Wijzigingswet Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten, [...] en verkorting verjaringstermijn huurverhogingen)

Geraadpleegd op 15-05-2025.
Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Wet van 24 april 2024 tot wijziging van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en van de Wet goed verhuurderschap (verlenging, wijziging en handhaving van de maximering en verkorting van de verjaringstermijn voor huurverhogingen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten te verlengen, de maximering te wijzigen en de handhaving te verbeteren alsmede de verjaringstermijn voor huurverhogingen ten aanzien van woonruimte te verkorten;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Red: Wijzigt de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten.]

Artikel IVa

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt binnen drie jaar na inwerkingtreding van artikel III aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel V

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 mei 2024 met uitzondering van artikel I dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, met uitzondering van artikel II, onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2024 en met uitzondering van artikel IV dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 24 april 2024

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.M. de Jonge

Uitgegeven de zesentwintigste april 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius