dit dient niet alleen te blijken uit de bepaling in de stageovereenkomst (artikel 16) maar juist ook uit de activiteiten die de stagiair tijdens de stage verricht. Deze moeten worden begeleid en gericht zijn op het uitbreiden van eigen kennis en ervaring, mede met het oog op het voltooien van een opleiding.

4. Stagevergoeding

Voor zowel wo-, hbo- en mbo-studenten wordt één vaste stagevergoeding gehanteerd per maand. Met ingang van 1 januari 2024 bedraagt de stagevergoeding € 749,00 bruto per maand.

De stagevergoeding is een onkostenvergoeding en wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met de ontwikkeling van de consumentenprijsindex twaalf maanden voorafgaande aan de maand september in het voorgaande jaar. Berichtgeving over de aanpassing van de stagevergoeding vindt plaats via de website Werken voor Nederland en via de website van P-Direkt.

De stagevergoeding is gebaseerd op vijf dagen van acht uur per week, ofwel veertig uur per week. Indien een stage wordt afgesproken met minder uren per week leidt dat tot een naar rato verlaagde vergoeding.

In onderstaand voorbeeld is de berekeningswijze van de stagevergoeding nader toegelicht:

Voorbeeld: Indien voor een stage wordt afgesproken dat deze per week drie dagen van acht uur betreft, bedraagt de stagevergoeding € 749/40*24=) € 449,40 per maand.

De stagevergoeding geldt voor alle stages van één maand of langer. Daarbij is geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten stages, zoals de meeloopstage, de onderzoeksstage en de afstudeerstage.

Alleen in gevallen dat er sprake is van een stage korter dan een maand, waarbij kennismaken met de organisatie centraal staat, de zogenoemde snuffelstages, hoeft geen stagevergoeding te worden toegekend. Eventueel kan dan een symbolische vergoeding worden toegekend, bijvoorbeeld een boekenbon.

5. Vergoeding tijdelijke andere woonruimte

In incidentele situaties komt het voor dat de stagiair te maken krijgt met de kosten van tijdelijke andere woonruimte. Als de situatie daartoe aanleiding geeft, kan een vergoeding voor de tijdelijke andere woonruimte worden verstrekt door de stageverlener. Deze vergoeding bedraagt met ingang van 1 januari 2024 maximaal € 538,00 per maand. Dit maximale bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de vergoedingsbedragen van logies bij dienstreizen zoals opgenomen in de CAO Rijk. Ook de maximum vergoeding voor tijdelijke andere woonruimte wordt bekend gemaakt via de website Werken voor Nederland en via de website van P-Direkt.

Een stagiair op een diplomatieke of consulaire post in het buitenland kan in aanmerking komen voor dezelfde (gemaximeerde) vergoeding voor tijdelijke andere woonruimte. Kosten van de heenreis naar of de terugreis van een post in het buitenland komen niet voor vergoeding in aanmerking.

6. Vergoeding reiskosten

Voor zover de stagiair geen gebruik kan maken van een ov-studentenkaart voor het reizen tussen de woning en de stageplek, worden de reiskosten vergoed overeenkomstig de reguliere vergoeding voor woon-werkverkeer voor werknemers zoals opgenomen in de CAO Rijk.

Als de stagiair een dienstreis maakt, worden de reis- en verblijfkosten vergoed overeenkomstig de reguliere vergoedingen voor binnenlandse en buitenlandse dienstreizen zoals opgenomen in de CAO Rijk. In uitzondering daarop geldt dat wanneer de dienstreis met de trein wordt gemaakt, de vergoeding op basis van tweede klasse is.

7. Vakantie

Omdat een stagiair geen arbeidsovereenkomst heeft, is er geen wettelijke verplichting om een stagiair vakantie toe te kennen. Het ligt echter - ook om administratieve redenen - in de rede dat bij een stage voor een langere periode de stagiair de stage kan onderbreken zonder dat dit leidt tot een verlaging van zijn stagevergoeding. Derhalve is de regel dat de stagiair in beginsel vakantie wordt toegekend. Van het toekennen van vakantie wordt alleen afgeweken als de onderwijsinstelling niet toestaat dat de stage kan worden onderbroken voor vakantie.

De stagiair heeft tijdens de stage aanspraak op 160 vakantie-uren per jaar bij een omvang van de stage van 40 uur per week. In het geval de stage voor minder dan 40 uur per week is overeengekomen, wordt de aanspraak op vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Dit geldt ook voor stages die een gedeelte van het jaar beslaan. In deze gevallen wordt de aanspraak op vakantie in hele (vakantie-)uren vastgesteld door naar boven af te ronden.

Tijdens het gebruik van de vakantie-uren wordt de stagevergoeding doorbetaald. Er bestaat geen recht op uitbetaling van de resterende vakantie-uren, indien de vakantie niet tijdens de stageperiode is gebruikt.

Gelet op de samenhang tussen de toekenning van vakantie en doorbetaling van de stagevergoeding, vindt toekenning van vakantie alleen plaats bij stages van één maand of langer.

In het geval de onderwijsinstelling voorschrijft dat een stagiair geen stage volgt gedurende de door die instelling aangewezen vakantieperioden, is de stagiair verplicht de toegekende vakantie te gebruiken gedurende deze perioden. Indien de vakantieaanspraak van de stagiair daartoe ontoereikend is, wordt de stagevergoeding naar evenredigheid verlaagd. De stageverlener zal in dat geval opgave doen aan P-Direkt van het tekort aan vakantieaanspraak. Ter voorkoming van terugvordering van stagevergoeding na het beëindigen van de stageperiode is het van belang die opgave zo spoedig mogelijk te doen.

De vakantie is ook bedoeld voor situaties dat de stagiair verlof wenst voor bijvoorbeeld een verhuizing, familieomstandigheden of calamiteit. Ook zal de vakantie moeten worden gebruikt voor een eventuele verplichte vrije dag (blokdag/sluitingsdag) van het ministerie of bij een stage op een diplomatieke of consulaire post in het buitenland voor een lokale feestdag. Dit is niet nodig als de stagiair de blokdag/sluitingsdag of lokale feestdag op een andere dag kan compenseren.

Daarnaast heeft de stagiair vrij op de voor werknemers volgens de CAO Rijk vastgestelde feestdagen. Dit gaat niet ten koste van de vakantie-uren van de stagiair.

In onderstaande drie voorbeelden is de aanspraak op vakantie nader toegelicht:

Voorbeeld 1: Een stagiair heeft een overeenkomst van 32 uur per week voor een periode van één jaar (12 maanden). Deze stagiair heeft tijdens de stage aanspraak op 128 vakantie-uren, namelijk de uitkomst van 32/40 * 160 vakantie-uren.

Voorbeeld 2: Een stagiair heeft een overeenkomst van 40 uur per week voor een periode van vier maanden. Deze stagiair heeft tijdens de stage aanspraak op afgerond 54 vakantie-uren (onafgerond 53,33), namelijk de uitkomst van 4/12 * 160 vakantie-uren.

Voorbeeld 3: Een stagiair heeft een overeenkomst van 32 uur per week voor een periode van vier maanden. Deze stagiair heeft tijdens de stage aanspraak op afgerond 43 vakantie-uren (onafgerond 42,67), namelijk de uitkomst van 32/40 * 4/12 * 160 vakantie-uren.

De stagebegeleider van de stagiair registreert de vakantie. De registratie van de vakantie van stagiair wordt niet opgenomen in de administratie van P-Direkt.

8. Ziekte

In beginsel heeft de zieke stagiair recht op een Ziektewet (ZW) uitkering. Een eventuele ZW-uitkering wordt op de stagevergoeding in mindering gebracht.

De wijze waarop met ziekte van een stagiair tijdens de stageperiode moet worden omgegaan is met name relevant in het geval door ziekte de stage niet (op tijd) kan worden afgerond. Aangezien dit erg afhankelijk is van de omstandigheden is het advies met de stagiair en eventueel de onderwijsinstelling in gesprek te gaan over verlenging van de stage. Aanbevolen wordt de stagiair zo veel mogelijk in staat te stellen de stage goed af te ronden.

9. Verklaring omtrent het gedrag (VOG)

Afhankelijk van de stageplek, dan wel de activiteiten die de stagiair gaat verrichten, kan het noodzakelijk zijn dat voorafgaande aan de stage de stagiair een verklaring omtrent het gedrag (VOG), als bedoeld in de Wet justitiële gegevens, overlegt. Dit is vergelijkbaar met de in de CAO Rijk opgenomen verplichting voor werknemers een VOG te overleggen bij het sluiten van een arbeidsovereenkomst.

De stageverlener dient in artikel 11 van de modellen of bijlage 3 voor de stageovereenkomst een keuze te maken of deze verplichting met de stagiair wordt overeengekomen. In het geval de stageverlener van de stagiair een VOG verlangt, worden de kosten voor de aanvraag van deze VOG aan de stagiair vergoed.

10. Geheimhouding

Met de stagiair en indien van toepassing de onderwijsinstelling, dient altijd een geheimhoudingsverplichting overeen te worden gekomen. Zie hiervoor artikel 12 van de modellen voor de stageovereenkomst. De geheimhoudingsverklaring geldt voor de aangelegenheden waarvoor geheimhouding is opgelegd en waarvan het vertrouwelijk karakter redelijkerwijs bekend kan zijn.

De stagiair is ook verplicht de scriptie, het stageverslag of het stagewerkstuk aan de stageverlener vooraf voor te leggen, zodat deze kan beoordelen of er geen gegevens van vertrouwelijke aard in zijn opgenomen. Afspraken hierover kunnen desgewenst in de stageovereenkomst worden opgenomen.

11. Integriteit

Met de stagiair dient bij aanvang van de stage te worden gesproken over de integriteitaspecten die horen bij werken bij het Rijk. Dit betreft met name het zorgvuldig omgaan met informatie. De stagiair verplicht zich zowel tijdens als na de stageperiode tot strikte geheimhouding van alle bedrijfsaangelegenheden, waarvan het vertrouwelijke karakter geacht kan worden hem/haar bekend te zijn. Voor publicaties in welke vorm dan ook, waaronder mede inbegrepen het stageverslag, is voorafgaande goedkeuring van de stageverlener vereist. Deze wordt gegeven door een ondertekende integriteitverklaring in het stageverslag.

In de modellen voor de stageovereenkomst is in artikel 12 het onderwerp integriteit opgenomen. De Gedragscode Integriteit Rijk 2020 en de Gedragsregeling voor de digitale werkomgeving Rijk zijn gedurende de stageperiode van toepassing op de stagiair.

13. Aansprakelijkheid en verzekeringsplicht

Onderstaande situaties van schade en aansprakelijkheid dienen te worden onderscheiden:

  • 1. de mogelijkheid dat de stagiair schade toebrengt aan de stageverlener;

  • 2. de mogelijkheid dat de stagiair schade toebrengt aan derden als gevolg van het verrichten van stageactiviteiten bij de stageverlener;

  • 3. de mogelijkheid dat de stagiair zelf schade lijdt als gevolg van het verrichten van stageactiviteiten bij de stageverlener.

Ad 1. en 2.

In het geval de stagiair schade toebrengt aan (eigendommen van) de stageverlener of aan derden als gevolg van het verrichten van de stageactiviteiten, is de stageverlener in beginsel conform artikel 6:170 en artikel 7:661 lid 1 BW aansprakelijk voor de schade. Stageverlener is niet aansprakelijk als sprake is van aantoonbare bewuste roekeloosheid of opzet aan de kant van de stagiair.

Ad 3.

Als de stagiair zelf schade lijdt als gevolg van de stageactiviteiten, is de stageverlener in beginsel aansprakelijk voor deze schade. Dit is anders als de stageverlener kan aantonen dat hij aan zijn zorgplicht voor een veilige werkomgeving heeft voldaan of er sprake is van aantoonbare bewuste roekeloosheid of opzet aan de kant van de stagiair (conform artikel 7:658 BW).

14. Intellectueel eigendom stagiairs

Intellectueel eigendom is de verzamelnaam voor rechten op uitgewerkte ideeën en creatieve concepten. Het omvat onder andere het auteursrecht, octrooirecht, modelrecht en merkenrecht. Voor stagiairs bij de overheid zal voornamelijk het auteursrecht een rol spelen, maar het is niet uitgesloten dat ook andere vormen van intellectueel eigendomsrecht van belang kunnen zijn. De modellen bevatten bepalingen die in de meeste gevallen toereikend zullen zijn. Desgewenst kunnen de teksten van de modellen worden aangepast of aangevuld als de situatie daar aanleiding toe geeft.

In de modellen is opgenomen dat de auteursrechten van het stageverslag en andere onderzoeksbevindingen bij de stagiair liggen. Wel geldt dat de door de stageverlener ten behoeve van de stage ingebrachte kennis en achtergrondinformatie bij de stageverlener blijven rusten. Het intellectuele eigendomsrecht, met uitzondering van de eerder genoemde auteursrechten op het stageverslag, komen in beginsel toe aan de stageverlener. Deze rechten liggen daarentegen bij de stagiair als deze kan aantonen dat de resultaten niet te maken hebben met het onderwerp van de stageopdracht en zijn gemaakt tijdens de vrije tijd van stagiair zonder gebruik van informatie of voorzieningen van de stageverlener. De intellectuele eigendomsrechten liggen bij de onderwijsinstelling als deze kan aantonen dat het een substantiële bijdrage heeft geleverd. De eigendomsrechten kunnen in dat geval (onder betaling) aan de stageverlener worden overgedragen.

Bijlage 1. Model stageovereenkomst drie partijen behorend bij beleidskader rechtspositie stagiairs bij de sector rijk

Ondergetekenden:

Staat der Nederlanden, namens deze [naam Minister of andere werkgever in de zin van de CAO Rijk], vertegenwoordigd door [functie, naam] hierna te noemen de ‘stageverlener’;

en

[naam onderwijsinstelling] te [plaats onderwijsinstelling], te deze vertegenwoordigd door [functie, naam], hierna te noemen de ‘onderwijsinstelling’;

en

[de heer of mevrouw] [naam stagiair], geboren op [datum], wonende te [plaats/adres], hierna te noemen de ‘stagiair’;

verklaren het volgende te zijn overeengekomen:

Artikel 1. Algemeen

De stageverlener verbindt zich de stagiair in de gelegenheid te stellen, ten behoeve van zijn/haar opleiding en/of vorming, stage te lopen bij [naam organisatie en organisatieonderdeel].

Artikel 2. Stageperiode

De stageperiode loopt van [begindatum stage] tot en met [einddatum stage].

Artikel 3. Omvang stage

De stage is aangegaan voor [aantal] uur per week, verdeeld over [aantal] dagen per week.

Artikel 4. Vakantie

De stagiair heeft recht op [aantal] uur vakantie.

Artikel 5. Vergoeding(en)

De stageverlener betaalt de stagiair een vergoeding van € [bedrag] per maand (bruto).

Optionele aanvullingen inzake tegemoetkomingen in bijzondere situaties:

Alleen in het geval dat de stageverlener vereist dat de stagiair een verklaring omtrent het gedrag overlegt:

  • 1. De stagiair heeft aanspraak op vergoeding van de kosten voor de aanvraag van de in artikel 11 door de stageverlener vereiste verklaring omtrent het gedrag.

Alleen in het geval de stagiair geen gebruik kan maken van de Ov-studentenkaart:

  • 2. De stagiair heeft voor de reizen tussen de woning en de stageplek aanspraak op een vergoeding voor de reiskosten woon-werkverkeer overeenkomstig de reguliere vergoeding voor woon-werkverkeer voor werknemers zoals opgenomen in de CAO Rijk.

In het incidentele geval de stagiair te maken krijgt met kosten voor tijdelijke andere woonruimte en er aanleiding is deze te vergoeden:

  • 3. De stagiair heeft aanspraak op een vergoeding voor de kosten van tijdelijke andere woonruimte voor verblijf in of nabij de plaats van de stageplek van € [bedrag] per maand.

Voor de stagiair die stage loopt op een diplomatieke of consulaire post in het buitenland:

  • 4. De stagiair heeft vanwege zijn/haar stage bij een diplomatieke of consulaire post in het buitenland aanspraak op een vergoeding voor de kosten van tijdelijke andere woonruimte voor verblijf in of nabij de plaats van de stageplek van € [bedrag] per maand.

Artikel 6. Meldingsplicht ziekte en ongevallen

De stagiair dient bij ziekte of ongeval onmiddellijk hierover zijn/haar stagebegeleider te informeren.

Artikel 7. Inhoud stage

  • 1. In onderling overleg bepalen de stageverlener, de onderwijsinstelling en de stagiair hoe de stage zal worden ingericht en wat daarbij de leerdoelen zijn. Het stageprogramma kan in onderling overleg worden gewijzigd.

  • 2. De stageverlener laat de stagiair slechts werkzaamheden verrichten, primair gericht op onderwijskundige aspecten: het uitbreiden van de kennis en ervaring van de stagiair en het toepassen van theoretische kennis in de praktijk.

Artikel 8. Begeleiding stagiair

  • 1. De stageverlener wijst een stagebegeleider aan die belast is met de zorg voor en de begeleiding van de stagiair alsmede met de contacten met de onderwijsinstelling.

  • 2. De onderwijsinstelling wijst een stagedocent aan, die belast is met de begeleiding van de stagiair. De stagedocent kan in het belang van het goede verloop van de stage aanbevelingen geven aan de stageverlener en stagebegeleider.

Artikel 9. Toegang

De stageverlener verschaft de stagiair toegang tot alle plaatsen waar de stage plaatsvindt, voor zover dat voor de vervulling van de stage noodzakelijk is.

Artikel 10. Gedragsregels en aanwijzingen

De stagiair neemt de in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid gegeven gedragsregels en aanwijzingen in acht, zoals deze gelden voor het personeel van de dienst of het dienstonderdeel van de stageverlener waar de stage plaatsvindt.

Artikel 11. Verklaring omtrent gedrag

De stageverlener vereist/vereist niet [opnemen wat van toepassing is] dat de stagiair voor aanvang van de stage een verklaring omtrent het gedrag (VOG) overlegt.

Artikel 12. Geheimhouding en integriteit

  • 1. De onderwijsinstelling en de stagiair verklaren geheim te zullen houden alles wat omtrent [naam organisatie waar stage plaatsvindt] hen bekend is geworden en waaromtrent geheimhouding is opgelegd, dan wel waarvan het vertrouwelijke karakter hen redelijkerwijs bekend had kunnen zijn

  • 2. De stagiair legt de scriptie, het stageverslag of het stagewerkstuk voor wat betreft gegevens van vertrouwelijke aard ter goedkeuring voor aan de stagebegeleider, voordat deze aan derden ter beschikking worden gesteld.

  • 3. De Gedragscode Integriteit Rijk 2020 en de Gedragsregeling voor de digitale werkomgeving Rijk zijn gedurende de stageperiode van toepassing op de stagiair. Daarnaast is gedurende de stageperiode is het hoofdstuk Regels en voorzieningen bij melden vermoeden misstand van de CAO Rijk van toepassing.

Artikel 13. Geschillen

Bij problemen tijdens de stage richt de stagiair zich in de eerste plaats tot de stagebegeleider van de stageverlener. Mochten partijen niet tot een oplossing komen kan het geschil door de stagiair of de stageverlener aan de stagedocent worden voorgelegd. Indien zij gezamenlijk niet tot een oplossing kunnen komen, dan zal het probleem aan de directe leidinggevende van de stagebegeleider en aan de onderwijsinstelling (stagecoördinator) worden voorgelegd. In overleg dienen zij een oplossing voor het probleem te zoeken.

Artikel 14. Schade en aansprakelijkheid

  • 1. In het geval de stagiair bij de uitvoering van de stageovereenkomst schade toebrengt aan (eigendommen van) de stageverlener is de stageverlener aansprakelijk voor de schade. Dit geldt ook als de stagiair schade toebrengt aan (eigendommen van) derden bij de uitvoering van de stageovereenkomst. De stageverlener is niet aansprakelijk als sprake is van aantoonbare bewuste roekeloosheid of opzet aan de kant van de stagiair.

  • 2. Als de stagiair zelf schade lijdt als gevolg van de stageactiviteiten is de stageverlener aansprakelijk voor deze schade, tenzij de stageverlener kan aantonen dat hij aan zijn zorgplicht voor een veilige werkomgeving heeft voldaan of er sprake is van aantoonbare bewuste roekeloosheid of opzet aan de kant van de stagiair.

Artikel 15. Intellectueel eigendom

  • 1. De door stageverlener ten behoeve van de stage ingebrachte kennis en achtergrondinformatie (know-how), inclusief daarop rustende rechten van intellectuele eigendom, blijven eigendom van of berusten bij de stageverlener en creëren buiten het kader van de stage geen gebruiksrechten. De door de onderwijsinstelling ten behoeve van de stage ingebrachte achtergrondinformatie inclusief daarop rustende rechten van intellectuele eigendom blijven eigendom van c.q. berusten bij de onderwijsinstelling en creëren geen gebruiksrechten.

  • 2. De intellectuele eigendomsrechten op de door stagiair gegenereerde resultaten in de uitvoering van de stage, inclusief eventuele in het stageverslag, thesis of andere onderzoeksbevindingen zoals rapporten, beschreven machinetaal en/of broncodes, maar exclusief de auteursrechten op het stageverslag/thesis/rapport, komen toe aan de stageverlener, tenzij:

    • a) De onderwijsinstelling kan aantonen dat het een aanmerkelijke bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van de gegenereerde resultaten. In dit geval komen de intellectuele eigendomsrechten toe aan de onderwijsinstelling. In het geval van ondeelbare rechten, is er sprake van een gezamenlijk intellectueel eigendomsrecht van de stageverlener en de onderwijsinstelling. Om gezamenlijk intellectueel eigendomsrecht te voorkomen, is de onderwijsinstelling bereid om tegen een (nader overeen te komen) marktconforme vergoeding het intellectuele eigendom(srecht) over te dragen. De overdracht van de aan de onderwijsinstelling toekomende intellectuele eigendomsrechten aan de stageverlener mag door de onderwijsinstelling niet op basis van onredelijke gronden worden onthouden.

    • b) Er sprake is van door de stagiair gegenereerde resultaten (waaronder know-how of een uitvinding) die niet gerelateerd zijn aan het onderwerp van de stageopdracht en uitsluitend zijn geschreven, gemaakt of uitgevonden door de stagiair tijdens de vrije tijd en zonder gebruik van vertrouwelijke informatie, achtergrondinformatie en voorzieningen van stageverlener. In dit geval komen de intellectuele eigendomsrechten toe aan de stagiair.

  • 3. De stagiair draagt de in artikel 15 lid 2 genoemde, aan de stageverlener toekomende rechten bij voorbaat over aan de stageverlener. Stagiair doet op verzoek van de stageverlener alles dat verder noodzakelijk is om deze intellectuele eigendomsrechten over te dragen, zoals het ondertekenen van documenten die nodig zijn voor de overdracht, aanvraag en/of registratie van deze intellectuele eigendomsrechten.

  • 4. De auteursrechten op stageverslagen, de thesis en andere onderzoeksbevindingen zoals rapporten zijn het intellectuele eigendom van de stagiair.

  • 5. In het kader van de stage gemaakte prototypen en werkproducten zijn eigendom van de stageverlener, tenzij door partijen anders is overeengekomen.

  • 6. Partijen zullen elkaar voorafgaand aan een publicatie en, indien van toepassing, voorafgaand aan registratie van rechten van intellectuele eigendom, schriftelijk informeren over door hen gegenereerde resultaten in de stage en daarop rustende of te vestigen intellectuele eigendomsrechten.

Artikel 16. Aard overeenkomst

Deze stageovereenkomst is geen arbeidsovereenkomst tussen de Staat der Nederlanden en de stagiair. De CAO Rijk is daarom niet van toepassing op de stagiair.

Artikel 17. Beëindiging stage

  • 1. De stage eindigt aan het einde van het onder artikel 2 genoemde tijdvak.

  • 2. De stage eindigt, indien de stagiair zijn/haar opleiding tijdens de stageperiode afbreekt.

  • 3. De stageverlener is gerechtigd de stage terstond te beëindigen, indien de stagiair naar het oordeel van de stagebegeleider of leiding van het dienstonderdeel de geldende algemene regels en/of aanwijzingen onvoldoende in acht neemt.

  • 4. De onderwijsinstelling kan de stage beëindigen, gehoord de stagiair en de stageverlener, wanneer de onderwijsinstelling vaststelt dat de stage niet voldoet aan de onderwijsdoelstellingen, dan wel van de stagiair redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de stagiair de stage voortzet.

Aldus opgemaakt en ondertekend te [plaats], op [datum]:

De Staat der Nederlanden, namens deze [naam werkgever aanhef overeenkomst]

vertegenwoordigd door [functie, naam]: .....

[Naam onderwijsinstelling]

vertegenwoordigd door [functie, naam]: .....

[Naam stagiair]: .....

Bijlage 2. Model stageovereenkomst twee partijen behorend bij beleidskader rechtspositie stagiairs bij de sector rijk

Ondergetekenden:

Staat der Nederlanden, namens deze [naam Minister of andere werkgever in de zin van de CAO Rijk], vertegenwoordigd door [functie, naam] hierna te noemen de ‘stageverlener’;

en

[de heer of mevrouw] [naam stagiair], geboren op [datum], wonende te [plaats/adres], hierna te noemen de ‘stagiair’;

verklaren het volgende te zijn overeengekomen:

Artikel 1. Algemeen

De stageverlener verbindt zich de stagiair in de gelegenheid te stellen, ten behoeve van zijn/haar opleiding en/of vorming, stage te lopen bij [naam organisatie en organisatieonderdeel].

Artikel 2. Stageperiode

De stageperiode loopt van [begindatum stage] tot en met [einddatum stage].

Artikel 3. Omvang stage

De stage is aangegaan voor [aantal] uur per week, verdeeld over [aantal] dagen per week.

Artikel 4. Vakantie

De stagiair heeft recht op [aantal] uur vakantie.

Artikel 5. Vergoeding(en)

De stageverlener betaalt de stagiair een vergoeding van € [bedrag] per maand (bruto).

Optionele aanvullingen inzake tegemoetkomingen in bijzondere situaties:

Alleen in het geval dat de stageverlener vereist dat de stagiair een verklaring omtrent het gedrag overlegt:

  • 1. De stagiair heeft aanspraak op vergoeding van de kosten voor de aanvraag van de in artikel 11 door de stageverlener vereiste verklaring omtrent het gedrag.

Alleen in het geval de stagiair geen gebruik kan maken van de Ov-studentenkaart:

  • 2. De stagiair heeft voor de reizen tussen de woning en de stageplek aanspraak op een vergoeding voor de reiskosten woon-werkverkeer overeenkomstig de reguliere vergoeding voor woon-werkverkeer voor werknemers zoals opgenomen in de CAO Rijk.

In het incidentele geval de stagiair te maken krijgt met kosten voor tijdelijke andere woonruimte en er aanleiding is deze te vergoeden:

  • 3. De stagiair heeft aanspraak op een vergoeding voor de kosten van tijdelijke andere woonruimte voor verblijf in of nabij de plaats van de stageplek van € [bedrag] per maand.

Voor de stagiair die stage loopt op een diplomatieke of consulaire post in het buitenland:

  • 4. De stagiair heeft vanwege zijn/haar stage bij een diplomatieke of consulaire post in het buitenland aanspraak op een vergoeding voor de kosten van tijdelijke andere woonruimte voor verblijf in of nabij de plaats van de stageplek van € [bedrag] per maand.

Artikel 6. Meldingsplicht ziekte en ongevallen

De stagiair dient bij ziekte of ongeval onmiddellijk hierover zijn/haar stagebegeleider te informeren.

Artikel 7. Inhoud stage

  • 1. In onderling overleg bepalen de stageverlener en de stagiair hoe de stage zal worden ingericht en wat daarbij de leerdoelen zijn. Het stageprogramma kan in onderling overleg worden gewijzigd.

  • 2. De stageverlener laat de stagiair slechts werkzaamheden verrichten, primair gericht op onderwijskundige aspecten: het uitbreiden van de kennis en ervaring van de stagiair en het toepassen van theoretische kennis in de praktijk.

Artikel 8. Begeleiding stagiair

De stageverlener wijst een stagebegeleider aan die belast is met de zorg voor en de begeleiding van de stagiair alsmede met de contacten met de onderwijsinstelling.

Artikel 9. Toegang

De stageverlener verschaft de stagiair toegang tot alle plaatsen waar de stage plaatsvindt, voor zover dat voor de vervulling van de stage noodzakelijk is.

Artikel 10. Gedragsregels en aanwijzingen

De stagiair neemt de in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid gegeven gedragsregels en aanwijzingen in acht, zoals deze gelden voor het personeel van de dienst of het dienstonderdeel van de stageverlener waar de stage plaatsvindt.

Artikel 11. Verklaring omtrent gedrag

De stageverlener vereist/vereist niet [opnemen wat van toepassing is] dat de stagiair voor aanvang van de stage een verklaring omtrent het gedrag (VOG) overlegt.

Artikel 12. Geheimhouding en integriteit

  • 1. De stagiair verklaart geheim te zullen houden alles wat omtrent [naam organisatie waar stage plaatsvindt] hem/haar bekend is geworden en waaromtrent geheimhouding is opgelegd, dan wel waarvan het vertrouwelijke karakter hem/haar redelijkerwijs bekend had kunnen zijn.

  • 2. De stagiair legt de scriptie, het stageverslag of het stagewerkstuk voor wat betreft gegevens van vertrouwelijke aard ter goedkeuring voor aan de stagebegeleider, voordat deze aan derden ter beschikking worden gesteld.

  • 3. De Gedragscode Integriteit Rijk 2020 en de Gedragsregeling voor de digitale werkomgeving Rijk zijn gedurende de stageperiode van toepassing op de stagiair. Daarnaast is gedurende de stageperiode is het hoofdstuk Regels en voorzieningen bij melden vermoeden misstand van de CAO Rijk van toepassing.

Artikel 13. Geschillen

Bij problemen tijdens de stage richt de stagiair zich in de eerste plaats tot de stagebegeleider van de stageverlener. Mochten partijen niet tot een oplossing komen kan het geschil door de stagiair of de stageverlener aan de stagedocent worden voorgelegd. Indien zij gezamenlijk niet tot een oplossing kunnen komen, dan zal het probleem aan de directe leidinggevende van de stagebegeleider en aan de onderwijsinstelling (stagecoördinator) worden voorgelegd. In overleg dienen zij een oplossing voor het probleem te zoeken.

Artikel 14. Schade en aansprakelijkheid

  • 1. In het geval de stagiair schade toebrengt aan (eigendommen van) de stageverlener is de stageverlener in beginsel aansprakelijk voor de schade. Dit is ook zo als de stagiair schade toebrengt aan derden als gevolg van het verrichten van stageactiviteiten bij de stageverlener. Stageverlener is niet aansprakelijk als sprake is van aantoonbare bewuste roekeloosheid of opzet aan de kant van de stagiair.

  • 2. Als de stagiair zelf schade lijdt als gevolg van de stageactiviteiten is de stageverlener aansprakelijk voor deze schade, tenzij de stageverlener kan aantonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan of er sprake is van aantoonbare bewuste roekeloosheid of opzet aan de kant van de stagiair.

Artikel 15. Intellectueel eigendom

  • 1. De door stageverlener ten behoeve van de stage ingebrachte kennis en achtergrondinformatie (know-how), inclusief daarop rustende rechten van intellectuele eigendom, blijven eigendom van c.q. berusten bij de stageverlener en creëren buiten het kader van de stage geen gebruiksrechten.

  • 2. De intellectuele eigendomsrechten op de door stagiair gegenereerde resultaten in de uitvoering van de stage, inclusief eventuele in het stageverslag, thesis of andere onderzoeksbevindingen zoals rapporten, beschreven machinetaal en/of broncodes, maar exclusief de auteursrechten op het stageverslag/thesis/rapport, komen toe aan de stageverlener, tenzij de door de stagiair gegenereerde resultaten (waaronder know-how of een uitvinding) die niet gerelateerd zijn aan het onderwerp van de stageopdracht en uitsluitend zijn geschreven, gemaakt of uitgevonden door de stagiair tijdens de vrije tijd en zonder gebruik van vertrouwelijke Informatie, achtergrondinformatie en voorzieningen van stageverlener.

  • 3. De stagiair draagt de in artikel 15 lid 2 genoemde, aan de stageverlener toekomende rechten bij voorbaat over aan de stageverlener. Stagiair doet op verzoek van de stageverlener alles dat verder noodzakelijk is om deze intellectuele eigendomsrechten over te dragen, zoals het ondertekenen van documenten die nodig zijn voor de overdracht, aanvraag en/of registratie van deze intellectuele eigendomsrechten.

  • 4. De auteursrechten op stageverslagen, de thesis en andere onderzoeksbevindingen zoals rapporten zijn het intellectuele eigendom van de stagiair.

  • 5. Partijen zullen elkaar voorafgaand aan enige publicatie en, indien van toepassing, voorafgaand aan registratie van rechten van intellectuele eigendom, schriftelijk informeren over door hen gegenereerde resultaten in de stage en daarop rustende of te vestigen intellectuele eigendomsrechten.

Artikel 16. Aard overeenkomst

Deze stageovereenkomst is geen arbeidsovereenkomst tussen de Staat der Nederlanden en de stagiair. De CAO Rijk is daarom niet van toepassing op de stagiair.

Artikel 17. Beëindiging stage

  • 1. De stage eindigt aan het einde van het onder artikel 2 genoemde tijdvak.

  • 2. De stage eindigt, indien de stagiair zijn/haar opleiding tijdens de stageperiode afbreekt.

  • 3. De stageverlener is gerechtigd de stage terstond te beëindigen, indien de stagiair naar het oordeel van de stagebegeleider of leiding van het dienstonderdeel de geldende algemene regels en/of aanwijzingen onvoldoende in acht neemt.

Aldus opgemaakt en ondertekend te [plaats], op [datum]:

De Staat der Nederlanden, namens deze [naam werkgever aanhef overeenkomst]

vertegenwoordigd door [functie, naam]: .....

[Naam stagiair]: .....

Bijlage 3. Aanvullingen voor stageverlener rijk in unl-stageovereenkomst

In het vak ‘Bijzonderheden’ van de UNL-stageovereenkomst wordt - wanneer sprake is van drie partijen - voor wo-stagiaires door stageverlener Rijk toegevoegd:

  • De Gedragscode Integriteit Rijk 2020 en de Gedragsregeling voor de digitale werkomgeving Rijk zijn gedurende de stageperiode van toepassing op de Stagiair. Daarnaast is gedurende de stageperiode is het hoofdstuk Regels en voorzieningen bij melden vermoeden misstand van de CAO Rijk van toepassing.

  • Stageverlener vereist/vereist niet [opnemen wat van toepassing is] dat de Stagiair voor aanvang van de stage een verklaring omtrent het gedrag (VOG) overlegt. In het geval Stageverlener van de Stagiair een VOG verlangt, worden de kosten voor de aanvraag van deze VOG aan de Stagiair vergoed.

  • In aanvulling op artikel 16 lid 11 en bijpassende voetnoot, geldt dat de Stageverlener niet aansprakelijk is als de Stageverlener aan zijn zorgplicht heeft voldaan of er sprake is van aantoonbare bewuste roekeloosheid of opzet aan de kant van de Stagiair.

  • In aanvulling op artikel 16 lid 2 geldt dat Stageverlener in beginsel aansprakelijk is voor de schade in het geval de stagiair schade toebrengt aan (eigendommen van) de Stageverlener. De Stageverlener is niet aansprakelijk als sprake is van aantoonbare bewuste roekeloosheid of opzet aan de kant van de Stagiair.

  1. Dit is een verwijzing naar artikel 16 in het UNL-model. ^ [1]